Kerstmis in Crisistiid
„Stille nacht, Heilige nacht"
Ons Kerstfeest en dat der
Kerstnacht
Kerstmis
OnsCourantenverhaal
(Een oorlogsherinnering.)
(Alle rechten voorbehouden.)
O, Kerstnachtschooner dan de dagen,
Wanneer we biddend vrede vragen
Wanneer het oude Kerstverhaal
Ons spreekt een altijd nieuwe taal
Ze noemden het een drukke dag,
Aan 't Westfront, de soldaten,
Want toen hun dagtaak was gedaan
En zij aan 't tellen zijn gegaan
Wie HIER nog was, en w*e DAAR bleef
Hadden ze er véél gelaten
'k Vertel het U maar heel gewoon
Want och, die frontsoldaten
Ze spraken nog slechts van den Dood,
Alsof die hun wat beters bood
Een goeie mopeen sigaret
DAAR kan je over praten
„Aflossing voor!" Eén kwam, één ging
De schildwacht, die moest waken
En ginderaan den overkant
Z'n kameraad uit „vijandsland"
En hij stond hier, en d' ander daar
Geen honderd meter uit elkaar.
De Duitscher floot zacht voor zich heen,
„O, Tannebaum, du Süsse
De Franschman neuried „Bon Noël"
Ze voelden zich zoo wonderwel
Ze wisten GOED, dat het niet mocht.
Maar, z' hebben elkaar TOCH opgezocht.
En in dien stillen Christusnacht
Zaten ze SAMEN toen op wacht
Wat gaven ze om het bevel
Tot doodenNU was alles wel...
Ze zaten bij pen kleinen boom.
En droomden saam hun Kerstmisdroom
DRAISMAvanVALKEMBURG'S-
LEEUWARDEN
Ze gaven toen elkaar van wat
Hun Moeder hun gegeven had,
Was i iet veel, want ze was arm,
Maar toe de halsdoek was zoo warm,
En d' ander gaf een plaat
Van haarwaarmee hij trouwen gaat
En als de oorlog is gedaan
Dan is het weer voor mij „Pak aan!"
Dan werk ik, en dan sjouw ik weer,
Dan ben 'k geen vuile schooier meer,
Dan ben 'k weer measch, dan is 't weer goed,
Allons, mon cher, dat geeft weer moed.
Ja, als de oorlog is voorbij,
Dan komt ook weer de tijd voor mij,
Dan is 't ook weer voor mij „Hou vast"
Maar 't zal me zijn een lichte last
Want Kamerat, 'k ben niet alleeae
lm Heimatslandwacht mij er eene....
Zoo zaten zij daar bij elkaar,
De kaarskes, ja.... die brandden maar,
En toeneen l:chteen slageen gil
En danvoorbijhet is weer stil
Wéér twee der lange lange rij,
De Kerstboom lag vernield daarbij.
En op het volgend dagrapport,
Van vriend en vijand stond het kort.
Een vliegtuigbomgedood op wacht.
AFLOSSING VOOR.... PRESENT
GEEFT ACHT!
Néén, néén! Dit was de LAATSTE KEER
het volk, dat wil GfcEN OORLOG
MEER!!
J.
Weer klinkt alom ln beden en in zangen
Het „Vrede op Aarde" in den winternacht.
Als uiting van een onverwoest verlangen,
Waarvan de menschheid de vervulling wacht;
Zooals op 't scheepje in de woeste haren,
Dat door den stormwind hulp'loos voorwaarts snelt,
Pe manschap bij het klimmen der gevaren,
Zijn laatste hoop op hoog're macht :u stelt.
Weer klinkt alom in zangen en in beden
Het „Vrede op Aarde" in den winternacht;
De menschheid heeft door strijd zooveel geteden,
Dat zij amechtig naar verademing smacht;
Zooals een reiziger in dorre dreven,
Als hij den lichtglans ziet van dorp of stand,
Het moede lijf' schier kracht'loos opgeheven'
Weer voortzweept óp 'tnog af te leggen pad.
Weer klinkt a'om in beden en in zangen
Het „Vrede op Aarde" in den winternacht;
Maar zal men hier op aarde ooit erlang-n
Het triumfeeren van den vredesnacht?
In 't Oosten heft de bei^t der bolsjewisten
Nog imiper door de revolutie-vaan.
En drijft in eiken staat de communisten
Krachtdadig tot geweld en opstand aan.
Weer klinkt alom in zangen en in beden
Het „Vrede op Aarde" in den winternacht;
Maar wanneer heeft de strijd eens uitgestreden
En Vredesengel hare taak volbracht?
Toch, ook in ons moet leven het vertrouwen,
Dat eenmaal ware Vrede wordt een feit,
En dat het klinken zal door de landouwen:
De Vrede is daar; nu is het werkelijkheid.
Het Kerstfeest, dat we thans vieren, herin*
ner" ons aan het Kerstfeest in de oorlogsda*
gen. Ook toen immers was er een schijnbare
tegenstelling tusschen strekking en werke
lijkheid- Als in den Kerstnacht de kerkklok*
ken beieren, dan klinkt het gegalm als een
juichtoon en hooren we tusschen het klok*
kenspei door het t ezang der engelen over de
geboorte van den Verlosser. „Vrede zij U!"
zuigt het lieme'koor. En onderwijl donderde 1
ir. de oorlogsjaren de kanonen en i t
in onze dagen het geweeklaag op van talloo-
zc duizenden over heel de wereld, die zu.ulci
arbeid zijn en sch.er zonder brood. Fn voor
wie zich ook geen gunstiger verschiet schijnt
te willen openen.
Voor den mensch, dien het wel gaat, is het
niet moeilijk om zich in een vredige kerst*
stemming te brengen. Hij schrijdt in een duf*
felsche jas ter kerke en raakt gemakkelijk
onder de bekoring van de flonkerende ster*
renin den Kerstnacht. Als er dan nog wat
groote droge sneeuwvlokken neerdwarrelen
is alles net*echt, als op de mooie, oude sen*
timenteele plaatjes. Zoo'n kerkganger hoopt
al, dat er aan de kerkdeur een arm, schamel
gekleed vrouwtje zal staan met opgehouden
hand. Hij zal er een zilverstuk in laten gl:j*
den en met groote voldoening over zich zelf
zal hij de kerk binnentreden, waar zacht or*
gelgeru sch zijn zoo ontvankelijk gebleken
gemoed voortwiegtZoo'n mensch is
n et slecht, hij is geen huichelaar en geen
dweper, hij is slechts eeneenvoudig geloo*
vige in „goeden doen." En over zich zelf vol*
daan. In gelijke omstandigheden zijn we mis*
schien allen juist zoo. En zoo is het wellicht
goed.
Méér dan voor zoo een echter, is het kerst*
feest er voor de anderen, voor wie de viering
er van nochtans moeilijker is. Kerstfeest is
geen vrede, maar een belofte van vrede.
Christus heeft de wereld niet verlost door
Zijn geboorte, maar door Zijn lijden en Dood
De hooge zin van het Kerstfeest is tenslotte
slechts in zijn volle beteekenis te vatten door
degenen, die behoefte hebben aan de verlos*
sing en zich voorshands gesterkt kunnen
gevoelen door de belofte daartoe.
Schamperen we niet over de tegenstelFng
welke er zou zijn tusschen den feitelijken
toestand en het vredesideaal van Kerstmis.
Een vredesideaal heeft geen beteekenis, als
de vrede er al was en is. De Kerstbelofte
had zin, omdat de menschheid bij Christus'
geboorte in verworpenheid ter neder lag.
En het Kerstgeluk viel niet in de eerste plaats
ten deel aan de machtigen en rijken dei-
aarde, maar de boodschap des vredes werd
gebracht door de geboorte van Christus te*
midden van een verdrukt en gemaad volk-
aanhooren, waren arme herders De rijke ko*
ningen d.e ook het Licht wilden aanschou*
ven, dat te Bethlehem was opgegaan, mots*
ten daartoe van verre komen.
Dat daarom niemand zich door de omstan*
digheden late ontmoedigen, maar dat een ie*
der met groote intensiviteit de Kerstge*
dachte in zich late doorwerken, opdat hij
gelouterd en gesterkt de nog komende moei*
lijkheden in het leven trotseeren kunne. Het
Vrede zij U, was allereerst een geestelijke
belofte, een verkondiging van de aanstaande
bevrijding der ziel.
Maar de Heer der Volkeren leidt in Zijn
Albestiering ook ons tijdelijke lot. Wat Hij
den mensch ook overzendt, het is tot diens
bestwil. Hij zendt ons beproeving, maar tot
loutering. Hij drukt ons, om onze zielen te
verheffen. Hij laadt lasten op ons, maar doet
ons niet bezwijken. Als we meewerken met
Zijn genade.
Als we het zoo verstaan, dan vieren we
het Kerstfeest zooals het behoort, en luis*
teren we met nieuwe hoop in het hart naar
het engelengezang, dat het „Vrede zij U"
over de aarde verkondigt.
Onze oogen zijn gericht op een machtig verschiet:
de Verlossing!
De dichter van het algemeen bekende Kerstliedje
„Stille Nacht, Heiligs Nacht" en dP componist ervan
zullen beiden wel nooit hebben gedacht ,dat het lied
zich door de jaren heen zou handhaven. Het „Stille
Nacht" is misschien wel het mooiste van alle kerst
liederen. Het gedicht werd gemaakt door een pres
ter, Jozsf Mohr, in den winter van het jaar 1818.
De compositie is van een vriend van hem, Franz
Gruber, organist ln de kerk waarover Mohr als pas
toor uozcl IVlOill Weid gcoOl'eXl Op ll
i Dccemoci nat te öa*i.uuig. ny iaa ce*i wyzoiiaer
I inoo*« sucon tn xeeus> jong wciu iiy van net
I nrtp-maus. 'xocn ia ver ue svem wisseling
j Degon en. inj n*et meer inooin znigen, ging ujj *n ae
Urougeicgiuneia stuueeitn. ujj weia priester en in
loro wem uij aangesteia tot nuipSceatciijne te O-
beiaori.
■emus toen hij op een mooien helderen winternacht
een wanucnug maas.te wiea inj ge.nspnecia tot
net aren teil van „otnie JNacm, lij-mg. ivaent rranZ
Uiueer was ue zoon van een amie linnenwever en
weru rn rioMe rjuignauseii geooien. rteeus ais rond
toonue üjj muzina.e ncignigen en ontving van zyn
onuerwjjner onuerncnt nr net orgeiSpei. mjn vauer
meent uit eenter niet weten. xocn eenter ue onuer-
Wijner zreK weru en net uigei rn ue aeiK met aon
beopeien, nam ue ruenie rranz mjn piaats in. xiier-
uoor Weru ue eerzuent van Zijn vanei geprninem en
ny gai zyn zoon tocstcinmuig om veiutr ies te
neincn. nanz weru ouueiwijzer en organist en
weru aangesteiu te Arnuorr in öaizourg, waar mj
I Kennis nraaste met aen priester jozei rvronr uit
ODeraori, met wien ny spoeaig vrnnascnap sloot.
'r oen rvronr zyn rv-erstueu gecomponeera naa, kwam
nu zyn vrienu oezoeaen en vroeg nem om er een
ecnvouuige meioure op te mazen, n uen aerstnacnc
lsrö spenae Uiuoer zyn irea, netweia ae geioo-
vigen aiep aangreep voor net eerst in ae Kern, net
liea wera spoeaig ook ver Duiten Arnaon oeaenü,
maar niemana wist aat de eenvouuige organist er
ue maaer van was. Door dit lied eent-r wem ny tot
directeur van net koor te nanein aangesteiu. net
was nr. rn 1ö»3 toen uruoer te UQersuorr net orgel
bespeeiUe. Daar zyn vriend Monr juist de Mis ras,
kwam ny op de geuaente om nog eens net Kieine
kerstiituje te spelen aat ny voor nem nad gemaakt.
Heel aahuaentrg luisterden ae menscnen en weldra
zong iedreen ae woorden mee. De Burgemeester
van Hans tem, die ook ae Nacntmis nad oy gewoond
kwam na anoop van aen aienst op net Koor om
din organist te bedanken voor zyn verruKKelyK
spel. Spoeaig aaarop ontving Uruoer een ofiicieel
senrijven uit Hanstein, waar Dy hy werd aangesteld
tot directeur van net koor, waaraan nij tot zyn
aood in lüó3 verbonden bieei. Jozef Mohr stierf
ais vicaris te Wagram op 5 Decmoer laid. Te Neu
ODeraori werd veneaen jaar op tweeaen Kerstdag
een geaenirteeken ontnuid voor Monr >en uruoer.
Een Kleinzoon van den componist speelde bij die
geiegenneia het lied op de gitaar van zyn groot
vader. Ook de geboorteplaats van Gruoer het oude
scnilderachtig.e stadje uurgnausen in het Inaail
heeft den componist niet veigeten. In den gevel
van het geboortehuis van Franz Gruber werd in
den zomer van het jaar 1901 een groote wit marme
ren plaat onthuld, waarop te lezen staat, dat hier
geboren werd de man wiens rorrend scnoon kerst
lied „Stille Nacht, Heilige Nacht" tot op den dag
van heden wordt gezongen door alle volken, die van
Germaanschen stam zijn.
waaruit de drie Nomen of Schikgodinnen te voor
schijn kwaffien. Van zijn takken druppelde een
zoete dauw „honingval" genaamd. Te diep was die
boom in den volksgeest geworteld, dan dat het dien
zou hebben kunnen vergeten en daarom werd door
de geloofspredikers evenals aan den Meiboom en
zooveel andere heidensche overleveringen een chrls
telijke beteekenis gegeven. Het boompje op kerst
avond voor de kinderen geplant, moest uiterlijk
voor honingval, wat lekkers en speelgoed aan de
takken dragen.
Natuurlijk interesseert dien oorsprong ons nog
slechts uit een historisch oogpunt. We hebben efi
behouden den boom om de intimiteit die deze ln de
donkere dagen van Kerstmis aan de huiskamer
verleent, om haar knusse optakeling, met primitieve
versierseltjes, om de blijde kinderpret en het
fantastisch geflonker der lichjes, die zoo'n sprook
jesachtige stemming versprelden.
Don tmV HtitaiUEacHiLNK.
Om denzelfden tijd, dat de Christenheid haar
Kerstfeest viert, hadden onze voorouaers, Ger-
maanscne heidenen, nun Joüieest, gewya aan aen
zonnegod Fro. De avona aan den eigeniyaen leest-
avona vooiaigaanae, was ae surprisenavond, in aen
geest ais tnans ons Sinterklaasfeest. Uescnenken
werden aan onder veel geruent rond gediagen sn
in de woningen van vrienuen en kennissscn ge
worpen. Dit georuiK en de Oenamingen joelfeest
en joelgescnsnKen bleven tot in ae middeleeuwen
genanauaaid, maar zyn toen om de neidenscne
oorsprong verooaen. Ten onzent werden zwa*e ooe-
ten op de overtreding gesteld, waarmede net ge
stelde doel voxKomen weid oereiKt maar in Zwe
den en MecKienDuig kent men net rondbrengen
aer Joelgescnen&en nog.
Het ne*r en uaar nog bestaande gebruik van het
Ke*stD*OK in sommige plaatsen van Limburg is
net bv. in eere geoieven betreft net bewaren
van een groot stua nout, dat met het Kerstfeest in
den haard wordt verbrand. Dat gebruik heeft mede
een zeer oud verleden. Doode boomen moenten in
de dagen van het Joelfeest uit het boscn worden
gehaald om die in huis te verbranden. Nog slechts
honderd jaar geleden was het in Vlaanderen ge
woonte dat de schooljongens voor den meester
Kerstvandblokken meeorachten waarmede deze func
tionaris etn vrij winterbandje verzamelde.
De KerstKoek vervangt eigenlijk de van ouds
bekende deuvekater, de offerkoek bij het Joelfeest
der Germanen. Wie zich „wat deuvekater" laat
ontvallen, vloekt dus nog als een oude heiden bij
zijn offerblok.
De Kerstsprookjes zijn ontstaan bij de oude ver
tellingen sedert eeuwen overgeleverd van geslacht
op geslacht, zooveel het vernuft van een beste
moer of petemeui dat vermocht. de sprookjes
van moeder de Gans. Wie Moeder de Gans was?
De kerstgans, die de tafel pleegt te sieren bij de
volkeren van Friesche afkomst. Volkeren van Sak-
sischen of Frankischen oorsprong hebben hun St.
Maartensgans. Die Kerstgans bracht de sprook
jes mee. Men spijkerde haar kop aan den wand.
Als de kinderen zich aan het maal te goed deden,
dan keken ze dien kóp aan en riepen: „dank je,
Moeder de Gans, het smaakt lekker ,hoor." Ook
onder het sprookjes vertellen waren de oogen tel
kens op de Ganzekop gericht. Verschillende schrij
vers hebben die sprookjes tot den vasten vorm
waaronder ze nu nu bekend zijn, ontwikkeld.
Zelfs het bekende ganzebord dankt haar naam
aan den Kerstgans. Als deze laatste verorberd was
kwam eerst de kerstkoek op taflel daarna het
ganzebord.
De Kerstboom is sedert 100 jaar heir ingevoerd
en pas ongeveer een kwarteeuw werkelijk populair.
Sinds onheugelijke tijden echter behoort hij tot
de voornaamste kerstgebruiken dsr Duitsehers. On
ze folkloristen dr. Eelco Verwijs en Ter Gouw
o.a. om er een paar van de oude garde te noe
men hebben zich heftig maar tevergeefs tegen
deze import verzet. Vanwaar stamt het gebruik?
Men heeft er een christelijke verklaring voor ge
zocht. De boom in het algemeen, zoo zeide men,
speelt reeds op de eerste bladzijden van de ge
schiedenis der menschheid een rol en Jezus be
diende zich van hem als zinnebeeld. Passend is
deze verklaring zeer zeker maar de juiste ver-
klarign geeft ze niPt.
Men mag aannemen dat de Kerstboomletsanders
is dan de miniatuur vertegenwoordiger van den
ouden wereldboom, die bij de Germanen zeer hei
lig was, den esch Yggddrasill, den boom des le
vens, en daarom immer groen met zijn takken en
wortelen hemel en aarde en hel omvattend. Aan
den voet van dien boom ontsprongen de heilige
bronnen. Zijn kroon overschaduwde het heilige meer
In 1931 kwam Pagaimu, ae oeroemde violist,
-".-*6 u* uc vtiwaiuc sast
ue Ce1*1* ina«n te i aiijo. mi «u-iiuei ucu een Zweml
iync, i lui», ijjio* liii-toLocixoia iucu Veer nuuitia. u*e
Uiuumg iiuuutii. Uiiuei i*eu wai-cii vivuwcii, me
uuui -~j.- dj/C*, m ecu uJluuKUuakia UuUg wciuell
saiiikuk. ciuuer iioil wmcu iiuumeu, m- zuiiuer
nunueiu puuucii iieexkCtsueii, WiUmo*r
maceiau rd6<***.m i*uil ue eer aauuecu, een van
x-yu muKwiccü voor te öjjcxcii. rxaar was
ceu. wiu u»i«iu,u, uic ucu vitHnx, xioo op uen voet
Vu-sue, uau liet Suxieen a*eOr iiy ue seuauUvV van
ucu xuü*»i4.uii w<t>. i/aax wij ètn OUuexe mme* 1-
xrnoe, u*e geen eoneex t Van uen KunSkcnaar
uvre x-a*.ijo oogSkkc ny zm&e lauweren, aat
nek iicui ovei wciuigue.
ivnuucn m zyn aucces zo uk hij neer. Dit had
zy*i zenuwen oveiaiianncn. ny iceu aan angst-
kt/eakauueii, zinaucgououcinigeii, piiKzeiDaanuciu, en
zwaaxinocmgneiu en ny kiOa. zien in een VOOidaam
sanukonmii ueiug. oak was ae vma iiutetia, een
.avia-son ue ame in ae nae ue ru'iSSionieie, waar
ny m ecüzaannieia en k.r ugge tiOKKenneia nerstei
zoent, 'ieveigceis poogucn zyn VeieeiueiS m zyn na
oyiieiu ve Komen, icveigeeio Sjjee*aen sommige co-
meme, zieK te zyn, opuak ze ook m net sanakorium
Konuen woraen opgenomen, .en m net gezeiscnap
van aen meesver Konuen zyn. Faganmi sloot zien op
nan gemeenscnappeiyKe maai ty aen nam ny egen
deel. ny koos oy zyn wanaenngen in het park
aat tot net zieKennuis oehoorae de meest afgelegen
geu enten.
nen enkel bescheiden wezen, dat nauwelijks iets
wist van de Kunst van den verpleegde, genoot zyn
vertrouwen. Het was ivanette, de brunette uit Bre-
tange, die hem aageiyKs bediende en nem rustig
zonaer veel wooraen Oyna geluidloos hielp en zyn
Kamer verzorgde. Wanneer hij haar sianke ge
starte haar groote onscnuldige oogen en haar vroo-
iyk gelaat zag, dan verneugüe nij zich als een
kenner bij het aanschouwen va neen kunstwerk.
Het gebeurde kort voor het kerstfeest, dat zij op
een morgen diep bedroefd zijn kamer betrad. Of
schoon zij naar gewoonte, hoffelijk naar zijn wen-
sch«n vroeg, zag hij dadelijk, dat haar iets kwelde
en hij vroeg haar vaderlijk naar de oorzaak van
haar bedruktheid. Toen vernam hij een geschie
denis die hem bekoorde, omdat daaruit bleek, dat
dit zachte stille wezentje een eigen gemoedsleven
had.
De eenige, die zich om haar bekommerde en haar
raadgever was, heette Antoins. Hij was een Parij-
sche kellner uit Bretagne die haar beminde. Deze
Antoine Possu uit Bretagne had pech. Bij de laat
ste conscriptie voor den militairen dienst had hij
een dienstplichtig nummer getrokken. Kort en
goed, hij moest soldaat worden, soldaat van Louis
Philip, den burgerkoning. Hij zou drie jaar uit de
nabijheid van Nanie weggerukt worden. Het meisje
verloor haar verloofde haar steun, haar Kameraad.
„Waarom het hoofd te laten hangen" zeide Pa-
ganinl luchtig. „Het kwaad kan verholpen worden
Mr*n moet een plaatsvervanger stellendat is
alles."
"„Een plaatsvervanger' hoe kunt u dat zeggen."
klonk het een beetje kwaad. „Weet u wel hoeveel
dat kost?"
„De tijd brengt raad," meende de violist kort en
bondig en daarmede eindigde het onderhoud. En de
tijd bracht een origineelen raad. Met Kerstmis ga
ven de Franschen elkaar klompjes om ze net als
bij ons op St. Nicolaas met geschenken te vullen.
Verscheidene dagen voor het feest kreeg de kun
stenaar een geschenk van zijn vereerders, een hou
ten klomp van reusachtige afmetingen, waarover
hij zich zeer verheugde. Bij het aanschouwen van
het monsterachtig geschenk viel hem een aardig
idee in.
De kunstenaar ,die zich in zijn vrijen tijd met hout
snijwerk bezig hield, maakte uit die houten klomp
een groote buikige viool. Toen liet hij, wiens kunst
tot droefheid van zijn vrienden, zoo lang gezwegen
had, in alle bladen aankondigen, dat hij op den
eersten kerstdag, in de villa Lutetia een weldadig
heidsconcert zou geven, waarvan het eerste deel
op zijn oude bekende viool zou worden uitgevoerd,
maar het tweede deel zou worden gespeeld op een
houten klomp, waaruit hij een viool had gesneden'.
Binnen eenige uren waren de tweehonderd plaats
bewijzen voor het concert, die twintig francs per
stuk opbrachten, uitverkocht. Ofschoon Paganlni,
in het eerste deel van het concert weder zijn ge
wone meesterschap toonde, verbleekte toch dit suc
ces bij wat op het tweede deel van den avond plaats
vond. Toen hij op zijn betooverden klomp zijn be
roemde „Variaties" op de g-snaar en zijn „Carnaval
speelde', scheen het alsof alle accoorden, trillers,
passages en dubbelgrepen een bovenaardschen glans
toonden. Want Paganlni speelde niet voor zichzelf,
Hij, die voor een gierigaard wPrd gehouden, speelde
voor een arm, bedroefd meisje, dat haar verloofde
van den militairen dienst van den burgerkoning
wilde bevrijden, en deze edele diPnst spoorde hem
aan tot de schoonste prestaties welke hij ooit ge
leverd had.
Het publiek was in extase De pers kon geen woorden
genoeg vinden om haar bewondering uit te druk
ken. Op den tweeden kerstdag toen Paganini on
opgemerkt het sanatorium verliet, gaf hij Nanette
den betooverden klomp, de kostbare viool ten ge
schenke, terwijl hij haar waarschuwde dit curiose
instrument niet zoo goedkoop van de hand te doen.
Toen gaf hij haar een enveloppe, waarbij hij haar
verzocht deze niet eerder te openen dan wanneer
hij vertrokken was.
n dere enveloppe bevond zich een bedrag van
4000 franc, de opbrengst van het concert, waar
mede de virtuoos een klein meisje van het land,
voor haar kerstfeest hielp, om een Bretagner uit
den militairen dients te houden.