ïlllffi SI
iaioraoi 25 Fbüp. h
Hike Breijer
Rationalisatie van steun.
Rapport
Uw Zenuwen "/ut^
Gesteld eens, zoo peinsden we onlangs, dat we van
huis trokken met een pikhouweel, spa, bijl en tent
materiaal, om op de Veluwegoud te gaan
delven. We stellen ons voor, dat vriend en maag'
eens hartelijk zouden lachen maar dat zij, als ze
merkten, dat het ons ernst was, tenslotte de hulp
zouden inroepen van een of anderen psychater, die
na een kortstondige observatie ongetwijfeld een
briefje zou onderteekenen en afgeven,, goed voor
opname in een tehuis voor geesteszieken."
En toch gekloven we, dat tienduizenden in ons
land dwazer dingen doen dan wij een oogenblik be
peinsden. Wie goud gaat delven op de Veluwe, zal
na een jaar niets hebben gevonden, maar tenslotte
ook niets hebben verspeeld.
Er zijn echter vele menschen, die zich aanstonds
door het voorjaar zullen laten verlokken om de spa
de weer in den grond te steken, den bodem te gaan
bemesten en er duur zaad aan toe te vertrouwen.
Ze laten wieden, en sproeien, chermen en dekken,
binden en uitdunnen. En tenslotte oogsten ze en
voeren ze hun producten naar de markt of veiling,
waar ze de helft of minder, dikwijls in het geheel
niets terugontvangen van hetgeen ze voor de produc
tie hebben uitgegeven. Doen ze eigenlijk niet verstan
diger miet goud te gaan zoeken, op de Veluwe?
Neen! Want wie goud zoekt in Nederlandschen
bodem, wordt als zwakzinnige opgesloten uitge
zonderd de mystieke madame Sylvia dan. Maar wie
met duur geld producten kweekt, welke niet noodig
zijn, kippen fokt, welker eieren geen waarde meer
hebben, varkens mest, voor welke geen afzet meer is,
die worden naar mate ze te veel produceerden,
door de gemeenschap gesteund.
Zulke steun kan er mee door en was gewettigd,
toen men nog kon aannemen, dat de crisis van be
trekkelijk korten duur zou zijn, maar thans, nu we
van jaar tot jaar en steeds meer hopeloos wachten
op het economisch herstel, nu wordt het tijd, dat
we minder gaan denken, hoe we de komende betere
conjunctuur zullen intreden, dan aan de vrajg, hoe
we ons in de crisisjaren aan de crisisomstandighe
den hebben aan te passen.
Steun aan noodlijdende bedrijven zal voorshands
noodig blijven, maar steun voor overproductie is
roekeloos weggeworpen geld.
De overheid steunt velerlei takken van nijverheid;
tarwebouw, tuinbouw, zuivelproductie veeteelt, enz.
Veelal geschiedt dat in verhouding tot het aantal
geproduceerde stuks liters of ponden. Dat nu houdt
juist de productiebeperking tegen, welke tot een
prijsherstel, dus tot een loonende productie zou
kunnen leiden.
Nu het duidelijk is, dat onze export door nieuwe
Duitsche invoerbelemmeringen sterk zal worden te
ruggedrongen, klemt het temeer, dat de bedrijfs
steun, door de regeering verleend, rationeeler dient
te worden opgezet. De regeering zou een planmatige
productie kunnen bevorderen, door te doen begroe
ten, hoeveel noodig zal zijn en door dan alleen de
productie van die benoodigde hoeveelheid steun te
verleenen. Dat zou dan tevens voeren tot een prijs
herstel, welke geleidelijke vermindering van steun
mogelijk maakt.
Zulke rationalisatie van den steun behoeft de in-
dividueele vrijheid niet aan te tasten. Laten we het
geen we bedoelen, met een voorbeeld verduidelij
ken.
Wanneer in ons land momenteel te veel eieren
zouden worden geuroduceerd en de eierprijsdaar-
door tot beneden kostprijs zou zijn gedaald, dan zou
de regeering door bv. een toeslag te geven op de
verkochte eieren, daarmede niet meewerken aan
een productiebeperking.
Door de pluimveeteelt slechts toe te staan, en
door een eiertoeslag te steunen aan personen,
die het bedrijf een zekere tijd reeds uitoefenden en
aan dezen de plicht tot beperking van hun pluim
veestapel op te leggen zoo iets gebeurt momen
teel met de varkens ten opzichte van de veehouders,
beperkt ze de individueele vrijheid op o.i. onge-
wenschte wijze.
Alsze echter de pluimveeteelt alsmede den eier-
handel vrij laat, maar gevestigde bedrijven zou steu
nen voor een zeker percentage van het normale ge-
exploiteerde aantal hoenders, dan zou aangeno
men dat de pluimveeteelt op zichzelf niet meer
rendabel zou zijn een productiebeperking worden
verkregen, welke tot geleidelijke vermindering van
steunbehoefte en algemeene aanpassing aan de cri
sisomstandigheden zou leiden.
Er zit thans over het algemeen te weinig systeem
in de organisatie van steun aan bedrijven. Er wordt
maar raak gefokt en geteeld en daardoor worden
de te lijden verliezen straks weer door overheids
steun te dekken onnoodig opgevoerd.
Een ieder voorziet, dat de crisis nog lagn zal du
ren en de overheid het tenslotte niet zal kunnen
volhouden om op ruime schaal noodlijdende bedrij
ven te steunen. Welnu, laat die steun dan zoodanig
worden opgezet, dat er een gezonder bedrijfsleven
door wordt geschapen. De steun bevordere een plan
matige productie.
Plaatselijk
Nieuws
Gudkaispel.
Woensdag 22 (Februari hield ds. van Dijk in de
Oudkarspelsche kerk 'een lezing over Mahatma
Gandhi. Voor een eendrachtig en talrijk ge
hoor ontwikkelde spreker na het zingen van ps.
72:4, in korte trekken de levensgeschiedenis
van dezen Hindoe, die door zijn raligieuse over
tuiging de kracht vond van het lijdelijk' verzet,
en door zijn geloof in staat was tegenover het
geweld der Eingelscha overheerschers, zijn prin
cipe va'n geweldloosheid ten uitvoer te brengen
Meer dan eens toonde hij door zijn hospitaal-
dienst aan Emgelsche zijde, ondanks zijn H indoe-
sche levensopvatting, de boodschap van het Chr.s
tendom te hebben verstaan, door zijn vijanden
lief te hebben en hun gewonden te dienen alsof
het zijn vrienden waren.
Maar als Engeland, na den grooten wereldoor
log, Indie het zelfbestuur niet geeft dat het
hem tijdens den strijd had toegezegd, begint
daar die opstand van lijdelijk verzet, waarvan
hij de ziel is. Vast houdt hij zich aan zijn ge
loof, dat niet-geweld machtiger is dan geweld
en zonder bloedvergieten wil hij dan ook be
reiken wat hij voor Indie wenscht;. Vergeven
is hooger dan straffen, maar niet straffen is dan
pas vergiffenis, wanneer men de macht tot straf
fen heeft. Indien de 300.000.000 Indiërs geweld
gebruikten, zouden de 100.000 Engelschen ge
heel machteloos zijd, maar hij kiest liever den
weg van het lijden dan dien van het geweld,/
want „niemand heeft zich ooit opgericht, zon
der door het vuur van het lijden" te zijtn gegaan"
Gandhi acht de Europeesche beschaving een ge
vaar voor Indie. De Tjechniek is de monster
achtige afgod van den Europeaan, die volgens
hem geen Christen is, maar een aanbidder van
den Mammon.
Helaas is deze man zijn geloofsgenoo'ten. tever
vooruit om ze allen achter zich te kunnen heb
ben ,en als de getergde Indiërs zich tenslotte
tóch tot het aanrichten van een. bloedbad laten
verleiden en het meer en meer blijkt dat er ge-
weldtendenzen onder zijn volk leven, vreest hij
het meer dan het Engelsche en trekt hij zich
terug voor overpeinzing, maar wordt 10 Maart
1922 gevangen genomen. Alle schuld en verant
woordelijkheid neemt hij op zich, maar hij ver
klaart tevens dat hij door zal moeten gaan op
den ingeslagen weg.
Gandhi s levensleer is zeer verheven. Zij gaat
ver uit boven het maatschappelijke. De mensch
heid is niet rijp genoeg deze houding te kunnen
aanvaarden. Indien de Engelschen uit Indië zou-
deh wijken, kwamen Hindoes en Mohammedanen
fel tegenover elkander te staan en de oude strijd
zou weerkeeren. 'Ook het overgroote deel der
Hindöes is nog niet in staat Gandhi's houding
iii te nemen, zoodat, wanneer de Engelschen
weken ,zij zeker zouden overgaan tot geweld
tegen de Mohammedanen, waarmee Gandhi's ne
derlaag beslecht zou zijn.
Maar al zal dan "de beweging van Gandhi dood
moeten loopen, zeker zal zij1 niet nalaten haar
zege'nenden invloed te hebben. Bij de beoordee-
ling van zijn figuur is het al of niet slagen int
zijn bedoeling dan ook betrekkelijk'. Hij is een
profeet, geen wettenmaker en behoort tot geen
enkelen tijd. Djat zijn dikwijls de onmaatschap-
pelijken, die de maatschappij verder brengen dan
zij' is,. Het zijn profeten ,die het uitzichtA ope-
nen op de stralende toekomst. Hi. A.
OVER DE PROEVEN, GENOMEN DOOR
DE TUINBOUWVEREENIGINGEN „DE
EENDRACHT" TE OUDKARSPEL EN
„TUINBOUWBELANG" TE NOORD-
SCHARWOUDE, MET HET DOEL, EEN
BETER RAS ROODE EN WITTE BE-
WAARKOOL TE WINNEN.
Ingevolge een besluit, genomen op de laatst
gehouden vergadering der Zaadselectie-commis
sie, zal ondergeteekende in de plaatselijke bladen
oen uiteenzetting geven van de werkzaamheden,
door de commissie in 1932 verricht.
Men kan echter maar zoo niet met de deur
in huis vallen, een korte inleiding bij elk onder-'
deel komt mij gewenscht voor.
Zooals bekend is ons selectiewerk begonnen
in 1930. Van den aanvang af hebben wij verschil
lende richtingen gevolgd. Om te beginnen zijn m
Maart 1930 bij een 12-tal bouwers in ons rayon
zetkoolen zonder struik gezocht, bij voorkeur
bii tuinders, die zich erop konden beroepen in
het beait te zijn van partijen roodfe kool van
goede kwaliteit.
Op ruim 30 van deze zetkoolen is zelfbestui-
ving toegepast, d.w.z.: om elke kool werd een
kooi geplaatst, die bekleed was: met dun doekj
zoodat stuifmeel van andere kooien voor de be
vruchting en zaadvorming buitengesloten bleef.
Zoodra de bloeitijd aangebroken was, werden de
bloempjes met behulp van een fijn penseeltje,
dagelijks kunstmatig bestoven, elke kool had
voor deze bewerking haar eigen penseel.
Die belangstellende lezer zal begrijpen, dat bij
het dorschen het zaad van elke kool afzonderlijk
is gehouden. De hoeveelheden gewonnen zaad
liepen zeer uiteen. Er waren exemplaren, die
maar enkele zaadjes leverden, de beste gaven
bijna een half ons.
In 1931 kon met pl.m. 20 stammen verder
gewerkt worden. Het zaad is gedeeltelijk in bak
ken, gedeeltelijk in den vollen grond uitgezaaid.
De geteelde planten zijn, met het oog op deklraaï
hartigheid te Anna Paulowna uitgezet.
Erkend dient te worden, dat de plantei
niet best „aanpakten." Een sterke, droge Oos
tenwind en het bezigen ook van de erg kleine
plantjes, zal daartoe wel hebben, bijgedragen.
Over het geheel genomen mochten wij echter
tevreden zijn. Bij de controle in het najaar 1931
bleken enkele stammen zulke inferieur© eigen
schappen te bezitten, dat ze voor 'het nemen van
verdere proeven uitgesloten moesten worden.
Zoo hadden de afstammelingen van een stam
een spruitkoolachtig voorkomen. Vooral in het
laatst van Augustus was dit beeld zeer duide
lijk. Men vraagt zich af, hoe het mogelijk is,
dat de pl.m. 1000 nakomelingen, afkomstig van
een kool, die als zetkool absoluut alle goede
eigenschappen bezat, zoo minderwaardig kunnen
zijn.
V an een zelfden bouwer was éen stam heel
goed, een andere buitengewoon slecht.
Deze dingen geven te denken, wanneer wij
nagaan hoe men hier aan den Langendijk zijn
zaad wint. Men kiest naar beste weten zijn
zetkoolen, doch zekerheid, dat de 'keuze ,,goed'
is geweest heeft men geenszins.
7 stammen werden uitgeschakeld. Uit 12
stammen werden door de commissie zetkoolen
gezocht, die te Anna Paulowna bij den heer Hl.
Wilms werden bewaard, terwijl de verzorging in
handen was van den heer P- Nap.
Dn het voorjaar 1932 zijn verschillende min
der goeïle exemplaren uitgeschoten. Er behoef
de echter geen stam af te vallen.
Opnieuw een zelfbestuiving toepassen durfden
wjj niet aan, daar dit vrij zeker tot verzwakking
van het ras leidt. Daarom zijn de zetkoolen, stam
gewijze in den vollen grond geplaatst en wel
zoo, dat de afstanden tusschen de verschillende
stammen groot genoeg waren, om kruisbestui
ving te voorkomen. De heeren G. van Balen
Blanken, R„ L. Waiboer en Alb. Kooiman, allen
te Anna Paulowna, stelden hiervoor gratis grond
beschikabar, waarvoor "dien heeren onze harte
lijke dank toekomt.
Die zetkoolen zijn geplant 26 Maart 1932, öp
geregelde tijden verzorgd en 21 Augustus ge
oogst.
Na het dorschen bleek, dat verkregen waren
hoeveelheden zaad, die varieerden van 10 gram
tot 350 gram 1 ex,. 10 zaadjes.
Dieze stammen zullen nu dit jaar 1933
opnieuw worden beproefd.
Na deze uiteenzetting zal vermoedelijk de op
merking gemaakt worden dat het zoo lang duurt
voor men tot ©en resultaat komt. De lezer ver-
e:ete echter niet, dat de Pool behoort tot 'de
tweejarige gewassen; er verloopen telkens 2 jaar
voor men een stap verder gekomen is.
Op geheel overeenkomstige wijze, als hierbo
ven omschreven is gehandeld met eenige Deem-
sche witte kooien. Ook deze zijn in 1930 in-
gekooid en zelfbestoven. Er bleef, slechts 1 ex.
over. Iti 1931 zijn pl.m. 1000 planten, -hiervan
afkomstig, te Ainna Paulowna uitgezet. Daarbij
deecj zich de eigenaardigheid voor, d!at de stam
zich' op het veld niet te best liet (aanzien. Bij
de keuring werd besloten er biet verder mee
door te gaan.
Doch wat bleek bij het snijden Dat deze stam
leverde kooien, prachtig van struik en nerven,
zeer uniform, in een woord kooien, met eigen
schappen, die men gaarne bij Dieensche witte
aantreft. Ook bij het bewaren bleek dit ras,
volgens de deskundigen van prima kwaliteit
te zijn. Wanneer de nakomelingschap hiermede
overeenstemt, zou hier een succes te boeken val
len.
In het voorjaar 1932 zijn 50 zetkoolen zonder
struik, bij den heer Band te Nieuwe Niedorp
geplaatst. Kruisbestuiving met andere rassen was
buitengesloten. Déze zetkoolen hebben het uit
stekend gedaan. In totaal is, ruim 6 pond zaad
gewonnen waaruit blijk©, dat het zeer goed
mogelijk is ,zaad te winnen van zetkoolen zon
der struik.
Alvorens dit zaad ,,vrij" te geven zal de com
missie het dit jaar op enkele plaatsen beproeven.
Bij gnustigen uitslag kan de rest van het zaad
in 1934 worden gedistribueerd.
Het zal wel pl.m. 10 jaar geleden zijn, dat in
den Proeftuin „Kennemerland" kruisingen zijn
verricht tusschen Roode en Deensche witte kool
Het doel dezer proeven was nl. na te gaan o"ï
de goede bewaareigenschappen van de Dj. witte
niet konden worden vastgelegd in de roode be
waar kool. Het zou mij tever voeren uiteen te
zetten, wat hieraan vastzit. Kort vezegd komt
het hierop neer, dat de bastaarden bij het voort
telen weer uiteen vallen in roode en witte,'
waarbij de mogelijkheid bestaat, dat de roode
kool eigenschappen van de witte heeft overge
nomen. i
In 1930 had men in den Proeftuin reeds 4
partijtjes zaad, afkomstig van dergelijke kruisin
gen. De he^ Hazeloop, rijkstuinbouwconsulent
stelde hiervan een gedeelte voor onze commissie
beschikbaar. -
In dat jaar hebben wij getracht hiervan kool
te telen en 'de eigenschappen na te gaan, iwat
echter grootendeels mislukte door het sterke op
treden van draaihartigheid. Ons bleek, dat een
dezer soorten de eigenschappen van vroege kool
bezat. Wellicht is een der ouders „tonzuiver'?
geweest en kwam deze niet gewenscht© factor in
de generatie van 1930 tot uiting. Zetkoolen
werden gezocht, waarvan in 1931 zaad is ge
wonnen, hetwelk in 1932 wee ris beproefd.
De commissie heeft besloten, gezien het ma
tige gewas, dit deel onzer proefnemingen te la
ten s<?h ie ten. Slechts 1 ex. is als zetkool gehou
den.
foch willen ^ïj in dezelfde richting werk
zaam blijven, en daartoe hebben wij in 1931 op
nieuw Deen en Rood gekruist in zesvoud.
Van deze 6 kruisingen zijn er 4 gelukt, waar
van het zaad in Maart 1932 is uitgezaaid. De
geteelde planten zijn te Anna Paulowna ditgezet.
Dit was een zeer welig gewas.'T)e kleur was
zoodanig, dat de Di. witte overheerschte. Voor
onze "Langedijker tuinders was het een grillig
gezicht en onze keurmeesters moesten zien moei
te aandoen, hieruit zetkoolen te kiezen. 61 st.
zijn naar de bewaarplaats overgebracht en zien
er momenteel (Febr. 1933) heel goed uit. Van
elke kruising zullen straks 2 stuks afzonder
lijk worden ingekooid, om tot zelfbestuiving te
komen. De overige zullen, vermoedelijk te Anna
Paulowna, stamsgewijze in den vollen grond
worden geplaatst.
Tenslotte iets over de finantien. Hoe zuinig
de gelden beheerd worden, de voor ons werk be
noodigde bedragen zijn nogal aanzienlijk. Voor
al 1930 was een duur jaar door het aanschaf
fen van vrij veel en duur materiaal.
'Over 1931 en 1932 werd ons door het Bestuur
der Provincie Noordholland een subsidie ver
leend van f 200 per jaar. Blijkens een ontvangen
schrijven is het Prov. Bestuur thans de meening
toegedaan, dat de belanghebbenden in de volgen
de jaren de kosten uit eigen middelen zullen
moeten bestrijden.
Verder ontvingen wij subsidies van de veilings
vereenigingen te Noordseharwoude, Warmenhui-
zen en Obdam .terwijl ook de tuinbouwvereeni-
gingen, die het initiatief voor deze proeven na
men er het hare toe bijdroegen.
Wij hopen zeer, dat, in weerwil van de slechte
tijden, Hie wij thans doormaken, ons werk ge
steund zal worden. Moge het gegeven zijn, dat
bij het koeren van het getij, de vruchten van
dezen arbeid worden geplukt.
Februari 1933. L. M.
WACHT U VOOR VERKOOP LANGS DE
HUIZEN. WENDT U TOT EEN VER
TROUWD ADRES. MET VAKKUNDIGE
BEDIENING, WAAR MEN DOOR JAREN
LANGE ERVARING U HET BESTE KAN
AANHALEN VOOR:
BUIKBANDEN
CORSETTEN
CORESELETS
ELASTIEKEN KOUSEN enz.
OOK VOOR ZIEKENFONDS
Mient 17 Alkmaar Iel. 526
daarbij tevens gesterkt door het gebruik van
MIJN HARDT'® ZEN U Wï A A BL ETTEN
Glazen Buisje 75 ct. Baj Apoth. en Drogisten
Uit den Omtrek
Koedijk.
Vergadering d'T anti-militairisten
venei Iniiging.
Die afdeeling Koedijk hield Woensdagavond
een openbare vergadering Jn het lokaal van den
heer De Weerd, onder leiding van Hen heer^P,.
Zwetsman. Er waren talrijke aanwezigen. 'Als
spreker trad op de bekende anti-militairist, de
Heer Jo de Haas, met het onderwerp .„Hoe be
strijden wij het militairisme?"
,In een uitvoerige rede, die met belangstelling
gevolgd werd, ging de heer de Haas de geschie
denis der I.A.M.V. na. Hij memoreerde o.a.
het pionierswerk van Domela Nieuwenhuis, die
reeds in 1891 dienstweigering propageerde, waar
na in 1904 de I.A.M.V. als linkervleugel der
socialisten werd opgericht. Door de propaganda
heeft vooral in de laatste jaren het zaad bij )de
arbeiders wortel geschoten. Er zijn meerdere
vredesfronten geweest, gaf de spreker .aan, maar
zij eischen niet ,als de I.A.M.V„de daad.
Verder becritiseerde de heer de Haas den arbeidi
van den Volkenbond, en behandelde vrij uitvoe
rig de gebeurtenissen met de Zeven Provinciën.
Het begin der ontwapening werd, volgens spr.,
"gestuit door de jiouding van S.DI.A.P. en V. D.
Spreker achtte zelfbestuur in Indie noodig en
mogelijk én eindigde ,zijn referaat met een op
wekking om daadwerkelijk de ideëen der I.A.
M.V. te steunen. De rede verwierf een dank
baar applaus. Hierna sluiting.