I 24 '32 Protestvergadering w.dL leutra- len bond van Boeren- Land- en Tuinbouwers te Hoorn. Steunwef 1933 Overname hypotheken Steunwet 1933 Wat doen wij, als we onze ver plichtingen niet kunnen nakomen? Die groot© zalen van net Parkhotel te Hoorn waren tjokvol toen de voorzitter, de heer SGHEiBMEB de vergadering opende. Er was een luidspreker installatie aangebracht waardoor het gesprokene duidelijk te volgen was. i VOOB^ITfTEB heette namens het bestuur al len van harte welkom, en sprak een woord van welkom aan de Pers. Gebleken is, dat de belan gen van het Platteland door de regeering slecnt benartigd worden. Honderd millioen voor de werkloozcn, vijl' millioen voor de tuinders, riep spreker uit. Hebben deze ijverige werkers geen recht op een sober bestaan Waren de Kamer leden niet op de hoogte? Spreker meent van wel waar de organisaties duidelijk den nood hebben naar voren gebracht. Spreker wijst op de steun wet, maar bij de meeste Kamerleden gold „hoor wel naar mijn woorden maar zie niet naar mijn daden." Hierop gnig spreker na, wat door den Neutralen Bond is gedaan en releveert de be sprekingen met andere corporaties, zooals den B-Ti-B. en de Cnristelijke Bonden. Waar deze met ons instemden, hoopten wij op succes. Hue teleurstellend was het resultaat dank zw den Vrijheidslwnd en de rechtsche Kamerleden. Wat nu, vraagt spreker, berusten? Spreker ant woordt ontkennend. Men moet protesteeren. Baten wij deze vergadering als een begin be- scnouwen, eindigt spreker zijn betoog, en inzien dat door de tuinderssteunwet zich slechts de finantieel krachtigen kunnen handhaven. Dian zal ook het ideaal der regeering, inkrimping van den 'tuinbouw bereikt zijn. Daartegen roept spreker allen op solidair te blijven en ""hoopt dat de vastberadenheid der aanwezigen allen zal op wekken tot navolging. (Applaus.) vOOEZITTEB deelt mede dat het bestuurslid KAAN door ziekte verhinderd is. De afd. Blok ker heeft een schrijven gezonden aan het Vei- lingsbestuur te Blokker, waarin verontwaardi ging wordt uitgesproken over de houding van den voorzitter van deze veiling, die zich niet Ontzien heeft een aanplakbiljet voor deze ver gadering af te scheuren. (Groote verontwaar diging bij de aanwezigen. De heer MUIDEN bespreekt vervolgens het onderwerp Spreker wijst erop, dat het niet den eersten keer is, dat men bijeen is, de regeering tracht te beïnvloeden, deze steunwet in goeden zin te wijzigen. Eerst geeft spreker een overzicht van de wet zelf. E|e minister doelt steeds op steun aan den tuinbouw en verruiming van arbeidsge legenheid. De wet zal echter noch onze bedrij ven in stand kunnen houden, noch arbeiders werk kunnen geven. Spreker gaat na de uitdeeling van de gelden. Het gaat over het verschil tus- schen richtprijzen en werkelijke prijzen. Dat klinkt wel mooi, en zijn de richtprijzen wel goed berekend. Er s'taan echter twee puntjes bij, die alles ongedaan maken, namelijk de limiet van 5 millioen en een vijfde van den omzet van '28, "29 '30. Als het tweede punt er alleen stond, zou er 19 millioen te verdeelen zijn geweest. Het was dus vrij overbodig, Ook iedereen zal den richtprijs niet eens kunnen krijgen. Wanneer de richtprijs tien oeut is en de dagprijs drie cent, zou er zeven cent uitgekeerd kunnen worden, maar daar komt men nooit aan toe. Ook wor den wij verplicht den aanvoer te beperken, en vreest spreker dat hier beperking van bedrijven achter zit. Vervolgens behandelt spreker de vraag of de vijf millioen werkelijk kunnen steunen. liet jaar 1931 had een exportcijfer van 66 millioen, maar de veilingsomzet was 84 millioen, dus 18 mil lioen bleef in het binnenland. Hiernaar wil de spreker den omzet van 1932 bepalen. Tot Au gustus is 28 millioen omgezet dus reeds heel wat minder. Spreker meent dat het exportcijfer ongeveer 42 millioen zal beloopen, dus 24 mil lioen minder dan 1931, ongerekend het verschil van het binnenland. Totaal zal 30 millioen min der vervuild zijn. Er zijn 58000 tuinders aange sloten, waaronder bloemisten, waardoor er 50 duizend ongeveer overblijven. Dit geeft dus voor eiken tuinder 600 gulden minder omzet dan verleden jaar. Komen daar bij de genaseerde jaren, dan is het totaal minder 800 gulden, dus de helft van de inkomsten over de jaren '2829—^O. Daarom zaf "het onmogelijk ïijn, de kosten om,' het bedrijf staande te hou den, eruit te halen en zal een slechte levens standaard het gevolg zijn. Aangeboden wordt 5 millicen en als het percentage gewijze werd ver deeld, zou per man 100 gulden uitbetaald wor den, wat veel te weinig is in verhouding .tot den teruggang. Wat hebben wij noodig vraagt spreker? De 50.000 tuinders hebben samen 1Ö0 duizend ha. tuinderij, en komt spreker op een zelfkosten van 50 millioen, zonder den arbeid van de tuinders zelf, waardoor er voor levens onderhoud niets overblijft. Daarvoor noemt de spreker het cijfer van 75 millioen, waardoor dus 25 millioen tekort is, om een sober levensonder houd te verkrijgen. 5 millioen is dus betrekke lijk en is noch voldoende voor in standhouding noch voor arbeidsverruiming. Het is geen wet om te steunen, maar een gift om de menschen nog even in het leven te houden. Wij zijn met de wet niet geholpen, besluit spreker dit ge deelte van zijn rede. Spreker gaat nu de perspectieven na, en her innert aan de vergadering van D|r. Lovink in Alkmaar, die de tuinders naar de Zuiderzee wil sturen. Spreker is van oordeel, dat de tuinders wel jbp hun bedrijf kunnen blijven, daar het slechts een verschuiving is. Spreker acht het een keurig motief. Alleen de finantieel sterke be drijven in stand te willen houden. Er zijn ech ter weinig kapitaalkrachtigen meer, want allen zijn de dupe 'geworden van de invoerbeperking en aildere oorzaken buiten onze schuld. Wij heb ben ons niets te verwijten. Als de tijd weer be ter wordt, zal de tuinbouw weer noodig zijn, dus is het de plicht van de regeering thans den tuinbouw in stand te houden, voor de buiten- landsche markt. Als wij ten gronde gaan, wat moet de regee rt ng dan doen? Aan verhongeren is men nrg niet toe en dan kost het nog veel meer. Als de regeering ons ten gronde wil richten, willen wij blijven vechten, maar spreker vreest toch voor pauperisme. D|e regeering MOET! steunen. Wij willen werken, maar hebben' recht op steun in dezen tijd. Spreker stelt voor een motie te richten 'aan den minister, waarin de vergadering hare afkeuring over de steunwet uitspreekt. Vervolgens bespreekt de heer HABT De heer HABlT: Kameraden, makkers uit den tuinbouw, wroeters mag ik wel zeggen, we zijn hier weer bij elkaar, den toestand te bespreken. Als ik terugdenk aan Amsterdam en andere demonstraties, ben ik van oorcieel, dat het daar gesprokene geen holle woorden moeten blijven. 'Twee «punten zijn vooral belangrijk, hypotheek door den staat, ep. dan denk ik aan (de leuzen „Wij laten ons niet afslachten" en „Wij willen geen honger lijden voor ploegen en zaaien." Velen van ons hebben van jongs af aan, geploe terd en gezwoegd in de bedrijven, en nu komêa de hypothecaire verkoopingen. We lezen wel ■eens over hyena's. Men noemt dit schriel. Is afslachten niet schriel? En dat doet men ons toch. Nu loert men op ons, zooals de'hyena's, op het slagveld. Er wordt al krachtige actie ge voerd tegen de executies en onze solidariteit geeft al moeilijkheden bij de verkoopingen. Heb ben echter de eigenaren er voordeel bij Hoog stens komt de hypotheekwaarde eruit en dan is de hypotheekhouder voorloopig gered. In veel gevallen mag de eigenaar er dan op blijven, maar dan is hij niet gered, want dan werkt hijf voor den hypotheekhouder, wien ook de winst toe komt. Ddt zijn nog niet de slechtsten, want die niet hebben worden nog niet aangepakt. Mijns inziens moet de gemeenschap de hypotheek over nemeri, dat zijn wij, dus de overheid, gemeente, provincie of staat. Wanneer de hypotheekhou der de opzegging doet, moet er een plaatselijke commissie komen, die de waarde schat. De ei genaar mag er op blijven, met recht van koop. Dit is ook de meening van het hoofdbestuur. (Spreker gaat dit punt met enkele voorbeelden na) en betoogt dat met de nieuwe regeling de hypotheekhouder geen recht tot navordering mag hebben en acht het wenschelijk, dat ook de hypotheekhouder risico zal hebben. j-<e wet is wel te maken. Ten nadeele ,van de tuinbouwers kunnen wetten gemaakt wor den dus ten voordeele van de tuinbouwers zal het ook geen kunst 2ijn. Particuliere hypotheek houders kunnen in een opgaanden tijd niets win nen aan aflossing, maar hem zal een verkoop voordeeliger zijn. Spreker haalt nu een artikel aan uit een middenstandsblad, dat een over zicht gevraagd heeft aan 40 /noodlijdenden uit den tuiubouwstand. Toch heeft notaris en re geering nog enorme bedragen van deze slacht offers weten binnen te halen, daar belasting enz. voorgaat. Spreker gaat na wat er van deze slacht offers geworden is, en noemt schrille feiten. Als het in Het Volk stond zou spreker het niet zeggen omdat men er dan politiek uit zou zoe ken, maar nu zegt een neutraal middenstands blad het ook. Men hoeft heusch niet bang ,te zijn, dat de tuinders revolutionair zijn, maar waar dit blad het een schandelijke rooverij noemt meent spreker het te mogen aanhalen. Wij laten ons niet langer afslachten vervolgt de heer Hart en betreurt het er aan mee te moe- ten doen de eigen menschen in werkverschaffing te moeten plaatsen, wat een verlaging beteekent Spreker stelt nu voor het idee hypotheek door de overheid bij den minister en de Kamer aan hangig te maken. D|e minister heeft reeds ge- zged „zijn aandacht er aan te zullen schenken" dus het zal niet vreemd klinken. Wij waren op timistisch ten aanzien van het plan Lovink, maar het is slecht afgekomen, dus is er ,ook weer kans dat de hypotheekkwestie afgestemd zal worden. Echter, moed verloren, al verloren, zegt de heer Hart, maar we zijn bij' elkaar, voor elkaar moed in te spreken. Zoolang de wet niet is aangenomen moeten wij solidair blijven, naar de verkoopingen gaan en de hypotheek ophouden V ij moeten trachten dan notarieel vastgelegd te krijgen, dat de eigenaar erop mag blijven met recht van koop. "Wanneer dat niet toegestemd wordt, blijven wij den wettelijken weg volgen, en zullen pogen dat bedrijf bij onwil buiten onze samenleving te zetten, het zg. boycotten of be smet verklaren. Dit is wel het uiterste maar wij moeten voor onze eigen toekomst zorgen. Wij sturen niet aan op revolutie met wapens, maar willen de daad uitvoeren met de handen in den zak. De werker heeft recht 'op de vrucht van zijn arbeid. Zoolang de wet ons niet beschermt, beschermen wij el kaar. Daarvoor is noodig alle arbeidskracht van het platteland. Als een massa moeten wij elkan der steunen, arbeiders, tuinbouwers en trans portarbeiders. Er moet komen een leger tot ei gen bescherming. Spreker wekt) op dit punt in een circulaire vast te leggen, en aan den minister te zenden, met verzoek tot den meest mogelij ken spoed. Na de pauze behandelt de heer A. HOOG LAND>: Spreker vindt het nu den tijd om te protes teeren. Unze katholieke en christelijke collega's schijnen het niet te begrijpen. Zij zijn wel met voiuaan, maar nemen er toch genoegen mee. Hoe Is het mogelijk dat ze zich nog laten leiden en lijmen door hun kerkelijke voorgangers, vraagt spreker. Hebben zij geen hoop en geen wil meer? vraagt spreker. Zeggen zij, armbestu ren en crisiscomite zorgen dat wij met doodgaan "Wij willen echter geen gunsten, en daarom pro testeeren wij, en bespreken de steunwet 1933. Voor 1933 is noodig een gewaarborgd bestaan. Wij willen werken, maar ook behoorlijk leven. In. deze onlogische maatschappelijke wanorde is het andersom. Wie werkt-eet niet,vanwege de nachtmerries, niet veroorzaakt door slemperijen maar door de sommeerende brieven, en wie niet werkt eet De re.geering wil ons laten afvloeien naar de werkverschaffing Spreker kan dit bewij zen en acht het verschrikkelijk. Diaarom behoe ven wij er niet verwonderd over te zijn, dat men 5 millioen gulden geeft, want steunverlee- tning heeft niet voorgezeten. Ein toch is het een landsbelang den tuinbouw in stand te hou den. In den mobilisatietijd is zelfs steunplicht opgelegd. Spreker is overtuigd dat in dezen eco nomische oorlog de bron is tot een nieuwen mi litairen oorlog, die door de gifgassen verschrik kelijker zal zijn dan ooit. Wanneer de maatschap pelijke orde op andere basis is gesteld, zal eed toestand als nu voortaan voorkomen kunnen wor den. Voor het kapitalisme is echter oorlog en crisis an bvelang, aldus spreker. Gevraagd is zich uit te spreken, over boycotmaatregelen te gen Diuitschland. Spreker meent dat ook de klei ne menschen in Duitschland daardoor op een houtje zullen bijten. Wij kleinen zullen ons moe ten vereenigen tegen het kapitalistische stelsel, niet lijdelijk maar blijven óp grond van onze ar beidsprestatie. Diaarom moeten wij vechten voor een nieuwe steunregeling. In groote trekken geeft spreker nu een ontwerp steunwet aan. Tten eerste een norm voo r bedrijfsuitgaven wel ke spreker nader toelicht. Ten tweede een gega randeerd inkomen. In het werkprogramma staat 20 gulden per week, en vergelijkt spreker de amb tenaarssalarisseu met de tuindersinkomens. Daarom acht spreker dit niet te brutaal, al geeft hij toe, dat de kwestie Voor de ambtenaren an ders is en het hier slechts minimuminkomens be treft. Ten derde bepleit spreker een verzeker de invaliditeitsuitkeering op den ouden dag. Waar Nederland hopeloos in politieke partij en verdeeid is, is organisatie noodig en strijd noo dig. Er staat in het werkprogram „wettelijke" middelen en dat kan ook 'wel, als de wet <lp maar goed was. Als het mogelijk is dat de tuinder op wettelijke manier wordt uitgeschud, meent spreker, al^ wil hij niet tegen het strijdprogramma ingaan, nrj het wettelijke „betrekkelijk" behoeft te nemen. (Applaus.) in de eerste plaats zullen wij moeten strijden tegen de voormannen van de veilingsorganisatie. Geroep: Valstar Valstar. De strijd zal zwaar zijn. Toen de Provinciale Commissie op de crisisvergadering, die gehouden moest worden onder den drang van Koedijk, ver tegenwoordigd was, heeft burgemeester Slot ge zegd, we komen niet met een waschlijst van wen- schen. Spreker vond dit ergerlijk, en heeft gezegd dat tegen de twee punten van Slot „crediet" en „actieve handelspolitiek'" wel een ander geluid zou komen. Spreker heeft toen reeds steun naar voren gebracht. Na die vergadering werd ge stemd over de twee punten van burgemeester Slot. 'Spreker stond toen alleen en kon toen wei nig doen en laakt het, dat een provinciale com missie langs trappen gekozen wordt. (Daarom acht spreker strijd noodig tegen onze menschen, of liever tegen onze vertegenwoordigers, want „on ze menschen'" zijn het niet zegt spreker. Er moe ten komen practische tuinders. Spreker wekt op wakker te blijven, bereid tot den daad, strij dende voor onze belangen, de belangen der wer kers. (Applaus.) De heer VEBTHOP spreekt over het onder werp Spreker vergelijkt de donkere dagen voor Kerst mis met het levenslot der tuinders, zwart en zwaar. Er is ook een andere gelijkenis, snijdend en scherp dat men het zou willen uitschreeuwen, de nood die uitgroeit tot een stroom van nood en ellende Als aanstonds de Kerstklokken zullen luiden Vrede op Aarde, dan zal bij duizenden de wanhoop en het leed aan tafel zitten. De Kerstdagen van 1932 zuilen ons in de herinnering worden gegrift. Als aanstonds het loon van den arbeid in den vorm van nypotheek en aflossing .moet worden wegge bracht. Als de eerlijke onKreukbare boeren en tuin ders van Westfriesiand die dit steeds met verant- woordelyKheidsgevoel deden, dit niet kunnen doen, weinu aan is er toch geen bitterder en wranger dag denkbaar. Niet omdat wij niet wilden, maar omdat wij niet kunnen. Honderden tuinders knaagt dit probleem aan het hart. Een ander probleem I komt nu ook naai- voren, een andere vergelijking, en als deze werkelijkheid was zo uer hoop zijn. Na Kersimis lengen de dagen en komt weer het licht, de lente met het leven, maar met vrij groote zexemeid stellen wij vast dat het in ons levenslot nog lang een barre winter zal blijven. Laat niet voor u dennen, zegt spreker, maar denk zelf, zie een inzicnt te krijgen in de toestanden. Laat u niet wijs maken, wat economen zeggen, die u voorschrij ven stil en rustig te blijven. Sprekers antwoord, is: De crisis gaat nu niet voorbij en nooit voorbij zoo lang we dit kapitalistiscne stelsel houden. (Ap plaus./ Aan wie verKoopen wij onze producten, zegt spreker en antwoordt „aan de arbeiders.De massa internationaal neemt onze producten af zij is ae groote eonsumente. Ais ueze aioeiuers net goed hebben, hebben de tuinuers net goea en omgekeerd, wat spreker door ae nistone Bewezen acht. mans, met ae minimale inzonk,ten aer aroeiders in wernverkciialing, en onucisiteunueii, is net onmogenjz onze producten te nuttigen, ivicn zaï zeggen ais er opievnig Komt, zal net aiiuers women, Er xieoQen enzeie conjunctuur- verseiiuivingen jnaats geuaa, maar de crisis blijft permanent, omdat ae werKioosneia permanent blijft iue ameiaersmaesa zan weer Koopziacntig worden ais zij weer voor ion» procent in net productiepro ces worut opgenomen, roao zan eenter met dit stelsel niet geoeuicn, zegt spreker. De macmnes hebben een mmnnumaroeiusziacnt tegenover een maxi- mumproauctie mogeiijK gemaazt. ooK in ons bedrijf zunen de macnines zomen, die de aroeidskracht zal uitscnazeien. Sprezer laat rusten het concurrentie- prooieem. Door oe macnines worden in alle be dreven arbeitrers uitgeworpen, zooais wij de rotte kooi wegwerpen, waarbij sprezer opmerkt dat deze menscnen met vergaan, zooals de weggeworpen kool vergaat De prooiemen dringen zich aan ons op, en de tijd. sleurt ons mee Men moet openlijk een aanval op hettegenwoordige stelsel j>rociameeren. Er is een opiossing, waardoor het téveel aan men schen zal verdwijnen, en wei een oorlog, die wordt vooroereid. Dr. Lovink hgeft hetzelfde gezegd als spezrer oehalve over den oorlog. Spreker beweegt zien oan even op tehoiogiscnen grond, en betoogt on., dat Gods hulp er steeasu geweest is, hierbij wijzend op den overvloed vail producten, die de menscnen nu vernietigen. De geiaazte aroeidsscnuwheid noemt spreker een fabel. Wy nebben anes in oe wereld wat wij be hoeven. Gods nuip is er wel, maar de regeeringshulp is er niet. Men moet al deze zaken ernstig en klaar door denken. En dan ryst de vraag: wat zullen wij doen? De weg waarop wij gedrongen worden eisch soli dariteit en plicntsgevoel. Men moet slechts vragen: „is myn buurman een mensen dat in nood verkeert' en niet „is hij boer, of tuinder of arbeider." Tot dusver zyn wij te individueel geweest, en hebben teveel gezegd „ieder voor zich en God voor ons allen." Dit zal nu anders moeten worden. Wij moeten ons verzetten tegen ons gevoel van menschelijkheid. Wat aoen wy ais wy onze belastingen niet kunnen betaien? Spreker heeft in de Langedijker Courant geiezen hoe een belastingambtenaar geadviseerd neeit aan een jong tuinbouwer: „Verkoop je kool maar." n Hoogkarspel heeft men de belastingpapieren naar nen burgemeester en Wethouders gebracht en gezegd: wy kunnen niet. Dit zal nagevolgd moeten worden. Anders worden wij arzonuenyz aigesiacnt. Wy hebben bij ons nuwe.yk aigeiegd een eed van trouw, ons gezin te verzorgen en ars men zien nu niet verzet, is men niet waard geweest een gezm te stienten. Electri- citeit en waieneiaing s een zegen, maar ook dit kunnen wy met Detaren door de veranderde econo- rmscne omsrandigneden. hanteer uw wapen van lij- aeiyz verzet goed, zegt sprezer, maar daartoe is oveneg noouig. spreker hoopt dat de vergadering het noordDestuur sanctie zar geven en vertrouwt dat de bezenae Nooranoüandsche hardnekkigheid ooz hier het overwicht zal benalen. Spreker wenscht met langer aires onder stoelen of banken te ste ken en ieest voor een statistiek over de vermogens, waaruit blijkt uat 6 procent een inkomen van 31 procent van net totaai inkomen heeft. Zij verdie nen aneen meer dan 'Ooo guldes per jaar. Daarom reentvaardigt dit een voorstel van deze 31 procent een beiasting ineens te nellen. Spreker gaat hier nader op in. 4 procent heeft 38 procent van het totaal Nederlandsche inkomen. Het verzet moet worden georganiseerd. Men moet het dak boven net hoofd houden van hen, die ja ren zwoegden. De werkverscnaffing mag niet het eenigste zyn, dat opiossing geeft. Dr. Lovink heeft voigens spreker zeKer bedoeid, dat we in de Wie- ringermeer in werkverschaffing terecht moeten ko men. Toen men dr. Lovink vroeg naar zyn steun- plar. antwoordde hij dat het toen voorjaar was en nu herfst. Spreker wil wel voor hem antwoorden, want in het voorjaar nam dr. Lovink 20 gulden als basis aan, terwijl nu wellicht 8 gulden per week ais basis genomen wordt. Er wordt nu 18 cent in de Wieringermeer verdiend en straks wellicht 8 cent Wij moeten niet teruggeduwd worden naai der. toestand van 50 jaren terug. Het pauperisme staat voor ons klaar. Nog eenmaal stelt spreker de vraag: zullen wij ons lijdelijk verzetten tegen hef fingen die ons belemmeren ons gezin te verzorgen? Mogen wij dat doen? Moeten wij een vertegenwoor diging dulden, die de tarweboeren in staat stelt met auto's te rijden, en hun zonen naar de universiteit te sturen? Er zal gezegd worden, het broeit in Westfriesland, er komt een revolutionaire geest, en dan geeft spreker het antwoord, dat hem onlangs door een chr. hist, man gezegd werd: „wanneer eenmaal dit broeien tot een vlam uitslaat is het h'et de schuld van tuinders en boerer:, maar de schuld v?n de regeering. (Applaus.) Gij applaudi- seert, aldus spreker, maar het applaus is mij niets waard, als niet volgt de daad. Als deze daad van u gevraagd wordt, toon u dan ook uw wil. Toont den wil des Vaders „Hebt Uw naasten lief als u zelf' Belooft het elkaar plechtig, zegt spreker, alle kracht t„ ontplooien, elkaar te helpen Aan u de dure plicht te toonen, dat het geen stroovuur zal zijn, maar een h elder brandende fakkel in deze duister nis. Op voor gezin, voor vrouw en kind, voor een betere toekomst. (Daverend applaus.) De heer Hart doet mededeeling in opdracht van het hoofdbestuur een actie te moeten toelichten. Er moet nu iets gedaan worden. Naar aanleiding van een brief van de afdeeling Venhuizen bespreekt de heer Hart de mogelijkheid hoe een gemeentebe stuur etn gedwongen verkoop zal kunnen tegengaan. Spreker kan hier thans geen afdoend? antwoord

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 3