Kerstmis in Crisistiid „Stille nacht, Heilige nacht" Ons Kerstfeest en dat der Kerstnacht Kerstmis OnsCourantenverhaal (Een oorlogsherinnering.) (Alle rechten voorbehouden.) O, Kerstnachtschooner dan de dagen, Wanneer we biddend vrede vragen Wanneer het oude Kerstverhaal Ons spreekt een altijd nieuwe taal Ze noemden het een drukke dag, Aan 't Westfront, de soldaten, Want toen hun dagtaak was gedaan En zij aan 't tellen zijn gegaan Wie HIER nog was, en w*e DAAR bleef Hadden ze er véél gelaten 'k Vertel het U maar heel gewoon Want och, die frontsoldaten Ze spraken nog slechts van den Dood, Alsof die hun wat beters bood Een goeie mopeen sigaret DAAR kan je over praten „Aflossing voor!" Eén kwam, één ging De schildwacht, die moest waken En ginderaan den overkant Z'n kameraad uit „vijandsland" En hij stond hier, en d' ander daar Geen honderd meter uit elkaar. De Duitscher floot zacht voor zich heen, „O, Tannebaum, du Süsse De Franschman neuried „Bon Noël" Ze voelden zich zoo wonderwel Ze wisten GOED, dat het niet mocht. Maar, z' hebben elkaar TOCH opgezocht. En in dien stillen Christusnacht Zaten ze SAMEN toen op wacht Wat gaven ze om het bevel Tot doodenNU was alles wel... Ze zaten bij pen kleinen boom. En droomden saam hun Kerstmisdroom DRAISMAvanVALKEMBURG'S- LEEUWARDEN Ze gaven toen elkaar van wat Hun Moeder hun gegeven had, Was i iet veel, want ze was arm, Maar toe de halsdoek was zoo warm, En d' ander gaf een plaat Van haarwaarmee hij trouwen gaat En als de oorlog is gedaan Dan is het weer voor mij „Pak aan!" Dan werk ik, en dan sjouw ik weer, Dan ben 'k geen vuile schooier meer, Dan ben 'k weer measch, dan is 't weer goed, Allons, mon cher, dat geeft weer moed. Ja, als de oorlog is voorbij, Dan komt ook weer de tijd voor mij, Dan is 't ook weer voor mij „Hou vast" Maar 't zal me zijn een lichte last Want Kamerat, 'k ben niet alleeae lm Heimatslandwacht mij er eene.... Zoo zaten zij daar bij elkaar, De kaarskes, ja.... die brandden maar, En toeneen l:chteen slageen gil En danvoorbijhet is weer stil Wéér twee der lange lange rij, De Kerstboom lag vernield daarbij. En op het volgend dagrapport, Van vriend en vijand stond het kort. Een vliegtuigbomgedood op wacht. AFLOSSING VOOR.... PRESENT GEEFT ACHT! Néén, néén! Dit was de LAATSTE KEER het volk, dat wil GfcEN OORLOG MEER!! J. Weer klinkt alom ln beden en in zangen Het „Vrede op Aarde" in den winternacht. Als uiting van een onverwoest verlangen, Waarvan de menschheid de vervulling wacht; Zooals op 't scheepje in de woeste haren, Dat door den stormwind hulp'loos voorwaarts snelt, Pe manschap bij het klimmen der gevaren, Zijn laatste hoop op hoog're macht :u stelt. Weer klinkt alom in zangen en in beden Het „Vrede op Aarde" in den winternacht; De menschheid heeft door strijd zooveel geteden, Dat zij amechtig naar verademing smacht; Zooals een reiziger in dorre dreven, Als hij den lichtglans ziet van dorp of stand, Het moede lijf' schier kracht'loos opgeheven' Weer voortzweept óp 'tnog af te leggen pad. Weer klinkt a'om in beden en in zangen Het „Vrede op Aarde" in den winternacht; Maar zal men hier op aarde ooit erlang-n Het triumfeeren van den vredesnacht? In 't Oosten heft de bei^t der bolsjewisten Nog imiper door de revolutie-vaan. En drijft in eiken staat de communisten Krachtdadig tot geweld en opstand aan. Weer klinkt alom in zangen en in beden Het „Vrede op Aarde" in den winternacht; Maar wanneer heeft de strijd eens uitgestreden En Vredesengel hare taak volbracht? Toch, ook in ons moet leven het vertrouwen, Dat eenmaal ware Vrede wordt een feit, En dat het klinken zal door de landouwen: De Vrede is daar; nu is het werkelijkheid. Het Kerstfeest, dat we thans vieren, herin* ner" ons aan het Kerstfeest in de oorlogsda* gen. Ook toen immers was er een schijnbare tegenstelling tusschen strekking en werke lijkheid- Als in den Kerstnacht de kerkklok* ken beieren, dan klinkt het gegalm als een juichtoon en hooren we tusschen het klok* kenspei door het t ezang der engelen over de geboorte van den Verlosser. „Vrede zij U!" zuigt het lieme'koor. En onderwijl donderde 1 ir. de oorlogsjaren de kanonen en i t in onze dagen het geweeklaag op van talloo- zc duizenden over heel de wereld, die zu.ulci arbeid zijn en sch.er zonder brood. Fn voor wie zich ook geen gunstiger verschiet schijnt te willen openen. Voor den mensch, dien het wel gaat, is het niet moeilijk om zich in een vredige kerst* stemming te brengen. Hij schrijdt in een duf* felsche jas ter kerke en raakt gemakkelijk onder de bekoring van de flonkerende ster* renin den Kerstnacht. Als er dan nog wat groote droge sneeuwvlokken neerdwarrelen is alles net*echt, als op de mooie, oude sen* timenteele plaatjes. Zoo'n kerkganger hoopt al, dat er aan de kerkdeur een arm, schamel gekleed vrouwtje zal staan met opgehouden hand. Hij zal er een zilverstuk in laten gl:j* den en met groote voldoening over zich zelf zal hij de kerk binnentreden, waar zacht or* gelgeru sch zijn zoo ontvankelijk gebleken gemoed voortwiegtZoo'n mensch is n et slecht, hij is geen huichelaar en geen dweper, hij is slechts eeneenvoudig geloo* vige in „goeden doen." En over zich zelf vol* daan. In gelijke omstandigheden zijn we mis* schien allen juist zoo. En zoo is het wellicht goed. Méér dan voor zoo een echter, is het kerst* feest er voor de anderen, voor wie de viering er van nochtans moeilijker is. Kerstfeest is geen vrede, maar een belofte van vrede. Christus heeft de wereld niet verlost door Zijn geboorte, maar door Zijn lijden en Dood De hooge zin van het Kerstfeest is tenslotte slechts in zijn volle beteekenis te vatten door degenen, die behoefte hebben aan de verlos* sing en zich voorshands gesterkt kunnen gevoelen door de belofte daartoe. Schamperen we niet over de tegenstelFng welke er zou zijn tusschen den feitelijken toestand en het vredesideaal van Kerstmis. Een vredesideaal heeft geen beteekenis, als de vrede er al was en is. De Kerstbelofte had zin, omdat de menschheid bij Christus' geboorte in verworpenheid ter neder lag. En het Kerstgeluk viel niet in de eerste plaats ten deel aan de machtigen en rijken dei- aarde, maar de boodschap des vredes werd gebracht door de geboorte van Christus te* midden van een verdrukt en gemaad volk- aanhooren, waren arme herders De rijke ko* ningen d.e ook het Licht wilden aanschou* ven, dat te Bethlehem was opgegaan, mots* ten daartoe van verre komen. Dat daarom niemand zich door de omstan* digheden late ontmoedigen, maar dat een ie* der met groote intensiviteit de Kerstge* dachte in zich late doorwerken, opdat hij gelouterd en gesterkt de nog komende moei* lijkheden in het leven trotseeren kunne. Het Vrede zij U, was allereerst een geestelijke belofte, een verkondiging van de aanstaande bevrijding der ziel. Maar de Heer der Volkeren leidt in Zijn Albestiering ook ons tijdelijke lot. Wat Hij den mensch ook overzendt, het is tot diens bestwil. Hij zendt ons beproeving, maar tot loutering. Hij drukt ons, om onze zielen te verheffen. Hij laadt lasten op ons, maar doet ons niet bezwijken. Als we meewerken met Zijn genade. Als we het zoo verstaan, dan vieren we het Kerstfeest zooals het behoort, en luis* teren we met nieuwe hoop in het hart naar het engelengezang, dat het „Vrede zij U" over de aarde verkondigt. Onze oogen zijn gericht op een machtig verschiet: de Verlossing! De dichter van het algemeen bekende Kerstliedje „Stille Nacht, Heiligs Nacht" en dP componist ervan zullen beiden wel nooit hebben gedacht ,dat het lied zich door de jaren heen zou handhaven. Het „Stille Nacht" is misschien wel het mooiste van alle kerst liederen. Het gedicht werd gemaakt door een pres ter, Jozsf Mohr, in den winter van het jaar 1818. De compositie is van een vriend van hem, Franz Gruber, organist ln de kerk waarover Mohr als pas toor uozcl IVlOill Weid gcoOl'eXl Op ll i Dccemoci nat te öa*i.uuig. ny iaa ce*i wyzoiiaer I inoo*« sucon tn xeeus> jong wciu iiy van net I nrtp-maus. 'xocn ia ver ue svem wisseling j Degon en. inj n*et meer inooin znigen, ging ujj *n ae Urougeicgiuneia stuueeitn. ujj weia priester en in loro wem uij aangesteia tot nuipSceatciijne te O- beiaori. ■emus toen hij op een mooien helderen winternacht een wanucnug maas.te wiea inj ge.nspnecia tot net aren teil van „otnie JNacm, lij-mg. ivaent rranZ Uiueer was ue zoon van een amie linnenwever en weru rn rioMe rjuignauseii geooien. rteeus ais rond toonue üjj muzina.e ncignigen en ontving van zyn onuerwjjner onuerncnt nr net orgeiSpei. mjn vauer meent uit eenter niet weten. xocn eenter ue onuer- Wijner zreK weru en net uigei rn ue aeiK met aon beopeien, nam ue ruenie rranz mjn piaats in. xiier- uoor Weru ue eerzuent van Zijn vanei geprninem en ny gai zyn zoon tocstcinmuig om veiutr ies te neincn. nanz weru ouueiwijzer en organist en weru aangesteiu te Arnuorr in öaizourg, waar mj I Kennis nraaste met aen priester jozei rvronr uit ODeraori, met wien ny spoeaig vrnnascnap sloot. 'r oen rvronr zyn rv-erstueu gecomponeera naa, kwam nu zyn vrienu oezoeaen en vroeg nem om er een ecnvouuige meioure op te mazen, n uen aerstnacnc lsrö spenae Uiuoer zyn irea, netweia ae geioo- vigen aiep aangreep voor net eerst in ae Kern, net liea wera spoeaig ook ver Duiten Arnaon oeaenü, maar niemana wist aat de eenvouuige organist er ue maaer van was. Door dit lied eent-r wem ny tot directeur van net koor te nanein aangesteiu. net was nr. rn 1ö»3 toen uruoer te UQersuorr net orgel bespeeiUe. Daar zyn vriend Monr juist de Mis ras, kwam ny op de geuaente om nog eens net Kieine kerstiituje te spelen aat ny voor nem nad gemaakt. Heel aahuaentrg luisterden ae menscnen en weldra zong iedreen ae woorden mee. De Burgemeester van Hans tem, die ook ae Nacntmis nad oy gewoond kwam na anoop van aen aienst op net Koor om din organist te bedanken voor zyn verruKKelyK spel. Spoeaig aaarop ontving Uruoer een ofiicieel senrijven uit Hanstein, waar Dy hy werd aangesteld tot directeur van net koor, waaraan nij tot zyn aood in lüó3 verbonden bieei. Jozef Mohr stierf ais vicaris te Wagram op 5 Decmoer laid. Te Neu ODeraori werd veneaen jaar op tweeaen Kerstdag een geaenirteeken ontnuid voor Monr >en uruoer. Een Kleinzoon van den componist speelde bij die geiegenneia het lied op de gitaar van zyn groot vader. Ook de geboorteplaats van Gruoer het oude scnilderachtig.e stadje uurgnausen in het Inaail heeft den componist niet veigeten. In den gevel van het geboortehuis van Franz Gruber werd in den zomer van het jaar 1901 een groote wit marme ren plaat onthuld, waarop te lezen staat, dat hier geboren werd de man wiens rorrend scnoon kerst lied „Stille Nacht, Heilige Nacht" tot op den dag van heden wordt gezongen door alle volken, die van Germaanschen stam zijn. waaruit de drie Nomen of Schikgodinnen te voor schijn kwaffien. Van zijn takken druppelde een zoete dauw „honingval" genaamd. Te diep was die boom in den volksgeest geworteld, dan dat het dien zou hebben kunnen vergeten en daarom werd door de geloofspredikers evenals aan den Meiboom en zooveel andere heidensche overleveringen een chrls telijke beteekenis gegeven. Het boompje op kerst avond voor de kinderen geplant, moest uiterlijk voor honingval, wat lekkers en speelgoed aan de takken dragen. Natuurlijk interesseert dien oorsprong ons nog slechts uit een historisch oogpunt. We hebben efi behouden den boom om de intimiteit die deze ln de donkere dagen van Kerstmis aan de huiskamer verleent, om haar knusse optakeling, met primitieve versierseltjes, om de blijde kinderpret en het fantastisch geflonker der lichjes, die zoo'n sprook jesachtige stemming versprelden. Don tmV HtitaiUEacHiLNK. Om denzelfden tijd, dat de Christenheid haar Kerstfeest viert, hadden onze voorouaers, Ger- maanscne heidenen, nun Joüieest, gewya aan aen zonnegod Fro. De avona aan den eigeniyaen leest- avona vooiaigaanae, was ae surprisenavond, in aen geest ais tnans ons Sinterklaasfeest. Uescnenken werden aan onder veel geruent rond gediagen sn in de woningen van vrienuen en kennissscn ge worpen. Dit georuiK en de Oenamingen joelfeest en joelgescnsnKen bleven tot in ae middeleeuwen genanauaaid, maar zyn toen om de neidenscne oorsprong verooaen. Ten onzent werden zwa*e ooe- ten op de overtreding gesteld, waarmede net ge stelde doel voxKomen weid oereiKt maar in Zwe den en MecKienDuig kent men net rondbrengen aer Joelgescnen&en nog. Het ne*r en uaar nog bestaande gebruik van het Ke*stD*OK in sommige plaatsen van Limburg is net bv. in eere geoieven betreft net bewaren van een groot stua nout, dat met het Kerstfeest in den haard wordt verbrand. Dat gebruik heeft mede een zeer oud verleden. Doode boomen moenten in de dagen van het Joelfeest uit het boscn worden gehaald om die in huis te verbranden. Nog slechts honderd jaar geleden was het in Vlaanderen ge woonte dat de schooljongens voor den meester Kerstvandblokken meeorachten waarmede deze func tionaris etn vrij winterbandje verzamelde. De KerstKoek vervangt eigenlijk de van ouds bekende deuvekater, de offerkoek bij het Joelfeest der Germanen. Wie zich „wat deuvekater" laat ontvallen, vloekt dus nog als een oude heiden bij zijn offerblok. De Kerstsprookjes zijn ontstaan bij de oude ver tellingen sedert eeuwen overgeleverd van geslacht op geslacht, zooveel het vernuft van een beste moer of petemeui dat vermocht. de sprookjes van moeder de Gans. Wie Moeder de Gans was? De kerstgans, die de tafel pleegt te sieren bij de volkeren van Friesche afkomst. Volkeren van Sak- sischen of Frankischen oorsprong hebben hun St. Maartensgans. Die Kerstgans bracht de sprook jes mee. Men spijkerde haar kop aan den wand. Als de kinderen zich aan het maal te goed deden, dan keken ze dien kóp aan en riepen: „dank je, Moeder de Gans, het smaakt lekker ,hoor." Ook onder het sprookjes vertellen waren de oogen tel kens op de Ganzekop gericht. Verschillende schrij vers hebben die sprookjes tot den vasten vorm waaronder ze nu nu bekend zijn, ontwikkeld. Zelfs het bekende ganzebord dankt haar naam aan den Kerstgans. Als deze laatste verorberd was kwam eerst de kerstkoek op taflel daarna het ganzebord. De Kerstboom is sedert 100 jaar heir ingevoerd en pas ongeveer een kwarteeuw werkelijk populair. Sinds onheugelijke tijden echter behoort hij tot de voornaamste kerstgebruiken dsr Duitsehers. On ze folkloristen dr. Eelco Verwijs en Ter Gouw o.a. om er een paar van de oude garde te noe men hebben zich heftig maar tevergeefs tegen deze import verzet. Vanwaar stamt het gebruik? Men heeft er een christelijke verklaring voor ge zocht. De boom in het algemeen, zoo zeide men, speelt reeds op de eerste bladzijden van de ge schiedenis der menschheid een rol en Jezus be diende zich van hem als zinnebeeld. Passend is deze verklaring zeer zeker maar de juiste ver- klarign geeft ze niPt. Men mag aannemen dat de Kerstboomletsanders is dan de miniatuur vertegenwoordiger van den ouden wereldboom, die bij de Germanen zeer hei lig was, den esch Yggddrasill, den boom des le vens, en daarom immer groen met zijn takken en wortelen hemel en aarde en hel omvattend. Aan den voet van dien boom ontsprongen de heilige bronnen. Zijn kroon overschaduwde het heilige meer In 1931 kwam Pagaimu, ae oeroemde violist, -".-*6 u* uc vtiwaiuc sast ue Ce1*1* ina«n te i aiijo. mi «u-iiuei ucu een Zweml iync, i lui», ijjio* liii-toLocixoia iucu Veer nuuitia. u*e Uiuumg iiuuutii. Uiiuei i*eu wai-cii vivuwcii, me uuui -~j.- dj/C*, m ecu uJluuKUuakia UuUg wciuell saiiikuk. ciuuer iioil wmcu iiuumeu, m- zuiiuer nunueiu puuucii iieexkCtsueii, WiUmo*r maceiau rd6<***.m i*uil ue eer aauuecu, een van x-yu muKwiccü voor te öjjcxcii. rxaar was ceu. wiu u»i«iu,u, uic ucu vitHnx, xioo op uen voet Vu-sue, uau liet Suxieen a*eOr iiy ue seuauUvV van ucu xuü*»i4.uii w<t>. i/aax wij ètn OUuexe mme* 1- xrnoe, u*e geen eoneex t Van uen KunSkcnaar uvre x-a*.ijo oogSkkc ny zm&e lauweren, aat nek iicui ovei wciuigue. ivnuucn m zyn aucces zo uk hij neer. Dit had zy*i zenuwen oveiaiianncn. ny iceu aan angst- kt/eakauueii, zinaucgououcinigeii, piiKzeiDaanuciu, en zwaaxinocmgneiu en ny kiOa. zien in een VOOidaam sanukonmii ueiug. oak was ae vma iiutetia, een .avia-son ue ame in ae nae ue ru'iSSionieie, waar ny m ecüzaannieia en k.r ugge tiOKKenneia nerstei zoent, 'ieveigceis poogucn zyn VeieeiueiS m zyn na oyiieiu ve Komen, icveigeeio Sjjee*aen sommige co- meme, zieK te zyn, opuak ze ook m net sanakorium Konuen woraen opgenomen, .en m net gezeiscnap van aen meesver Konuen zyn. Faganmi sloot zien op nan gemeenscnappeiyKe maai ty aen nam ny egen deel. ny koos oy zyn wanaenngen in het park aat tot net zieKennuis oehoorae de meest afgelegen geu enten. nen enkel bescheiden wezen, dat nauwelijks iets wist van de Kunst van den verpleegde, genoot zyn vertrouwen. Het was ivanette, de brunette uit Bre- tange, die hem aageiyKs bediende en nem rustig zonaer veel wooraen Oyna geluidloos hielp en zyn Kamer verzorgde. Wanneer hij haar sianke ge starte haar groote onscnuldige oogen en haar vroo- iyk gelaat zag, dan verneugüe nij zich als een kenner bij het aanschouwen va neen kunstwerk. Het gebeurde kort voor het kerstfeest, dat zij op een morgen diep bedroefd zijn kamer betrad. Of schoon zij naar gewoonte, hoffelijk naar zijn wen- sch«n vroeg, zag hij dadelijk, dat haar iets kwelde en hij vroeg haar vaderlijk naar de oorzaak van haar bedruktheid. Toen vernam hij een geschie denis die hem bekoorde, omdat daaruit bleek, dat dit zachte stille wezentje een eigen gemoedsleven had. De eenige, die zich om haar bekommerde en haar raadgever was, heette Antoins. Hij was een Parij- sche kellner uit Bretagne die haar beminde. Deze Antoine Possu uit Bretagne had pech. Bij de laat ste conscriptie voor den militairen dienst had hij een dienstplichtig nummer getrokken. Kort en goed, hij moest soldaat worden, soldaat van Louis Philip, den burgerkoning. Hij zou drie jaar uit de nabijheid van Nanie weggerukt worden. Het meisje verloor haar verloofde haar steun, haar Kameraad. „Waarom het hoofd te laten hangen" zeide Pa- ganinl luchtig. „Het kwaad kan verholpen worden Mr*n moet een plaatsvervanger stellendat is alles." "„Een plaatsvervanger' hoe kunt u dat zeggen." klonk het een beetje kwaad. „Weet u wel hoeveel dat kost?" „De tijd brengt raad," meende de violist kort en bondig en daarmede eindigde het onderhoud. En de tijd bracht een origineelen raad. Met Kerstmis ga ven de Franschen elkaar klompjes om ze net als bij ons op St. Nicolaas met geschenken te vullen. Verscheidene dagen voor het feest kreeg de kun stenaar een geschenk van zijn vereerders, een hou ten klomp van reusachtige afmetingen, waarover hij zich zeer verheugde. Bij het aanschouwen van het monsterachtig geschenk viel hem een aardig idee in. De kunstenaar ,die zich in zijn vrijen tijd met hout snijwerk bezig hield, maakte uit die houten klomp een groote buikige viool. Toen liet hij, wiens kunst tot droefheid van zijn vrienden, zoo lang gezwegen had, in alle bladen aankondigen, dat hij op den eersten kerstdag, in de villa Lutetia een weldadig heidsconcert zou geven, waarvan het eerste deel op zijn oude bekende viool zou worden uitgevoerd, maar het tweede deel zou worden gespeeld op een houten klomp, waaruit hij een viool had gesneden'. Binnen eenige uren waren de tweehonderd plaats bewijzen voor het concert, die twintig francs per stuk opbrachten, uitverkocht. Ofschoon Paganlni, in het eerste deel van het concert weder zijn ge wone meesterschap toonde, verbleekte toch dit suc ces bij wat op het tweede deel van den avond plaats vond. Toen hij op zijn betooverden klomp zijn be roemde „Variaties" op de g-snaar en zijn „Carnaval speelde', scheen het alsof alle accoorden, trillers, passages en dubbelgrepen een bovenaardschen glans toonden. Want Paganlni speelde niet voor zichzelf, Hij, die voor een gierigaard wPrd gehouden, speelde voor een arm, bedroefd meisje, dat haar verloofde van den militairen dienst van den burgerkoning wilde bevrijden, en deze edele diPnst spoorde hem aan tot de schoonste prestaties welke hij ooit ge leverd had. Het publiek was in extase De pers kon geen woorden genoeg vinden om haar bewondering uit te druk ken. Op den tweeden kerstdag toen Paganini on opgemerkt het sanatorium verliet, gaf hij Nanette den betooverden klomp, de kostbare viool ten ge schenke, terwijl hij haar waarschuwde dit curiose instrument niet zoo goedkoop van de hand te doen. Toen gaf hij haar een enveloppe, waarbij hij haar verzocht deze niet eerder te openen dan wanneer hij vertrokken was. n dere enveloppe bevond zich een bedrag van 4000 franc, de opbrengst van het concert, waar mede de virtuoos een klein meisje van het land, voor haar kerstfeest hielp, om een Bretagner uit den militairen dients te houden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1932 | | pagina 6