Muiterij aan boord van Mr. Ms. „Zeven Provinciën"
No 20
leder zijn eigen zin.
En dan het Fascisme.
En de geest onder het Marine-Personeel te Den Helder
TELEFOON INTERCOMMUNAAL NC. 52 DONDERDAG 16 FEBRUARI 1933 42e Jaargang
Nog korten tijd en 'clan zal de verkiezings
actie beginnen. iJle strijd voor (d.e vernieuwing
van het Parlement zal dit §aar, naar we voor
zien, bijzonder fel zijn. Wanneer de economi
sche omstandigheden ongunstig zijn, dan val
len er altijd slagen. Velen verliezen een "betrek
kelijke welvaart, anderen zelfs volkomen hun be
staanszekerheid. Het- is begrijpelijk, dat een
menseti daardoor wordt terneergedrukt, alsme
de, dat hij naar een herstel van zijn positie streeft
Wordt de onmacht daartoe gevoeld,, dan zoekt
hij de oorzaken van zijn Verval buiten hem om
en komt hij al heel gemakkelijk tot de conclusie
dat het bestaande" niet deugt;. Fji dan draaft
hij aan achter den nieuwlichter,; den man, die
het vel eens anders en beter zal doen,.
Zulke nieuw-lichters zijn thans het pad op
gegaan en ze wenken de teleurgestelden en aar
zelenden naar zich toe. Z,e brokkelen aan de ge
ledingen van a 11 le groote politieke partijen.
Fascistische partijtjes slurpen liberaal levens
bloed. Die O.S.P. teert op de kracht derSl.D-,
A.P. De Christelijke Arbeiderspartij vege
teert in den Anti.Revolutionaire huize en de
Katholieke Staatspartij vindt haar eenheid be
dreigd door een Rj.K;. Volkspartij, R.K. Ar
beiderspartij en een "Katholieken Diemocratischen
Bond.
Dit artikel is geenszins bedoeld om voor een
of andere richting propaganda te voeren. Slechts
willen wc in het algemee^ waarschuwen tegen
versnippering, omdat daarmede het tegendeel
wordt bereikt vato wat mei* beoogt.
Als het publiek nagaat, in hoeverre de groote
politieke partijen voor de huidige économische
impasse aansprakelijk zijn, dan komt de een tot
de conclusie, dat de medezeggenschap der inii-
viduen, leden of kiezers, te ver gaat zoo'mee-
nen bv. de fascisten en ook de communisten
terwijl anderen de democratie beknot achten en
in alles een overheersching zien van intell'ectu-
eelen, of werkgevers, dan wel van beide samen.
Om hun democratische gedachten met meer kans
op succes naar ze meenen tte kunnen ver
wezenlijken, gaan ze dan loopen om een nieuw
partijtje te stichten.
Over de kwestie, of ze in hun meening jmtrent
een verdrukking van de democratische gedachte
of een onderdrukking van hun proletarische
strijdmiddelen al dan niet gelijk1 hebben, wen-
schon we ons in het bestek van dit artikel 'niet
uit te gaan. Maar het' lóópen-gaan is in ieder
geval iets verkeerds. Die lóópers beweren altijd,
dat ze de massa, althans de meerderheid achter
zich hebben. Welnu, zoon meerderheid moet tot
uitdrukking zijn te brengen, wanneer de be
langhebbenden in hup organisatie .ook inderdaad
iets over hebben voor hun meening en karakter
vast genoeg zijn pm er van te laten blijken.
Zjjn ze dat laatste niet, dan hebben ze ook geen
recht op de zege van hun gedachte en dan zou I wordel1- De Marin: in Den Helder, aldus onze zegs
i 1 - mnn Hoc/^Vl/WlTTrF Vtof rroun 1 mr,i<boDib nl»j
HET BESTUUR
Na afloop der vergadering ontvingen wij van den
heer De Nys, secretaris van het Cambo het toege
zegde perscommuniqué, wat wij hieronder afdruk
ken en daarna in een gezellig praatje (het geven
van inlichtingen scheen ook nu weer officieel niet
getolereerd te worden) met een der andere Hoofd
bestuurders, de heer Van der Vaart, toch nog het
een en ander wat vermeldenswaardig zou kunnen
zijn, te hooren. Bepaald rustig scheen de vergade
ring overigens niet verloopen te zijn, want opmer
kingen van in het gezellige zaaltje van het vereni
gingsgebouw binnenstuivende matrozen, als „Ik heb
nog nooit zooiets meegemaakt", en „Wat een gejoel
niet" waren aan de orde van den dag, of liever van
den nacht, want het was inmiddels twaalf uur ge
den hun voorgangers beter doen met het post
tieve bewustzijn van hun volgelingen te verster
ken, in plaats van buiten de organisatie met
een klein troepje breeke beent je te gaan spelen.
In een verdere politieke versnippering, van
ons volk schuilt een groot gevaar voor bet de
mocratische en parlementaire stelsel in ons land
fenj.dat zijn juist de dingen, waarbij de
genen, die nu zelfstandig hun politiek avon
tuur willen zoeken, groote belangen hebben.
Overal in de wereld is de parlementaire en de
mocratische gedachte in de verdrukking gekomen
door eigen verwording. D|e volstrekte politieke
zelfstandigheid der individuen heeft een chaos
geschapen, waarin geen orde meer te brengen
was. Toen moiest noodwendig het regime van;
de krachtige vuist volgen.
4 Hitler is een politieke figuur, welke we ver
afschuwen. Maar Hitler is momenteel de eenige
man in Duitschland die men telle zijn. mid
delen niet regwirem1 kan. Uit het samenstel
van politieke partijen in Duitschland viel geen
enkele combinatie meer te vormen, welke re-
gceringsverantwoordelijkheid op zich kon ne
men.
Zóó dreigt het ook in ons land op den duur
te vergaan, als de politieke scheurmakers succes
hebben.
Al zou men het program van een O S.P., of;
Chr. Arb. Partij, van de Katholieke Volkspar-'
tij Arbeiderspartij of Diemocratischen Bond,
volledig kunnen onderschrijven, dan nog kan
men van zulke beweging als zoodanig geen sue
ces verwachten.
Zooals het nu is, zijn politieke regeering|p-
combinaties in ons land, mogelijk. Men behoeft
daarbij niet uitsluitend te denken aan een chris
telijke coalitie, maar kan ook het oog pp andere'
samenwerking giericht houden. Als echter de
S'.DiA-.P. haar zetel tal moet deelen met een ,0.
S;.P., de A. R. Partij in kracht van dal moet
verliezen aan de Chr. Arb. Partij en Arts, Wes-
seliug en Veraart met nog een paar mannetjes,
afbreuk doen aan de positie der Katholieke
„Staatspartij, dan krijgen we hier toestanden als
in Duitschland en Frankrijk. Dan, zal door al
te groote versnippering geen bestuursmeerder-
hcid zijn samen te stellen. Die politieke chaos
volgt ende sterke man. of een partij, welke
geweld weet te voeren, moet de verlossing bren
gen.
Wie door politieke versnippering het onderste*
uit de kan der democratie zoeken, krijgen net
fascistische deksel op den neus.
man, beschouwt het geval werkelijk als een demon
stratie tegen de loonkortingen, en niet als een revo-
lutionnatre, of vooropgezet revolutionnaire daad
met een communtstischen inslag. De geest in Den
Helder is goed, al wacht men in spanning de ko
mende gebeurtenissen af. Vannacht dat was de
nacht van Donderdag op Vrijdag moet de ont
knooping plaats vinden, dus de spanning stijgt. Ook
al omdat er manschappen uit Den Helder op De
Zeven Provinciën geplaatst zijn. Hierdoor zijn
IN
OP BEZOEK BIJ HET CAMBO-BESTUUR.
(Comité tot behartiging van de algemeene belangen
van het marinepersoneel, beneden den rang van
officier).
IN GESPANNEN VERWACHTING.
HUMOR BIJ DE MARINE.
Zoo waren we dan op den stormachtigen Donder
dagavond op weg naar Den Helder. Wij hadden zoo
het een en ander gehoord, maar wilden het nu ook
zelf eens zien, om dan later onze lezers in een ge
trouwelijk relaas verslag te doen van onze weder
waardigheden, en mogelijke avonturen in Den Hel
der. Wel stonden wij wat wantrouwig tegenover de
mededeelingen „uit zeer vertrouwbaren bron" die
ons smiddags bereikt hadden ,als zouden de ge
moederen van de Marineschepelingen zeer opge
wonden zijn, maar aan den anderen kant, stonden
wij toch ook eenigszins gereserveerd tegenover de
mededeelingen eveneens „uit zeer vertrouwbaren
bron", waaruit wij zouden moeten concludeeren, dat
er eigenlijk heelemaal niets aan de hand was. Voor
niets worden de bladen van de Arbeiderspers niet
verboden en voor niets tracht men niet onge-
wenschte elementen uit Den Helder te weren. Inder
daad er was iets bijzonders in de atmosfeer, hoe
dichter wij Den Helder naderden. Want ongeveer
bij het vliegkamp De Kooy passeerden wij twee
zwaarbewapende schildwachten, om even later een
AANHOUDING DOOR DEN RIJKSVELDWACHT
te beleven. Na een kort onderzoek en legimitatie
konden wij verder trekken. Dat deze bewaking
geen sinecure was, bleek ons wel, toen wij des
nachts weer op hetzelfde punt werden aangehouden,
om weer gevisiteerd te worden. Want toen was men
juist in gesprek met een automobielbestuurder, die
er trots heftig protest niet door mocht, en dus
blijkbaar niet geheel zuiver op de graat was. In
Den Helder zelf, was overigens nog niet veel te
zien. Aan de Buiten- en Binnenhaven, waren de
posten verdubbeld en scherper bewapend dan ge
woonlijk, maar in de binnenstad ging alles zijn ge
wone gangetje. Toch leek en bleek ook later wel de
stemming
en bewezen de samenscholingen voor de tijding
borden van de Heldersche Courant, die naast de
mededeelingen omtrent de te wachten kabinets
crisis, haast uitsluitend nieuws over de Zeven Pro
vinciën bevatten, dat men met gespannen belang
stelling den loop der gebeurtenissen volgde. Verder
werd het langzamerhand een druk geloop; naar
DE VERGADERING VAN HET CAMBO,
in het Casino, die om acht uur zou aanvangen. Het
Cambo is de organisatie van minder marineperso
neel en onderofficieren, en zou op deze vergadering
den toestand besproken en verschillende resoluties
aangenomen worden. Op last van den vlootvoogd,
was deze bijeenkomst echter uitdrukkelijk voor de
Pers gesloten, en zouden na afloop communiqués
worden uitgereikt. Ook waren de militairen ver
plicht in uniform ter vergadering te komen, en
werden alle burgers geweerd. Hier werd streng op
toegezien. Daar wij van het bestuur de toezegging
hadden, na afloop der vergaderingen bovendien
inlichtingen te krijgen, was t.o. van het Cambo onze
taak voorloopig beëindigd, en begaven ons in ge
zelschap van een der Hoofdbestuursleden de stad
in, om te trachten inmiddels contact met een der
hoogere autoriteiten te krijgen. "Onze geleider, een
joviale gezellige marineklant, gaf een zeer kort,
maar daarom niet minder afdoend antwoord, op
onze vraag, hoe het marinepersoneel over de po
gingen tot verspreiding van communistische pam
fletten dacht en hoe het marinepersoneel hierop
reageerde.
„DIE ROMMEL TRAPPEN WE ER UIT"
zeide hij. „Kijk eens, meneer, werd er aan toege
voegd. Wij hebben hier onze gezinnen, ons broodje,
nietwaar, laten we nou alles es overboord gooien,
maar je gaat toch zeker niet zonder meer je eigen
bestaan kapottrappen?" De marineman legde ons
uit, dat men eigenlijk heel weinig interesse voor
mogelijke relletjes had, en dat er in Den Helder
absoluut geen kans was, dat hierdoor eenige onge
regeldheden zouden komen. Van zoogenaamde cel-
lenbouw op den vloot was hem n'ets bekend. Er
werd wel gekankerd, maar dat wordt overal gedaan.
Langs zeer officieelen weg, en langs vele geweren
bereikten wij tenslotte een maritieme autoriteit, die
ons ook niet anders verklaren kon, dan dat de toe
stand algemeen rustig was. Eenigszins ongewoon
was het in de stad geweest, toen verleden Zondag-
plotseling ordonnansen, met de bajonet gewapend
in de stad verschenen waren, en de officieren wer
den opgecommandeerd, onmiddellijk aan boord te
Jkomen. Aan den adjudant en ook aan den wacht
commandant was wel te bemerken, dat order van
hoogerhand was gekomen, zich niet uit te laten over
mogelijk te verwachten gebeurtenissen, en ook me
dedeelingen voor het oogenblik onder de grootst
mogelijke reserve te verstrekken.
omdat zij niet weten of hun man zich nog aan
boord bevindt, dan, wel tot de schepelingen hoorde,
die zich aan land begeven hadden. De heer Van
der Vaart meende, dat een zekere onrust in het
land, ten opzichte van de houding van de Hel
dersche marine, ook wel voor een groot deel te
wijten was, aan het feit, dat de „landrotten" Den
Helder en het Heldersche volk niet kennen. De heer
Van der Vaart gaf grif toe, dat de houding van de
overheid niet onderhandelen, maar onvoorwaar
delijke onderwerping de eenig juiste was. Men heeft
zich verwonderd, zeide de heer van der Vaart, dat
de muiters zoo lang in het ongestoorde bezit van
het schip konden blijven. Men kent echter de
enorme afstanden niet, en ook kunnen het strate
gische overwegingen geweest zijn, het afwachten
van het beste trefpunt dus. Toegegeven werd, dat
het verzet goed georganiseerd moest zijn, daar het
anders nooit zoover gekomen was. Op onze vraag
omtrent de strafmaat, meende de heer Van der
Vaart, dat de muiters met 12 jaar gevangenisstraf
maximum eraf zouden komen. Overigens merkte
hij op, dat door het opleggen van den maximum
straf de menschen lichamelijk en zedelijk totaal
ten onder zouden gaan.
-Wanneer het overigens een uiting van nationalis
me der Inlanders zou zijn, en zij de kanonnen naar
bjiiten zouden draaien, zou het vólgens de heer
Van der Vaart ernstige gevolgen hebben. (Wat ook
gebleken is. Red. N. L. Crt.).
Hij verklaarde dat het gebeurde overigens in Den
Helder algemeen werd betreurd, en dat men in het
belang der opvarenden hoopte, dat alles zonder
bloedvergieten zou afloopen. Wat de loonsverlaging
betrof, meende de bestuurder, dat men die als een
noodzakelijk kwaad te aanvaarden had, maar was
het met de houding van den Minster en sommige
groote bladen tegenover evetueel opruien
door 't Cambo niet eens Scherp werd in den Helder
afgekeurd de houding van den Vlootaalmoezenier,
die aanbevolen had de loonsverlaging te aanvaar
den. Men meende dat dit niet tot zijn geestelijke
competentie behoorde en was de geest daardoor
niet beter geworden. Voor verdere bijzonderheden
omtrent de vergadering van het Cambo verwijzen
wij naar onderstaand verslag. Zoo gingen wij dan
ruim kwart over twaalf weer huis toe. Dit nu was
niet zoo eenvoudig, want door verschillende ver
bouwingen aan bruggen, was de uitweg wat inge
wikkeld geworden. En zoo geschiedde het, dat* wij
in het vroege morgenuur, en op ons nuchtere maag
te pakken werden genomen, door een dronken ma
troos, die toch nog wat je noemt „bij den tijd was"
HUMOR BIJ DE MARINE.
Er waren dus twee vermoeide, nochtans voldane
Journalisten, een Chevrolet en een matroos, die
meer dan „après boire" was. De Chevrolet reed, de
matroos trachtte zich te herinneren, dat hij loopen
geleerd had, wat niet al te best lukte. Bij gebrek
aan een vermoedelijk helderder denkend sterve
ling werd den matroos den weg gevraagd. Een ver
ward relaas was het gevolg, waaruit slechts opge
maakt kon worden, dat hij ook dien kant uit moest
Logisch het vrachtje werd ingeladen. Laat die
kerel ons nu de halve stad laten rondtoeren, om
dan eindelijk doodleuk te verklaren: „ziezoo, ik ben
er, en nou moeten jullie over die zandhoop heen,
en dan kom je er vanzelf." Inderdaad als de zand
hoop er niet geweest was, zou het wel goed geko
men zijn, maar nu konden we weer netjes terug
over de brug, naar de andere zijde van het kanaal,
EINDINDRUKKEN.
Wat nu onze eindindruk van dezen avond be
treft, gelooven wij dat alle berichten over slechten
geest, geen plichtsbesef, enz. overdreven zijn. De
menschen oefenen hun ambacht van matroos, ma-
van scnipper uit. Ze verdienen er hun
broodje mee en aanvaarden de consequenties. Ze
staan op hun rechten, zooals elk arbeider van den
tegenwoordigen tijd, en trachten dit, langs organi-
satorischen weg,via hun vakbonden te bereiken.
Dat die bonden hen voor den dienst ongeschikt
zouden maken, achten wij een zeer bedenkelijke stel
ling. Zij geven toe, dat deze geschiedenis een klap
in het gezicht van het Indische gezag is, maar z,n
verder niet van plan, door stakingen, oproeren of
opstootjes, de maatregelen die de: regeering meent
te moeten nemen, tegen te gaan. Communisme heeft
daar absoluut nog geen kans. Van de pamfletten,
die ook op dezen avond, ondanks bewaking ter
sluiks- verspreid werden, wordt weinig of geen noti
tie genomen. Men wacht rustig af en is ook de mee
ning van de Marine, dat het voor de Regeering een
uiterst precaire kwestie is, de meest juiste en doei
treffende maatregelen te nemen.
Menschen die Vrijdagmiddag in den Helder waren
geweest, gaven als hun meening weer dat de ma
rine het algemeen eens was met deze tenslotte
bloedige oplossing.
Tevens werd onder marinemannen de meening
uitgesproken, dat het goed zou zijn de vrijwilligers,
die naar Indië worden uitgezonden, streng te se-
lecteeren, omdat de mogelijkheid niet uitgesloten
zou zijn, dat zich onder hen personen bevinden, die
door hun partij worden gesteund om in Indië „hun
werk" te doen.
In ons nummer van a.s. Dinsdag zullen wij een
artikel opnemen van een ervaren oud-Indisch-man,
over de verhoudingen op de Indische vloot, tusschen
het Inlandsche en Europeesche personeel, en over
zekere ongewenschte toestanden, die daar nog al
tijd heerschen.
J. K.Gr.
MARINEPERSONEEL.
Donderdag 9 dezer heeft het Cambo in den Helder
een buitengewoon druk bezochte vergadering voor
het geheele marinepersoneel gehouden in de groote
zaal van het Casino aldaar. Er was zooveel perso
neel van de marine aanwezig, dat nergens meer eeni
ge plaats was te> ontdekken. Velen moesten zich met
een staanplaats vergenoegen. De opening was gesteld
op 8 uur, doch werd het Iets later, omdat nog
moeite gedaan is, zoowel door den Voorzitter als
door een der bestuursleden, om mede toegang te
krijgen voor den redacteur van het A.M.W., dat ten
slotte niet gelukt is. Toen de voorzitter, J Labruv*re
daarna de vergadering opende deelde hij eerst het
doel van de bijeenkomst mede, nl. een besprelrine
over de Indische salarisregeling en dat de bestuur*
der van het Cambo Van der Vaart daarover een
inleiding zou houden. Waarna een resolutie'al
worden voorgelezen, waarin het gesprokene tot Ut-
drukking komt. En waarover dan zal kunnen worden
gediscussieerd. Voorzitter deelde vervolgens mede
dat het plan van het Cambo om de Pers uiteraard
toe te laten op deze vergadering, door de militaire
autoriteiten is verboden. Tenslotte deed spreker een
beroep op de vergadering om zich van het hoogst
belangrijxe dezer bijeenkomst te doordringen die
.bovendien als gewoonlijk een waardig slot zal die
nen te krijgen.
De inleider Van der Vaart begon met de: moeilijk
heden te schetsen, waaronder deze vergadering* is
kunnen tot stand komen, mede in verband met de
ernstige gebeurtenissen van de laatste dagen en
wat ons mogelijk in deze te wachten staat. Rele
veert hierna de geschiedenis van de loonsverlaging
voor binnen de keerkringen, die den geest van het
marinepersoneel, aldaar dienende, sterk heeft beïn
vloed, hetgeen er niet beter op moest worden, toen
geregeld allerlei persberichten over den slechten fi-
nantieelen toestand van de schatkist van het In
dische Gouvernement als het ware dagelijks werden
gelanceerd en op loonsverlaging werd aangedrongen
Dat een dergelijk drijven, na hetgeen reeds van
het te kleine loon van de marinemenschen was
gekort, funest moest werken, kunnen wij gerust
vaststellen. Het was dan ook geen wonder dat héb
Cambo reeds in Maart van het loopende jaar aan
den minister vroeg wat er van aan was, en of er
weer een loonsverlaging voor de deur stond, waarop
niet anders werd geantwoord, dan dat er niets be
kend was, doch als er iets van dien aard zou komen,
de belangen van het marinepersoneel aandacht zou
den krijgen. Het geheele jaar was dus in die het
ze-campagne het marinepersoneel in de veronder
stelling aat er voor hen wel geen meerdere loons
verlaging zou plaats hebben Wel werd er weer een
gerucht gelanceerd, dat de commissie van Buuren
(die de salarissen van het burgerlijk overheidsperso
neel aan het herzien was), ook de loonen van het
marinepersoneel zou nagaan, doch toen de besturen
op een daartoe aangevraagde audiëntie op 13 De
cember 1932 bij den Commandant der Zeemacht
in Oost-Indië daarnaar vroegen, kon ook hier geen
afdoend antwoord worden gegeven. Totdat deze
vertegenwoordigers dienzelfden dag op Soerabaja
teruggekeerd zijnde, in de dagbladen lazen dat in
afwachting van een nadere herziening van de loo
nen per 1 Januari 1933 een tweede korting op deze
loonen van 7 procent zou plaats hebben. Daarop
hebben een paar groote vergaderingen van marine
personeel plaats gehad en zijn telegrammen aan den
Minister en aan de Kamer gezonden. Het Cambo pro
beerde bij den minister gehoor te krijgen, omdat
het uit de dagelijksehe berichtgeving met zijn be
stuurders precies wist wat er gaande was en op het
hoogst ernstige van den toestand wilde wijzen. Al
thans door het houden van besprekingen met den
minister te komen tot maatregelen die kalmeerend
zouden werken.
Uit de berichten van de laatste dagen is wel be
kend geworden, dat een onderhoud met den mi-
nister tot nu hoe nog niet heeft plaats gehad.
Releveert verder, dat instede daarvan een con-
fessioneele bonden wel dadelijk bij den minister zijn
ontvangen en Technici als derde ook mocht komen
als zij daarop prijs stelden. Het daaromtrent ver
schenen perscommuniqué spreekt boekdeelen en als
leiders van verëenigingen, die het belang van hun
leden hebben te verdedigen, zijn zij bij dat welwil
lend onderhoud begonnen met te verklaren, dat het
thans wel onmogelijk was dat de Regeering den
maatregel van de verhoogde korting, welke inmid
dels bij K. B van 21 Januari 1933 toch werd door
gevoerd, zou intrekken, want dat daardoor het pres
tige van de regeering aan het wankelen zou worden
gebracht Het meest ernstige van deze zaak was wel
dat toen de korting van 7 procent werd ongedaan
gemaakt, het overgroote deel van het personeel,
voor zoover dat er naar gevraagd is en ook wel
tot oordeelen bevoegd, waaronder ook leden van de
bonden niet bij het Cambo aangesloten, stellig van
meening was dat de korting van de baan was in
afwachting van een nadere herziening van de saia-
risregeling. Ook vele autoriteiten hebben daarvan ge
tuigd en naar daaromtient door ons ontvangen me
dedeelingen ook de Commandant der Marine.
Wij Kunnen het dus verklaren dat de menschen
na de mededeeling dat die verhoogde korting toch
doorging, dit fout vonden, en is daaruit de dienst
weigering voortgekomen, die door spreker en de
zijnen wordt afgekeurd. Het standpunt van de vak
beweging is daaromtrent volkomen bekend en het
mag ook daarom onjuist geacht worden, dat toen
onze bestuurders bij den Secretaris Generaal van
van het Departement van Defensie werden toege
laten, zij eerst een verklaring moesten afleggen,
dat zij de handelingen van die menschen bereurden.
Wij hebben dat gedaan, vanzelf maar bij spreker
was daaromtrent aarzeling, niet om de verklaring
af te leggen, maar om te vragen op grond waarvan
deze geheel overbodige verklaring werd geëischt.
Tijdens dat onderhoud met voornoemden Secretaris
Generaal heeft het Cambo de belangen onzer men
schen in den Oost behartigd, zooals dat moest en
hebben wij niet alleen den finantieelen toestand
besproken van het personeel, doch ook de moeilijk
heden waarin vele onzer menschen zijn geraakt
en wat voor van niet gering belang is om den maat
regel der verhoogde korting ongedaan te maken.
Speker gaat vervolgens nog zeer uitvoerig in op
hetgeen de minister in de Kamer heeft gezegd,
en waarbij inderdaad wel eenige kantteekeningen
zijn te maken. Zijne Excellentie heeft daarbij niet
de overtuiging kunnen vestigen, bij ons dat er reden
was om ons niet te ontvangen en anderen wel.
Ook heeft de minister ons A.M.W. besproken en
daaruit onze conclusie nader bezien dat de Indi
sche Vlootaalmoezenier den menschen aldaar had
aangeraden de verhoogde korting te aanvaarden,
en waarbij wij opmerkten dat het niet tot de taak
van dezen geestelijke behoorde zich daarmede te
bemoeien. Immers het gold hier een advies aan de
menschen om in deze korting maar te berusten en
ze te aanvaarden als een noodzakelijk kwaad. Waar
tegen terecht door ons is opgekomen ook in het
A.M.W. De minister vond dit een wijs woord en St.
Christophorus is het daar wel mede eens. Verder
citeert spreker no gde Maasbode en leest daaruit
voor hoe er zelfs in dat blad tegen de loonsverlaging
Aan het einde van deze inleiding werd de volgen
de resolutie gesteld die met algemeene stemmen
is aangenomen, nadat door een tweetal aanwezigen
nog getracht is daarin wijziging te brengen doch
dit door het bestuur werd ontraden.
Deze resolutie is van den volgenden inhoud:
RESOLUTIE.
Groote vergadering van Marinepersoneel belegd
door het CAMBO op Donderdag 9 Februari 1933
in CASINO te Den Helder,
kennis genomen hebbende van de per 1 Januari
1933 opgelegde nieuwe salariskorting aan het ma
rinepersoneel in Oost-Indië en de gebeurtenissen,
die in verband daarmede hebben plaats gevonden:
gehoord de discussiën:
Overwegende, dat ingevolge1 het bepaalde in
de Statuten van de Cambo-bonden de actie dezer
bonden steeds gevoerd moet worden langs wettigen
weg en met inachtneming van de krijgstucht,