S NIEUWE ffl lil
KEG5
THEE
Kameroverzicht
löO
Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier - «KS»
No I TELEFOON INTERCOMMUNAAL NC. 52 DINSDAG 3 JANUARI 1933
42e Jaarganjr
liimn: fimi 1.1. U1ZEB - .Bedacleur III. KEIZER. - {Bureel MseMi.
Dij inzending
Buitenlandsch
Overzicht
FEUILLETON
Onschuldig verbannen.
LANKEDIJkER COURANT
van 500 leden doen,' samenstellen om de moge
lijkheid van betere' economische toestanden te
bestudeeren. Die commissie Hoover heeft thans
een voor de Ver. Staten zeer radicaal rapport
ingediend, waarin tot omvangrijker staatsbeheer
van bedrijven wordt geadviseerd, tot betere in-
komsterverdeeling ,een 6-urigen arbeidsdag, een
werkweek van 5 dagen, verhoogde controle op
vitale bedrijven en verhooging van de successie
belasting. Het is iéts om allen braven kapitalisten
van Amerika den schrik om het hart te ,doen
slaan.
De positie van den radicalen Ierschen premier
de Valera is in de laatste dagen zeer wankel ge
worden. Uit de crisis is ook voor hem He nood
zaak ontsproten tot het indienen van voorstel
len tpt salarisverlaging voor de ambtenaren. Diat
heeft hem de gramschap der ambtenaren bezorgd
en een ultimatum van de Iersche Labourpartij,
zonder welke de Valera's meerderheid in het Ier
sche parlement een minderheid zou worden.
Conferenties tusschen de heereai hebben niet tot
overeenstemming geleid en het verzet der amb
tenaren dreigt te beginnen met een jalgemieone post
staking. Het heet dat de kansen van den ex-
premier Cosgrave, leider der gematigde Ieren,
zeer gestegen zijn. Etn daarmee de kansen op over
'eenstemmng iinzake het EmgelsehIerschei ge
schil.
Zijn we dit overzicht begonnen met weer^i-
ve van enkele Nieuwjaarsboodschappen, we
willen er dezen'keer ook mee eindigen. Het gaat
nl. over de boodschap van den Emgelschen pre
mier MacDonald, welke van een levendig opti
misme getuigt.. In zijn boodschap aan het En
gelsche volk verklaarde MacDjonald, dat alleen
de moeilijkheden van het jaar 1932 hebben gedrai-
.jjen.met de gedachte ,/dat we ons o.p (den juisten
weg voorwaarts bewegen" dat we werkelijk
vooruitgaan en dat hierna betere dagen zullen
komen."
Het volk wenscht niet anders, aan dat de En-
gelsche premier gelijk mag krijgen. i
EEiRglTEi KAMER. Van vaccinatie
tot vacantie. Het optreden van den
heer IJsselmuiden.
i Nog een paar dagen is de Eerste Kamer ide
vorige week bijeen geweest waarna ook zij tot
10 Januari met vacantie uiteen ging. Maar eerst
kreeg ze nog te oordeelen over het pntwerp
tot verdere tijdelijke opschorting! van den vac-
cinateidwang, d.w.z. van den inentingsplicht.
Dte regeering achtte het gevaar van encephalitis,
een hersenziekte, welke wel eens na inenting
tegen pokken optreedt, nog niet geweken. D(e
liberale en socialistische senatoren vonden het
minder erg om voor ©en paar gevallen van en
cephalitis verantwoordelijk te zijn dan voor een
heele pokkenepidemie. De minsister repliceerde
tot inenting dwingen, is voor het optreden van
encephalitis verantwoordelijk zijn. Eenj pokken
epidemie komt evenwel zonder regeering of par
lement tot stand. Het ontwerp werd met 22
12 stemmen aapgenomen.
Een groot aantal andere ontwerpen werd met
jWeinig of geen discussie aanvaard. Hjet betref
fen hier allemaal zaken, welke kort geleden in
de Tweede Kamer aan de orde waren en {dus
bij ónze lezers^bekend zijn, o.a. het ontwerp in
zake de regelen bij lijfsdwang, en beslag blij der
den (safes). Met de stemmen der sociaal demo
craten tegen, werd. ook de verhoogde pensioen
aftrek voor rijksambtenaren goedgekeurd.
1 Er was natuurlijk oppositie van links 'tegen het
spoedontwerp ter bezuiniging op het lager on
derwijs (verhooging leerlingenschaal), men zag
de kwaliteit van het onderwijs door deze bezui
niging van 6.5 millioen op 110 millioen, bedregd.
Verrassing wekte het optreden van den heer IJs
selmuiden r.k. bij de behandeling van het ont
werp. Voor zijn fractie had, als gebruikelijk bij
onderwijszaken, de heer de Jong het woord ge
voerd, toen de heer IJsselmuiden zich ook als
spreker liet inschrijven, blijkbaar zonder overleg
met zijn fractiegenooten, en zich daarop tegen
het ontwerp verklaarde, dat de lasten der bezui
niging van het rijk op de gemeenten heette af te
schuiven. Hij zag duidelijk een verslechtering
van het onderwijs in de verhoogde leerlingenj-
schaal en verklaarde te zullen tegenstemmen.
Wat hij ook deed. Ook bij de behandeling van
het Opcentenwetje een week tevoren had
hij zich als eenling ter rechterzijde tegen de wet
en daarmede tegen de regeering uitgesproken. In
de Kamers hebben verschillende katholieke de
mocraten zitting. Zou de heer IJsselmuiden die
eerst onlangs zijn intrede in den Senaat deed,
als eerste „onafhankelijke' katholieke democraat
wenschen op te treden?
Tiet ontwerp werd aangenomen met de stem
men vati links en van den heer IJsselmuiden te
gen.
VINDTGEEN BETEDE
VAN
PUNTEN
aan Theebons
ONTVANGT U
EEN PDAGHTIG
CEHA.ME.RD
Tinnen THEEBU5JE
Een SIERAAD VOOR
Uw THEEBLAD
Nieuwjaarsboodschappen. Die leening
aan Oostenrijk. Een opmerkelijk rap
port in de Ver. Staten. De regeering
der Iersche republiek. Moeilijke po
sitie van de Valera.
In tegenstelling met het; gebruik ten onzent,
1 ouden de staatslieden in het buitenland er over
het algemeen wel van om Nieuwjaarsboodschap»,
pen tot het volk of de wereld te richten. Na
tuurlijk zit er veel vormelijkheid in zulke din
gen. Die meeste Nieuwjaarsredevoeringen hebben
maar weinig inhoud. We herinneren te dezer,
plaatse dan ook slechts aan een enkele. Dte pre
sident van Duitschland had vriendelijke woorden
over voor het volk en dank aan Bruning en von
Papen, die het rijk van de herstelschulden heb
ben ontlast. Hindenburg verklaarde,, dat het in-
het komende jaar zijn grootste zorg zou zijn,
om voor een ieder te zoeken naar brood en werk.
Hertzog, de premier van Zuid Afrika, heeft
zich in zijn Nieuwjaarsrede bitte rbeklaagd over
dc verlating van den gouden standaard Hoor Zd.
Afrika. Diie gebeurtenis heeft trouwens inder
daad reeds tot een! volkomen finantieelen chaos
geleid.. Hertzog weet het feit aan den dwang
van het georganiseerde kapitaal onder leiding
van verraderlijke binnenlandsche elementen. Hij
doelde daarmede duidelijk op Tielman Roes, die
tot voor kort ee|n avontuurlijke politicus in ruste
was maar zich plotseling weer op "het politiek
striidtooneel heeft geworpen om er zijn vroege-
renHmedestander Hertzog, een beentje te lichten.
Over liet algemeen echter ademen de verschil:
leïide Nieuwjaarboodschappen een lichten geest
y<p--ópürhisïiie.~ Wèêr""méént; men hier en daar
eed geringe economische opleving te zien, welke
in sommige prijstendenzen tot uiting komt.
Kamer en Senaat van Frankrijk hebben het
ontwerp goedgekeurd, waarbij de regeeriug borg
blijft voor de tranche van 100 millioen ©ener in
ternationale leening aan Oostenrijk. Aan laatst
genoemd land waren die 100 millioen schilling
door Frankrijk toegezegd, maar onder voorwaar
de dat intusschen door Frankrijk ook kwijting zou
zijn verkregen van de schulden aan de Vereen.
Staten. Ofschoon die voorwaarde niet is vervuld
heeft de Fransche regeering Oostenrijk toch wil
len helpen. Inderdaad een gracieus gebaar
Drie jaar geleden heeft Hoover een commissie
13)
Een blos overtoog het gelaat van den gastheer.
„Ik heb over uw familie hooren spreken, Mylord,"
antwoorddehij kortaf. „De graven van Kingscourt
zijn rijk, machtig en fier een der edelste en
beste geslachten van Engeland Ieder, die in Enge
land geweest is, moet van hen gehoord hebben."
„Is u er geweest?"
„Ja,"
„Is u van Engelsche afkomst? Daarvan ben ik
vast overtuigd!"
„Ik ben een Engelschman."
„En toch heeft u, gedurende mijn lang verblijf
hier nooit over Engeland gesproken. Is het lang ge
leden, dat u Engeland verlaten heeft?"
Mr. Strange knikte met het hoofd.
„Misschien hebben wij gemeenschappelijke be
kenden," zeide de graaf. „Ik heb u nooit een Engel-
schen naam hooren noemen, maar mogelijk ben
ik in staat u eenige mededeelingen omtrent oude
bekenden te doen. Alexa zeide mij, dat u nooit
Engelsche dagbladen leest.
„Dewijl ik mij van het oogenblik mijner verban
ning af nooit om tijdingen uit Engeland heb be
kommerd. Ik verlang noch van Engeland iets te
hooren, noch het ooit weder te zien."
„En leeft er niemand in Engeland, omtrent wien
U iets zou willen vernemen?" vroeg de graaf ver
wonderd.
Over het bleeke gezicht van Mr. Strange trokken
duistere wolken. En plotselinge, overweldigende op
winding overviel hem, die hij zooweel mogelijk
trachtte te verbergen.
„Er is niemand, van wien ik iets zou willen hoo
ren," zede mr. Strange ruw, „niemand in Enge
land, niemand in de geheele wereld!"
„Heeft u mijn vader gekend?" vroeg Lord Kings
court, die wenschte, zijn gastheer ten minste in
iets belang te doen stellen.
„Ik heb hem gekend," klonk het antwoord.
„Hij stierf, nu 6 jaar geleden, en mijn moeder
volgde hem nauwelijks een jaar daarna."
Een krachtig verlangen, wederom iets te hooren
van menschen, die hij vroeger gekend had, door
drong thans het gemoed van Mr. Strange, het
zelfde verlangen, dat gedurende de aanwezigheid
van Lord Kingscourt in zijn huis reeds meermalen
bij hem was opgekomen.
Hij dacht aan menschen,die hij eens gekend had,
die hem lief en dierbaar waren geweest leefden
zij nog of waren zij dood? Sinds zestien jaren had
hij niets van hen vernomen. Nieuws uit het vader
land! hij brandde plotseling van verlangen dit te
hooren. Sedert zestien jaar had hij geen Engelsch
man ontmoet, geen Engelsche courant gelezen. Hoe
was alles wel in dien tijd veranderd!
„Toen ik mij jaren geleden in Engeland bevond,
hoorde ik menigen grooten naam noemen," zeide
hij voorzichtig maar toch met koortsachtige haast.
„Ik vermoed dat een nieuwe generatie van Pairs
thans in het Huis der Lords zit, en een nieuw ge
slacht in het Huis der Gemeenten. Ik weet, dat
Koningin Victoria nog regeert, en vernam ook uit
de Grieksche couranten de politieke questiën van
den dag. Ik geloof dat ik met de Engelsche politiek
evenzeer vertrouwd ben als U zelf. Maar om den
tijd te korten, dien wij nog tot de aankomst van de
paarden en hun begeleiders voor ons hebben, zou
ik wel wat nieuws uit uw omgeving willen hooren.
Wie zijn op het oogenblik de meest in het oog
springende personen in de hooge kringen van En
geland?"
Lord Kingscourt noemde verscheidene namen, die
echter zijn gast geen belang scheenen in te boeze
men.
„Ik meen, dat mijn voogd als een der toonaange
vende persoonlijkheden kan worden aangewezen,"
merkte de graaf op. „Het spreekt vanzelf dat hij
thans mijn voogd niet meer is, maar hij was het
na den dood van mijn vader, gedurende den tijd
van mijn minderjarigheid. Doch hij is niet gehuwd."
„Uw voogd?"
„Ja, de markies van Montheron."
„Mr. Strange kromp ineen, alsof een kogel hem de
borst had doorboord.
Een verwijderd gerucht aan de andere zijde van
het huis nam de aandacht van Lord Kingscourt
in beslag
„Uw lieden komen!" zeide hij.
Mr. Strange leunde met het hoofd in de hand, op
die wijze zijn gezicht verbergende, dat door smart
vertrokken en doodsbleek was. Zijn oogen hadden
een zonderling starenden glans, zijn adem ging
moeielijk en onregelmatig, als ware hem de lucht
afgesneden alsof hij stikte.
„Ik vergiste mij", zeide de graaf na een oogen
blik, „het zijn-onze lieden niet."
„U sprak van een vroegeren voogd," zeide mr.
Strange met hevige inspanning. „Is hij reeds ge
huwd?"
„Neen; maar hij is in alle kringen zeer bemind,
bovendien rijk en geheel en al een gentleman. Hij
had zeer zeker reeds lang een geschikte partij kun
nen doen, maar sinds jaren heeft hij met een on
verwrikte trouw een dame aangebeden, evénwel
met niet veel succes Voor mijn vertrek uit het
vaderland werd echter zijn verloving met deze
dame als zeer aanstaande verondersteld."
„Wie is die dame?"
„Eene der schoonste vrouwen van Engeland, jeugd
en lentetijd reeds voorbij, maar schitterende in een
waren zomergloed van beminnelijkheid en schoon
heid. Zij is de dochter van den hertog van Clyffe-
bourne lady Wolga."
Een doffe, zonderlinge kreet ontsnapte aan de
lippen van mr. Strange. Zijn lichaam kromp ineen,
alsof hij door een adder gestoken werd.
Thans werden de paarden en muildieren zicht
baar, geleid door mannen, die tot bedekking moes
ten dienen. De jonge graaf gaf daardoor geen acht
op mr. Strange
„U heeft de' beide namen welke ik zoo even
noemde, zeker reeds gehoord," voer hij voort, ter
wijl hij opstond.
„Achttien jaar geleden werd de naam van Mon
theron door de geheele wereld genoemd. Ik spreek
van het drama, dat geheel Engeland met schrik
vervulde."
De lieden naderden nu met hun dieren en hiel
den voor de veranda stil.
Mr. Strange stond met moeite op en hield zich
vast aan de balustrade om niet in een te zinken.
„U moet vertrekken," zeide hij dof. „Ik heb U
nog maar om één gunst te verzoeken. Als U dit
oord verlaten heeft, spreek dan noch over mij
noch over Alexa tegen wien ook. De eenige weldaad
welke U ons kan bewijzen, is dat U ons in onze
zekere eenzaamheid laat. Vaarwel! God zegene U!"
Hij drukte met kracht de hand van den graaf en
snelde het huis in.
Lord Kingscourt zag hem treurig na; hij ging de
trappen van de veranda af en besteeg zijn paard.
Briggs, die intusschen te voorschijn was gekomen,
volgde met de mannen zijn voorbeeld en de troep
zette zich in beweging.
Op eenigen afstand van het huis keerde de graaf
zich in den zadel om. Mr. Strange was niet meer
zichtbaar, evenmin Alexa; maar zijn overvol hart
zeide hem dat zij, achter een gordijn verscholen,
hem nazag. Hij wuifde voor het laatst met zijn hoed
en zette met zijn begeleiders snel de reis voort
Toen zij door den hollen weg en de olijvénbos-
schen ïeden, zag de graaf scherp uit of Spiridion
in het kreupelhout niet tot een aanval gereed lag.
Hij uitte zijn vrees tegen een der Grieken, die la
chende zeide:
„Er is geen gevaar, Mylord, in het geheel geen
gevaar."
„Ben je daar zeker van?" vroeg de graaf.
„Ja Mylord. Nadat Spiridion U dezen zomer in
vrijheid stelde, maakten de soldaten deze streken
den roovers zoo onaangenaam, dat zij een andere
schuilplaats opzochten, waar zij tot nu toe zijn ge
bleven. De soldaten hebben de vervolging reeds
lang gestaakt. Spiridion is hen te slim af."
„Dan hebben wij niets te vreezen," merkte de
graaf op.
„Neen! morgen of overmorgen zou de zaak reeds
moeielijk zijn," zeide de Griek zacht. „Ziet u My
lord, dc schuilplaats der roovers in 'deze streek is
een natuurlijke vesting. Spiridion houdt zich ieder
jaar gedurende verscheidene maanden hier op en
trekt weer af, zoodra er gevaar dreigt of de zaken
slecht worden. Gisteren avond ontmoette ik een
van zijn manschappen die hij als spion had uitge
zonden om te zien of de streek veilig is.
Hij is de zoon van een mijner oude vrienden en
deelde mij mede, dat de roovers gedurende den ge-
heelen zomer ontevreden en bezorgd waren ge
weest, omdat het meisje hun schuilplaats kent. Zij
weigerden naar deze streek terug te keeren totdat
Spiridion hun beloofd had, maaregelen te nemen,
dat het meisje niet meer in staat zou zijn hun
schade te berokkenen. De geheele bende is niet
ver meer af; zij zal van nacht in haar hol aan-
komen."
De graaf verschrikte. De overtuiging, dat Alexa
groot gevaar liep, bracht hem in de verzoeking om
terug te keeren. Na een rijp overleg besloot hij
echter zijn reis te vervolgen.
„Ik zal U morgen een brief aan Messer Stasso
medegeven," zeide hij, „en wensch ook dat je hem
vertelt, wat je mij gezegd hebt. De jonge dame zal
in groot gevaar verkeeren."
„Ik zal den brief bezorgen en de tijding Messer
Stasso morgen avond mededeelenj" beloofde de
Griek.
De reis werd zondereenige hindernis ten einde
gebracht. Zij kwamen des avonds te Athene aan, en
de graaf begaf zich dadelijk naar het hotel, waar
hij vóór zijn avontuur gelogeerd had en zijn kof
fers zich nog bevonden.
(Wordt vervolgd).