I
24 '32
Protestvergadering w.dL leutra-
len bond van Boeren- Land- en
Tuinbouwers te Hoorn.
Steunwef 1933
Overname hypotheken
Steunwet 1933
Wat doen wij, als we onze ver
plichtingen niet kunnen nakomen?
Die groot© zalen van net Parkhotel te Hoorn
waren tjokvol toen de voorzitter, de heer
SGHEiBMEB de vergadering opende.
Er was een luidspreker installatie aangebracht
waardoor het gesprokene duidelijk te volgen
was. i
VOOB^ITfTEB heette namens het bestuur al
len van harte welkom, en sprak een woord van
welkom aan de Pers. Gebleken is, dat de belan
gen van het Platteland door de regeering slecnt
benartigd worden. Honderd millioen voor de
werkloozcn, vijl' millioen voor de tuinders, riep
spreker uit. Hebben deze ijverige werkers geen
recht op een sober bestaan Waren de Kamer
leden niet op de hoogte? Spreker meent van wel
waar de organisaties duidelijk den nood hebben
naar voren gebracht. Spreker wijst op de steun
wet, maar bij de meeste Kamerleden gold „hoor
wel naar mijn woorden maar zie niet naar mijn
daden." Hierop gnig spreker na, wat door den
Neutralen Bond is gedaan en releveert de be
sprekingen met andere corporaties, zooals den
B-Ti-B. en de Cnristelijke Bonden. Waar deze
met ons instemden, hoopten wij op succes. Hue
teleurstellend was het resultaat dank zw den
Vrijheidslwnd en de rechtsche Kamerleden. Wat
nu, vraagt spreker, berusten? Spreker ant
woordt ontkennend. Men moet protesteeren.
Baten wij deze vergadering als een begin be-
scnouwen, eindigt spreker zijn betoog, en inzien
dat door de tuinderssteunwet zich slechts de
finantieel krachtigen kunnen handhaven. Dian
zal ook het ideaal der regeering, inkrimping
van den 'tuinbouw bereikt zijn. Daartegen roept
spreker allen op solidair te blijven en ""hoopt dat
de vastberadenheid der aanwezigen allen zal op
wekken tot navolging. (Applaus.)
vOOEZITTEB deelt mede dat het bestuurslid
KAAN door ziekte verhinderd is. De afd. Blok
ker heeft een schrijven gezonden aan het Vei-
lingsbestuur te Blokker, waarin verontwaardi
ging wordt uitgesproken over de houding van
den voorzitter van deze veiling, die zich niet
Ontzien heeft een aanplakbiljet voor deze ver
gadering af te scheuren. (Groote verontwaar
diging bij de aanwezigen.
De heer MUIDEN bespreekt vervolgens het
onderwerp
Spreker wijst erop, dat het niet den eersten
keer is, dat men bijeen is, de regeering tracht te
beïnvloeden, deze steunwet in goeden zin te
wijzigen. Eerst geeft spreker een overzicht van
de wet zelf. E|e minister doelt steeds op steun
aan den tuinbouw en verruiming van arbeidsge
legenheid. De wet zal echter noch onze bedrij
ven in stand kunnen houden, noch arbeiders werk
kunnen geven. Spreker gaat na de uitdeeling
van de gelden. Het gaat over het verschil tus-
schen richtprijzen en werkelijke prijzen. Dat
klinkt wel mooi, en zijn de richtprijzen wel goed
berekend. Er s'taan echter twee puntjes bij, die
alles ongedaan maken, namelijk de limiet van 5
millioen en een vijfde van den omzet van '28, "29
'30. Als het tweede punt er alleen stond, zou
er 19 millioen te verdeelen zijn geweest. Het
was dus vrij overbodig, Ook iedereen zal den
richtprijs niet eens kunnen krijgen. Wanneer de
richtprijs tien oeut is en de dagprijs drie cent,
zou er zeven cent uitgekeerd kunnen worden,
maar daar komt men nooit aan toe. Ook wor
den wij verplicht den aanvoer te beperken, en
vreest spreker dat hier beperking van bedrijven
achter zit.
Vervolgens behandelt spreker de vraag of de
vijf millioen werkelijk kunnen steunen. liet jaar
1931 had een exportcijfer van 66 millioen, maar
de veilingsomzet was 84 millioen, dus 18 mil
lioen bleef in het binnenland. Hiernaar wil
de spreker den omzet van 1932 bepalen. Tot Au
gustus is 28 millioen omgezet dus reeds heel
wat minder. Spreker meent dat het exportcijfer
ongeveer 42 millioen zal beloopen, dus 24 mil
lioen minder dan 1931, ongerekend het verschil
van het binnenland. Totaal zal 30 millioen min
der vervuild zijn. Er zijn 58000 tuinders aange
sloten, waaronder bloemisten, waardoor er 50
duizend ongeveer overblijven.
Dit geeft dus voor eiken tuinder 600 gulden
minder omzet dan verleden jaar. Komen daar bij
de genaseerde jaren, dan is het totaal minder
800 gulden, dus de helft van de inkomsten over de
jaren '2829—^O. Daarom zaf "het onmogelijk
ïijn, de kosten om,' het bedrijf staande te hou
den, eruit te halen en zal een slechte levens
standaard het gevolg zijn. Aangeboden wordt 5
millicen en als het percentage gewijze werd ver
deeld, zou per man 100 gulden uitbetaald wor
den, wat veel te weinig is in verhouding .tot
den teruggang. Wat hebben wij noodig vraagt
spreker? De 50.000 tuinders hebben samen 1Ö0
duizend ha. tuinderij, en komt spreker op een
zelfkosten van 50 millioen, zonder den arbeid
van de tuinders zelf, waardoor er voor levens
onderhoud niets overblijft. Daarvoor noemt de
spreker het cijfer van 75 millioen, waardoor dus
25 millioen tekort is, om een sober levensonder
houd te verkrijgen. 5 millioen is dus betrekke
lijk en is noch voldoende voor in standhouding
noch voor arbeidsverruiming. Het is geen wet
om te steunen, maar een gift om de menschen
nog even in het leven te houden. Wij zijn met
de wet niet geholpen, besluit spreker dit ge
deelte van zijn rede.
Spreker gaat nu de perspectieven na, en her
innert aan de vergadering van D|r. Lovink in
Alkmaar, die de tuinders naar de Zuiderzee wil
sturen. Spreker is van oordeel, dat de tuinders
wel jbp hun bedrijf kunnen blijven, daar het
slechts een verschuiving is. Spreker acht het een
keurig motief. Alleen de finantieel sterke be
drijven in stand te willen houden. Er zijn ech
ter weinig kapitaalkrachtigen meer, want allen
zijn de dupe 'geworden van de invoerbeperking
en aildere oorzaken buiten onze schuld. Wij heb
ben ons niets te verwijten. Als de tijd weer be
ter wordt, zal de tuinbouw weer noodig zijn,
dus is het de plicht van de regeering thans den
tuinbouw in stand te houden, voor de buiten-
landsche markt.
Als wij ten gronde gaan, wat moet de regee
rt ng dan doen? Aan verhongeren is men nrg
niet toe en dan kost het nog veel meer. Als de
regeering ons ten gronde wil richten, willen wij
blijven vechten, maar spreker vreest toch voor
pauperisme. D|e regeering MOET! steunen. Wij
willen werken, maar hebben' recht op steun in
dezen tijd.
Spreker stelt voor een motie te richten 'aan den
minister, waarin de vergadering hare afkeuring
over de steunwet uitspreekt.
Vervolgens bespreekt de heer HABT
De heer HABlT: Kameraden, makkers uit den
tuinbouw, wroeters mag ik wel zeggen, we zijn
hier weer bij elkaar, den toestand te bespreken.
Als ik terugdenk aan Amsterdam en andere
demonstraties, ben ik van oorcieel, dat het daar
gesprokene geen holle woorden moeten blijven.
'Twee «punten zijn vooral belangrijk, hypotheek
door den staat, ep. dan denk ik aan (de leuzen
„Wij laten ons niet afslachten" en „Wij willen
geen honger lijden voor ploegen en zaaien."
Velen van ons hebben van jongs af aan, geploe
terd en gezwoegd in de bedrijven, en nu komêa
de hypothecaire verkoopingen. We lezen wel
■eens over hyena's. Men noemt dit schriel. Is
afslachten niet schriel? En dat doet men ons
toch. Nu loert men op ons, zooals de'hyena's,
op het slagveld. Er wordt al krachtige actie ge
voerd tegen de executies en onze solidariteit
geeft al moeilijkheden bij de verkoopingen. Heb
ben echter de eigenaren er voordeel bij Hoog
stens komt de hypotheekwaarde eruit en dan
is de hypotheekhouder voorloopig gered. In veel
gevallen mag de eigenaar er dan op blijven, maar
dan is hij niet gered, want dan werkt hijf voor
den hypotheekhouder, wien ook de winst toe
komt. Ddt zijn nog niet de slechtsten, want die
niet hebben worden nog niet aangepakt. Mijns
inziens moet de gemeenschap de hypotheek over
nemeri, dat zijn wij, dus de overheid, gemeente,
provincie of staat. Wanneer de hypotheekhou
der de opzegging doet, moet er een plaatselijke
commissie komen, die de waarde schat. De ei
genaar mag er op blijven, met recht van koop.
Dit is ook de meening van het hoofdbestuur.
(Spreker gaat dit punt met enkele voorbeelden
na) en betoogt dat met de nieuwe regeling de
hypotheekhouder geen recht tot navordering
mag hebben en acht het wenschelijk, dat ook
de hypotheekhouder risico zal hebben.
j-<e wet is wel te maken. Ten nadeele ,van
de tuinbouwers kunnen wetten gemaakt wor
den dus ten voordeele van de tuinbouwers zal
het ook geen kunst 2ijn. Particuliere hypotheek
houders kunnen in een opgaanden tijd niets win
nen aan aflossing, maar hem zal een verkoop
voordeeliger zijn. Spreker haalt nu een artikel
aan uit een middenstandsblad, dat een over
zicht gevraagd heeft aan 40 /noodlijdenden uit
den tuiubouwstand. Toch heeft notaris en re
geering nog enorme bedragen van deze slacht
offers weten binnen te halen, daar belasting enz.
voorgaat. Spreker gaat na wat er van deze slacht
offers geworden is, en noemt schrille feiten.
Als het in Het Volk stond zou spreker het niet
zeggen omdat men er dan politiek uit zou zoe
ken, maar nu zegt een neutraal middenstands
blad het ook. Men hoeft heusch niet bang ,te
zijn, dat de tuinders revolutionair zijn, maar
waar dit blad het een schandelijke rooverij noemt
meent spreker het te mogen aanhalen.
Wij laten ons niet langer afslachten vervolgt
de heer Hart en betreurt het er aan mee te moe-
ten doen de eigen menschen in werkverschaffing
te moeten plaatsen, wat een verlaging beteekent
Spreker stelt nu voor het idee hypotheek door
de overheid bij den minister en de Kamer aan
hangig te maken. D|e minister heeft reeds ge-
zged „zijn aandacht er aan te zullen schenken"
dus het zal niet vreemd klinken. Wij waren op
timistisch ten aanzien van het plan Lovink,
maar het is slecht afgekomen, dus is er ,ook
weer kans dat de hypotheekkwestie afgestemd
zal worden. Echter, moed verloren, al verloren,
zegt de heer Hart, maar we zijn bij' elkaar, voor
elkaar moed in te spreken. Zoolang de wet niet
is aangenomen moeten wij solidair blijven, naar
de verkoopingen gaan en de hypotheek ophouden
V ij moeten trachten dan notarieel vastgelegd te
krijgen, dat de eigenaar erop mag blijven met
recht van koop. "Wanneer dat niet toegestemd
wordt, blijven wij den wettelijken weg volgen, en
zullen pogen dat bedrijf bij onwil buiten onze
samenleving te zetten, het zg. boycotten of be
smet verklaren.
Dit is wel het uiterste maar wij moeten voor
onze eigen toekomst zorgen. Wij sturen niet aan
op revolutie met wapens, maar willen de daad
uitvoeren met de handen in den zak. De werker
heeft recht 'op de vrucht van zijn arbeid. Zoolang
de wet ons niet beschermt, beschermen wij el
kaar. Daarvoor is noodig alle arbeidskracht van
het platteland. Als een massa moeten wij elkan
der steunen, arbeiders, tuinbouwers en trans
portarbeiders. Er moet komen een leger tot ei
gen bescherming. Spreker wekt) op dit punt in
een circulaire vast te leggen, en aan den minister
te zenden, met verzoek tot den meest mogelij
ken spoed.
Na de pauze behandelt de heer A. HOOG
LAND>:
Spreker vindt het nu den tijd om te protes
teeren. Unze katholieke en christelijke collega's
schijnen het niet te begrijpen. Zij zijn wel met
voiuaan, maar nemen er toch genoegen mee.
Hoe Is het mogelijk dat ze zich nog laten leiden
en lijmen door hun kerkelijke voorgangers,
vraagt spreker. Hebben zij geen hoop en geen
wil meer? vraagt spreker. Zeggen zij, armbestu
ren en crisiscomite zorgen dat wij met doodgaan
"Wij willen echter geen gunsten, en daarom pro
testeeren wij, en bespreken de steunwet 1933.
Voor 1933 is noodig een gewaarborgd bestaan.
Wij willen werken, maar ook behoorlijk leven.
In. deze onlogische maatschappelijke wanorde is
het andersom. Wie werkt-eet niet,vanwege de
nachtmerries, niet veroorzaakt door slemperijen
maar door de sommeerende brieven, en wie niet
werkt eet De re.geering wil ons laten afvloeien
naar de werkverschaffing Spreker kan dit bewij
zen en acht het verschrikkelijk. Diaarom behoe
ven wij er niet verwonderd over te zijn, dat
men 5 millioen gulden geeft, want steunverlee-
tning heeft niet voorgezeten. Ein toch is het
een landsbelang den tuinbouw in stand te hou
den. In den mobilisatietijd is zelfs steunplicht
opgelegd. Spreker is overtuigd dat in dezen eco
nomische oorlog de bron is tot een nieuwen mi
litairen oorlog, die door de gifgassen verschrik
kelijker zal zijn dan ooit. Wanneer de maatschap
pelijke orde op andere basis is gesteld, zal eed
toestand als nu voortaan voorkomen kunnen wor
den. Voor het kapitalisme is echter oorlog en
crisis an bvelang, aldus spreker. Gevraagd is
zich uit te spreken, over boycotmaatregelen te
gen Diuitschland. Spreker meent dat ook de klei
ne menschen in Duitschland daardoor op een
houtje zullen bijten. Wij kleinen zullen ons moe
ten vereenigen tegen het kapitalistische stelsel,
niet lijdelijk maar blijven óp grond van onze ar
beidsprestatie. Diaarom moeten wij vechten voor
een nieuwe steunregeling. In groote trekken
geeft spreker nu een ontwerp steunwet aan.
Tten eerste een norm voo r bedrijfsuitgaven wel
ke spreker nader toelicht. Ten tweede een gega
randeerd inkomen. In het werkprogramma staat
20 gulden per week, en vergelijkt spreker de amb
tenaarssalarisseu met de tuindersinkomens.
Daarom acht spreker dit niet te brutaal, al geeft
hij toe, dat de kwestie Voor de ambtenaren an
ders is en het hier slechts minimuminkomens be
treft. Ten derde bepleit spreker een verzeker
de invaliditeitsuitkeering op den ouden dag.
Waar Nederland hopeloos in politieke partij
en verdeeid is, is organisatie noodig en strijd noo
dig. Er staat in het werkprogram „wettelijke"
middelen en dat kan ook 'wel, als de wet <lp
maar goed was. Als het mogelijk is dat de tuinder
op wettelijke manier wordt uitgeschud, meent
spreker, al^ wil hij niet tegen het strijdprogramma
ingaan, nrj het wettelijke „betrekkelijk" behoeft
te nemen. (Applaus.) in de eerste plaats zullen
wij moeten strijden tegen de voormannen van de
veilingsorganisatie.
Geroep: Valstar Valstar.
De strijd zal zwaar zijn. Toen de Provinciale
Commissie op de crisisvergadering, die gehouden
moest worden onder den drang van Koedijk, ver
tegenwoordigd was, heeft burgemeester Slot ge
zegd, we komen niet met een waschlijst van wen-
schen. Spreker vond dit ergerlijk, en heeft gezegd
dat tegen de twee punten van Slot „crediet" en
„actieve handelspolitiek'" wel een ander geluid
zou komen. Spreker heeft toen reeds steun naar
voren gebracht. Na die vergadering werd ge
stemd over de twee punten van burgemeester
Slot. 'Spreker stond toen alleen en kon toen wei
nig doen en laakt het, dat een provinciale com
missie langs trappen gekozen wordt. (Daarom acht
spreker strijd noodig tegen onze menschen, of
liever tegen onze vertegenwoordigers, want „on
ze menschen'" zijn het niet zegt spreker. Er moe
ten komen practische tuinders. Spreker wekt op
wakker te blijven, bereid tot den daad, strij
dende voor onze belangen, de belangen der wer
kers. (Applaus.)
De heer VEBTHOP spreekt over het onder
werp
Spreker vergelijkt de donkere dagen voor Kerst
mis met het levenslot der tuinders, zwart en zwaar.
Er is ook een andere gelijkenis, snijdend en scherp
dat men het zou willen uitschreeuwen, de nood
die uitgroeit tot een stroom van nood en ellende
Als aanstonds de Kerstklokken zullen luiden Vrede
op Aarde, dan zal bij duizenden de wanhoop en
het leed aan tafel zitten. De Kerstdagen van 1932
zuilen ons in de herinnering worden gegrift. Als
aanstonds het loon van den arbeid in den vorm
van nypotheek en aflossing .moet worden wegge
bracht. Als de eerlijke onKreukbare boeren en tuin
ders van Westfriesiand die dit steeds met verant-
woordelyKheidsgevoel deden, dit niet kunnen doen,
weinu aan is er toch geen bitterder en wranger
dag denkbaar. Niet omdat wij niet wilden, maar
omdat wij niet kunnen. Honderden tuinders knaagt
dit probleem aan het hart. Een ander probleem
I komt nu ook naai- voren, een andere vergelijking,
en als deze werkelijkheid was zo uer hoop zijn.
Na Kersimis lengen de dagen en komt weer het
licht, de lente met het leven, maar met vrij groote
zexemeid stellen wij vast dat het in ons levenslot
nog lang een barre winter zal blijven. Laat niet
voor u dennen, zegt spreker, maar denk zelf, zie
een inzicnt te krijgen in de toestanden. Laat u niet
wijs maken, wat economen zeggen, die u voorschrij
ven stil en rustig te blijven. Sprekers antwoord, is:
De crisis gaat nu niet voorbij en nooit voorbij zoo
lang we dit kapitalistiscne stelsel houden. (Ap
plaus./ Aan wie verKoopen wij onze producten,
zegt spreker en antwoordt „aan de arbeiders.De
massa internationaal neemt onze producten af zij
is ae groote eonsumente.
Ais ueze aioeiuers net goed hebben, hebben de
tuinuers net goea en omgekeerd, wat spreker door
ae nistone Bewezen acht. mans, met ae minimale
inzonk,ten aer aroeiders in wernverkciialing, en
onucisiteunueii, is net onmogenjz onze producten te
nuttigen, ivicn zaï zeggen ais er opievnig Komt, zal
net aiiuers women, Er xieoQen enzeie conjunctuur-
verseiiuivingen jnaats geuaa, maar de crisis blijft
permanent, omdat ae werKioosneia permanent blijft
iue ameiaersmaesa zan weer Koopziacntig worden
ais zij weer voor ion» procent in net productiepro
ces worut opgenomen, roao zan eenter met dit stelsel
niet geoeuicn, zegt spreker. De macmnes hebben
een mmnnumaroeiusziacnt tegenover een maxi-
mumproauctie mogeiijK gemaazt. ooK in ons bedrijf
zunen de macnines zomen, die de aroeidskracht zal
uitscnazeien. Sprezer laat rusten het concurrentie-
prooieem. Door oe macnines worden in alle be
dreven arbeitrers uitgeworpen, zooais wij de rotte
kooi wegwerpen, waarbij sprezer opmerkt dat deze
menscnen met vergaan, zooals de weggeworpen
kool vergaat
De prooiemen dringen zich aan ons op, en de tijd.
sleurt ons mee Men moet openlijk een aanval op
hettegenwoordige stelsel j>rociameeren.
Er is een opiossing, waardoor het téveel aan men
schen zal verdwijnen, en wei een oorlog, die wordt
vooroereid. Dr. Lovink hgeft hetzelfde gezegd als
spezrer oehalve over den oorlog. Spreker beweegt
zien oan even op tehoiogiscnen grond, en betoogt
on., dat Gods hulp er steeasu geweest is, hierbij
wijzend op den overvloed vail producten, die de
menscnen nu vernietigen.
De geiaazte aroeidsscnuwheid noemt spreker een
fabel. Wy nebben anes in oe wereld wat wij be
hoeven. Gods nuip is er wel, maar de regeeringshulp
is er niet.
Men moet al deze zaken ernstig en klaar door
denken. En dan ryst de vraag: wat zullen wij doen?
De weg waarop wij gedrongen worden eisch soli
dariteit en plicntsgevoel. Men moet slechts vragen:
„is myn buurman een mensen dat in nood verkeert'
en niet „is hij boer, of tuinder of arbeider." Tot
dusver zyn wij te individueel geweest, en hebben
teveel gezegd „ieder voor zich en God voor ons
allen."
Dit zal nu anders moeten worden. Wij moeten ons
verzetten tegen ons gevoel van menschelijkheid.
Wat aoen wy ais wy onze belastingen niet kunnen
betaien? Spreker heeft in de Langedijker Courant
geiezen hoe een belastingambtenaar geadviseerd
neeit aan een jong tuinbouwer: „Verkoop je kool
maar."
n Hoogkarspel heeft men de belastingpapieren
naar nen burgemeester en Wethouders gebracht en
gezegd: wy kunnen niet.
Dit zal nagevolgd moeten worden. Anders worden
wij arzonuenyz aigesiacnt. Wy hebben bij ons
nuwe.yk aigeiegd een eed van trouw, ons gezin te
verzorgen en ars men zien nu niet verzet, is men
niet waard geweest een gezm te stienten. Electri-
citeit en waieneiaing s een zegen, maar ook dit
kunnen wy met Detaren door de veranderde econo-
rmscne omsrandigneden. hanteer uw wapen van lij-
aeiyz verzet goed, zegt sprezer, maar daartoe is
oveneg noouig. spreker hoopt dat de vergadering
het noordDestuur sanctie zar geven en vertrouwt
dat de bezenae Nooranoüandsche hardnekkigheid
ooz hier het overwicht zal benalen. Spreker wenscht
met langer aires onder stoelen of banken te ste
ken en ieest voor een statistiek over de vermogens,
waaruit blijkt uat 6 procent een inkomen van 31
procent van net totaai inkomen heeft. Zij verdie
nen aneen meer dan 'Ooo guldes per jaar. Daarom
reentvaardigt dit een voorstel van deze 31 procent
een beiasting ineens te nellen. Spreker gaat hier
nader op in. 4 procent heeft 38 procent van het
totaal Nederlandsche inkomen.
Het verzet moet worden georganiseerd. Men moet
het dak boven net hoofd houden van hen, die ja
ren zwoegden. De werkverscnaffing mag niet het
eenigste zyn, dat opiossing geeft. Dr. Lovink heeft
voigens spreker zeKer bedoeid, dat we in de Wie-
ringermeer in werkverschaffing terecht moeten ko
men. Toen men dr. Lovink vroeg naar zyn steun-
plar. antwoordde hij dat het toen voorjaar was en
nu herfst. Spreker wil wel voor hem antwoorden,
want in het voorjaar nam dr. Lovink 20 gulden als
basis aan, terwijl nu wellicht 8 gulden per week
ais basis genomen wordt. Er wordt nu 18 cent in
de Wieringermeer verdiend en straks wellicht 8
cent Wij moeten niet teruggeduwd worden naai
der. toestand van 50 jaren terug. Het pauperisme
staat voor ons klaar. Nog eenmaal stelt spreker de
vraag: zullen wij ons lijdelijk verzetten tegen hef
fingen die ons belemmeren ons gezin te verzorgen?
Mogen wij dat doen? Moeten wij een vertegenwoor
diging dulden, die de tarweboeren in staat stelt met
auto's te rijden, en hun zonen naar de universiteit
te sturen? Er zal gezegd worden, het broeit in
Westfriesland, er komt een revolutionaire geest, en
dan geeft spreker het antwoord, dat hem onlangs
door een chr. hist, man gezegd werd: „wanneer
eenmaal dit broeien tot een vlam uitslaat is het
h'et de schuld van tuinders en boerer:, maar de
schuld v?n de regeering. (Applaus.) Gij applaudi-
seert, aldus spreker, maar het applaus is mij niets
waard, als niet volgt de daad. Als deze daad van
u gevraagd wordt, toon u dan ook uw wil. Toont
den wil des Vaders „Hebt Uw naasten lief als u zelf'
Belooft het elkaar plechtig, zegt spreker, alle kracht
t„ ontplooien, elkaar te helpen Aan u de dure
plicht te toonen, dat het geen stroovuur zal zijn,
maar een h elder brandende fakkel in deze duister
nis. Op voor gezin, voor vrouw en kind, voor een
betere toekomst. (Daverend applaus.)
De heer Hart doet mededeeling in opdracht van
het hoofdbestuur een actie te moeten toelichten.
Er moet nu iets gedaan worden. Naar aanleiding
van een brief van de afdeeling Venhuizen bespreekt
de heer Hart de mogelijkheid hoe een gemeentebe
stuur etn gedwongen verkoop zal kunnen tegengaan.
Spreker kan hier thans geen afdoend? antwoord