Langs de straat
Uit den Omtrek
Revisie en Volkenbond
KOEDIJK.
Vergadering van de S.D.A.P.
Donderdagavond werd door deafd. Koedijk van
de S.D.A.P. een openbare vergadering gehouden in
het lokaal van den heer Jb. Groot, onder leiding
van den heer P. Hart. Sprekers waren de heeren
K. Singer met onderwerp „Hoe redden wij den
tuinbouw" en W. van der Vall met het onderwerp
„Vandaag en morgen." De voorzitter hield een kort
openingswoord, waarin hij de belangrijkheid van
de samenkomst miet het oog op de verkiezingen be
sprak. Als eerste spreker kreeg de heer Singer het
woord, die na de geschiedenis der verkiezingen te
hebben weergegeven, uitvoerig de steunwetten be
handelde, waarbij hij aangaf hoe de S.D.A.P. steeds
naar voren heeft gebracht. Met cijfers toonde spr.
aan den achteruitgang der veilingomzetten, en de
gevolgen daarvan voor de tuinders en neringdoen
den. Daarop besprak de heer Singer den arbeid der
Kamerafgevaardigden de weinige siteun die pg.
Duys van de andere fracties ondervindt, wat ook
met de behandeling van de steunwetten gebleken
Is. De tuinders moeten goed begrijpen, wie in de
Kamer hun verdediger geweest is, niet verward ra
ken in de chaos van lijsten. Spreker kwam nu tot
De heer GROEN Wanneer hef in 1930: goed was,
dan is het nu te hoog.
Het voorstel tot verlaging wordt aangenomen met
alleen de heeren du Burck en Dijkhuizen tegen.
Het voorstel van de commissie van beheer fler
lichtbedrijven in verband met de salarisverlaging
aan deze bedrijven wordt aangehouden tot de Vol
gende vergadering, mede op grond omdat men zich
niet op de hoogte heeft kunnen stellen van deze
voorstellen en omdat de raad van heden niet vol
tallig is door afwezigheid van den heer Kramen
De voorzitter doet mededeeling dat er bij de ver
huring van drie akkers gemeenteland prijzen zijn
gemaakt van 2,10 2,10 en 4.— per snees
Voorde benoeming van de leden van de bioscoop
commissie verwijzen wij naar het in dit nr. voor
komende bericht.
Tot lid van de Plaatselijke schoolcommissie wordt
herkozen de heer P. de Geus Jz. terwijl in de vaca
ture van mej. N. H. Vos van Zon wordt voorzien
door de benoeming van den heer J. H. v.d. Berg
Op verzoek van het Plaatselijk Crisiscomité en op
voorstel van B. en W. wordt besloten een bedrag
van 500 gulden te geven opdat het comité zijn werk
zal kunnen voortzetten.
Op voorstel van B. en W. wordt besloten dat de
gemeente zal betalen de 30 procent van de rente
waarvoor zij borg heeft gesproken bij de aan den
tuinbouw verstrekte credieten. De provincie neemt
de andere 70 procent voor haar rekening.
Dit beteekent een uitgave van ongeveer 250 gld
B. en W. stellen voor de pacht van het gemeente-
land met 25 procent reductie te verlagen.
En dit te doen gelden voor hen die het land te- i
gen een hoogen hum-prijs in hun bezit hebben
De heer GROEN wenscht een zekere huurprijs als
basis te nemen onafhankelijk van den tijd wanneer
het land is gehuurd geworden.
Sp.r gaat er echter mede accoord dat B. en W
hierover in de volgende vergadering prae-advies
zullen uitbrengen. v
Thans komt in behandeling een voorstel van B en
W. om de gemeente te rangschikken in de derde
klasse der gemeentefondsbelasting.
De voorzitter zegt, dat de meerderheid van B. en
W. met dit voorstel komt, omdat de inkomsten van
de gemeente verminderen en de uitgaven jimeer-
deren en de eerste klasse voor de kas eePfadeel
beteekent van 1500 gulden! Vele gemeenten zijn niet
meer in de eerste of tweede klasse, maar in de 3e
Het voordeel bedraagt bij de 3e klasse 1500 gulden en
brj de tweede klasse 900 gulden.
De meerderheid is er zich ten volle van bewust
dat dit een belastingverhooging beteekent, maar
Pe!f persoon berekend is het niet noemenswaardig.
Vele kleintjes maken ook hier het bedrag van 1500
gulden. Een ander motief was nog, dat de subsidie
voor de werkverschaffing verband houdt met de ge
meenteklasse. Er moeten maatregelen worden ge
nomen dat de gemeente niet haar inkomsten gaat
derven.
De minderheid van B. en W. meent dat het gezocht
moet worden in opcenten op de fondsbelasting.
De heer DU BURCK zegt, als minderheid hiervoor
overtuigende redenen te hebben. En wanneer hij
voor handhaving van de eerste klasse is, dan heeft
hij hiervoor drie rubrieken. Ten eerste menschen
met minder dan 600 gulden inkomen ten tweede
600800 gulden inkomen en ten derde boven 800
gulden inkomen. In de le en 3e klasse betalen zij
met minder dan 600 gulden geen belasting. In de
le klasse wordt ook van een inkomen van 600—800
gulden geen belasting betaald, en in de derde kl.
wel. In de derde klasse zal dit een meerdere
opbrengst beteekenen van 1500 gulden, maar wan
neer de gemeente in de eerste klasse blijft en er
worden opcenten gelieven dan komt men ook aan
de vermeerdering van Inkomsten. Het principieele
verschil is dit dat ik de inkomens van 600—800
gulden ook buiten de belasting wil houden.
Spr. meent te moeten opkomen voor de sociaal
minderbedeelden.
Wat door de inkomens van 600—800 gulden zal
worden opgebracht zal een zeer klein bedrag zijn.
Laten de menschen die meer dan 8900 gulden
inkomen hebben, betalen.
In onze gemeente zijn nog wel inkomens van 4000
gulden en wanneer daarvan 1 opcent werd geheven
dan was bijna de gulden betaald, die betaald moet
worden wanneer men een inkomen heeft van 600
gulden
De kwestie gaat op het oogenblik hierom of de
inkomens van 600—800 gulden moeten betalen of
niet Ik meen dat deze niet moeten betalen, omdat
het op een andere wijze kan worden gevonden en
wel in de eerste klasse te blijven en opcenten te
gaan heffen
Dit is een vraagstuk, dat ven verschillende kanten
en tevens uitvoerig wordt bekeken en besproken,
waarbij de voorzitter nog opmerkt, dat men moet
beginnen bij het begin, dat is plaatsing in de derde
klasse omdat daarnaast de gemeente wel tot de op
centen zal komen
Tenslotte wordt het voorstel van B en W. aan
genomen met alleen de heeren Dijkhuizen en du
Burck tegen.
Bij de nu volgende rondvraag wordt door den
heer Muller gewezen op het gevaar van het parkee
ren van auto's nabij den winkel van den heer
Kraakman, en zou gaarne zien dat een bepaald
gedeelte werd verboden.
De voorzitter zegt, dat auto's daar geen standplaats
mogen kiezen en zal nogmaals de rijks- en ge
meentepolitie hierop wijzen.
Verder levert de rondvraag niets op, waarna de
vergadering wordt gesloten.
het programma en eischen der S.D.A.F. en zette
een en ander uitvoerig uiteen. Met de woorden
„Er moet niet geproduceerd worden naar winst,
maar naar behoefte" en een opwekking den op-
gaanden weg naar het socialisme te bewandelen,
eindigde de heer Singer zijn rede, die met luid
applaus beloond werd.
De heer van de Vall wees op de moeilijke positie
der vrouwen in deze crisis die de menschen, die
om geld komen hebben te ontvangen. Vervolgens
besprak spreker uitvoerig de fouten van het hui
dige productieproces, waarbij men ondanks over
vloed honger lijdt, en becritiseerde de loonsverla
gingsmanie. Komende tot het militairisme, noemde
spreker de moeders de beste bestrijdsters. De kwes
tie van de Zeven Provinciën, werd uitvoerig door
den heer van de Vall besproken en laakte hij de
houding van het Alkmaarsche gemeentebestuur, dat
het tooneelspel „de matrozen van Cataro" verbiedt,
voor openbare opvoering, terwijl Amsterdam subsi
die geeft. Nog eenlge onderwerpen van den dag
werden door spreker toegelicht, volgens het begin
sel der S.D.A.P. en na eenig twistgesprek sloot de
voorzitter met een woord van dank aan de spre
kers de vergadering, na nog even gememoreerd
te hebben het nuttige werk van het In- en Ver
koopbureau op de Veilingen.
- Al.r MAAR.
DE MATROZEN VAN CATTARO.
De Burgemeester heeft het tooneelspel „De Matro
zen van Cattaro" onlangs te Noordscharwoude op
gevoerd, voor openbare uitvoering verboden. Het
zal nu in strikt besloten kring, onder auspiciën van
de Alkmaarsche VARA-afdeeling gespeeld worden.
Plaatselijk
Nieuws
De Voorzitter antwoordde, dat de advertentiën
voor den drukker zijn.
De heer du Burck zeide, dat het orgaan oorspron
kelijk voor f32.00 was aangenomen, doch is steeds
f 50.00 per nummer betaald. Spr. noemde de kwestie
met de advertenties zeer ontactisch. De bedoeling
was bij den opzet, dat de onkosten van het druk
ken en der redactie door de opbrengst der adverten
tiën zou worden verlicht.
Zal op de Alg. Veg. worden besproken.
De heer P. de Geus Jz. wilde een kleiner letter
type voor het orgaan.
Het bestuur heeft den secretaris, die nu de cou
ranten rondbrengt f 5.00 per jaar gegeven. Het be
stuur stelde voor dit op f 10.— per jaar te stellen.
Zal op de volgende vergadering worden besproken
Hiena sluiting.
I Wie spreekt van revisie of herziening, wie daar-
over spreekt in algemeen politieken zin, kan slechts
op de Verdragen doelen, die een einde hebben ge
maakt aan den oorlog. Dat zijn er een vijftal. Het
verdrag van Versailles met Duitschland was het
eerste en meest karakteristieke. Chronologisch volgde
daarop dat met Oostenrijk te St. Germain, en
daarna kwamen die met Burgarije te Neuilly en met
Hongarij in het kasteel van Grand-Trianon. Als
allerlaatste dat met Turkije, gesloten in de Museum
zaal van de bekende porseleinfabriek te Sèvres,
j Het werd echter nooit geratificeerd, want Kemal
I Pacha vormde voordien een nieuwe macht in Tur-
kije. Deze macht was sterk genoeg om, nadat Grie-
kenland was verslagen, den Mogendheden het
OUDKARSPEL.
Nogmaals Wijnkoop.
In ons verslag stond, dat de vergadering van ver
leden Zaterdag onder leiding stond' van den heer
C. Borst. Niet de heer Borst, maar de heer Groet
uit Warmienhuizen leidde de vergadering.
ZUIDSCHARWOUDE.
De afdeeling van den Neutralen Bond van Boe
ren, Land- en Tuinbouwers vergaderde Donderdag
avond ten huize van den heer C. Kuilman, alhier.
De opkomst was niet groot.
De heeren Jb. Kramer en A. Kout hebben be
richt van verhindering gezonden.
De voorzitter, de heer J. Klingeier, opende de
vergadering met een woord van welkom. Het speet
voorzitter dat zoo weinigen waren opgekomen.
De voorzitter deelde mede, dat het verschil in den
prijs van den modder, uit de werkverschaffing ont
staan is door de kosten voor het eventueel regee-
ringsverzuim.
Verder gaf spr. den leden in overweging om niet
tegen elkander op te bieden bij landverhuring.
De heer P. de Geus Jz., wilde het nog strakker
aanhalen en het willen verbieden.
Tot kringbestuurders werd met 13 stemlmen de
aftredende, de heer Jb. Kramer, herkozen.
Vervolgens werd de beschrijvingsbrief voor de
Dinsdag a.s. te houden Algemeene Vergadering be
handeld.
Met de door het hoofdbestuur voorgestelde wij
zigingen van het huishoudelijk reglement ging men
accoord, alsmede met wijzigingen van het afdee-
lings reglement.
Het voorstel van Wijk aan Duin om niet-tuinders
niet in onzen Bond toe te lalten werd niet gesteund.
Het prae-advies, dat niet-tuinders alleen lid kun
nen worden na ballotage eveneens.
De heer du Burck achtte het niet ongewenscht dat
b.v. intellectueelen lid waren. Spr. wilde de bepaling
nog niet veranderen. Spr. dacht, dat het meer om
de personen, die met politieke bedoelingen lid wor
den. Spr. was van meening dat men moest toe
laten of niet.
De heer H. Swart was het met den heer Du Burck
eens. Spr. wilde het echter niet zoo krijgen als nu
met de L. G. C.
Het prae-advies van het H. B. om het voorstel van
dezelfde afdeeling om de uienminimumprijzen min
stens verdubbeld te krijgen, wat afwijzend was, in
afwachting der eventueele steunregeling.
Het voorstel om als Neutralen Bond lid van de
veilingvereen. probeeren te worden, zal worden ge
handhaafd.
Het voorstel van onze afdeeling om op het be
sluit terug te komen om niet met het Boerencomité,
mee te gaan, werd gecombineerd met dat van N.
Niedörp om noch principieel, noch practisch geen
enkele organisatie van samenwerking ut. Men ging
accoord met het prae-advies om het H.B. om samen
te werken met alle vakorganisaties, miet een rechts-
positie.a
Met het voorstel van Koedijk om door een wet
verlaging van alle renten tot het niveau der Rijks
postspaarbank te krijgen was men het eens. En
moet verlaging vanr ente komen.
De heer Du Burck vond het een voorstel, waar
van men de draagwijdte niet begreep. Het zal moge
lij k_ zijn.
Met de candidatuur van den heer G. Groet van
Warmenhuizen voor het Hoofdbestuur kon men zich
niet vereenigen, daar er dan 4 H. B.-leden uit den
kring Langendijk zouden zijn.
Het voorstel van het H. B., naar aanleiding voor
stel van de afd. Heemskerk, actie te voeren voor
goede steunregeling van het Rijk, zal worden ge
steund.
Voorzitter deelde mede, dat de heer W. Muller als
lid der Neutr. Bond heeft bedankt, daar hij niet
als bestuurslid der L.G.C. herkozen was in „De Toe
komst". Men kijkt daar de leden der Neutr. Bond
leelijk om aan. Het is echter in den Bond heelemaal
niet besproken.
Voorstel Castricum om elk jaar een lid van het
Hoofd-, Kring- en Afd. bestuur te doen aftreden,
werd een voorstel van den heer J. de Geus Pz. om
den voorz., secretaris en penningmeester steeds her
kiesbaar te stellen, aangenomen.
Het prae-advies H.B. op het voorstel der afd.
Oostwoud, om de beperking van tuinbouwbedrijven
te zoeken bij den landbouw- en speculatieve tuin-
boubedrijven.
Ten aanzien van hét voorstel van Wij denes,
om een redacteur te benoemen, werd door den heer
du Burck opgemerkt dat het voor het orgaan van
den Bond noodzakelijk is, dat dit goed geredigeerd
wordt.
Spr. wilde voorstellen, dat de afgevaardigden hier
op aandrongen, doch dat niet-leden niet in „De
Ontwaking" mogen schrijven.
Tot afgevaardigden werden benoemd de heeren
J. Klingeier en Jb. Kramer.
Naar aanleiding der begrooting werden eenige
vragen gesteld. De heer Du Burck merkte op dat
niets is geboekt voor advertentiën.
nieuwe Traetaat van Lausanne af te dwingen. Dat
verdrag kwam in 1923 tot stand. Lord Curzon, de
Engeische President van die Conferentie zat in
J denzelfden stoel, welke Mac Donald in de Herstel
schulden-Conferentie van 1932 innam. Die stoel is
1 thans eigendom van een Haagsch inwoner. Een
zeldzaam en een kostbaar voorwerp.
Er is van den aanvang af tegen den geest, meer
nog dan tegen den inhoud van deze Verdragen
gewaarschuwd. Er is van gezegd, dat het Verdragen
door haat jegens de overwonnenen waren ingegeven
en daarvan is veel, schoon niet alles, waar. Er
kan op gewezen worden, dat in de ruim veertien
jaren, sedert het sluiten daarvan, verloopen, geheele
gedeelten reeds buiten werking zijn gesteld. De
economische en financieele bepalingen toch waren
voor een groot deel op korten duur berekend en
deze is reeds lang overschreden, zoodat de een
zijdige voordeelen, die de geallieerde inwoners in
Centrale landen genoten zonder dat de centrale
onderdanen er iets voor terugkregen, lang zijn ver
dwenen. Maar ook de omstandigheden hebben mee
geholpen. Hoofdstuk VI van het Verdrag van Ver
sailles, dat betrekking had op de uitlevering van
den Duitschen Ex-Keizer en op de bestraffing van
uitsluitend Centrale „oorlogsmisdadigers", is nooit
ten uitvoer gelegd. Hoofdstuk vni, dat op de her
stelbetalingen betrekkingen heeft, is te vergelijken
met den voorgevel van een huis, dat is afgebrand
en waarvan het vallen door het waakzaam oog van
de braandweer wordt bekeken. En Hoofdstuk V,
dt de zoo vernederende beperkingen op militair
gebied aan de overwonnen landen oplegde, begint
al aardig in het gedrang te komen. De Duitsche
geljjkgerechtigheid is een eind op weg; in beginsel
is zij erkend, en als het beginsel eenmaal erkend
is, is de uitwerking mogelijk.
Blijven vooral de territoriale bepalingen, die,
welke de landkaart van Europa hebben herzien.
Niet zoo zeer ten ongunste van Duitschland alleen
als wel ten gunste van een opperwacht, die vanuit
Parijs wordt gedirigeerd. Het gaat niet om de
teruggave van Elzas-Lotharingen of het afstaan
van Opper-Silezië en stukken onbetwist Poolsch
gebied aan Polen het gaat veel meer om geheel
de structuur van het tegenwoordige Europa, ten
gevolge waarvan Duitschland, de eeuwige tegen
stander van Frankrijk, door landen, die tot de
geallieerden van Frankrijk behooren, is ingecir-
keld. Een procédé, te gevaarlijker naarmate men
van Rusland onzeker is. Van een bepaalde Fransche
zijde wordt de „veiligheid", die men wenscht, ge
lijkgesteld met de zekerheid, dat de bestaande toe
stand zal worden gehandhaafd. Zulk een veiligheid
zaldaarom niet te bereiken zijn, omdat buiten
Frankrijk niemand bereid is ertoe mede te werken.
Algemeen erkent men in Europa de noodzakelijk
heid om geen veranderingen in de landkaart aan
te brengen of toe te lten door geweld, maar dit
is geheel iets anders dan er zich bij neer te leggen.
Nu bepaalt artikel 19 van het Volkenbondsverdrag
wel, dat ieder lid de herziening van een verdrag,
waarvan de verdere toepassing moeilijkheden ople
vert, kan aanhangig maken, maar wat helpt, dat
zoolang Raad en Vergadering daarover met een
stemmigheid moeten beslissen?
Als men dus aantreft een streven om art. 19
van het Grondverdrag te veranderen, treft men
practisch een streven aan in de richting van her
ziening. Het ziet er ook wel naar uit, dat Europa,
dat veertien jaren na-oorlog wat een zonderling
verschijnsel niet op zichzelf heeft gekend ten
gevolge van deze Verdragen, er zich niet langer
tegen verzetten zal om herziening te verkrijgen.
Maar daarbij zal groote tact geboden zijn.
Er zijn in de landen, die overwinnaars zijn ge
weest, tal van personen, die de noodzakelijkheid van
wijziging van deze bepalingen inzien. Maar spreek
met hen over revisie in het algemeen, waaruit zij
niet anders kunnen opmaken dan dat men alles
was is verkregen weer op losse schroeven wil zetten
en zij worden huiverig. Eerst zal het denkbeeld zelf,
dat revisie van sommige bepalingen noodig is, in
gang moeten vinden, en dan zal men langzaam
en geleidelijk tot de revisie van die bepalingen zei
ven, liefst stuk voor stuk teneinde ze zakelijk te
behandelen, kunnen komen. Hier geldt het wel, dat
chi va piano va sano!
HET HONDJE, DE SLAGER EN DE JUFFROUW.
Dramatis personae.een hondje, oude juffrouw,
een meneer en een slager. Ik noem het hondje
eerst. Het armie beestje dat op jongen stond en op
een hoek van de Alkmaarsche Laat niet gauw ge
noeg opzij kon komen enenfin, het was nog
niet heelemaal dood, lag nog te stuiptrekken. Ja,
het is geen vroolijk verhaal en de chauffeur van de
auto, die er een eind aan gemaakt had, reed door.
Natuurlijk,een menschdan doe je al wat,
want ze zijn lastig aan de rechtbank, maar een
hond? Even omkijken, een nieuwe saffiaan, grin
niken met zijn maat, effe gas geven, en weer op weg
naar een volgend slachtoffer. En nu stonden ze
dan met zijn drieën om het hondje heen. „Hij is
nog niet dood" zei de juffrouw schuchter, maar er
zal wel niet veel meer aan te dioen zijn, meheer? Er
was niets meer aan te doen, want het beestje
krampte nog even en het was gedaan. De slager die
toch ook even aarzelend tegenover het wij Kende
leven stond en het geval aangekeken had, werd nu
moediger, haalde wat groen uit een vuilnisbak en
bedekte er het doode diertje mee. Nou heit ie een
kransie ook.Het waren goedbedoelde pogingen
van de juffrouw om den man zijn grofheid en
ongevoeligheid te verwijten maar och, wat geef je,
als slager met goede zaak zijnde, om een senti
menteel beklag van een ouwe juffrouw? De slagers
knecht apprecieerde de humor van zijn baas, en
vond het een goeie mop. Maar toen zei de meneer,
dat het jammer was, dat de slager het hondje niet
alléén gevonden had.... dan had ie hem door de
worst kunnen malen. Justus van Maurik had ge
gnuifd, als hij het gezellige heibeltje, dat volgde
in twee blad kopy had kunnen verwerken. De slager
die in zijn beroepseer getast was begon te schelden.
De meneer begon ook te schelden en na een kwar
tier scholden alle vijf-en-twintig toeschouwers ook
mee. De juffrouw griende, alleen, armzalig, en het
hondje, die lag er maar, onder de groene takken.
Toen kwam de politieman, kalm, en waardig. Hij
leende een zak van een kruidenier, deed daar kalm
het doode hondje in, gaf kalm de meneer een bon
netje voor de beleediging den slager van de worst,
want die „nam" het niet, en had getuigen. En twee
klanten gaven den slager gelijk, dat de ouwe juf
frouw een mal stukkie mensch was, om je voor zoo'n
hond zoo dik te maken. En ze kregen een pondje van
de bout mee, op de lat, wat anders niet de gewoonte
was.
Gr.
Zij hadden elkaar ontmoet bij de bioscoop. Hij
had al even gedraald om binnen te gaan en meer
malen een zijdelingschen blik op haar geslagen.
Zij stond met een paar vriendinnen te babbelen
en af en toe klonken een paar lachgilletjes van dien
kan.t Zij had kuiltjes in haar wangen, een zwart
lokje van haar golfkapsel, gedekt door een schuine
elegante matelot, krulde guitig op haar voorhoofd.
Een paar donkere oogen glunderden in het rond en
lachten mee. Haar handschoenboortjes vielen coquet
als een licht randje om haar polsen, omlaag. Zij
droeg gladde, zwarte schoentjes, met lange, dunne
hakjes. Haar en zijn blikken kruisten elkaar zoo
af en toe en eindelijk waagde hij het. Hij liep op
haar toe, zij zette een gemaatk verwonderd gezichtje
lachte even, een licht blosje verhoogde haar schoon
heid op geen onbevallige wijze en zij stapten bel
den de bioscoop binnen.
In tegenstelling met hetgeen ik gezien had, las ik
„Groot amusant filmwerk „Ich will nicht wissen
wer du bist."
Ongeveer een maand later.
Met gewone pas stap ik huiswaarts. Een donkere
vale lucht strooit hagelkorrels en sneeuw vlokken
neer. Even voor mij uitkomt een fietsrijder, de pet
schuin op den vollen haardos, een sigaret in den
mond, die ik, als hij nader komt, van den eenen
hoek naar den anderen zien slingeren. Zij rechter
hand heeft hij in zijn jaszak.
Rechts van den weg loopt een jong meisje, onge
veer gelijken tred met mij houdende. Niet zoodra
ontmoeten fietsrijder en zij elkander of de jongen
laat het eene been over het bsneeuwde fietspad
sleepen en stopt. Zij schijnt hem te willen ontwijken,
maar hij houdt haar tegen. Deze eenigszins onge
wone handeling wekt eenigszins mijne nieuwsgie
righeid en mijn blikken wenden zich daarheen,
waar de blijkbaar minder vriendelijke ontmoeting
tusschen hem en haar plaats vindt Zijn stem klinkt
luider. Ik hoor haar roepen: „Och, jongen, laat mij
door." Intusschen heeft zij haar zakdoekje voor den
dag gehaald en een paar malen tegen haar oogen
gedrukt. Wellicht hebben een paar tranen het doek
je bevochtigd. Plotseling herken ik die twee. Hij en
zij van de bioscoop. Nog luider wordt zijn stem. Hij
heeft reeds een paar malen het voorwiel van zijn
fiets opgelicht om daarmede zijn woorden in drift
en in opgewonden stemming geuit, kracht bij te
zetten Al heftiger en dreigender wordt zij hou
ding. Wederom doet zij een poging om te ontvluch
ten, maar het lukt haar niet. „Neen!" hoor
ik hem zeggen. „Zoo gemakkelijk kom je niet van
mij af!" En de fiets ondergaat een tweede lief-
koozing met het fietspad.
Een schot! Een gil! Zij wijkt op zij,
struikelt en valt. Een paar kraaien vliegen uit de
boomen; een paar honden blaffen en slaan aan.
Hij staat er beduusd bij. Enkele personen komen
naderbij. Ook ik.
De voorband van zijn fiets is gesprongen. En
knal als een pistoolschot.
Het meisje is weer opgestaan en vlucht weg.
Sneeuw en modder hebben den rug van haar man
teltje bevuild. Met haar door tranen bevochtigde
zakdoekje veegt zij haar handen af.
Hij loopt naast zijn fiets, met slappen band,
verder, kijkt nog eens om en steekt een sigaret
aan.
Het drama is afgespeeld.
Een andere film was het, als: „Ik wil niet weten
wie je bent! Zij heet: „Ik wil niets meer van je
weten.!"