NIEUWE
NIEUWJAARSGROETEN.
Nieuwsblad v. Moll. Noorderkwartier
De opcenten op den Suikeraccijns
Onschuldig verbannen.
telefoonmterc^ DONDERDAG 29 DECEMBER 1932 41e Jaar£an<*
LANGEDIJkEH (III IIIVT
DEZE COURANT VERSCHIJNT
DINSDAG DONDERDAG
en ZATERDAG.
Abonnmentsprijs:
oer S maanden f 1.11
Biloaye: firma J. H. KEIZER .Bedacteur 1. H. KEIZER. Bureel Noordscharwoude.^ GROOTE LETTERS
NAAR PLAATSRUIMTE.
In ons oudejaarsavond ver
schijnend nr. zal de gelegen
heid worden geboden een
Nieuwjaarsgroet
te plaatsen a 50 cent.
Aan belanghebbenden wordt medegedeeld, dat
Ingaande 1 Januari 1933 op nieuw twintig opcenten
worden geheven op den suiker accijns.
Deze accijns zal worden nagevorderd van hen,
die op 1 Januari 1933 in hun opslagplaats of ge
zamenlijke opslagplaatsen meer dan 500» K.G. suiker
voorradig hebben, met inbegrip van de suiker die
op dien datum naar een opslagplaats in vervoer is.
Onder opslagplaats wordt verstaan elk gebouw,
erf of besloten terrein, waar suiker aanwezig is.
Onder suiker is niet alleen begrepen gewone ge
raffineerde suiker, doch tevens ruwe suiker, bas
terd, kandij en poedersuiker ensuiker in tabletten.
Ieder de op 1 Januari 1933 meer dan 500 K.G.
suiker voorhanden heeft, moet hiervan op 2 Januari
1933 aangifte doen ten kantore van den Ontvanger
der Accijnzen over zijn woonplaats.
Buitenlandsch
Overzicht
Ook de Fransche regeering nog getole
reerd. Protectie is ook niet alles.
Een gevolmachtigde van Rposevelt in
Europa? Zuid Amerikaansche oorlo
gen.
Evenals de Belgische regeering de Brocqueville
heeft ook het nieuwe Fransche kabinet onder
Paul Boncour ©en voorloopige goédkeuring
voor, dat de deze week benoemde liberale Se
naatsvoorzitter geen Vlaamsch kent. Zoo iets
moeten de Vlamingen, die de meerderheid in het
land vormen, zich blijkbaar nog steeds laten
welgevallen.
De Belgische regeering is van plan om nog in
Januari het ontwerp tot ratificatie van het ver
drag van Ouchy tarieven overeenkomst tus-
schen, Belgie, Nederland en Luxemburg aan-
hangig te maken. Zooals men weet durft onze
regeering zoover nog niet te gaan, omdat in het
bijzonder Engeland bezwaren tegen de overeen
komst heeft. In Brussel doet men moeite om
de bezwaren van Londen te ontzenuwen. Uit
Amerika zou te Brussel warme instemming met
het verdrag zijn betuigd.
In Engeland wil de werkloosheid maar niet
verminderen. Integendeel, het crediet voor de
werkloozen werd dit jaar met 18 millioen pond
overschreden. Sommige protectionisten hebben
thans erkend ,dat de sterk verhoogde tarieven
haar uitwerking hebben gemist. De werkeloos
heid minderde er niet door en ook de verwachte
stijging der ontvangsten bleef uit. Protectio
nisme, indien tever doorgevoerd en deprei-
ciatie van muntwaarden zijn ook niet alles.
In Zuid Afrika wil men dat lesje blijkbaar
niet gelooven, voor men het in de praktijk heeft
geleerd. Er is daar een kabinetscrisis en gestreefd
wordt naar een nationaal ministerie, dat o.m.
allereerst zou besluiten om den gouden munt-
standaard te laten vallen.
In de internationale pers loopt het gerucht,
dat Roosevelt een vertrouwensman naar Europa
zou hebben gezonden om de regeeringen te pei
len over de kwestie der oorlogsschulden. Als
Roosevelt dan op 4 Maart het bewind in de Ver.
Staten overneemt, zou hij aldus in staat we
zen om aanstonds daden te stellen.
Voor het moment zit er geen voortgang in
het schulden vraagstukHoover blijft weiger
achtig met Frankrijk te onderhandelen, zoolang
de Deoemberbetaling miet is gedaan.
De oorlogen tusschen dé* Zuid Amerikaan
sche staten leden van den Volkenbond ne
men toe. Columbia voert niet langer alleen den
Gran Chaco strijd tegen Paraguay maar heeft nu
ook twee kanonnierbooten en 2000 manschap
pen de Amazonerivier afgezonden om de haven
stad Letcia te heroveren welke ©en paar maan-
e Kamer gekregen, i'een van ïeid, i werdTv^S r'"V' 'f
ministeries wordteen lang politiek bestaan voor Sof om SSi' lT 'T
ten, wat wil zeggen dat hij een Iwaalfde ieel
van de nog steeds niet 'in behandeling gekomen
begrooting mag gebruiken.
In Belgie doet zich het eigenaardige feit
FEUILLETON
id.
„Wat u vraagt, is onmogelijk!" verklaarde hij op
strengen toon. „Ik wenschte, dat aan Alexa dit ver
driet ware bespaard. Ik had het niet zoover moeten
laten komen; maar ik was blind. Alexa kan uw
vrouw niet worden, lord Kingscourt. Er bestaat een
geheim in mijn leven, een treurig geheim. Alexa
kan nooit de vrouw worden van welken man ook.
Zij moet ongetrouwd blijven!"
Deze mededeeling vervulde de minnenden met
schrik en ontzetting. Alexa trok de hand van den
arm van haar geliefde terug en stond daar bleek
en bevende, haar vader met ongeloovige oogen aan-
Lord Kingscourt was diep getroffen; het scheen
hem, alsof het verstand van zijn gastheer plotseling
was verstoord; hij kon niet gelooven dat de woor
den, welke hij zooeven gehoord had in vollen ernst
en met een helder verstand gesproken waren en
toch was in de bewogen trekken van den kluizenaar
in zijn donkere oogen en zijn vertwijfelenden blik
geen spoor van waanzin te ontdekken.
De graaf haastte zich tegenwerpingen te maken,
maar zijn woorden vonden geen ingang. Mr. Strange
zat daar als versteend; hij scheen in deze weinige
minuten jaren ouder te zijn geworden.
„Ik kan niet gelooven, dat u werkelijk meent, wat
u zegt, Mr. Strange", zeide de jonge graaf.
„Ik bemin uw dochter en zij heeft verklaard mij
wederkeerig lief te hebben. Ik weiger derhalve het
antwoord dat u mij geeft, aan te nemen," en zijn
stem klonk vast en besloten. „U heeft geen recht,
ons te scheiden ter wille van een luim, misschien
van een denkbeeld, zonder werkelijken grond. Ver
geef mij mijn stoutmoedigheid, Mr. Strange, maar
ik heb geen mindere aanspraak op Alexa, dan U. Ik
ben er vast van overtuigd, dat wij voor elkander
geschapen zijn en kan en wil haar niet opgeven!"
De blauwe oogen van Mr. Strange rustten op het
edele, hartstochtelijke gelaat van den jongen man
met bewondering, medelijden en deelneming. De
dat tot Brazilië behoort, een vriendelijkheid,
welke de Perueezen blijkbaar niet konden waar
deeren want van de week deden ze ook een in
val op Braziliaansch grondgebied.
vurige aard van den graaf, zijn onbegrensd ver
trouwen en zijn vaste overtuiging, maar boven alles
zijn overweldigende liefde voor Alexa bewogen het
hart van den vader.
„Mylord", zeide hij met gebroken stem, „al zou
ik de geheele wereld doortrekken, dan kon ik geen
man vinden aan wien ik mijn dochter met meer
vreugde zou geven, dan aan U; maar zij mag niet
in het huwelijk treden
„Waarom niet?" vroeg de graaf ongeduldig. „U is
mij genegen, U heeft niets op mij aan te merken;
wat is dus de hinderpaal, dien U tusschen mij en
Alexa plaatst?"
„Het is een hinderpaal, die zelfs uw gloeiende
liefde en uw edel hart niet ter zijde kunnen stellen,"
antwoordde zuchtende Mr. Strange. „Mijn dochter
is bijna van hare geboorte af veroordeeld tot een
leven van eenzaamheid en onthouding
„Maar dat is ongehoord!"
„Er ligt een vloek op mij en haar!" riep Mr.
Strange in vertwijfeling uit.
Alexa schrikte en legde de hand op haar hart,
alsof het met een dolk doorboord werd.
„Ik heb U de waarheid gezegd, Mylord: zij mag
niet trouwen!" aldus ging Mr. Strange voort. „Als
ik aan uw verzoek voldeed, zou er een tijd komen,
dat U mij en haar zou vloeken. U zou haar uit uw
hart en uit uw huis verstooten."
„Vader!" riep het meisje uit, en haar stem klonk
schril van angst en smart, „wat heb ik gedaan dat
u zoo over mij spreekt?"
De oogen van den vader wendden zich vol treu
rige teederheid naar zijn dochter.
„Mijn arme, arme Alexa!" zeide hij zorgvol.
„Ik had gedacht, je steeds voor dezen kommer te
bewaren, en gehoopt voor altijd alles voor je te zijn.
Ik geloofde, dat in deze eenzaamheid je hart nooit
zou ontwaken, dat je nooit zoudt vernemen wat
liefde is, maar mijn hopen en streven waren te ver
geefs. Ik heb strijd gevoerd tegen het noodlot en
ben bezweken. Alexa, je weet, dat ik je lief heb."
„Ja, papa, dat weet ik!"
Met deze woorden snelde Elexa naar haar vader,
sloeg haar blanke armen om zijn hals en verborg
haar gezicht aan zijn borst.
„U ziet het, Mylord, dat zij niet aan mijn liefde
twijfelt, hoewel ik haar hart vreeselijk wond, hoe
wel ik haar geluk verstoren moet, en ook het
uwe," zeide Mr. Strange, zich tot Lord Kingscourt
Binnenlandsch Overzicht
Corruptie overal. Het gasbedrijf te
Ede voor 70.000 gulden benadeeld.
Een bank te Veendam voor 30 mille.
Een weeshuis voor een ton. De
Tweede Lamer op reces. Allerlei.
Balanstijd. Met weinig optimisme worden
straks de noeken ter hand genomen om de winst
en verliesrekening op te maken. De zakenman
weet het al, dat 1932 een slecht jaar was, maar
toch vreest hij nog voor de cijfers, welke hem
straks onder de oogen zullen komen en het hem
precies zullen vertellen, waar hij aan toe is.
Zulke menschen beginnen een dogenblik later
toch weer opnieuw en met verlevendigden moed
want een nieuw jaar ligt voor ze, zullen extra
hun best doen en dan als de omstandigheden gun
stiger willen worden, dan, zal het geleden ver
lies weer worden ingehaald.
Er zijn menschen, die meer dan zulke zaken
lieden tegen oen balanstijd opzien. Ambtenaren
en employe's in wie vertrouwen werd gesteld,
maar dat vertrouwen misbruikten. Straks zul
len hun handelingen aan het licht komen. - lp
Veendam verdween daags voor kerstmis een pro
curatiehouder van de Geld. Credietvereeniging
voor de zaak een briefje achterlatende dat° hij
een tekort had van 30 mille. In Elde moet ide
de hoofdboekhouder der gem. gasfabriek zich
verantwoorden over een tekort van 70 mille.
De regent administrateur van het Joodsche wees
huis te Leihen zit in het gevang, omdat hij ;in
zijn bioscoopbedrijf heel het Weeshuisbezit van
meer dan een ton had opgebruikt.
- In dezen crisistijd wordt het geloof en ver
trouwen in den medemensch ernstig geschokt.
Bijna dagelijks leest men in de krant van frau
de en bedrog door lieden, die altijd respectabel
werden geacht. Ze zijn ten val gekomen, niet
door maar in den crisistijd. Al die knoeierijen
loopen over jaren. In de goede jaren konden de
fraudeurs hun handelingen nog bedekken, maar
thans mislukt hun elke speculatie en bovendien
kunnen de meeste zakenlieden zich niet meer te
vreden stellen met gunstige saldi in de boeken
ze willen contanten op tafel, omdat ze die
contanten noodig hebben.
Ir wordt op het oogenblik ,niet meer geknoeid
dan vroeger, maar thans worden de knoeiers ont
raaskerd, terwijl ze weleer ten onrechte voor
hoogstaande mannen werden gehouden.
De Tweede Lamer is voorloopig tot einde Ja
nuari op vacantie gegaan, nadat ze den begroo-
tingsarbeid in hoofdzaken voor de ,L,erstmis had
afgehandeld. Aan dekking van) het aanzienlijke
begrootingstekort is de regeering echter nog niet
toe. Als de Kamer haar werkzaamheden hervat,
zal ze allereerst het ontwerp behandelen tot op
heffing van een aantal rechtbanken en kanton
gerechten, een ontwerp, dat ongunstig in de af-
deelingen is ontvangen en beoordeeld.
In Amsterdam is een brandwacht verongelukt
bij een der regelmatige oefeningen. Hij moest in
een opgehouden springzeil springen, maar dat
bleek niet hectit genoeg. De man zakte er door
heen en is aan de bekomen verwondingen over
leden. Men is algemeen zeer onthutst over het
ongeval en eischt een streng onderzoek. We kun
nen ons dat voorstellen. Dat bij dergelijke min
of meer gevaarlijke oefeningen het materiaal
in de allereerst plaats' deugdelijk moet zijn, is
toch wel vanzelfsprekend.
D|e criminaliteit onder jeugdige personen
neemt toch wel angstwekkende vormen aan. In
Oss arresteerde de politie twee jongemannen we
gens inbraken. D|e aanvoerder was 18 jaar. Die
had onlangs zooals dat uitkwam ook in
gebroken in het kantongerecht te Oss en daarbij
11 revolvers buit gemaakt. Hij verkocht er een
deel van en met een der wapens heeft hij weken
achtereen op de wegen naar Oss arbeiders aan
gehouden en ze onder bedreiging geprest om
hun loon of wat er van over was af te geven.
Met de kerstdagen hebben verschillende jon
gelui ook weer auto's gegapt om er rondritjes
mee te maken. Het bleek dat ook het auto
ongeluk met kerstmis in den Haag, waarbij een
lb-jarige jongen het leven verloor, veroorzaakt
is met een gestolen wagen, welke bestuurd werd
door den 18-jarigen broer van het slachtoffer.
Piaatseigm
Nieuws
ZUIDSCHARWOUDE.
Mej. de Wed. S. Voogh is herbenoemd tot kosteres
der Ned. Herv. Kerk alhier.
ZUIDSCHARWOUDE.
Oudejaarsavond 7 uur hoopt in de Ned. Herv.
Kerk voor te gaan de heer Smit van Enkhuizen.
Uit den ümtrek
SINT PANCRAS.
Maandagmiddag, 2den Kerstdag, was het in het
kerkgebouw der Ned. Herv. Gemeente kerstfeest
voor de kinderen der Zondagschool.
Het kerkgebouw was geheel bezet.
De heer A. Dekker leidde den avond, die afge
wisseld werd door een kerstvertelling.
wendende. „Alexa weet dat ik haar lief heb. Zij
vraagt wat zij gedaan heeft, ik behoef u niet te
zeggen, Lord Kingscourt, dat geen schaduw van
schuld op haar jeugdg hoofd ligt. De vloek, die haar
leven verduisteren moet, die haar verre houdt van
haar geslacht, die haar uitsluit van ieder gezel
schap, van alle menschelijke belangen, van liefde
huwelijk, zelfs van vriendschap, deze vloek rust
op haar door het onrecht van anderen. Zij is een
onschuldig, hulpeloos offer. Ik wilde haar de weten
schap van dit verschrikkelijk feit onthouden. Het
was een onheilvolle dag voor ons, toen U, Lord
Kingscourt, in dit huis kwam."
„U heeft te veel gezegd, Mr. Strange, dan dat u
ons verdere mededeelingen kan onthouden!" riep
de graaf ongeduldig uit. „Zeg het ons wij heb
ben recht er op, dat te weten waarin bestaat
dit vreeselijk geheim?"
„Ik kan het u niet zeggen. Ik heb het vele jaren
stil in mijn hart rondgedragen en het heeft daar
aan geknaagd als een worm. Dat geheim moet met
mij begraven worden."
Maar is dat rechtvaardig tegenover Alexa en mij?
Wij hebben recht van u een opheldering te verlan
gen, waarom u ons geluk ons leven vernietigt!
Misschien heeft u uw kommer en verdriet te groot
geschat, Mr. Strange, misschien
„Te groot geschat!" antwoordde de kluizenaar,
bitter lachend. „God gave, dat dit mogelijk ware!"
„Het is mogelijk!" riep de graaf met overtuiging
uit; „en daarom vraag ik nogmaals: wat is dat ge
heim? Laat ons uw verdriet deelen. U heeft daar
over te lang gezucht, zoodat u thans de zaak veel
ernstiger beschouwt, dan zij in werkelijkheid is.
Laten wij verstandig daarover spreken."
„Ik ben in den bloei des levens, wat mijn jaren
aanbelangt," zeide mr. Strange. „Ik tel nog geen 45
jaren. Mijn geest is helder en werkzaam. Ik ben
eerzuchtig. Ik zou gaarne, voor alles ter wereld, de
plaats onder de menschen innemen, die mij toe
komt, en mijn tijd tot heil der menschheid aanwen
den, mijn invloed uitoefenen en mijn woord bij de
beslissing van staatkundige of maatschappelijke
vraagstukken in de weegschaal leggen. Ook heb ik
welgevallen in het gezellige leven. Gelooft U nog
na deze verzekering, na deze bekentenis, Mylord,
dat het slechts een luim was, die mij uit mijn
land dreef, die plotseling een einde maakte aan
mijn streven, mijn hoop verijdelde, mijn schoone
plannen verstoorde en mij tot een kluizenaar maakte
in een verlaten dal, ver van mijn vaderland, ver
van mijn landgenooten, ja zelfs ver van alle men
schen?"
De jonge graaf zweeg; hij was diep geroerd, meer
door de volslagen vertwijfeling die uit de stem en
het wezen van Mr. Strange sprak, dan door zijn
hartstochtelijke woorden.
„Neen," aldus ging mr. Strange, na een korte
pauze voort, „ik kan U mijn geschiedenis niet ver
halen, ik kan uw sympathie niet aannemen, My
lord. Wij ik en met mij mijn dochter zijn ver
acht, vervloekt! Alles wat ik u vraag; verlaat ons.
U Is thans sterk genoeg om te reizen. Laat mij U
morgen vroeg onder bedekking naar Athene zenden.
Ga naar Engeland, vergeet Alexa en zoek een U
passende bruid, op wie geen vloek rust."
„Dit verzoek kan nooit door mij worden inge
willigd," riep de graaf hartstochtelijk uit. „Ik bemin
Alexa met geheel mijn ziel. Ik heb vroeger nooit
lief gehad. Bij mij beteekent beminnen voor altijd
lief hebben. Ik kan Alexa niet opgeven."
„Dan zal U ons uit onze schuilplaats verdrijven,
naar een ander oord, even afgelegen en eenzaam als
dit, waar U ons niet kunt vinden. Als U Grieken
land niet dadelijk verlaat,dan moeten wij het doen."
„Alexa", riep Lord Kingscourt uit, „smeek jij voor
mij. Je vader bemint je en kan aan je beden geen
weerstand bieden. Alexa, kan je me zoo gemak
kelijk loslaten?"
Alexa hief haar hoofd op en vertoonde haar bleek
gelaat, waarop een onbeschrijfelijk wee maar ook
vastberadenheid ston# te lezen. Kalm wendde zij
haar in tranen zwemmende oogen naar Lord Kings
court, die daaruit kon zien, dat zij zich naar het
besluit van haar vader schikte en hare liefde opgaf.
„Stil, Alfred", sprak zij met moeite en met ge
broken stem. „Zie je dan niet hoe zwaar mijn vader
lijdt, hoeveel hij nog lijden moet? Hij zou mij niet
weigeren, wat zijn leven met de grootste vreugde
zou kroonen, wanneer dit niet noodzakelijk ware.
Ik bemin je, Alfred, en zal je lief hebben zoo lang
ik leef; maar mijn vader zegt, dat ik vervloekt ben.
Hoe zou Ik je dan kunnen huwen? Ik heb je te lief
dan dat ik zorg en schande over je hoofd zou bren
gen. Mijn vader heeft gelijk: je moet naar Enge
land teruggaan."
(Wordt vervolgd).