Nieuwsblad v. Moll. Noorderkwartier
No 142
mmn: firma I. II. IEIZEH - .late» I. H. HI11R - flltM|
Buitenlandsch
Overzicht
BinnenEandsch Overzicht
FEUILLETON
Onschuldig verbannen.
TELEFOON INTERCOMMUNAAL NO. 52 DONDERDAG 8 DECEMBER 1932 41e Jaargang
NI KI WEI
i.ni.niukui
DEZE COURANT VERSCHIJNT
DINSDAG
AD VERTE NT IEN
Van 1—6 regels 75 cent;
elke regel meer 15 cent.
GROOTE LETTERS
NAAK PLAATSRUIMTE.
Het is gebleken dat de Belgische verkiezin
gen, hoe fortuinlijk ook verloopen voor de ka
tholieken en socialisten, niet de aanmerkelijke
verschuiving nebben gebracht als eerst werd ge
meld. Voor de kamer hebben de beide genoemde
partijen elk drie zetels veroverd. Bij de Se
naatsverkiezingen boekten de katholieken 2 zze-
t.els en de socialisten 1 zetel winst. Verliezende
partijen waren de liberalen en de Vlaamsche natio
palisten. Geen enkele partij beschikt over de
meerderheid en daardoor is geen regeering denk
baar, noch van de katholieken noch van de so
cialisten, zonder de medewerking van de libe
ralen, die met slechts 23; afgevaardigden in de
kamer zijn teruggekomen.
In Engeland heeft het kabinet zich ernstig be
zig gehouden met de vraag of het de December
schulden aan de Ver. Staten zal betalen of niet
Onderwijl de heeren er over babbelden, zakte het
pond sterling steeps dieper, het noteerde nog
een stuk beneden acht gulden al is de stemming
ten opzichte vajn het pond williger geworden.
Tenslotte schijnt het kabinet besloten te heb
ben om aan Uncle Shylock het volle pond uit te
betalen, niet in gedeprecieerde ponden maar in
goud. De directeur van de Engelsche bank ver
klaarde er geen bezwaren tegen te hebben. Mis
schien dat dit bravourstukje het Engelsche be
talingsmiddel wel eenig goed kan doen.
Ook Japan heeft nu ontwapeningsplannen te
Geneve ingediend. Zelfs Japan. Natuurlijk gluur
het egoisme om een hoekje. Wat de staten het
meest te vreezen hebben willen ze 'het eerst af
geschaft zien. Amerika is tegen de legers. En
geland tegen iduikbooten. Erankrijk tegen mi
litaire luchtvaartuigen. Zoo stelt Japan nu vooi
om de ontwapening te beginnen bij de marine-
luchtvaart. Tien deze vreest Japan nl. veel van
Amerika. Land vliegtuigen hebben de Japanners
in Mandsjoerije en China hard noodig, straks
in Siberie misschien ook tegen Rusland.
ZooaTs men reeds gelezen zal hebben, heeft
Japan naast de ingediende ontwapeningsvoorstel
len, in eigen kabinet voorgesteld tot enorme uit
breiding van de oorlogsvloot.
En in Mandsjoerije worden menschenlevens op
geofferd om des vredes wille.
Ln Polen hebben zich weer eens ernstige anti
semitische uitspattingen ontwikkeld, waaraan
vooral de studenten in Lemberg dapper nebben
meegedaan. De dapperheid bestond dan daarin
dat een menigte van 60.000 menschen, waaronder
2800 studenten uittrok om leden van de kleine
joodsche minderheid op te zoeken en af te ran
j ^elen. De universiteit is voorloopig gesloten.
Tie Diusseldorf is een millioenendiefstal ont
dekt. Om deviezenregelingen te kunnen ontdui
ken. Hadden vele fabrikanten een deel van hun
bezit opgeborgen in ©en persoonlijke, geheime
safe van ©en bankdirecteur. Die is er nu vandoor
en zijn vrienden moeten thans; een 15 millioen
mark missen. De betrokkenen durven niet eens
een aanklacht indienen, omdat dan hun eigen
strafbare handelingen aan het licht komen.
Het kan een mensch gebeuren, dat hij zijn
verjaardag vergeet, zelfs zijn trouwdag, maar
nooit heeft iemand zich omtrent ©enige nalatig
heid met Sinterklaas te exeuseerera met de op
merking dat deze feestdag aan zijn aandacht
was ontsnapt. De advertenties in de krant,.de
reclameplaten van overal, de suikeren beesten
in de etalages het speculaasje bij elk kopje kof
fie weken lang en het schijfje boterletter
bij de thee, herinnerden er ons bij voortduring
aan, dat de eerste van de Decembersche feest
dagen nabij was getreden. Ein dan al die echte
Sinterklazen en Zwarte Pieten die je tegenwoor
dig overal ontmoet zich per advertentie in de
bladen aanbieden. Waarlijk, in dit opzicht kre
gen wo van het goede haast teveel. Het wordt
moeilijk om de jeugd ookj nu nog aan het be
staan van den goeden Sint te doen ge'looven.
Maar enfin wij ouderen hebben vroeger ook
wel gedaan van als-of.
We wenschen onze lezers het beste in deze
dagen voor hun maag.
Maar ook heeft Sint Nicolaas leed en kommer
gebracht en dan denken we aan de twee onder
wijzeressen en den heer Era die door ©en "trein
op een on bewaakten overweg in hun auto wer
den gegrepen en zwaar gewond, op weg naar
Heiloo om daar het Sint Nioolaasfeest te vie
ren. Gelukkig schijnt het met de gewonden goed
te gaan en mag op herstel worden gehoopt.
liet eerste feest van December is achter den
rug, en menigeen zal door den'goeden Sint zijn
bedacht, terwijl weer anderen hem hun deur
'van Kareltje van de film. Men heeft den held
van het witte doek ruim vereerd en wijd ber
gaapt. Ach ja, we zijn toch allemaal maar groo-
te kinderen.
Maar de dagen gaan verder en wij gaan in de
richting van het Kerstfeest, waar de vele ge
kleurde kaarsjes hun licht zullen verspreiden en
een dennengeur de woonkamers zal vullen.
Het Vredefeest.
Er loopen allerlei geruchten overt een goede-
renclearing met Diuitschland. Het betreft hier
echter slechts particuliere onderhandelingen, in
opdracht van het zg. comité Ppsthuma. De ge
dachte welke aan die onderhandel ingen ten grond
slag ligt, is de handhaving» van de tegenwoordige
invoer ver houdingen van over en weer. Naarmate
dus het eene land haar invoer uit het andere zou
verminderen zou ook de export dalen. De bedoe
ling is voorts, dat alle Nederlanders de gelden
voor hun inkoopen in D|uitschland zouden stor
ten bij de Ned. Bank en de D|uitschers voor hun
betalingen bij ons, zouden betalen aan de Rijks
bank te Berlijn. Wat Neder]andsche exporteurs
op Duitsche ciienten te verhalen hebben, zou dan
uit d edeposito's bij de Ned. Bank kunnen wor
den voldaan. Het heet dat het goed gaat met
de onderhandelingen, maar het bezwaar van de
voorges telde regeling is, dat de betrokkenen er
vrijwillig aan zouden moeten meewerken, omdat
wé ten onzent geen deviezenverplichtingen ken
nen. Er wordt dan ook ©enigen drang uitgeoe
fend op de regeering om te trachten met Duitsch
land in den aangegeven zin een staatsregeling te
treffen van dwingend karakter dus. Zulke rege
lingen zijn reeds eerder door Z,weden, Ziwtser-
laud. en Italië met Berlijn getroffen. Ze moe
ten. uitnemend werken en. de voordeelen ervan
zijn veel groot'er dan die van een particuliere
'overeenkomst.
in het Noorden des lands maakt men zich ern
stig ongerust over plannen, welke in Engeland
zouuen bestaan tot oprichting van stroocarton-
■iabrieken. Het artikel werd er tot nu toe uit
pns laud geïmporteerd. Men meent in Engeland
20 procent goeakooper te kunnen labrioeeren.
Terzake kunüigen meenen, dat het Engelsche
£troo zich minaer goed voo rhet doei zal ieenen
dan ons Hoilandscne stroo.
Amsteruam, dat zoo gelukkig is geweest met
ïiaar Z|esuaagsche verheugde zich in het bezoek
Plaatselijk
Nieuws
BROEK OP LANGENDIJK.
Het Sint Nicolaasfeest op de O. L. School te Broek
op Langendijk.
Reeds eenige weken van te voren wezen allerlei
verschijnselen er op, dat de Goede Sint, ondanks
de benarde tijden, onze school op zijn jaarlijksche
rondreis niet vergeten zou. De lessen waren t> Dec.
dan ook ternauwernood begonnen, of daar hield een
auto voor scnool stil en stapten St. Nicolaas en zijn
knecht uit. Plotseling verscheen hij daar voor de
verbaasde blikken der kleintjes, die nu elk op hun
beurt een pluimpje, of een standje in ontvangst
hadden te nemen, natuurlijk vergezeld van allerlei
lekkers en speelgoed. O, dat speelgoed! Zelfs zwarte
Piet kon zich aan de bekoring van een auto niet
onttrekken; hij en één der Commissieleden ver
maakten zich uitstekend door het wagentje geregeld
naar eikaar toe te rijden, knus op hun nurken,
terwijl ae „gelukkige" leerling met afgunstige oogen
toekeek. Plotseling klonk het daar bestraffend uit
St. Nicolaas' mond:„Wat doe je daar Piet, kom hier
en doe je werk," waarop de zwarte knecht heel
kleintjes antwoordde; „Jawel, Sinterklaas," en het
kind zijn wagentje eindelijk het zijne kon noemen.
Nadat alle kiemen den Sint hadden toegezongen
en hun geschenxen in ontvangst hadden genomen,
piaatste de Sint zich in een leunstoel in de gang,
geflankeerd door zijn knecht en een helper, elk
voorzien van allerlei lekkers. Daar verschenen de
moeders met de nog niet leerplichtige kleintjes, die
ook niet vergeten werden. Aandoenlijke tafereeltjes
als zoo'n scnommelend kleintje, een stukje choco
lade scheef in den mond, onbevangen den Sint een
handje gaf, terwijl anderen slechts schoorvoetend
naaerden. Onderwijl werden de schoolkinderen ont
haald op een bioscoopvoorstelling. De lach was niet
van de lucht bij de dwaze sprongen van Micky
Maus en de grappige teekenfilms, voor dat doel
gratis afgestaan en vertoond door den heer Schoo-
nenberg. Nadat de Sint ons had beloofd, 't volgend
jaar terug te komen, stapte hij weer in de auto en
vriendelijk groetend ging hij op ziekenbezoek, terwijl
de schaikscne Piet met ruime hand pepernoten over
de hoofden der verzamelde menigte wierp. Zoo
spoedde het feest ten einde, maar men hoefde niet
te vragen of de kinderen genoten hadden, dat
bleek wei uit hun schitterende oogen en vrooiijke
stemmen. Ik kan dan ook dit overzichtje wel beslui
ten met den hartelijken dank uit te spreken aan
allen, die tot het weisiagen hebben meegewerkt.
4)
De handen van de roovers hielden het hoofd van
ford Kingscourt vast, alsof het tusschen ijzeren
klemmen zich bevond. Een chaos van zonderlinge
gewaarwordingen verdrong zich in zijn borst; toorn
jegens zijn vriend, verbittering over het noodlot,
een gevoel van vernedering, een verschrikkelijk
angst dat alles woelde en stormde in zijn bin
nenste Op zoo smadelijke wijze te worden verminkt,
scheen hem verschrikkelijker toe dan de dood.
Zijn wanhopig worstelen had hem afgemat en in
een soort van bewusteloosheid sloot hij de oogen,
toen Spiridion met opgeheven zwaard en woedende
blikken op hem toetrad.
Op dit oogenblik kwam door den ingang uit het
buitenste hol een meisje, schoon en liefelijk als een
engel; haar schitterend oog doorvloog de groote
ruimte, onmiddellijk den toestand begrijpende,
spoedde hij zich voorwaarts en haar stem klonk
helder en zuiver door het hol toen zij snel uitriep:
„Spiridion, houd op!"
De aankomst van het jonge meisje in het roovers-
hol werkte èn op de bandieten èn op de gevangenen
als de verschijning van een engel. Bij den klank
van de lieve, heldere stem wendde Spiridion ver
schrikt het hoofd naar den ingang; zijn oogen ver
rieden verbazing, bewondering en verwarring.
Lord Kingscourt sloeg evenzeer de oogen op en
tor. Kollys, Briggs en elk der roovers beschouwden de
zeldzame verschijning met verwondering en var-
bazing.
Zij zweefde snel en bijna onhoorbaar tot in het
toidden van de groote ruimte en bleef staan in het
volle licht van het vuur, slechts weinige schreden
van de groep verwijderd, waarop voor haar bin
nenkomen aller oogen waren gericht.
Nauwelijks twintig jaren oud, was zij teeder en
slank als een palmboom, met een sierlijk trotsch op
geheven hoofdje, waarvan een menigte goudblond
haar op den slanken, fraaien hals nederviel. Zij had
^en wonderbaar schoon, liefelijk gelaat, van het zui
verste ovaal, dat met betooverende lieftalligheid het
zegel van verstand en zielenadel droeg. Haar don
kerblauwe oogen straalden van edele geestdrift;
haar half geopende, teeder gevormde lippen, waar
door een rij vansch itterend witte tandjes blonk,
trilden zacht van ontroering.
Zij droeg een Grieksch nationaal costuum en had
ook Grieksch gesproken; maar toch scheen zij niet
van Grieksche afkomst te zijn. Iets in haar voorko
men, in haar geheele wezen gaven aan lord Kings-
I court en aan Mr. Kollys de overtuiging, dat zij een
Engelsche van geboorte en van edelen bloede was.
Zelfs in dit oogenblik van de hoogste spanning viel
i het niet te miskennen, dat zij voornaam was opge-
voed en hooge beschaving bezat.
„U hier?" riep Spiridion uit, toen hij zich van
zijn verbazing hersteld had. „U, Mylady!"
„Ja, ik ben hier!" antwoordde het meisje, thans
wit als een lelie, maar nog vol moed en vast beslo
ten, de roovers met groote, doch moedige oogen
aanziende. „Ik ben juist bijtijds gekomen om deze
l ongelukkige Engelschen te redden."
„Hoe kwam U hier?" vroeg Spiridion. „Hoe ont
dekte U den geheimen ingang tot ons hol?"
„Dat is zoo moeilijk niet," antwoordde het meisje
snel. „Ik heb reeds langs geweten, dat gij Spiridion,
de bandietenhoofdman zijt, hoewel ik, gelijk gij weet,
onder een anderen naam met U kennis maakte.
Zooals iedereen, hoorde ook ik van twee Engelschen,
die zich bij u in gevangenschap bevinden. Ik las
gisteren in de Atheensche dagbladen, die ik toeval-
lg verkreeg, dat heden de termijn van drie maan
den, dien gij tot betaling van het losgeld had be
paald, verstréken was; dat hün vriend met het
losgeld niet is aangekomen en de vreeselijke Spiri
dion zonder twijfel zijn woord houden en hen ver
minken zou. Ik kon hun ongeluk niet uit mijn ge
dachten zetten, den geheelen nacht heb ik er over
gepeinsd, en heden trok ik naar de bergen in de
hoop U te zien en U te smeeken uw gevangenen los
te laten."
„Verder," zeide Spiridion, toen zij een oogenblik
zweeg.
„Ik heb den geheelen namiddag randgedwaald,"
aldus voor het meisje voert, „werd moede en wilde
in vertwijfeling terugkeeren, toen ik uw broeder
voorzichtig zag naderen, terwijl hij bij iedere schrede
schuw om zich heen blikte. Ik dacht dat hij op weg
naar uw schuilplaats zou zijn. Ik volgde hem met
de gedachte en ln de hoop de gevangenen aan hun
verschrikkelijk lot te ontrukken, maar zorgde er
voor dat ik niet door hem werd opgemerkt. Ik
sloop hem na, en toen hij in den verborgen ingang
naar uw hol verdween, wachtte ik om nieuwen moed
te verzamelen. Nu volgde ik hem. Terwijl hij zijn
verslag uitbracht, stond ik in het eerste hol. Indien
gij de gevangenen hadt gespaard, zou ik even stil
teruggegaan zijn, als ik gekomen was. Maar gij
wildet ze verminken, en dat kon ik niet toelaten!"
Zij zag hem onverschrokken aan; geen spoor van
vrees, slechts een ernstige, dringende bede, was op
haar schoon, open gelaat te lezen."
„U is zeer vermetel!" riep Spiridion uit die zijn
verbazing nietkon verborgen; „voor den duivel, U
is zeer vermetel, Mylady! Den leeuw in zijn nol op-
zoexen Spiridion in zijn scnuiiplaats!"
Onder de roovers ontstond een dreigende bewe
ging, hun handen grepen naar de wapenen.
„u heeft ons geheim ontdekt," aldus voer de
hoofdman voort, „u weet den weg naar onze schuil
plaats. Indien U een man waart, zou ik U daar op de
plaats doodschieten. Zulk een wetenschap, hoe u
die ook heeft verkregen, is gevaarlijk voor U. Uw
sympathie voor de gevangenen brengt U in grooter
ongeval, dan dat, waaruit U hen bevrijden wilt."
„Gij zult mij geen kwaad doen, Spiridion", zeide
zij met overtuiging. „Ge weet wel dat ik u niet zal
verraden. Gij kunt niet vergeten hebben, dat ik
U, een jaar geleden,in een moerassig dal vond,
waar gij in een boschje met een gebroken been
laagt, niet in staat U te bewegen. Uren lang had gij
daar gelegen en waart bijna bewusteloos. Gij gaaft
een valschen naam op. Ik ging naar huis en haalde
bedienden die U in onze woning brachten. Gedu
rende een lange, verschrikkelijke ziekte werd gij
zorgvuldig verpleegd. Onder het ijlen in de koorts
verriedt gij, wie gij waart. Er was een prijs op uw
hoofd gesteld een groote belooning werd gebo
den aan hem of haar die u dood of levend uitle
verde. Gij waart slecht; uw ziel was belast met
misdaden; gij hadt de hulpelooaen, de onschuldigen,
de goeden vermoord, maar gij waart ziek en hul
peloos en ik kon U niet verraden. Gij waart geheel
en al in mijn macht, maar ik kon U niet aan de
wet overleveren, waartegen gij gezondigd had. Wij
verzorgden U, totdat gij weer gezond waart. Gij
verliet ons, maar aan den vooravond van uw ver
trek zeide ik U, dat ik wist, wie gij waart, en in uw
dankbaarheid voor onze hulp en goedheid zwoert
gij een heiligen eed, mijn vader en mij te beschut
ten voor alle onheil, zoover uw macht reikte, en gij
beloofdet mij, dat, als ik ooit een groote gunst van
U wilde vragen, gij mijn bede zoudt toestaan, wat
zij U ook zou mogen kosten. Het uur der vervulling
van uw belofte is gekomen. Ik vraag een gunst van
U: de vrijheid van deze lieden. Ik redde uw leven
geef mij daarvoor het leven van deze mannen."
De uitdrukking van Spiridions gelaat werd zachter
Hij was de man niet, die ooit een beleediging vergat,
maar even weinig vetgat hij een hem bewezen wel
daad. Terwijl men vreeselijke geschiedenissen van
zijn wreedheid jegens de gevangenen verhaalde, was
hij mijlen ver in iedere hut te huis, en de land
lieden zouden hun leven voor hem hebben opge
offerd. Er moest toch iets goeds in hem zijn, dat
hem zooveel trouw en gehechtheid bezorgde. Deze
goedheid verkreeg ook thans in hem de overhand.
„U heeft gelijk, Mylady", zeide hij na een oogen
blik stilzwijgen. „Ik dank U mijn leven, en be
loofde U vergelding als de gelegenheid daar zou
zijn. Ik dacht niet dat deze zich op zulk een wijze
zou aanbieden. Ik heb het nooit kunnen droomen,
dat een man, veel minder een vrouw, het zou durven
wagen Spiridion in zijn hol op te zoeken. Gij hebt
uw wensch uitgesproken; ik zal beproeven dien te
vervullen. U zal het leven van den bediende hebben."
en hij wees op Briggs. „Ook wil ik U dezen heer
geven," en hij wees op Kollys. „Zij zullen dadelijk
met geblinddoekte oogen naar de plaats gebracht
worden, waar zij gevangen zijn genomen."
Het meisje beschouwde Kollys stilzwijgend; toen
wendde zij haar blik naar lord Kingscourt en deze
rustte een oogenblik op zijn ernstig, schoon gelaat;
het bloed steeg hem naar de wangen, toen haar
oogen met een wondervollen, zachten glans de zijne
ontmoetten, en zijn hart klopte, zooals het nooit
onder den blik van een vrouw had geklopt.
„En de andere?" vroeg het meisje. „Wal zal er
met hem gebeuren?"
„Hij is een rijke Engelsche lord, die een enorm
losgeld betalen kan. Ik mag hem niet vrij laten,"
antwoordde Spiridion. „Wij hebben in den laatsten
tijd slechte zaken gemaakt. Maar zelden komen er
reizigers zonder genoegzaam geleide langs dezen
weg. Deze buit is te groot, dan dat ik hem zoo maar
kan opgeven. Ik moet voor den Engelschman veertig
duizend pond sterling ontvangen, of hij zal ster
ven."
„Kunt gij waarlijk u de mij gegevene belofte ver
breken?" vroeg het meisje. „Neen Spiridion, nooit
kan ik gelooven, dat gij meineedig zult worden. Ik
verlang het leven van dezen lord uit uwe hand,
even als dat van de beide anderen."
Spiridion werd onrustig en ging nadenkend op en
neder.
Zijn lieden wachtten stilzwijgend. Zij beschouwden
hun hoofdman met een zekere vrees en waagden het
niet hem met de een of andere vraag lastig te
vallen, maar zij geloofden niet dat hij Lord Kings
court vrij zou geven.
„U verlangt te veel, Mylady," riep Spiridion be
sluiteloos uit. „U redde één leven, ik bied er u
daarvoor twee aan. Is dat niet aanneembaar?"
„Toen gij mij uw belofte gaaft," antwoordde het
meisje kalm, „toen gij bij alles wat U heilig was,
zwoert, dacht ik niet, dat gij eens, als gij uw woord
gestand moest doen zoudt aarzelen, om de oplossing
punt voor punt na te komen."
De oogen van Spiridion fonkelden
Er heerschte een djepe stilte. Na een oogenblik
maakte het meisje een beweging om zich te ver
wijderen.
„Spiridion heeft zijn woord niet gehouden," sprak
zij bedroefd. „Ik wil gaan omdat gij uw leven en
uw eed zoo gering acht."
(Wordt vervolgd).