Kameroverzicht
Van Rationalisatie tot Nationalisatie
Onschuldig verbannen.
Plaatselijk
Nieuws
ZUIDSCHARWOUDE.
Uitslag van den gehouden damwedstrijd van de
vereeniging „Damlust" tegen een damclub uit
Winkel.
Zuidscharwoude Winkel.
W. verkroost C. Amels 2—0
P. v. d. Molen P. Slot 2—0
J. Pluister D. Olie 1—1
J. Dekker T. de Jong 11
J. Strijbis J. Mantel 2—0
J"b. Berkhout J. Peereboom 11
P. Schuffelen Abr. de Wit 2—0
Jb. v. d. Welle H. Bergman 2—0
G. Baldelr C. Honing 11
J. v. d. Molen D. Otsen 20
Goudsblom! J. v. d. Molen 11
Joh. Pluister K. Slovis 2—0
K. Kout H. Velthuis 2—0
W. v. d. Wal P. Swagerman 1—1
A. Floris P. Kotver 20
K. Witsen J. Krap 0—2
De Haas Jr. J. Korf 2—0
De Haas Sr. K. Vader 02
C. Kooy De Ruiter 2—0
Jb. v. d. Welle Jr. M. Tijnlheer 2—0
INGEZONDEN
(Buiten verantwoording der Redactie.)
Mijnheer de Redacteur.
In uw blad van Zaterdag 25 Februari j.l. komt
onder het opschrift „Rationalisatie van steun" een
artikeltje voor, dat misschien nog wel eens nader
'besprak;eln mag worden. Niet met de bedoeling om
de door den schrijver aangehaalde punten te be
strijden, dan wel eenige op- en aanmerkingen ten
beste te geven, ten einde onze gezichtskring betref
fende bedoeld onderwerp nader te verruimen, wat
de goede bedoeling sletehts ten nutte kan komen.
In bedoeld artikel nu zegt de schrijver o.a. „steun
aan de noodlijdende bedrijven zal Voorhands noodig
blijven, maar steun voor overproductie is roekeloos
weggeworpen geld."
Nu is dit zeker volkomen waar, wanneer dit
artikelen betreft, welke zoo goed als geheel naar
"t buitenland moeten worden uitgevoerd, alléén daar
gebruikt worden, en waarvan de invoer in 't buiten
land door hooge tarieven of invoerbelemmeringen
vrijwel is stopgezet.
Moeilijker is het voor producten die mede of
in hoofdzaak in iege|nl and gebruikt of verbruikt
kunnen worden, vooruit te bepalen en vast te stel
len, waar de overproductie begint en waar ze ein
digt, daar verschillende factoren en omstandig
heden hierop invloed uitoefenen.
Eerstens toch is de productie afhankelijk van
natuurlijke omstandigheden weersgesteldheid,
ziekten etc. die de opbrengst van een artikel
sterk kunnen beinvloeden en deze verhoogen of
verminderen. In de tweede plaats en vooral nu van
het toestaan van den uitvoer naar 't buitenland,
het belemmeren daarvan door hooga tariefmuren,
invoerverbod en oomtingenteeringsm&atregelen,
waarvan men de inwerkingstelling niet vooruit kan
voorzien en to de derde plaats en dit is nog het
voornaamste, is overproductie of liever wat men
daarvoor belieft te noemen, grootendeels een ge
volg, niet van gebrek aan behoefte, maar van het
gebrek aan koopkracht van hen, die een bepaald
artikel wel zouden kunnen gebruiken, mlaar de mid
delen missen zich een artikel aan te schaffen.
't Gevolg is, dat er dan ook dikwijls gesproken
wordt van overproduktie, terwijl wanneer de koop
kracht van den consument, den gebruiker, den eter,
groot genoeg zou zijn, er heelemaal geen sprake
zou zijn van overproductie, van een teveel maar er
inderdaad nog een te'kort aanwezig zou blijken.
Als voorbeeld willen we daartoe eens nemen, het
door den schrijver aangeroerde artikel eieren.
De schrijver zagt: „Dat wanneer in ons land mo
menteel te veel eieren worden geproduceerd, en de
eierenprijs daardoor beneden kostplrijs zou zijn
gedaald, dan zou de regeering door b.v. een toeslag
te geven op de verkochte eieren, daarmee niet mee
werken aan een produktie beperking.
Dit zou volkomen juist zijn, wanneer er inder
daad in Nederland voor 't gebruik voor de behoefte
te veel eieren werden geproduceerd, maar de wer
kelijkheid is, dat er in Nederland niet te veel eieren
worden geproduceerd voor de behoefte, maar door
gebrek aan koopkracht bij het grootste deel van t
Nederlandsche volk, wier inkomen zoo onvoldoende
is, dat ook al zijn de eieren gedaald tot een prijs
van 3 cent per stuk, wat ongeveer productieprijs is.
dit voor de groote menigte nog een luxe artikel
blijft, dat het budget hunner dagelijksche uitgaven
niet kan dragen.
WasssiM" c
FEUILLETON
ACHTIENDE HOOFDSTUK.
De markies Van Monthron, vroeger Roland Inge-
stre geleek niet in het minst op de mannelijke leden
van het oude geslacht, wier laatste vertegenwoor
diger hij thans was; hij miste het blonde haar
en de blauwe oogteta der Montherons, mocht zich
volstrekt niet beroemen op eene flinke gestalte,
terwijl hij evenmin kon 'bogen op de edele fierheid
waardoor al de mannelijke leden dezer familie zich
sedert eeuwen hadden onderscheiden.
Alexa verwonderde er 2ich over, dat de markies
zoo weinig op haar vader geleek.
Schoon van middelbaren leeftijd, zag de markies
er nog tamelijk jeugdig uit. Hij was klein van ge
stalte, had een lang, smal en bleek gelaat, waarop
een stereotiepe, gemaakte vriendelijkheid lag. Zijn
kleine, zwarte oogen verrieden eene sterke neiging
tot melancholie. Weekeiijkheid en bijna overdreven
vriendelijkheid waren de voornaamste eigenschap
pen van zijn karakter; hij had een zachte stem
en was voorzichtig in zijne bewegingen, terwijl
zijne manieren van beschaving getuigden. Ondanks
zijn zachtheid en Vriendelijkheid bezat hij een vas
ten wil en een stijfhoofdigheid in het doorzetten
zijn)e(r plannen, welke hem in de meeste gevallen
de overwinning bezorgde en hem tot een uitstekend
lid der samenleving maakte.
Lord Montheran was nooit gehuwd geweest. Toen
hij nog Roland Ingestre heette had hij, uit hoofde
zijner armelijke omstandigheden niet tonnen
huwen, en tot rang en rijkdom 'gekomen, zich
geheel aan het genot van een vrij leven overgegeven,
totdat hij voor eenige jaren lady Wolga Clyffe weer
ontmoette en mededinger werd naar hare hand.
De markies bemerkte den scherpen blik Van Alexa
toen zij tegenover hem stond en was er onaange
naam door getroffen. Haar schoonheid viel hem op,
doch het wtefelderige, blonde haar en de blauwe
oogen verrasten hem. Hij meende haar meer gezilen
Wanneer toch elk Nederlander zich de weelde'
zou kunnen veroorloven, dagelijks één eitje te
doppen, wat in doorsnee toch eigenlijk niets over
dreven zou zijn,w ant ook in Canada wordt zoo on
geveer dagelijks per hoofd der bevolking één ei
gebruikt, dan zou het j aarlij ksch gebruik hier in
Nederland ongeveer 3 milliard drieduizend mil-
lioen eieren kunnen bedragen, terwijl er nu jaar
lijks slechts 2200 millioen eieren worden geprodu
ceerd, waarvan het grootste deel naar 't buiten
land wordt uitgevoerd.
Maar niet alleen van eieren is een schijnbare
Overproductie, bij gebrek aan koopkracht, ook met
andere gebruiksartikelen is zulks dikwijls het geval.
Schijnbaar is er een te veel aan boter, ook in
Nederland, en nu de uitvoer naar 't buitenland stokt,
wordt er ernstig over gedacht, ook maar was koeien
op te ruimen.
In werkelijkheid echter is er geen te veel maar
eerder een te kort aan boter, wanneer al weer de
koopkracht van de Nederlandsche consumenten
groot genoeg was om boter van eigen bodem, ih-
plaats van uit het buitenland aangetvoerde mar
garine te gebruiken.
Naar ik ipeen toch is de j aarlij ksche produktie
van 'boter in Nederland ongeveer 88 (acht-en-tach-
tig) millioen kilogram, wat, omgeslagen over de
8 millioen inwoners voor ieder een jaarlijks gemid
deld gebruik van 11 (elf) kilogram boter zou be
dragen, dus voor elk burger ruim 2 ons per week.
en voor den gemiddeld gezin van 5 personen 2 pond
of 1 kilogram per week.
Om met die hoeveelheid toe te komen zouden we
de boter heel dun moeten smeren en absoluut niet
mogen gebruiken voor andere doeleinden. We zien
hieruit alweer dat er in Nederland niet te veel boter
geproduqelerd wordt, maar dat er nog best voor eigen
gebruik een 50 procent bij kon, alweer, wanneer de
koopkracht van het Nederlandsche publiek sterk
genoeg was zich produkten van eigen bodem tegen
productieprijs aan te schaffen, of, wanneer de re-
geering tot een zekere distributie of gedeeltelijken
steun in natura overging, waarbij ook het mindere
koop- of kapitaalkrachtige deel der bevolking zich
natuurboter tegen lagen prijs kon aanschaffen in
plaats van zooals nu, een gedeelte onzer natuur
boter voor zeer lagen prijs naar 't buitenland te
zend|0n, en het te weinig daarvoor ontvangene door
verhooging van prijs in 't binnenland op den Ne
derlandsche consument te verhalen, die daardoor
de verliezen moet betalen van wat te weinig in
't buitenland wordt ontvangen en dus de buiten
landers aan goed'koope boter en goedkoop vleesch
helpt, terwijl de groote massa zich hier met mar
garine moet behelpen en naar een stukje inlandsch
vleesch kan fluiten.
Want ook met het vleesch wordt dezelfde taktiek
toegepast als met de boter. Een belangrijk deel van
ons beste vleesch gaat voor spotprijzen naar Enge
land of elders, terwijl een groot deel onzer eigen
menschen geen stukje viaesch kunnen bekomen, om
reden de Regeering de vleeschprijzen kunstmatig
in de hoogte drijft en de eigen burgers alweer de
verliezen laat betalen, die ze in 't buitenland op het
uitgevoerde vleesch te kort komt.
Eigenaardig nationalisme. Den buitenlander goed
koop laten eten ten koste van eigen burgers en een
groot, hiet grootste deel der eigen burgers bij gebrek
aan koopkracht bij de tegenwoordige geproduceerde
vleeschprijzen, waarbij 't gebruik steeds minder
wordt, op een houtjel laten bijten.
Beter zou 't m.i. zijn, dat naar 't buitenland ge
zonden goedkoope vleesch voor denzelfden prijs
welke men in 't buitenland maakt, eerst eens voor
die Nederlandsche burgers beschikbaar te stellen
of in natura te distribueeren, welke door hun mini
mum inkomen, of werkloosheid of onvoldoenden
steun nu niet in staat zijn een stukje vleesch te
bekomen.
Want eigen producten voor een schijntje naar
het buitenland te zenden en deze door kunstmatig
opgedreven prijzen aan eigen burgers te onthouden
schijnt me toch wel eenigszins in strijd met elk
nationaal gevoel, te meer daar toch als pterste be
ginsel voor elke volks- of staatsgemeenschap, in
principe moet gelden, Voor eigen burgers in de
eerste plaats te zorgen en te produceeren, en eerst
dan z'n overschotten met andere volken uit te
M. de Redakteur, wa zouden zoo kunnen voort
gaan met voor te rekenen dat er in Nederland,
waarschijnlijk geen te veel aan vleesch en vet zou
zijn, wanneer elk burger dagelijks z'n half onsje
vleesch en vet kon toeloopen, niet te veel melk
zou er zijn wanneer elk dagelijks een halve liter
melk kon verkrijgen en er dus eigctnlijk geen over
productie is, maar er bij vele artikelen eerder nog
van een tekort gesproken kan worden, wanneer de
koopkracht of het inkomen van alle burgers inder
daad groot genoeg was zich die artikelen aan te
schaffen, of de regeering, die toch eigenlijk niets
anders is dan een vertegenwoordiging van de ge
heele gemeenschap, in 't belang van producenten
en consumenten voor zoover er werkelijke behoefte
bestaat tot distributie dier zoogenaamde overpro
duktie overging.
Waarschijnlijk echter zal een dergelijke distri
butie van zoogenaamd te veel geproduceerde voed
sel artikelen ten bate van de geheele volksgemeen
schap, waardoor deze overvloed ten bate van eigen
volk, van eigen burges zou worden weggewerkt, al
thans in elk geval zou blijken of er inderdaad wel
overproductie van een bepaald artikel aanwezig
was, voorloopig wel niet plaats vinden.
te hebben en zij herinnerde hem aan iemand, zonder
dat hij wiist aan Wie. Ten gevolge daarvan werd
hij onrustiger hoe langer hij het meisje aanzag.
Alexa had niet Veel tijd om het gelaat van den
markies op te nemen; want spoedig trad eene oude,
in het zwart gekleede 'dame binnen. Zij was lady
Markham, de weduwe van een baron, die zijn groot
vermogen veikWist en haar arm had achtergelaten,
zoodat zij zelfs verplicht was een onderkoinlen te
zoeken. Sedert lang had lady Wolga haar tot zich
genomen.
Lady Markham was lang en mager, met een
hoogst ernstig gelaat. Het grauwe haar was gedeel
telijk onder een witte muts verborgen. Hare oogen,
met een gouden bril gewapend, waren klein en
scherp en drukten den grootsten argwaan uit. Zij
mocht lady Wolga zeer gaarne lijden en droeg haar
achting toe, terwijl zij ijverzuchtig was op ieder die
hare gunst zocht te winnen, behalve op lord Mont-
heron. Zij geloofde namelijk dat lady Wolga eens
met een harer talrijke! vereerders in den echt zou
treden en hoopte hare oude dagen genoeglijk op het
kasteel Mont Heron te kunnen slijten. Daarom
steunde zij den markies in alles. Op alle andere
personen, die rechtstreeks met lady Wolga in aan
raking kwamen, was zij ijverzuchtig, dewijl zij
vreesdie, dat deze voorgetrokken mochten worden
of zooveel invloed zouden krijgen, dat hare belangen
daaronder zouden lijden.
Lady Wolga stelde Alexa aan de barones voor, die
het meisje koel en scherp aangluurde. Lady Mark
ham was de vorige gezelschapsjuffer niet genegen
geweest, wijl lady Wolga meer met deze ophad dan
met haar, en zij vatte onmiddellijk een feilen haat
op tegen Alexa, daar zij bemerkte dat dit meisje
in staat was de geneginheid Van Lady Wolga te
winnen.
„Je zult slechts kort hier zijn," dacht zij. „Zij,
eene gezelschapsjuffer! Ze ziet er eer uit als' de
erfgename van een voornaam huis! Wanneer ik nog
een beetje invloed op Lady Wolga heb, zal dit meisje
binnen een maand het slot verlaten."
NoCh mét de oogen, noch met woorden liet zij
echter iets van hare bedoeling blijken. Zij was be
leefd en vriendelijk en knoopte met Alexa een ge-
sprék aan, terwijl lord Mont-Hletron en lady Wolga
langzaam naar den schoorsteen gingen.
„Uwe nieuwe gezelschapsjuffer is zeer schoon,
lady Wolga," zeide de markies, zijne zachte oogen
Onze tegenwoordige maatschappij vorm is wel zoo
grenaanloos egoïstisch aangelegd, dat ze liever de
zoogenaamd te veel geproduceerde artikelen ver
nietigt of in zee werpt zooals met duizenden balen
suiker en koffieboonen is gebeurd, allééh maar om
deze artikelen op prijs te houden, dan dat ze er
er over zou denken, dit alles voor de geheele ge
meenschap, dus ook voor die mêdemenschen be
schikbaar te stellen, welke de koopkracht missen,
het zich op andere wijze aan te schaffen. En toch
zou m.i. onder de tegenwoordige internationale ver-
keersbelemmeringen, welke nog steeds toenemen,
dit beschikbaar stellen voor de geheele eigen staats
gemeenschap en het daardoor bevorderen van het
gebruik van eigen produkten en het tegengaan van
invoer van buitenlandsche producten die we hier
kunnen missen en desnoods zelf verbouwen, op 't
oogenblik de meest aangewezen weg zijn om mede
onzen economischen toestand te redden.
Zooveel mogelijk artikelen van eigen bodem ge
bruiken en zoo weinig mogelijk uit 't buitenland
betrekken.
Van rationalisatie tot nationalisatie, m.a.w. van
het teelen van eigen producten naar behoefte tot
het beschikbaar stellen voor de geheele Nederland
sche bevolking van diezelfde produkten.
Er is geen andere weg tot zoolang de storm van
protectie, die nu over de wereld waait, zal zijn
uitgewoed en alle tariefmuren zullen zijn opgehe
ven en omvergehaald.
Maar dat zal nog wel een poosje duren.
Aan dit beschikbaar stellen voor de geheele staats
gemeenschap, de geheele bevolking der voortge
brachte producten zou natuurlijk gepaard moeten
gaan één door de Staatsgemeenschap aan den Ne-
derlandschen producent voldoende gewaarborgde
productieprijs, die deze1, een bestaanszekerheid ver
schafte en zou daardoor uit dezen zoogenaamden
crisis- en malaise-toestand nog een betere en zui
verder basis als grondslag onzer maatschappelijke
samenleving geboren kunnen worden.
In dank voor de plaatsing.
Noordscharwoude, Maart "33,
J. VLUG.
T;TV ElEiD'Fi KAMER).
Wat een ontbonden Kamer niet past.
Dp voorzitter der Kamer heeft mededeeling
gedaan van een zeer uitvoerige lijst van ontwer
pen, op welker afdoening de regeering nog prijs
stelde, een program, hetwelk voorieen ontbonden
Kamer veel te zwaar is. Dp heer van den Bergh
s.d. meende toen, dat zijn initiatiefontwerp in
zake voorkoming van dadelijke uitwinning, nog
wel aan de agenda kon worden toegevoegd, maar
de Kamer bleek het eens met pro£. Aalberse
r.k., dat een ontbonden Kamer met haar mede
werking in wetgevenden arbeid niet verder moet
gaan dan de regeering, welke de ontbinding! uit
lokte, dat wenscht..
i Be Indische begrooting aangenomen
De Indische begrooting is afgehandeld. Een
onderdeel ervan, de begrooting van Ouderwijs
en Eeredienst lokte nogal discussie pit. Dieze
bcgrootiug is door den Volksraad verworpen we
gens de voorgestelde 'onderwijsbezuiniging. Die
heeren Eeber r.k., Schouten a.r. en ^Boetselaer
c.h. waren ervoor om aan een commissie op te
dragen te onderzoeken, in hoeverre de voorge
stelde bezuinigingen het onderwijs zouden kun
nen schaden. In zoo'n commissie moest dan het
bijzonder onderwijs vertegenwoordigd wezen.
Dp voorgestelde bezuiniging „achtten ze te uni
form. Wat voor Java kan, ïjeteekent voor iNw.
Guinea bv. een volledige afbraak van het onder
wijs. Dp heeren ter Laan s.d. en (Ketelaar v.d.
deelden de geopperde bezwaren en dp minister
zwichtte voor den algemeenen aandrang. De
commissie komt er ten haar bevindingen zullen
zich niet alleen voor de begrooting van 1934
doen gelden, maar 'zoo mogelijk ook nog .vooir Je
loopende begrooting.
^'Oorlog" als onderdeel van de Indische .be
grooting werd met 4225 roode stemmen goed-
gekuerd. i
In een geschil van de Indische regeering met
de fa. Volker, betreffende de betaling van een
bedrag van 400.000 gulden wegens huur van tin
baggermateriaal, toonde de Kamer zich concili-
met zeldzame scherpheid op het meisje richtende.
„Ik meen dat ik haar meer heb gezien. Gisteren
was zij nog niet "hier. Waar hpetft U haar gevonden?
„Ik ben daarin zeer gelukkig geweest," antwoord
de de lady, het meisje vriendelijk aanziende. „Zij is
vreemd in Engeland. Ik heb nooit innemender ge
laat ontmoet."
„Ik hoop initusschen dat uw engagement niet om
hare schoonh|e|id alleen is gesloten," bemerkte de
markies lachend.
„Zij had goede aanbevelingen," zeide lady Wolga
„En ook zonder deze zou haar gelaat toch een vol
doende aanbeveling geweest zijn. U weet immers."
ging zij, als tot zich zelf sprekende voort, „dat ik
geheel alleen op de wpreld sta. Mijne ouders zijn
dood, mijn broeder heeft het te druk met zijn eigen
familie en met de politiek. Ik heb beproefd mij bij
lady Markham en zelfs bij mijne vorige gezel
schapsjuffer aan te sluiten. Ik (gevoel behoefte aan
genegenheid en Vriendschap en daarom zie ilk met
zulke groote belangstelling op dit meisje neer, dat,
naar ik hoop mettertijd meer zal worden don mijne
betaalde gezelschapsjuffer."
Lord Mont-Heron werd rood; het scheen alsof
hij een galant antwoord zou gelven. Hij bedacht zich
echter spoedig en zeide;
„Avonturiersters zijn dikwijls schoon en zien er
veelal onschuldig uit. Ik geloof zeker dat miss
Strange eene lady is van geboorte, zoowel als door
opvoeding. Kent U haar verleden?"
Onder zijne schijnbare kalmte was groote nieuws
gierigheid verborgen.
„Ik heb den tijd nog niet gehad haar vertrouwen
te winnen en w|a|et alleen, dat zij de dochter is van
een verarmd Engelsch edelman, die In het buiten
land Verblijft. Zij kwam naar Engeland om eene
geschikte betrekking te zoeken en de Voorzienigheid
voerde haar tot mij."
De markies was niet bevredigd, doch het was
thans noch de tijd, noch de plaats om aan zijne
ontevredenheid lucht te geven. Hij bleef nog steeds
Alexa beschouwen en zeide zacht:
„Zie, Wolga, 't is mij of Ik haar vroeger meer heb
gezien."
Lady Wolga verschrok.
„Onmogelijk!" riep zij. „Zij is nooit in Engeland
ant.. Ze evrlangde dat de Indische regeering leen
schikking zou zien te treffen.
Bed interpellatie Vliegen «ver het ver
beden lidmaatschap dér S.DtA.P. voor
militaire ambténaren.
DP heer Vliegen s.d. kreeg verlof om 'den mi
nister van oorlog te interpelleeren over diens
verbod aan militaire ambtenaren om lid te zijn
van de s.d.a.p. De interpellatie zal worden ge
houden in aansluiting op de interpellatie Albarda
over het gebeurde op en tegen de Z(. P. Alles qp
een nader te bepalen dag.
ITitbnrtlijng Crisispaehtwet.
De Kamer aanvaardde eenige wijzigingen van
de Crisispachtwet. Dezer werking zal aller
eerst worden uitgebreid tot den huur van allen
grond, voor eenigerlei cultuur, bestemd, dus ook
voor tuingrond. Eenige verbeteringen werden
voorts aangebracht in het belang der .pachters.
Indien door indiening van een verzoekschrift tot
paehtverlaging, het betalen van de pacht wordt
opgeschort, zal 5 procent verschuldigd zijn over
net bedrag, dat later bij uitspraak als verschul
digde pachtsom wordt vastgesteld. Dp procedure
zal voorts niet langer kosteloos zijn, voor Indie*
•ning van een verzoekschrift is een vast ireöht
van "5 gulden verschuldigd. Het verlangen van
enkele leden tot instelling van een beroepsinstan
tie werd niet bevredigd. t
Minister Die Geer mag 350 millioen
leemien.
In de Pensioenwet werden enkele technische
wijzigingen aangebracht. Em aan minister De
Geer ewrd volmacht verleend om op Je wijze,
welke hem goeddunkt, een leening te «sluiten
van 350 millioen gulden.
EERSTE: KAMER.
Verschil lead e begroetingen goedgekeurd
Dp Eerste Kamer heeft in de afgeloopen week
ook nog de begrootingen van Justitie, van Fi-
mantien en van Binnenlandsche Zaken goedge
keurd, alle zoinder hoofdelijke stemming.
Minister Dbnner kreeg als pleister op de door
de Tweede Kamer geslagen wonde, veel lof voor
zijn werk te oogsten, o.a. van de zijde van drie
katholieke juristen, die niettemin nog wel enkele
wenschen te uiten hadden. Mr. Heerkens Thijs-
sen rjk. pleitte voor een voorzichtige toepassing
van de preventieve hechtenis. Hij wenschte in het
algemeen ook de proeftijden voor voorwaardelijk
veroordeelden bekort te zien. Hij uitte bezwa-
refo tegen ons te dure procesrecht en hield een plei
dooi voor een aparte regeling voor kleine vorde
ringen.
Bij de behandeling van de begrooting van fi-
nantien deed de heer de Bruin r.k. nog eens een
beroep o pden minister om voor .werkloozen' gra
tis rijwielplaatjes beschikbaar te stellen, maar de
heer Dp Geer achtte de bestaande regeling vol
doende. Een door den heer v.d. Bergh lib. geuit
bezwaar als zou er teveel Nederlandsch geld in
vreemde emissies wegvloeien, werd door den
minister niet gedeeld. Hij wees erop, hoe ]de staat
tegen een vrij laag percentage nog vlot'igeld kan
bekomen.
Minister Ruys had warme waardeering in ont
vangst te nemen voor zijn werkloozenzorg,
van alle kanten. De heeren Polak s.d., Hermans
s.d. en Nivard r.k. klaagden over de vele vreem
de werkkrachten in ons land. Die minister ant
woordde dat hij een ontwerp tot wering van de
vreemde werkkrachten gereed had. De heer Po
lak s.d. achtte door de werkverschaffing soms
het natuurschoon bedreigd. De minister voelde
ook veel voor behoud van natuurschoon, maar
vond een compromis noodig met de behoeften
aan werkverschaffingsobjecten. Sommige leden
meenden, dat de gemeentelijke autonomie te zeer
werd bedreigd. Anderen 'vonden, dat meer pp
de gebleken geschiktheid of ongeschiktheid ge
let moest worden bij herbenoemingen van bur
gemeesters.
In antwoord op een betoog van den heer Kui
per r.k., verklaarde de minister, dat voorloopig
niet meer zou worden getornd aan de loonen
der bouwvakarbeiders.
,Dan herinnert zij mij aan iemand, die ik geziph
heb. Hare trekken zijn mij niet onbekend."
„Ik had denzelfden indruk, zeide Lady Wolga,
„Zij herinnert mij aan iemand; doch hoezeer ik
daarover reeds heb nagedacht, toch kan ik niet
raden aan wie. Ha! daar zijn mijne gasten."
I Het binnentreden van pen groep heeren en dames
I maakte aan het vertrouwelijk onderhoud tusschen
lord Mont-Heron en de lady een einde.
Alexa had zich met lady Markham naar een
I venster begeven, dat deze laatste echter verliet toen
de gasten binnenkwamen, onder welke zich ook lord
I Kingscourt bevond. Alexa zette zich op de venster-
J bank neer, half verscholen achter de zware gor
dijnen. Haar hart klopte bijna hoorbaar. Vreugde
1 en angst streden in haar binnenste om den voor
rang. Haar minnaar kon elk oogenblik binnentreden
en wat zou hij zeggen haar zoo onverwachts op
Clyffebourne te vinden? Zöu hij haar gaan wan
trouwen? Doch zij kon een ontmoeting met hem niet
ontvluchten, zelfs wannjeierz ij dat wilde. Zij beefde
als een door den wind bewogen boomblad, toen de
deur opnieuw geopend werd en nog meer gasten
binnenkwamenbij deze was ook lord Kingscourt.
I Nadat de wederzijdsohe groeten gewisseld waren,
1 nam lady Wolga den arm des graven en leidde hem
naar Alexa.
„Ik heb eene nieuwe gezelschapsjuffer, die ik u
wenschte voor te stellen," zeide de lady. „Zij is hier
vreemd en ik reken op u, lord Kingscourt, mij te
helpen haar verstrooiing te bezorgen, opdat zij hare
i verlatenheid niet gevoele."
Hoe zacht deze woorden ook uitgesproken waren,
toch bereikten zij Alexa's oor. Zij verzamelde al hare
krachten, en het gelukte haar kalm te blijven. Lady
Wolga sloeg het gordijn terug en beiden stonden
tegenover elkaar.
„Miss Strange," zeide Lady Wolga, „ik heb de eer
u lord Kingscourt voor te stellen."
Alexa werd bleek als een lijk en richtte hare
oogen smeekend op den man harer keuze.
Lord Kingscourt schrok door de zonderlinge en
onverwachte ontmoeting met het meisje, dat hij lief
had en in Griekenland waande: doch hij uitte geen
kreet van verrassing en verried evenmin door woord
noch teeken diat hij haar kende. Hare oogen sche
nen hem te zeggen, dat hij niemand zou laten be
merken, haar vroelger meer gezien te hebben, zoo
dat hij haar als een vreemde behandelde en voor
haar boog.
(Wordt vervolgd).