Brutale Roofover val te 'tVeld Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier No 4 TELEFOON INTERCOMMUNAAL NC. 52 DINSDAG 10 JANUARI 1933 42e Jaarirani' llilpave: Firma 1. H. KEIZEB - .Bedactenr I. H. KEIZER. IBureel Noordscharvoude. LIJDEN EN STRIJDEN. FEUILLETON Onschuldig verbannen. De Doekhouder van de Zui velfabriek „Niet Gedacht" door messneden gewond. Een tasch met 2000 gulden geroofd. Stillen de hoest Maken los NIEUWE m HUiHIIJkH (III IIVI DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG DONDERDAG en ZATERDAG. Abonnmentsprijs: per 8 maanden 1.15. ADVERTENTIEN: Van 15 regels 75 cent; elke regel meer 15 cent. GROOTE LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. Geen tijd zonder strijd. De bittere ironie en het bijtend sarcasme, dat sprak uit den brief van Krelis in het nr. van Zaterdagavond, schetste ongetwijfeld den indruk welke bij hem wordt gewekt met betrekking tot het beloop der dingen in den tegenwoordigen tijd. En waarlijk, ongelijk kan ik hem niet geven Zijn spotternij heeft wel beteekenis. Het is ontmoedi gend steeds opnieuw te moeten ontwaren, dat de wereld nog geen stap is verder gekomen in de richting van eenige opleving op elk gebied. Dr. Colijn, heeft eens de meening uitgesproken, „dat wij ons niet spoedig zullen verheffen boven het huidige niveau en dat niveau veel eerder heb ben te zien als een stabilisatievlak, waarmede wij voorloopig genoegen zullen moeten nemen." Zijn woord heeft gezag in zeer breede kringen als nationaal en internationaal georiënteerd op econo misch en staatkundig terrein. De vooruitzichten zijn niet hoopvol en zooals hij zelf van oordeel is: „Deze situatie opent, zooals vanzelf spreekt, geen verblijdende vooruitzichten. De volkeren, zoo zegt hij verder, „ook het Neder- landsche volk, onderwerpen zich slechts noode aan de gedachte, dat men het leven op lager peil zal hebben in te stellen." Maar zullen wij er ons naar voegen? Wij weten wel beter. Ik hoorde een radio-uitzending omtrent de mode in 1933. Met vreugde werd gewaagd om trent den drang haar meer welvoegelijker kleeding, die in vergelijking met de mode van 1925, die ge schetst werd als de meest lichtzinnige, thans fat soenlijk en passend kan heeten. Daarmede zal wel licht ook het zedelijk peil worden verhoogd, maar, daarmede is de economische toestand nog niet verbeterd. Een andere gedachte schiet mij te binnen. De iefde tot het leven is den mensch ingeschapen. Hoe wenschen wij het te verlengen! Hoe zien wij >p tegen het oogenblik der scheiding uit hetzelve in steken begeerig de hand uit naar den walge- ijken geneesdrank, als wij er een redmddel tegen ien dood in meenen te zien. Zoo noode verlaten wij en wereld, waaraan zoo 'vele banden ons vast hechten: betrekkingen van vriendschap en bloed, van gezelligheid en gewoonte zelfs, en uitzichten, die wij nog zoo gaarne vervuld za,gen. En wat willen wij er voor doen, wat willen wij er voor laten? Neem u in acht! Het went'lend rad gaat dag en nacht; De vloed komt op en de eb keert weder; Wat gist'ren stond, ligt morgen neder; De schok treft dikwijls onverwacht Neem U in acht! 15)i Daarop nam hij zijn mantel van de schouders en wilde dien over het hoofd van het meisje wer pen. Alexa echter, uit haar oogenblikkelijke ver- looving ontwakende, ontsnapte hem door een snelle beweging en liep, een luiden kreet om hulp uit- tootende, op het huis toe. De bandieten snelden haar na. Alexa had eenigszins op hen gewonnen, maar zij struikelde over een op den weg hangenden tak van een rozestruik en stortte neder. Aleer zij kon op staan hadden de roovers haar ingehaald en gegre pen. Spiridion wierp haar zijn mantel over het loofd, maar door een wanhopige inspanning ge lukte het haar, zich gedeeltelijk uit het omhulsel te bevrijden, en zij stiet een tweeden kreet om hulp uit, schriller en luider, dan de eerste .Vervloekt!" knarsetandde Spiridion. „Zij zal het geheele huis in oproer brengen." Nauwelijks waren deze woorden over zijn lippen gekomen, cf er ontstond beweging rondom het huis. Uit dé stallen en schuren kwamen de bedien den, deels met geweren, deels met knuppels gewa pend. Tegelijkertijd werd een glazendeur van het ïuis geopend en Mr. Strange snelde den tuin in. Ien vluchtige blik op het tooneel voor hem was :enoeg, om hem van het gevaar te overtuigen, dat ijn dochter liep. Met den revolver in de hand nelde hij voorwaarts en de gewapende bedienden, loor zijn voorbeeld aangemoedigd, volgden hem, erwijl de anderen in het huis ijlden, om vuurwa penen te halen. De baandieten trokken zich ddelijk terug, de ge- angene met zich mede voerende. Voor zij echter ien muur bereikten, was Mr. Strange nabij genoeg lekomen om hen onder schot te hebben. Hij vuurde n Spiridions linker arm viel langs de zijde neer erwijl zijn rechter tegelijk zijn slachtoffer losliet. Dadelijk daarop vielen meerdere schoten en een er rooverc. in den schouder getroffen, stortte op en grond; hij stond echter weer op en wist over ien muur te komen, door den andere gevolgd. Spiridion trok zijn revolver uit den gordel en vilde zich verdedigen.Toen hij echter zijn man- chappen een bevel zou geven, zag hij eerst, dat lezen hem verlaten hadden en hij alleen tegenover ijn vijanden stond. „Het geldt hier leven of dood! Met klem en kracht Weerstaat ge de ondeugd en haar macht; Uw hart is rein en vrij van smetten Verzoeking waakt; zij spint haar netten; De wolf schuilt in een lamm'renvacht Neem u in acht! Een ander beeld treedt voor mijn oogen. De burcht-ruïnes, die Nederland telt, zijn veelvuldig. Eenmaal werden zij gebouwd, eenmaal heerschte er glorie en rijkdom, maar ook vrees, strijd en span ning. Welk een beeld van vervlogen grootheid en verval. In het boek, dat ik doorbladerde, ontmoette ik veel en velerlei, dat mij eveneens deed berusten 1 in den tegenwoordigen tijd van zijn diep verval op economisch, maatschappelijk en zedelijk gebied, i Nog onlangs hoorde ik door de radio den twijfel I uitspreken of er wel zou worden geluisterd naar j een uitzending van een rede, die, als zij was aan gevangen, niet zou worden aangehoord. Het was, 1 zooals de spr. van dien avond beweerde een zede- preek, en daarnaar luisterde men immers niet! En het was of de spr. met nog meer.vuur werd bezield. Waarom, zoo dacht ik, zullen er niet meerdere personen luisteren, evenals ik? En het was of ik geloofde, dat de spr ongelijk had, met die gedachte uit te spreken. Zou het waar zijn, dat men tot nadenken komt, nu van alle zijden op de ernst van het leven wordt gewezen?! Ik bladerde een blad verder in het boek, dat ik juist had terzijde gelegd en nu weer doorkeek. „Ongunstige algemeene toestand" staat er boven het stukje geschiedenis. Het geeft een beeld weer van nu: „Met het verslappen van handel en scheep vaart kwijnden natuurlijk ook de scheepsbouw en vele andere aanverwante vakken van nijverheid en ambachten. Het waren dure tijden en de belastin gen waren hooger dan ooit te voren." Ik heb dit artikel zitten schrijven met zoo af en toe een blik naar buiten te werpen. Een heerlijke zonnedag. Een blauwe hemel. Even het raam open om wat versche lucht binnen te laten. En toen ik verder las, dacht ik ook aan het leed dat vroeger door de menschen was geleden. Niet minder, neen waarlijk niet. Want: „Korten tijd daarna viel een zeer strenge winter in, die kouder was, dan men schier ooit beleefd had. Ik lees, Aftt velen in de straten en vooral op de buitenwegen dood bleven van de felle koude, dat zelfs in de kelders het bier en de wijn bevroren." Geen tijd zonder strijd. Ik denk er zoo dikwijls aan Maar, wij hebben ons te matigen, en even als de bedoelde spreker, vraag ik mij af: „Zou men er naar luisteren?" Wij hebben allemaal te streven naar het goede en ons zelve in onze eischen in te toornen. Maar, een troost is het, al is het een kleine: „Het is zoo altijd geweest!" Ziet, hoe het ten allen dage Geweest is hier benêên. Het wordt, schoon 't u mishage, Nooit anders, naar ik meen. Ja, 't was, dus overlegt gij, Nooit anders maar het moet Toch anders worden, zegt gij En't blijft op d'ouden voet. murmelden zijn lippen, terwijl zijn blik vol diepen haat en öoodelijke woede op den vader van Alexa rustte en vervolgens het sidderende, doodsbleeke meisje trof. Alexa bevond zich reeds aan de zijde van haar vader en buiten het bereik der bandieten. Een zestal gewapende mannen was bereid haar op leven en dood te verdedigen en maar al te begeerig om Spi ridion te dooden. Weerstand was nutteloos, hem bleef niets over dan een snelle aftocht. Hij stak den revolver weer in zijn breeden gordel. „Je durft toch niet op een ongewapenden en ge wonden man te schieten," zeide hij ruw. Maar wij kunnen hem gevangen nemen en aan de overheid uitleveren!" riep Mr. Strange uit, terwijl hij op hem toetrad. Spiridion legde de rechterhand op den tuinmuur, sprong er op en gleed er aan de andere zijde af. Een spottend gelach klonk in de ooren van zijn vijanden en men zag hem naar het nabijzijnde boschje snellen, waarheen ook zijn makkers waren gevlucht. Verscheidene kogels werden hem nage zonden, maar hij werd niet getroffen. Toen hij in het boschje verdwenen was, gingen de bedienden en de arbeiders in de keuken, terwijl Mr. Strange en zijn dochter zich naar de woonkamer begaven. Hier bracht de vader zijn dochter naar een Sopha en ging naast haar zitten, haar hoofd aan zijn borst drukkende, terwijl Alexa met beide armen zijn hals omklemde. „Wat moet dat alles beteekenen?" vroeg Mr. Strange, „wilde Spiridion je met geweld wegsle- p6rja, Papa, en het zou hem gelukt zijn, als U niet gekomen was Hij. verlangde dat ik zijn vrouw zou worden en toen ik weigerde, wilde hij mij met geweld met zich nemen." Hij zal zijn poging hernieuwen," zeide Mr. Strange bezorgd. „Ik ken de vermetelheid van Spiridion. Hij geeft nooit iets op wat hij zich in het hoofd heeft gezet. Hij zal misschien reeds den volgenden nacht terugkeeren met zijn geheele bende, om je met geweld weg te voeren. Wij zijn niet sterk genoeg om hem weerstand te bieden en de helft van onze arbeiders sympathiseert met hem „Wat zullen wij dan doen?" „Onze vrede is verstoord. Zestien jaren lang heb ik hier gewoond, zonder door iemand lastig gevallen te worden, maar van nu afaan zijn wij in dit oord aan bestendige vervolging blootgesteld. Wij moeten een nieuwe woonplaats gaan opsporen." „Wij moeben een plaats zoeken die in zekereheid en eenzaamheid deze overtreft, misschien in Azië, Afrika of Australië. Mijn eenige wensch is om de aandacht van iedereen te ontgaan, mij daar te verbergen waar nooit Engelschen komen. Wij Gisteravond bereikte ons het volgende bericht Te 't Veld gemeente Oude Niedorj) is een aanslag gepleegd op een zekeren M. de Wit. Genoemde heer de Wit, die uitbetaling zou doe n.vati gelden, werd op dat tijdstip Idoor een paar mannen overvallen. Een worsteling ontstond waarbij de heer Wit het onderspit moest del ven en zwaar werd gejond. Een zijner handed wtrd bijna geheel afgesneden. De daders wisten met het geld te ontkomen. Een groote menigte menschen besprak de ern hebben geld, de opbrengst van onze wijngaarden en vruchtetuinen, van onze geitekudden, geld genoeg, om een ander stuk land te koopen en ons een liefelijk tehuis te stichten. Ik zal gedurende den nacht een plan maken. Je bent bleek en beeft nog, Alexa. Begeef U naar bed, lieveling Ik zal je nooit weder zoo lang uit mijn oogen laten gaan als in deze dagen. Wat ik ook verloren heb, ik heb U nog en met U ben ik tevreden." Hij trok haar naar zich toe en kuste haar met roerende teederheid. Hij had haar wreed gewond, den geliefde van haar los gescheurd, haar jong leven verstoord, haar ziel met ondragelijke smart en zorgen beladen en toch was haar kinder lijke liefde en achting niet in het minste geschokt. Ook was niet de geringste twijfel aan zijn liefde bij haar opgekomen. „Mijn arm kind!" zeide hij bedroefd. „Hoe gaarne had ik je al dit verdriet bespaard. Ik weigerde je in den loop van den dag te zien, omdat ik vreesde dat, wanneer ik je zag, ik geheel en al verpletterd zou worden; nu echter begrijp ik mijn dwaling, Je zoudt me geholpen en getroost hebben. Ga'nu naar bed, mijn kind. Je kunt van nacht rustig sla pen. Men zal wacht houden, opdat Spiridion ons niet overrompelen kan. Goeden nacht Alexa!" Hij begeleidde haar tot de deur van haar slaap vertrek, sloot vervolgens alle uitgangen, bevestigde de vensters zoo goed mogelijk en ging eindelijk in zijn eigen kamer. „Spiridion zal ons niet veel tijd geven," zeide hij. „Wij moeten dadelijk weg. Maar waarheen zullen wij gaan? welk land staat niet met Engeland in verbinding. Waar ben ik veilig? Mischien is het goed dat wij gedwongen zijn te vertrekken. Als lord Kingscourt terugkeert, dan mag hij ons 'hier niet meer vinden. Alexa en hij mogen elkander niet meer ontmoeten." Hij nam eenige landkaarten, spreidde deze op een tafel uit en zag er met donkere oogen op neder. NEGENDE HOOFDSTUK. Mr. Strange waakte gedurende den geheelen nacht en bracht den tijd met het bestudeeren der landkaarten door. Spiridion liet echter niets van zich hooren; evenmin vond Mr. Strange een plaats, welke hem dezelfde zekerheid scheen aan te bieden als zijn tegenwoordig te huis, waarin hij zooveel jaren in rust en tevredenheid had gewoond. Dik wijls vermoeide hem de eentonigheid der oranje bosch j es en wijngaarden, van de donkere bergen, die hem als muren van een gevangenis insloten, maar hie rwas hij veilig en soms tevreden geweest. stige gebeurtenis in deze anders zoo rustige om geving. Hedenmorgen optvingen wij de volgende bijzon derheden Gister. Maandagavond, ongeveer vijf minuten I voor 7, begaf de boekhouder van de zuivelfabriek ,/NTiet Gedacht", de heer M. de Wit, wonende aan de Zwarte "Weg, zich als gewoonlijk! naar de fabriek tot het doen van uitbetalingen. De fa briek is gelegen op 3( minuten afstand van de woning van den heer de W. Hij ging de achter-, deur der boerenwoning uit, en werd bij de i dorschdeuren aangevallen en neergeslagen door i een persoon, die zich daar verdekt had opgesteld terwijl een tweede, dien hij niet had opgemerkt hem in den rug aanviel. Van het verder verloop weet de heer de Wit) zeer weinig, |ÜooTdat hij bewusteloos is geraakt. Zijn gelaat werd met bagger besmeurd om hem het) zien te beletten. MIJN HARDT'S SALMIAK-TABLETTEN Doozen 20 en 30 ct. Bij Apoth. en Drogi«Un Een der aanvallers wilde hem de tasch, waar in eén bedrag van 200Ö gulden aan baar gelid benoodigd voor de uitbetalingen, was geborgen, ontrukken, wat hem evenwel niet gelukte. Daarna werden hem een zestal sneden over de hand gegeven, zoodat hij de tasch wel (moest los laten. Deze snijwooden zijn van tamelijk' ernstigen aard. De aanvallers wisten met de buit te ontkomen. Met moeite wist de heer de Wit Izich in huis te begeven, waar de wonden door den geneesheer werden verbonden. Direct werd door de politie een onderzoek in gesteld, waarbij gebruik werd gemaakt van speurhonden. Dit onderzoek leverde echter geen resultaat op. Die toestand van den heer de Wit was hedenf morgen naar omstandigheden redelijk wel. Hier had hij zijn kind tot een liefelijke jonkvrouw zien ontluiken en gehoopt eenmaal zijn laatste rustplaats te vinden. Daarom viel het hem moeie- lijk deze plaats te verlaten; maar het was meer dan noodzakelijk en daarom ook had hij daartoe be sloten. Dikwijls verschrikte hem het minste geruisch, denkende dat hij voetstappen hoorde en eenige malen sloop hij naar de kamer van zijn dochter, om zich te overtuigen dat zij nog veilig was en sliep. Hij onderwierp de kaarten van Griekenland, Tur kije en Rusland aan een nauwkeurig onderzoek, maar kon tot geen besluit komen. Zuchtende stond hij op en ging langzaam de kamer op en neer. „Ik moet mij verder naar het oosten begeven," zeide hij. „Hoe verder van Engeland verwijderd, des te beter. Het liefste zocht ik een oase in de woestijn Sahara op, een oase zoo klein, dat zij zelfs niet door de Arabieren bezocht wordt. Daar zouden Alexa en ik, met eenige negers alfe bedienden, rustig kunnen leven en sterven. Lord Kingscourt vroeg wat er van Alexa zou worden, als ik dood ben. Deze vraag houdt ook mij bezig. Kon zij maar ergens in een gesticht gaan, opdat ik ook van deze zware zorgen ontheven ware. Zonderling, dat ik er niet vroeger aan gedacht heb wat van mijn dochter zal worden, wanneer ik niet meer zijn zal!" Op het gewone uur bevond hij zich aan de ont bijttafel; terwijl Alexa daarna met de oude Aminka over eenige huishoudelijke zaken sprak, riep hij zijn meest getrouwe bedienden bijeen en deelde hun mede, dat hij zich naar Athene begaf en een paar dagen afwezig wilde blijven. „Mijn dochter vergezelt mij," zeide hij. „Wij gaan met ons schip, dat in de golf gereed ligt. Ge kunt levensmiddelen en bijzondere zaken van waarde, die ik u zal aanwijzen, aan boord brengen. Ver mijdt echter alle opzien, opdat niemand van mijn voornemens iets hoore, want Spiridion heeft overal spionnen en ons plan mag niet verraden worden." De mannen deden, zooals hu bevolen was; ver scheidene kisten werden gevuld met kostbaarheden, welke Mr. Strange hun aanwees, maar het trans port naar het schip werd tot den avond verschoven. Hij gelastte de lieden aan hun gewonen arbeid te gaan en riep zijn dochter bij zich. „Wij zullen heden avond deze plaats verlaten, Alexa," zeide hij ernstig. „Wij nemen geen bedien den mede, uitgenomen de bemanning van het schip Laat uw kleederen en linnengoed en alles, wat je wenscht mêe te nemen, in kisten pakken, opdat het van avond aan boord kan gebracht worden. Alexa zag haar vader verbaasd aan. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 1