Nieuws blad v. JdLoll. N oorderkwartier jsks 't Wintert. No 144 DINSDAG 13 DECEMBER 1932 41e Jaargang Honderd jaar ailim: Hum I. II111216 - litolim I.KIM .Bureel Hnonlsclnrmnlt SffSJESB™. FEUILLETON Onschuldig verbannen. Bij Ruwe Gesprongen Handen TELEFOON INTERCOMMUNAAL NC. 52 NIEUWE m I, HUK IJ MiII COdRAWT DEZE COURANT VERSCHIJNT OINSDAQ DONDERDAG en ZATERDAG, toonnmentsprijs: - per 3 maanden l.ii. elke regel meer 15 cent Wij voor ons, we kennen geen gezelliger uur dan het middaguur van een winterschen Zondag. Als we dan weggedoken zitten in een lauteuil, komt het ons voor, dat we het lekkerste kopje kof tic van heel de week krijgen toebedeeld. Het sigaartje smaakt beter dan ooit en een poosje later is het, alsof heel de kamer doortrokken is van het aroma schrik met, waarde lezer van het glaasje port ot de andere licht-alcoho- lische versnapering, welke ons Zondagsch recht is. We vatten op zoo'n uur ook wel eens een krant in de hand, maar al wat po litiek is, of om andere redenen tragisch van inhoud, blijft ongelezen. We willen dan een luchtig kostje voor den zich vermoeienden geest. Zoo kwamen wij op Zondag jl. een arti kel te lezen, hetwelk verhaalde over Dr. Guerniot te Parijs, de eerste van het gilde der geneesheeren, die het was in midden1- November jl. den honderdjarigen leef tijd :b ereikte. De dokter is een krasse oude bans en bestijgt .nog dagelijks de 52 tre den naar de etage, waarop hij woont. Na tuurlijk is 'hij geïnterviewd en heelt men hem ook de gebruikelijke vraag gesteld, waaraan hij zijn hoogen leeftijd toeschrijtt. 'i oen we zoover gekomen waren met de lezing van het artikel, wilden we aanvan kelijk de krant weer terzijde leggen, want we weten het maar al te goed, hoe die oud-geworden droog pruimers op - zulke vraag reageeren. „Altijd matig, niet te veel vleesch, weinig of geen koffie ot thee, geen druppel alco hol, met rooken, geen specerijen en veel ochtend-gymnastiek" Dr.. Guerniot echter bleek echt ©en man naar ons hart te zijn. Aan lichamelijke oefening had hij ook ge daan, maar, 'hij zei, tenminste* niet, dat hij dat 'smorgens spookachtig vroeg deed. Hij at weinig vleesch sedert zijn 6o-ste jaar, maar voordien had hij zich nimmer op zijn portie beknibbeld. Dagelijks dronk hij zeven deciliter wijn. Juist* en na zijn eten De schaduwen van den avond werden dieper. De witte schemering van het water der golf verdween, de oranjeboschjes werden donkerder en lieten in de verte slechts een zwarte massa zien, de schijf van de maan verhief zich stralende boven de boomen en overgoot het landschap met een tooverachtig licht. „Zonderling, dat zij niet komt," sprak de man tot zich zelf, altijd meer onrustig wordende. „Het was niet goed van mij, haar zooveel vrijheid te laten. Zij is reeds sedert van middag weg. Zou er iets met haar gebeurd zijn? Ik zal de bedienden uitzenden om naar haar te zoeken." Hij maakte een beweging, om de veranda te ver laten toen hij den galop van een paard hoorde, en een oogenblik later zag hij een meisje over de groote plaats op het huis aanrennen. De berijdster verheugd de treden van de veranda opvloog in de armen van haar vader. „Daar ben ik terug!" riep zij in de Engelsche taal uit. „Ik kom te laat voor de thee?" „Een uur te laat, Alexa!" zeide Mr. Strange. „Ik begon reeds te vreezen, dat je iets was overko men. Wij moeten zulk een lange rit niet meer maken, mijn kind. Ik heb zeer veel angst gehad. Hoe als je eens in de handen der bandieten waart gevallen, van wie men in den laatsten tijd weer zooveel hoort? Zij zouden je gevangen genomen en voor losgeld vastgehouden hebben, zooals zij de ongelukkige Engelschen vasthouden, van wie wij gisteren lazen. Blijf nooit meer zoo lang weg, Alexa, wil je?" „Ik wil." „Nu, ga dan binnen en maak de thee gereed, ik kom bij je." Mr. Strange staarde zijn dochter met teedere blik ken na, toen zij door de veranda snelde en in het huis verdween. Het was te zien, dat hij haar met al de innigheid van zijn edele natuur beminde. Haar stem was zijn liefste muziek, haar tegenwoordigheid de vreugde van zijn leven. Zij was het eenige wezen in de wijde wereld, dat hem toebehoorde, en hij waakte over haar met de zorgvuldigheid van een moeder. Hij had zich aan haar opvoeding gewijd en zijn ijverigste streven was, van het oogenblik af aan, dat hij zich met haar in Griekenland had gevestigd, haar het gemis van een moeder en vriendinnen te vergoeden, opdat zij de vele ontberingen in de een zaamheid niet gevoelen zou. Hij had de hoogeschool te Oxford bezocht, verstond verschillende talen, was ervaren in alle wetenschappen en een meester in de muziek. drie of vier koffielepels alcohol voor de spijs vertering. is het niet héérlijk, om zóo Hon derd jaar te worden? We hebben altijd wei geweten, dat een borrel, bij mate gedronken, een mensch niet schauen kan, maar het was vervelend, dat die drankbestrijders altijd een stel oude boeren bij de hantd hadden, die honderd jaar waren geworden en nooit een druppel alcohol haouen geproefd. Nu hebben wij, matige gebruikers, een geneesheer, die. óok een eeuw oud werd en zijn glaasje nog lust, Nooit smaakte ons port je zoo lekker als j. 1. Zondagmiddag. Den anderen dag was het natuurlijk weer aanpakken en werken, lies avonds, zoo te gen acht uur, stonden we, als gebruikelijk uen postbode op te wachten bij de brieven bus. We hebben dan een pakketje „post", dat niet door de busopening, kan en om be paalde redenen aan de buslichter moet wor den afgegeven. Het was naar en mieseng weer, en de bode liet lang op zich wach ten. Vamzelf hadden we derhalve een heel andere stemming dan den middag te voren. Eindelijk, daar was-ie. Onderwijl de bode de bus leegde, maakten we een praatje. De man haaide een vel papier tusschen de brieven en kaarten vandaan, een losge scheurde en daanra dicht gevouwen pa pieren zak. Adres en postzegel ontbraken. De bode vouwde het stuk open en vond toen blijkbaar enkele regels schrilt, want hij las.Lachend reikte hij ons toen het epis tel toe. „Zoo tegen Sinterklaas en Kerst mis vindt je meer van die dingen in de bus sen" zei hij. .We bekeken het schrift, dat zeer kennelijk van een heel jong kinder handje was; naiel geteekende biokiettertjes, heel stuntelig en heel slecht nog. Blijkbaar van een eerste-jaars studentje der Lagere School Laten we nu óók maar .den inhoud verklappen. Zinterklaz ekke wil niks heben az je teege vater zeg hei nikz ja eevur mer dranke dan kreig wij wer eete en betje om zlaape. Als het niet alles echt was gebeurd, zoo ais we het hier beschreven, dan zouden 'In al deze dingen gaf hij onderwijs aan zijn dochter en vond in haar een ijverige en talentvoile leerlinge. Toen Alexa veertien jaar oud was geworden, had hij door een aggent in Athene een gouvernante voor haar uit Parijs laten komen, die vijf jaren lang in zijn huis woonde en haar leerlinge met dezelfde teederheid was toegedaan, als ieder die het be koorlijke en vroolijke meisje kende. Daarna had zich de gouvernante weder naar Parijs begeven en Alexa werd meesteres in het huis van haar vader, zoodat zij doen en laten kon wat zij wilde. Toen was het dat zij gaarne lange tochten op haar pony maakte, die heden de bevrijding der gevangenen uit de han den der roovers tot resultaat hadden. Mr. Strange had in zijn grenzelooze liefde zijn best gedaan, om haar te verwennen. Haar wenschen wa ren voor hem wetten. Maar bij haar edele natuur, haar zielegoedheid, haar vroolijk temperament en haar verstand was dit niet nadeelig geweest voor haar opvoeding. Al was zij tusschenbeide ook soms wat eigenzinnig, moedig en onverschrokken, zoo vermeed zij het toch zorgvuldig, om haar vader of iemand anders smart te veroorzaken, en ofschoon in het eene oogenblik plaagziek en overmoedig, zoo kon zij het volgende even ernstig en verstandig zijn, als de omstandigheden het vorderden. Mr. Strange trad het huis binnen en kwam in een kleine, aangename eetkamer, die door breede vleu geldeuren met de veranda in verbinding stond. De tafel voor de thee was gedekt en in het midden bevond zich een brandende lamp. De geheele stof feering der kamer was Engelsch, slechts de heldere honig, de frissche geitemelk, de koek en de kostelijke vruchten herinnerden er aan, dat men zich in Grie kenland bevond. Nauwelijks was hij de kamer binnen getreden of zijn dochter verscheen in een frisch, sierlijk Grieksch costuum. Haar haren werden door een breeden band van voren vastgebonden terwijl zij los op haar rug nedervielen. Zij nam haar plaats aan de thee tafel in en begon een onderhoud, dat van hare zijde vroolijk en ongedwongen werd gevoerd; haar vader zeide echter weinig, maar lachte haar toch welge vallig toe. Nadat de thee gebruikt was, nam Mr. Strange den arm van zijn dochter en geleidde haar in de woon- Dit was een hoog en groot vertrek; Turksche ta pijten bedekten den grond. Behalve andere noodige voorwerpen zag men een groote fraaie piano, een schrijftafel en boekenkasten, gevuld met kostbaar gebonden boeken. Zij werd verlicht door een groote hanglamp en meerder waskaarsen. Alexa plaatste zich aan de piano, haar handen gleden over de toeten, aan het instrument heerlijke tonen ontlokkende en zij zong toen met reine, liefe lijke stem en diep gevoel een oude Schotsche ballade Haar vader had zich op een divan nedergezet en hoorde ontroerd het gezang aan. we hel artikeltje niet hebben ingezonden, want we houden niet van valsche sentimen- teele noten. Om de oudste drankbestrijdings plaatwelke we ons herinnereneen arme lijk vrouwtje met ondervoed dochtertje voor een open kroegdeur en de woorden; „Ach, vader ,niet meer!" we zeggen om die plaat hebben we slechts geschamperd. Toegege ven, het. was heel slecht voa ons maar zoo zijn we nu eenmaal. Maar dat briefje aan Sinterklaas Eerst vertrouwden we de zaak met ten volle, maar het kind had er ookf haar naam onder geschreven en bij onderzoek kwamen we toen voor een maar ai te ware realiteit te staan. Als er nu weer menschen; honderd jaar worden, dan zullen we ze het niet kwalijk nemen, als ze verklaren, dat ze. nooit drank hebben gedronken. We blijven gelooven' aan de onschadelijkheid van een matig ge bruik van alcohol, maar: als je den water kant mijdt, w.eet je zéker ,niet te zuilen ver drinken. verlichte banen, de groote tochten, de hardrij derijen, ijsvacantie en wat al niet meer voor de deur staat. Een feest, dat helaas in dezen don keren tijd iniet voor allen) kan zijn en nieuwe zorg en ellende baart voor de helaas zoovelen, die zich de weelde van een lekkere warme kachel nauwelijks of niet kunnen veroorloven. En dan mag ook wel weer met klem en na druk de waarschuwing worden herhaald om toch vooral het onbetrouwbare ijs te mijden. Niet voor niets zegt het oude Hollajndsche spreek woord: ■W, el wat vroeg, komt het ons voor. Maar wij hebben 't te aanvaarden en de kachels en haarden wat warmer te stooken. Vier graden, vorst is nu wel niet zoo heel erg, maar als de wind zijn sterke longen uitzet en zijn kouden ^dem over de velden jaagt, ja, dan gaan de kra gen van de .jas in de hoogte, de handschoenen] worden aangetrokken, de bontkragen wat hoo- ger om den hals getrokken. i En zoo hebben wij dan al heuseh winter 0n2e buurvrouw heeft het ons al heel vroeg voorspeld. Hoe zij dat zoo precies wist, vertelde zij ons niet, dat was haar geheim. Maar ze heeft gelijk gekregen. Het vriest en de ijsbanen worden in gereedheid gebracht. Het ziet er werkelijk naar uit, zoo schrijft het Nrd. Hpll. DibM., dat ons meest nationale volksvermaak dit jaar een vroege en serieuse kans krijgt, dat weer het oude feest van de „Kom Alexa, ga naast me zitten," zeide hij, nadat de laatste tonen wegstierven en het meisje het instrument verliet. „Ik heb je wat te zeggen." Zij plaatste zich op een geborduurd voetenbankje naast hem en leunde het hoofd tegen zijn knie. „Je hebt me je ontmoetingen op je rid van van daag nog niet verteld", merkte de vader ernstig op, haar zachte lokken streelende. „Je bent altijd zoo bereid, me je kleine avonturen te verhalen, dat je zwijgen mij aantoont, dat er werkelijk iets gebeurd is. Heb je iemand in de bergen ontmoet?" Het meisje aarzelde, maar dewijl zij gewoon was haar vader alles toe te vertrouwen, wat zij wist en wat haar hart drukte of bewoog, kon zij ook thans de waarheid niet voor zich houden. „Wat heeft u scherpe oogen, Papa, zeide zij. „Ik had van daag een avontuur en heb het zelf opgezocht. Ik geloof, het was een beetje al te dol van me. Ik voerde een zonderling stuk uit en dacht eerst later na. Herinnert u zich nog onzen patiënt van het vorige jaar, Spiridion?" „Maar al te goed. Ik heb er steeds berouw over gehad, dat ik veroorloofde om den man in dit huis te brengen. Wij hadden hem beneden in het dorp in het huls van een arbeider moeten laten „Nadat ik gisteren van de gevangenschap der arme Engelschen in de Atheensche courant had gelezen", ging Alexa voort, „kon ik van nacht weinig slapen, en als ik sliep, droomde ik van de ongeluk kige mannen; van daag dacht ik er den geheelen morgen aan. Zoo reed ik heden namiddag naar de bergen in de hoop Spiridion te ontmoeten en een goed woord voor de gevangenen bij hem te doen." „Alexa!" „U, verschrikt? Maar Spiridion zou mij niets ge daan hebben, want ik redde zijn leven! En u weet, hij beloofde mij zijn schuld met woeker af te beta len, als zich een gelegenheid daartoe zou aanbieden. Ik wist dat hij een schuilplaats in de bergen had en „Nooit in mijn leven hoorde ik zulk een waan zinnig denkbeeld!" riep haar vader uit. Alexa, had je dan je verstand verloren! Je zocht den hoofdman der bandieten op! Je wilde een voorspraak zijn voor de gevangene Engelschen?" „Ja zeker, omdat ik het recht had een gunst aan Spiridion te vragen en hij kon mij haar dezen keer ook niet weigeren. Hij was voornemens vandaag de Engelschen te verminken, want hun losgeld was niet aangekomen. De gevangenen zijn Engelschen, van dezelfde natie, als u en ik. En hoewel ik Enge land nog hooit gezien heb, kon ik toch uw lands lieden aan zulk een lot niet prijs geven, als het in mijn macht stond, hen te redden." Het gezicht van haar vhder werd doodsbleek. Zijn stem sidderde van ontroering, toen hij met bitter heid zeide: „Ja, ik ben een Engelschman, Alexa, maar ik haat zelfs den naam van Engeland. Ik heb geen gene genheid voor mijn landslieden of voor mijn vader land. Je hebt Spiridion zeker niet ontmoet? dat is ,f't En is geen ijs Of ot kost menschevleije." En nu vertellen wij nog even, cLa't de ijsba nen te Alkmaar aan den Schermerweg en 'te H,eiloo reeds geopend zijin en verder komen uit verschillende plaatsen van ons land berichten over bet openstellen der banen, en de houdbaar heid van bet ijs. Zoo o.a. de kunstijsblaan pp het Gemeente lijk iSportpark te Bussum, die Zaterdag door kin deren en Zondag door ouderen bereden mocht worden en de banen te Bielft en Lemmer, welke Zondagmiddag reeds rijders trokken. lie baan der Zutphensche LJsvereeniging werd heden opengesteld. Het ijs was| schitterend. Reeds heeft de vereeniging aangevraagd om a.s, Zaterdag te mogen verrijden het provinciaal kampioenschap hardrijden voor Gelderland. Gok Assencielft, Baarn, Bieren, Gorcum, Haax- lemmerliede, Sloten en 'Zaandam zouden bij gun stige weersgesteldheid vandaag volgen. Bij doorgaand vriezend weer zullen, de Am- sterdamsche en Haagsche IJsclubs voor hun le den de banen open stellen. En nu komen aanstonds de wedstrijden, de elfstedentocht als het blijft vriezen. Afwachten is echter de boodschap. bijna onmogelijk. Je heb hem niet gezien en kwaamt onverrichter zake terug, niet waar?" „Neen, neen. U weet, dat toen hij ziek in ons huis lag en wij zijn naam nog niet wisten, zijn broe der dikwijls kwam, om hem te bezoeken? Ik had mijn pony op een veilige plaats gelaten, dwaalde een geheel uur rond en ging in de schaduw van een boom zitten, om uit te rusten, toen ik Spiridions broeder sluipend en voorzichtig zag aankomen. Hij bemerkte mij niet en ik snelde hem na. Hij kroop in een boschje en verdween. Zonder na te denken, volgde ik hem." „Alexa!" riep haar vader weder uit op een toon van grooten angst. „Ik bevond mij voor een rotsspleet, waar ik door kroop en kwam in een hol. Daaraan grensde een ander, grooter en hooger, en hier bevonden zich de roovers en de gevangenen. Spiridions broeder deelde mede, dat te Athene geen losgeld was aangekomen. Toen zwoer de hoofdman dat hij den Engelschen de ooren zou afsnijden; zij werden gebonden en Spiri dion hief zijn degen op om het vreeselijke werk uit te voeren. Toen, in mijn schrik en angst vergat ik alles, vloog in het hol en hield Spiridion van de uitvoering van zijn gruweldaad terug—" „Alexa! jij, in het hol der bandieten?" Ja „Was je krankzinnig?" „Ik geloof bijna „Wist je, in welk een verschrikkelijk gevaar ge je begaaft?" „Dat besefte ik eerst later. Op dit oogenblik dacht ik alleen maar aan de arme gevangenen. Ik smeekte om hun vrijheid en Spridion gaf ze vrij. Zij zijn thans op weg naar Athene. „En Spiridion liet je gaan met de kennis van zijn geheime schuilplaats?" „Hij wilde mij in den beginne terughouden, maar ik zwoer hem aan zijn vijanden niet te verraden. Ik geef toe dat het erg onbezonnen van mij geweest is," zeide Alexa nadenkend; „maar ik handeide op grond eener ingeving, en heb er ook geen berouw over. Ik behoedde de arme Engelschen voor ver minking. Zij waren de eerste landgenooten, welke ik ooit zag, behalve U papa; en lord Kingscourt ik herkende hem naar de beschrijving in de courant en zijn bediende noemde hem „Mylord" ziet er zeer goed uit. Het zou afschuwelijk geweest zijn als men hem verminkt had." „Ik bemerk", zeide Mra Strange ernstig maar vriendelijk, „dat je te veel vrijheid gehad hebt, mijn kind. Ik had liever gewenscht, dat de Engelschen hun leven verloren hadden, dan dat er één haar op je onschuldig hoofd ware gekrenkt geworden. Je tegenwoordig avontuur is een keerpunt in uw en mijn leven. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 1