Rubriek van den Arbeid De Jeugd en de Auto STRENGER TOEZICHT OP NETVERKEER Ons Gourantenverhaal Land- en Tuinbouw VEEGEET DE KALI NIET. Wij willen het in dit artikeltje niet hebben over bouwer zoo zware tijden, voordeelig is onze cul- de vraag of het in deze, voor den land- entuin- tuurgewassen met kunstmeststoffen (te .bemfeten, De omstandigheden zijn immers zoo verschillend dat, waar men op de eene plaats van een bemesting voordeel heeft er in andere gevallen verlies te boe ken, is. Nemen wij bv. voor dit jaar de gewassen uien en aardappelen De bemesting der uien is in uien verbouwende streken rendabel geweest, he laas, geeft de bemesting van aardappelen, bij deze lage prijzen, verlies. Bovendien weet men niet, hoe de prijzen het volgend jaar zullen zijn. En van deze prijzen hangt alles af. Zoo kan de bemesting van zeker gewas dit jaar verlies een volgend jaar ruime winst geven. Te veel wordt echter uit het oog ver loren, dat de bemesting vooral bij de tegenwoordige lage kunstmestprijzen in de exploitatiekosten van een bedrijf nite het grootste gewicht in de schaal ligt. Dit hebben de slechte jaren, welke wij achter den rug hebben voldoende bewezen. Wij willen in dit artikeltje meer wijzen op het gevaar, het groote gevaar, van eenzijdige bemesting welke op vele plaatsen sterk doorgevoerd wordt. Wie eenigszins met de voedingsleer der planten op de hoogte is zal toch inzien, dat een bemesting, uitsluitend met een meststof, welke toevallig goed koop is, spaak moet loop en. En dit is, volgens vele landbouwdeskundigen reeds het geval. De wet van het minimum, dit is, dat de opbrengst zich regelt naar de voedingsstof waarvan het minst in den grond aanwezig is, geldt ook in crisistijd Hoe kan ik bv. 50 hl. tarwe per ha. oogsten als slechts voor 30 aan kali in den gronda anwezig is? Slechts een volledige bemsting kan rendabel zijn, terwijl een eenzijdige bemesting, hoe hoog ook opgevoerd, verlies moet geven. Veel liever dus een zwakkere volledige bemesting dan een sterke eenzijdige. Kali, fosforzuur en stikstof dienen in de juiste verhouding aanwezig te zijn. De practische landbouwer beoor deelt naar zijn grond en zijn gewassen. Maar nog eens, eenzijdige bemesting kan niet als tot teleur stelling leiden. Daarom bemest volledig, vergeet de kali niet voor de hoogst mogelijke opbrengst en hopen wij op betere prijzen voor onze gewassen. CONTINGENTEERING VANZAKDOEKEN, CACHE- geven. Intusschen blijft elke voorspelling onmogelijk en zal men, vooral in een klein land als Nederland, ALGEMEENE WENKEN, moeten afwachten wat de gebeurtenissen in den komenden tijd ons zullen brengen. 3 wielremmen 3 wielr. DRAISWAvAismKEMBURG'S •iLEVtRTRA LEEUWARDEN- Het jaar 1932. De gevolgen van de wereldcrisis, welke het ge- heele economisch leven teistert, kwamen in 1932 nog sterker tot uiting dan in 1930 en 1931. Dit had dan ook tengevolge, dat de werkloosheid steeds grooteren omvang aannam, zoodat in het laatst van 1932 in Nederland een 300.000 arbeiders geheel werkloos waren, terwijl daarnaast nog velen door verkorting van den arbeidstijd hun weke- lijksche verdiensten zagen dalen. Het kon dan ook niet uitblijven, dat de daling van het loonpeil, welke in 1931 reeds een aanvang had genomen, in 1932 een verderen omvang aannam. In vrijwel alle be drijven vonden loonsverlagingen plaats; zelfs in bedrijven, waarin de loonen krachtens een collectief contract nog voor 1932 waren vastgelegd, werden tijdens den duur dezer contracten loonsverlagingen ingevoerd. Zoo b.v. in de typografie en in het boek bindersbedrijf en, zij het ook niet dan na tus- schenkomst der Regeering, in het bouwbedrijf en aanverwante vakken. Ook in de Rijksbedrijven en -diensten en de gemeentelijke en provinciale be drijven en bij de Spoorwegen leidde de noodzake lijke bezuiniging tot verlaging der loonen en sala rissen. Dat de economische toestand deze verlaging nood zakelijk maakte, bleek wel uit het betrekkelijk ge ringe aantal conflicten, dat, hoezeer de vakorgani saties van arbeiders zich ook tegen deze loonsver lagingen in principe verzetten, uitbrak. Behalve de reeds in 1931 aangevangen conflicten in de textiel- en stroocartonindustrie was eigenlijk het korte con flict in de koopvaardij het eenige conflict van alge- meenen aard. De economische toestand was over het algemeen te ernstig dan dat de arbeidersorga- saties zich met eenige kans op succes tegen de in verhouding tot de economische moeilijkheden meestal matige loonsverlagingen konden verzetten. Het behoeft geen verwondering te wekken, dat deze moeilijke tijden ook van invloed waren op.de verdere sociale verhoudingen. Verbeteringen in de sociale wetgeving konden niet tot stand worden gebracht. Daarentegen werd, gezien den toestand van 's-lands financiën, de Rijksbijdrage voor het Invaliditeits- en Ouderdomsfonds verminderd. Vermeld moet nog worden de indiening van het Ontwerp-Bedrijfsradenwet bij de Staten Generaal, welk Ontw erp bereids door de Tweede Kamer werd aangenomen. De kosten van het levensonderhoud bleven in de eerste helft van 1932 verder dalen. Hoewel in de tweede helft nog geen stijging plaats vond, werd de daling echter tot staan gebracht, vooral dook door de prijsverhooging, die verschillende eerste levens behoeften ondergingen in verband met de steun maatregelen der Regeering voor verschillende be drijven. v Uit alles is gebleken, dat 1932 in elk opzicht een slecht jaar is geweest. Bepaalde lichtpunten in de crisis zijn nog niet te constateeren. Het eenige is, dat men in sommige kringen iets optimistischer is gsetemd dan een jaar geleden en dat misschien ook de internationale verhoudingen een iets beter aspect Het werk der voortrekkers. De jeugd we bedoelen daarmee de jeugd in wat ruimen zin, dus daaronder de stoere, vlotte, volwassen kerels tot van om en bij de 26 jaren. 'n Benijdenswaardige leeftijd, al was het alleen reeds omdat deze „jeugd" niet geleefd heeft zonder de automobiel! De jongeren hebben in hu nleven de auto een voudig kant en klaar gevonden, naastt de electri- sche tram, naast de telephoon, naast de bioscoop. Kant en klaar, voor gebruik gereed, 'n Druk op de knop en de motor loopt. Banden 30 000 K.M. Open dak. Synchronisator in de versnellingsbak. Radio i« het dashbord. 100 K.M. per uur. Twee reserve wielen. Geruischloos. Electrisch licht. Vier remmen van volmaakte constructie. Vereischte technische bekwaamheden ongeveer nihil. Zoo rijdt de moderne jeugd onbezorgd naar Baarn of Bazel, naar Bussum of Belgrado, naar Berlicum of Buda Pest. Veertig Liter benzine op 'n bonnetje aan een electrische pomp. Heb je je suite-case bij je, pop? Zullen we lunchen in Keulen of rijdt je liever over Luxemburg en de Vogezen? Vervelend, die pont aan de Lek. Overmorgen gondelieren we in Venetië. Ja, graag nog 'n sigaretje. Zoo rijdt de moderne jeugd in de moderne auto: 't paspoort, 'n pijp, 'n pet, 'n plus four; zij: een lippenstift, 'n donsje, 'n dun sigarettenkokeïtje. Ergens onder de zitbank een Engelsche sleutel en 'n paar andere onbekendheden, ijzeren vodden, die je meeneemt nu ja, ze behooren nu eenmaal tot de uitrustingstukken van den wagen, maar het zijn ongeziene, onbelangrijke b-komfctigheden, dingen, waar je je niet mee afgeeft. Zóó rijdt de jonge man in deze jaren. Maar zijn vader! Zijn voder droeg 'n lange, ruime, ruige herenjas, een afzichtelijk hoofddeksel, 'n soort zeilpet en 'n groote stofbril. Zijn vrouwelijke passagier was even zoo geëmballeerd. Het verschil in geslacht werd alleen hooggehouden door 'n wapperende voile. Het begrip sex-appeal was nog niet uitgevonden, trou wens de electrische starter evenmin. 'n Sigaretten rookend meisje achter het stuur van een wagen was een onbekende stoffeering van den weg. Een meer populaire verschijning was een vod- derig heer onder of naast een vreemdsoortige brik op gummi wielen, hardnekkig, doch optimistisch knutselend aan een onwillig, nukkg stuk mechaniek. De vader! Hij heeft met alle kracht van zijn soepele, jonge spieren geworsteld met gesprongen banden; hij heeft de band-ijzers, ,de plakpleisters en de voet- pomp gehanteerd. Hij had meer lekke banden tus- schen Amsterdam en Maastricht dan zijn zoon in een vol jaar snel auto-rijden. De vader! Hij was een held in stormachtige najaarsnachten, een onvervaarde vechter in zijn bijna wanhopigen, ongelijken strijd tegen lekkende carbidlampen, die hem op trouwelooze wijze op de meest ongelegen uren en de meest onherbergzame buitenwegen in den steek lieter^.. De vader. Hij ploeterde, hij zwoegde, hij streed, hij vocht, hij mopperde, hij foeterde, misschien zelfs vloekte hij wel eens bijna, maar.hij overwon. Hij over won met vuile handen in een stremenden regen, bij nacht en ontij en met ijskoude voeten, maar hij overwon! En de vruchten van zijn strijd? Zij liggen in de moderne auto, het heerlijke, vol- j komen betrouwbare voertuig, 'n salonnetje op wie len, bestuurbaar met 'n pink. De resultaten van zijn pionieren? Twee meisjes reizen samen, gemakkelijk, veilig en snel van Holland uit over de Zwitsersche Alpen passen en toeren in de vacantie langs het lachende 1 Garda-mieer De dokter drukt op den starter van zijn wagen j en weet, dat hij over tien minuten bij zijn patient is.... De zakenman stopt met zijn auto voor het kan- i toor van zijn klant en laadt zijn koffers uit. De autobus vervoert dertig passagiers volgens een- minuten-dienst, precies op tijd j De vrachtwagen brengt de bestelde goederen voor I Uw huis En alles zoo vlug, zoo zeker, zoo bettrouwbaar als i een.auo! i De resultaten van het werk der pioniers? Een R. A. I.-gebouw in Amsterdam exposeert straks die resultaten! Het mooiste, het modernste, wat de hedendaagsche automobiel-terniek van vrijwel de geheele wereld brengt, dat alles is te vinden in het R A. I.-gebouw. Daar bloeien de vruchten, daar staat het kostelijk werk der pioniers, daar staan de resultaten van I nachtelijke gevechten in kou, regen en modder tegen duizend tegenslagen in een vroegeren tijd, dien de jeugd niet heeft gekend, dien de jeugd nauwelijks kan begrijpen. 1. Rijdt nimmer op zoodanige wijze"'0at de vei ligheid van het verkeer in gevaar wordt gebracht of de vrijheid van beweging der overige weggebrui kers wordt belemmerd. bij een snelheid van 20 km.u binnen 6 M 30 km.u 13 m'. „40 km.u 22 M. 50 km.u 35 M. 60 km.u 50 M. 3 M. 7 M. 13 M. 19 M. 28 M. 2. Houdt steeds rechts en wijkt, als ge een ander inhaalt, naar links uit. Ga nimmer na het voor bijrijden te snel weer naar de rechterzijde. (Dus niet snijden!). 3. Berijdt nimmr zonder noodzaak de linkerweg helft en bedenkt, dat rijden op de linkerwéghelft verboden is: a. in alle bochten binnen bebouwde kommen: b. in onoverzichtelijke bochten daarbuiten, en een bocht naar links ruim. 5. Berijdt den meest rechts gelegen rijweg, wan neer breede straten, enz. door een plantsoen, mid denpad of anderszins in tweeën verdeeld zijn. 6. Verleent voorrang aan van rechts komend verkeer. Bedenkt evenwel, wanneer gij zelf van rechts komt, dat uw recht van voorrang uniet ont slaat van de verplichting, om acht te geven op het kruisende verkeer Let dus óók op auto's enz., welke van. links komen. 7. Haalt een tram alleen aan de linkerzijde in, wanneer ge daardoor niet op de linker weghelft behoeft te komen. VOOR WIELRIJDERS. 1. Rijdt nimmer met meer dan twee naest el kander. (Blijft op smalle wegen zelfs achter elkaar). 2. Rijdt niet op den rijweg, als daarnaast een fietspad aanwezig is. (Een rond blauw bord met witte fiets erop geschilderd geeft aan, dat de rijweg voor wielrijders verboden is. Waar zoo'n bord staat moet het rijwielpad dus bereden worden). 2. Rijdt op rijwielpaden achter elkander, tenzij het pad zeer breed is. N.B. In tegenstelling met den gewonen regel (zie boven) moet op een links van den weg gelegen rijwielpad', dat daarvan niet door een berm, of iets dergelijks gescheiden is, aan de rechterzijde worden ingehaald, (zoo noodig op den rijweg.) 4. Geeft tijdig teekens: a. Als gij stoppen wilt of vaart verminderen door het op en neer bewegen van uw arm; b. Als gij van richting veranderen gaat door het zijwaarts uitsteken van uw arm in de nieuwe rich ting (bij linksaf gaan dus den linkerarm uitsteken bij rechtsaf gaan den rechter). 5. Voorziet uw rijwiel van een behoorlijken, ver- titcaal geplaatsten, reflector of rood achterlicht, een goede bel en, wanneer de fiets een vrywiel heeft, bovendien van ten minste één krachtig werkende rem. 6 Richt den lichtbundel van uw fietslamp schuin naar omlaag: vermijdt verblinding! VOOR AUTOMOBILISTEN EN MOTORRIJDERS. 1. Vermijdt alcoholgebruik, wanneer gij daarna nog rijden moet. 2. Let bij het inhalen op, of uit tegengestelde richting geen verkeer nadert. Gaat nimmer na het inhalen te snel weer naar rechts, (niet snijden!!) 3. Geeft tijdig teekens: a. Als gij stoppen wilt of vaart verminderen door het toonen van uw stoplicht of door het op en neer bewegen van uw arm; b. Als gij van richting veranderen gaat door het zijwaarts uitsteken van uw arm of richtingaanwijzer in de nieuwe richting. 4. Geeft tijdig signalen,als de veiligheid dat eischt. (Misbruik echter uw hoorn niet: onze tijd heeft dringend rust noodig!) 5. Staat nimmer in een bocht stil, dan belet ge anderen, om op die bocht al gevaarlijke punten voldoende rechts te houden. 6. Zorgt bij duisternis voor de volgende verlich ting: a. aan de voorzijde twee witte lichten (ter weers zijden van den auto) b. aan de linkerachterzijde een rood achterlicht; c. een voldoende verlichting van het achter nummer. N.B. Motorrijwielen behoeven aan de voorzijde slechts één wit licht te hebben; motordrie- wielers en motorzij spancombinaties staan ge lijk met automobielen. 7. Dempt uw verblindende verlichting: a. bij het tegenkomen van ander verkeer (auto's fietsen, paardenkarren, enz.) op 100 meter vóór de ontmoeting; 10. Zorgt voor een goede stuurinrichting. Deze is in orde wanneer de speling (vrije slag) in het stuurwiel niet meer bedraagt dan 30 graden (ge meten aan den omtrek). 11. Parkeert nooit op zoodanige wijze, dat het rijdend verkeer gehinderd kan worden. Dus b.v. niet op of vlak bij hoeken van straten, niet in bochten, niet anders dan vlak langs den berm of het trottoir, nez. DE ONTDEKKING Door J. VAN GALEN. Weggebruikers opgepast! Naar aanleiding van de in uitzicht gestelde scher pere controle op overtreding van de verkeersvoor- schriften geven wij het volgende overzicht van de „regels van den weg": b. binnen bebouwde komen; c. tijdens het stilstaan. 8. Verleent steeds uw hulp na een aanrijding, botsing, enz., waarbij een mensch letsel heeft be komen. Dit geldt óók wanneer gij geen schuld aan de aanrijding hebt. 9. (Zorgt voor goede remmen. Een rem werkt goed, wanneer hij in staat is, de uto tot stilstand te brengen binnen de volgende afstanden (gerekend op een droog, stroef wegdek: „Het is niet altijd prettig", zei Tillen, de detective, „een gave van opmerken, van snel en scherp door denken te bezitten. Ik kan je daarvan een voor beeld geven. Jaren geleden was ik zeer bevriend met een jong echtpaar. Hij, laten we hem Brand noemen, was een bekend tooneelschrijver. Zij was het bekoorlijkste, liefste vrouwtje, dat ik ooit ont moet heb. Je kent me, ik ben geen dweper. Het leven heeft me vrij cynisch gemaakt. Ik heb te veel gezien wat en hoe „De vrouw" is. Maar in haar ge loofde ik, in haarenfin, waarom uitweiden? Je begrijpt het. O, het was zeer onschuldig en trouwenseen sentiment, dat alleen van mijn kant kwam. Bovendien ben ik er de man niet naar te flirten met de vrouw van mijn vriend. Op een morgen, ik was juist bezig met te scheren, kreeg ik de onheilstijding, die me in den waren zin des woords trof, als een donderslag uit onbewolk- ten hemel: Brand was dood. En zelfs.vrijwillig in den dood gegaan. Ik snelde naar zijn huis. Vond het vrouwtje op bed, in 'n zenuwtoeval, onder behaandeling van een dokter. Werd dan in de slaapkamer van Brand ge laten, waar me zijn trouwe knecht, die trilde op z'n beenen, vertelde, wat hij wist. Brand placht een langslaper te zijn. Niemand had zich daarom verwonderd, toen hij dezen morgen al bijzonder lang sliep. Tenslotte was de knecht eens gaan kijken en had de vreeselijke ontdekking gedaan: zijjn meester zou nooit meer wakker worden. Naast het bed, op een nachttafeltje, stond een leeg glas. De dokter had geconstateerd: VergiftigThg. Zonder eenigen twijfel had hij dit glas leeggedronken en was toen voor altijd ingeslapen. Onder het glas had men een stuk papier gevonden. Men gaf het mij en ik las de enkele zinnetjes, die er op stonden: „Ik ben het leven moe. Misschien juist, omdat het mij niets dan voorspoed brengt. Daarom neem ik vrijwillig afscheid." Ik stond daar, met het blaadje papder in m'n hand en staarde op die enkele simpele zinnen. Zelfs op dat moment, waar toch waarachtig het noodige in me omging, merkte ik op, dat hij niet de moeite genomen had, een stuk behoorlijk papier te zoeken. De woorden waren geschreven op een vierkant afgeknipt stuk papier, blijkbaar het eer ste het beste, wat hem onder de handen was ge komen. Ik keerde terug naar de jonge vrouw, die nu stil neerlag, starend en apatisch, sprak enkele woorden met den dokter, die haar een kalmeerend middel gegeven had en hoopte, dat ze spoedig zou insla pen. Ik stond bij de toilettafel en nam, al pratend, geheel in gedachten, een schaar op, die bij haar manicure-doos lag. en zelfs op dat moment, terwijl al mijn denken en.de hemel weet het, al mijn voelen, bij de kleine vrouw daar op het bed waren, merkte ik op, dat aan de schaar een klein randje papier kleefde. Ik nam het gedachteloos er af en zag, dat er een woord opstond: Herman. Toen, met bijna angstwekkende luciditeit, zag ik plotseling, dat andere stuk papier weer, dat vreemd slordige, uitgeknipte stuk papier, met die enkele zinnen en ik zag, terwijl ik luisterde naar den dokter, ik zag dat stuk papier enhet kleine randje, dat er boven aan was afgescheurd.... Als toevallig. Het randje, waaraan dit stukje zeker 'paste. Dus Dus stond er eigenlijk op dit papier, dat men bij den doode gevonden had: Ik ben het leven moe. Misschien juist, omdat het mij niets dan voorspoed brengt. Daarom neem ik vrijwillig afscheid. En ik „begreep alles." Ik moest het begrijpen, toen ik plotseling de oogen der vrouw ontmoette, die vanaf haar bed naar mij staarden met een ontzettende blik, waarin dreiging was, wan hoop en smeeken." Tilden zweeg. „En?" „Waten? Het kostte me, helaas niet veel moeite alles te begrijpen. Brand had zijn vrouw het manuscript van een nieuw tooneelstuk laten lezen, waarin een zekere Herman, moe van het leven, deze woorden sprak. En zijn vrouw had ze weten te ge bruiken." „En toen?" „Welzij is onvoorzichtig snel hertrouwd. En heel gelukkig geworden, voor zoover ik oordeelen kan." „Heb je niets gedaan?" Tilden stak een sigaret op en lachte kort. Gedaan? Neen! Het heeftmij wat gedaan!" c.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 6