Kameroverzicht Van Rationalisatie tot Nationalisatie Onschuldig verbannen. Plaatselijk Nieuws ZUIDSCHARWOUDE. Uitslag van den gehouden damwedstrijd van de vereeniging „Damlust" tegen een damclub uit Winkel. Zuidscharwoude Winkel. W. verkroost C. Amels 2—0 P. v. d. Molen P. Slot 2—0 J. Pluister D. Olie 1—1 J. Dekker T. de Jong 11 J. Strijbis J. Mantel 2—0 J"b. Berkhout J. Peereboom 11 P. Schuffelen Abr. de Wit 2—0 Jb. v. d. Welle H. Bergman 2—0 G. Baldelr C. Honing 11 J. v. d. Molen D. Otsen 20 Goudsblom! J. v. d. Molen 11 Joh. Pluister K. Slovis 2—0 K. Kout H. Velthuis 2—0 W. v. d. Wal P. Swagerman 1—1 A. Floris P. Kotver 20 K. Witsen J. Krap 0—2 De Haas Jr. J. Korf 2—0 De Haas Sr. K. Vader 02 C. Kooy De Ruiter 2—0 Jb. v. d. Welle Jr. M. Tijnlheer 2—0 INGEZONDEN (Buiten verantwoording der Redactie.) Mijnheer de Redacteur. In uw blad van Zaterdag 25 Februari j.l. komt onder het opschrift „Rationalisatie van steun" een artikeltje voor, dat misschien nog wel eens nader 'besprak;eln mag worden. Niet met de bedoeling om de door den schrijver aangehaalde punten te be strijden, dan wel eenige op- en aanmerkingen ten beste te geven, ten einde onze gezichtskring betref fende bedoeld onderwerp nader te verruimen, wat de goede bedoeling sletehts ten nutte kan komen. In bedoeld artikel nu zegt de schrijver o.a. „steun aan de noodlijdende bedrijven zal Voorhands noodig blijven, maar steun voor overproductie is roekeloos weggeworpen geld." Nu is dit zeker volkomen waar, wanneer dit artikelen betreft, welke zoo goed als geheel naar "t buitenland moeten worden uitgevoerd, alléén daar gebruikt worden, en waarvan de invoer in 't buiten land door hooge tarieven of invoerbelemmeringen vrijwel is stopgezet. Moeilijker is het voor producten die mede of in hoofdzaak in iege|nl and gebruikt of verbruikt kunnen worden, vooruit te bepalen en vast te stel len, waar de overproductie begint en waar ze ein digt, daar verschillende factoren en omstandig heden hierop invloed uitoefenen. Eerstens toch is de productie afhankelijk van natuurlijke omstandigheden weersgesteldheid, ziekten etc. die de opbrengst van een artikel sterk kunnen beinvloeden en deze verhoogen of verminderen. In de tweede plaats en vooral nu van het toestaan van den uitvoer naar 't buitenland, het belemmeren daarvan door hooga tariefmuren, invoerverbod en oomtingenteeringsm&atregelen, waarvan men de inwerkingstelling niet vooruit kan voorzien en to de derde plaats en dit is nog het voornaamste, is overproductie of liever wat men daarvoor belieft te noemen, grootendeels een ge volg, niet van gebrek aan behoefte, maar van het gebrek aan koopkracht van hen, die een bepaald artikel wel zouden kunnen gebruiken, mlaar de mid delen missen zich een artikel aan te schaffen. 't Gevolg is, dat er dan ook dikwijls gesproken wordt van overproduktie, terwijl wanneer de koop kracht van den consument, den gebruiker, den eter, groot genoeg zou zijn, er heelemaal geen sprake zou zijn van overproductie, van een teveel maar er inderdaad nog een te'kort aanwezig zou blijken. Als voorbeeld willen we daartoe eens nemen, het door den schrijver aangeroerde artikel eieren. De schrijver zagt: „Dat wanneer in ons land mo menteel te veel eieren worden geproduceerd, en de eierenprijs daardoor beneden kostplrijs zou zijn gedaald, dan zou de regeering door b.v. een toeslag te geven op de verkochte eieren, daarmee niet mee werken aan een produktie beperking. Dit zou volkomen juist zijn, wanneer er inder daad in Nederland voor 't gebruik voor de behoefte te veel eieren werden geproduceerd, maar de wer kelijkheid is, dat er in Nederland niet te veel eieren worden geproduceerd voor de behoefte, maar door gebrek aan koopkracht bij het grootste deel van t Nederlandsche volk, wier inkomen zoo onvoldoende is, dat ook al zijn de eieren gedaald tot een prijs van 3 cent per stuk, wat ongeveer productieprijs is. dit voor de groote menigte nog een luxe artikel blijft, dat het budget hunner dagelijksche uitgaven niet kan dragen. WasssiM" c FEUILLETON ACHTIENDE HOOFDSTUK. De markies Van Monthron, vroeger Roland Inge- stre geleek niet in het minst op de mannelijke leden van het oude geslacht, wier laatste vertegenwoor diger hij thans was; hij miste het blonde haar en de blauwe oogteta der Montherons, mocht zich volstrekt niet beroemen op eene flinke gestalte, terwijl hij evenmin kon 'bogen op de edele fierheid waardoor al de mannelijke leden dezer familie zich sedert eeuwen hadden onderscheiden. Alexa verwonderde er 2ich over, dat de markies zoo weinig op haar vader geleek. Schoon van middelbaren leeftijd, zag de markies er nog tamelijk jeugdig uit. Hij was klein van ge stalte, had een lang, smal en bleek gelaat, waarop een stereotiepe, gemaakte vriendelijkheid lag. Zijn kleine, zwarte oogen verrieden eene sterke neiging tot melancholie. Weekeiijkheid en bijna overdreven vriendelijkheid waren de voornaamste eigenschap pen van zijn karakter; hij had een zachte stem en was voorzichtig in zijne bewegingen, terwijl zijne manieren van beschaving getuigden. Ondanks zijn zachtheid en Vriendelijkheid bezat hij een vas ten wil en een stijfhoofdigheid in het doorzetten zijn)e(r plannen, welke hem in de meeste gevallen de overwinning bezorgde en hem tot een uitstekend lid der samenleving maakte. Lord Montheran was nooit gehuwd geweest. Toen hij nog Roland Ingestre heette had hij, uit hoofde zijner armelijke omstandigheden niet tonnen huwen, en tot rang en rijkdom 'gekomen, zich geheel aan het genot van een vrij leven overgegeven, totdat hij voor eenige jaren lady Wolga Clyffe weer ontmoette en mededinger werd naar hare hand. De markies bemerkte den scherpen blik Van Alexa toen zij tegenover hem stond en was er onaange naam door getroffen. Haar schoonheid viel hem op, doch het wtefelderige, blonde haar en de blauwe oogen verrasten hem. Hij meende haar meer gezilen Wanneer toch elk Nederlander zich de weelde' zou kunnen veroorloven, dagelijks één eitje te doppen, wat in doorsnee toch eigenlijk niets over dreven zou zijn,w ant ook in Canada wordt zoo on geveer dagelijks per hoofd der bevolking één ei gebruikt, dan zou het j aarlij ksch gebruik hier in Nederland ongeveer 3 milliard drieduizend mil- lioen eieren kunnen bedragen, terwijl er nu jaar lijks slechts 2200 millioen eieren worden geprodu ceerd, waarvan het grootste deel naar 't buiten land wordt uitgevoerd. Maar niet alleen van eieren is een schijnbare Overproductie, bij gebrek aan koopkracht, ook met andere gebruiksartikelen is zulks dikwijls het geval. Schijnbaar is er een te veel aan boter, ook in Nederland, en nu de uitvoer naar 't buitenland stokt, wordt er ernstig over gedacht, ook maar was koeien op te ruimen. In werkelijkheid echter is er geen te veel maar eerder een te kort aan boter, wanneer al weer de koopkracht van de Nederlandsche consumenten groot genoeg was om boter van eigen bodem, ih- plaats van uit het buitenland aangetvoerde mar garine te gebruiken. Naar ik ipeen toch is de j aarlij ksche produktie van 'boter in Nederland ongeveer 88 (acht-en-tach- tig) millioen kilogram, wat, omgeslagen over de 8 millioen inwoners voor ieder een jaarlijks gemid deld gebruik van 11 (elf) kilogram boter zou be dragen, dus voor elk burger ruim 2 ons per week. en voor den gemiddeld gezin van 5 personen 2 pond of 1 kilogram per week. Om met die hoeveelheid toe te komen zouden we de boter heel dun moeten smeren en absoluut niet mogen gebruiken voor andere doeleinden. We zien hieruit alweer dat er in Nederland niet te veel boter geproduqelerd wordt, maar dat er nog best voor eigen gebruik een 50 procent bij kon, alweer, wanneer de koopkracht van het Nederlandsche publiek sterk genoeg was zich produkten van eigen bodem tegen productieprijs aan te schaffen, of, wanneer de re- geering tot een zekere distributie of gedeeltelijken steun in natura overging, waarbij ook het mindere koop- of kapitaalkrachtige deel der bevolking zich natuurboter tegen lagen prijs kon aanschaffen in plaats van zooals nu, een gedeelte onzer natuur boter voor zeer lagen prijs naar 't buitenland te zend|0n, en het te weinig daarvoor ontvangene door verhooging van prijs in 't binnenland op den Ne derlandsche consument te verhalen, die daardoor de verliezen moet betalen van wat te weinig in 't buitenland wordt ontvangen en dus de buiten landers aan goed'koope boter en goedkoop vleesch helpt, terwijl de groote massa zich hier met mar garine moet behelpen en naar een stukje inlandsch vleesch kan fluiten. Want ook met het vleesch wordt dezelfde taktiek toegepast als met de boter. Een belangrijk deel van ons beste vleesch gaat voor spotprijzen naar Enge land of elders, terwijl een groot deel onzer eigen menschen geen stukje viaesch kunnen bekomen, om reden de Regeering de vleeschprijzen kunstmatig in de hoogte drijft en de eigen burgers alweer de verliezen laat betalen, die ze in 't buitenland op het uitgevoerde vleesch te kort komt. Eigenaardig nationalisme. Den buitenlander goed koop laten eten ten koste van eigen burgers en een groot, hiet grootste deel der eigen burgers bij gebrek aan koopkracht bij de tegenwoordige geproduceerde vleeschprijzen, waarbij 't gebruik steeds minder wordt, op een houtjel laten bijten. Beter zou 't m.i. zijn, dat naar 't buitenland ge zonden goedkoope vleesch voor denzelfden prijs welke men in 't buitenland maakt, eerst eens voor die Nederlandsche burgers beschikbaar te stellen of in natura te distribueeren, welke door hun mini mum inkomen, of werkloosheid of onvoldoenden steun nu niet in staat zijn een stukje vleesch te bekomen. Want eigen producten voor een schijntje naar het buitenland te zenden en deze door kunstmatig opgedreven prijzen aan eigen burgers te onthouden schijnt me toch wel eenigszins in strijd met elk nationaal gevoel, te meer daar toch als pterste be ginsel voor elke volks- of staatsgemeenschap, in principe moet gelden, Voor eigen burgers in de eerste plaats te zorgen en te produceeren, en eerst dan z'n overschotten met andere volken uit te M. de Redakteur, wa zouden zoo kunnen voort gaan met voor te rekenen dat er in Nederland, waarschijnlijk geen te veel aan vleesch en vet zou zijn, wanneer elk burger dagelijks z'n half onsje vleesch en vet kon toeloopen, niet te veel melk zou er zijn wanneer elk dagelijks een halve liter melk kon verkrijgen en er dus eigctnlijk geen over productie is, maar er bij vele artikelen eerder nog van een tekort gesproken kan worden, wanneer de koopkracht of het inkomen van alle burgers inder daad groot genoeg was zich die artikelen aan te schaffen, of de regeering, die toch eigenlijk niets anders is dan een vertegenwoordiging van de ge heele gemeenschap, in 't belang van producenten en consumenten voor zoover er werkelijke behoefte bestaat tot distributie dier zoogenaamde overpro duktie overging. Waarschijnlijk echter zal een dergelijke distri butie van zoogenaamd te veel geproduceerde voed sel artikelen ten bate van de geheele volksgemeen schap, waardoor deze overvloed ten bate van eigen volk, van eigen burges zou worden weggewerkt, al thans in elk geval zou blijken of er inderdaad wel overproductie van een bepaald artikel aanwezig was, voorloopig wel niet plaats vinden. te hebben en zij herinnerde hem aan iemand, zonder dat hij wiist aan Wie. Ten gevolge daarvan werd hij onrustiger hoe langer hij het meisje aanzag. Alexa had niet Veel tijd om het gelaat van den markies op te nemen; want spoedig trad eene oude, in het zwart gekleede 'dame binnen. Zij was lady Markham, de weduwe van een baron, die zijn groot vermogen veikWist en haar arm had achtergelaten, zoodat zij zelfs verplicht was een onderkoinlen te zoeken. Sedert lang had lady Wolga haar tot zich genomen. Lady Markham was lang en mager, met een hoogst ernstig gelaat. Het grauwe haar was gedeel telijk onder een witte muts verborgen. Hare oogen, met een gouden bril gewapend, waren klein en scherp en drukten den grootsten argwaan uit. Zij mocht lady Wolga zeer gaarne lijden en droeg haar achting toe, terwijl zij ijverzuchtig was op ieder die hare gunst zocht te winnen, behalve op lord Mont- heron. Zij geloofde namelijk dat lady Wolga eens met een harer talrijke! vereerders in den echt zou treden en hoopte hare oude dagen genoeglijk op het kasteel Mont Heron te kunnen slijten. Daarom steunde zij den markies in alles. Op alle andere personen, die rechtstreeks met lady Wolga in aan raking kwamen, was zij ijverzuchtig, dewijl zij vreesdie, dat deze voorgetrokken mochten worden of zooveel invloed zouden krijgen, dat hare belangen daaronder zouden lijden. Lady Wolga stelde Alexa aan de barones voor, die het meisje koel en scherp aangluurde. Lady Mark ham was de vorige gezelschapsjuffer niet genegen geweest, wijl lady Wolga meer met deze ophad dan met haar, en zij vatte onmiddellijk een feilen haat op tegen Alexa, daar zij bemerkte dat dit meisje in staat was de geneginheid Van Lady Wolga te winnen. „Je zult slechts kort hier zijn," dacht zij. „Zij, eene gezelschapsjuffer! Ze ziet er eer uit als' de erfgename van een voornaam huis! Wanneer ik nog een beetje invloed op Lady Wolga heb, zal dit meisje binnen een maand het slot verlaten." NoCh mét de oogen, noch met woorden liet zij echter iets van hare bedoeling blijken. Zij was be leefd en vriendelijk en knoopte met Alexa een ge- sprék aan, terwijl lord Mont-Hletron en lady Wolga langzaam naar den schoorsteen gingen. „Uwe nieuwe gezelschapsjuffer is zeer schoon, lady Wolga," zeide de markies, zijne zachte oogen Onze tegenwoordige maatschappij vorm is wel zoo grenaanloos egoïstisch aangelegd, dat ze liever de zoogenaamd te veel geproduceerde artikelen ver nietigt of in zee werpt zooals met duizenden balen suiker en koffieboonen is gebeurd, allééh maar om deze artikelen op prijs te houden, dan dat ze er er over zou denken, dit alles voor de geheele ge meenschap, dus ook voor die mêdemenschen be schikbaar te stellen, welke de koopkracht missen, het zich op andere wijze aan te schaffen. En toch zou m.i. onder de tegenwoordige internationale ver- keersbelemmeringen, welke nog steeds toenemen, dit beschikbaar stellen voor de geheele eigen staats gemeenschap en het daardoor bevorderen van het gebruik van eigen produkten en het tegengaan van invoer van buitenlandsche producten die we hier kunnen missen en desnoods zelf verbouwen, op 't oogenblik de meest aangewezen weg zijn om mede onzen economischen toestand te redden. Zooveel mogelijk artikelen van eigen bodem ge bruiken en zoo weinig mogelijk uit 't buitenland betrekken. Van rationalisatie tot nationalisatie, m.a.w. van het teelen van eigen producten naar behoefte tot het beschikbaar stellen voor de geheele Nederland sche bevolking van diezelfde produkten. Er is geen andere weg tot zoolang de storm van protectie, die nu over de wereld waait, zal zijn uitgewoed en alle tariefmuren zullen zijn opgehe ven en omvergehaald. Maar dat zal nog wel een poosje duren. Aan dit beschikbaar stellen voor de geheele staats gemeenschap, de geheele bevolking der voortge brachte producten zou natuurlijk gepaard moeten gaan één door de Staatsgemeenschap aan den Ne- derlandschen producent voldoende gewaarborgde productieprijs, die deze1, een bestaanszekerheid ver schafte en zou daardoor uit dezen zoogenaamden crisis- en malaise-toestand nog een betere en zui verder basis als grondslag onzer maatschappelijke samenleving geboren kunnen worden. In dank voor de plaatsing. Noordscharwoude, Maart "33, J. VLUG. T;TV ElEiD'Fi KAMER). Wat een ontbonden Kamer niet past. Dp voorzitter der Kamer heeft mededeeling gedaan van een zeer uitvoerige lijst van ontwer pen, op welker afdoening de regeering nog prijs stelde, een program, hetwelk voorieen ontbonden Kamer veel te zwaar is. Dp heer van den Bergh s.d. meende toen, dat zijn initiatiefontwerp in zake voorkoming van dadelijke uitwinning, nog wel aan de agenda kon worden toegevoegd, maar de Kamer bleek het eens met pro£. Aalberse r.k., dat een ontbonden Kamer met haar mede werking in wetgevenden arbeid niet verder moet gaan dan de regeering, welke de ontbinding! uit lokte, dat wenscht.. i Be Indische begrooting aangenomen De Indische begrooting is afgehandeld. Een onderdeel ervan, de begrooting van Ouderwijs en Eeredienst lokte nogal discussie pit. Dieze bcgrootiug is door den Volksraad verworpen we gens de voorgestelde 'onderwijsbezuiniging. Die heeren Eeber r.k., Schouten a.r. en ^Boetselaer c.h. waren ervoor om aan een commissie op te dragen te onderzoeken, in hoeverre de voorge stelde bezuinigingen het onderwijs zouden kun nen schaden. In zoo'n commissie moest dan het bijzonder onderwijs vertegenwoordigd wezen. Dp voorgestelde bezuiniging „achtten ze te uni form. Wat voor Java kan, ïjeteekent voor iNw. Guinea bv. een volledige afbraak van het onder wijs. Dp heeren ter Laan s.d. en (Ketelaar v.d. deelden de geopperde bezwaren en dp minister zwichtte voor den algemeenen aandrang. De commissie komt er ten haar bevindingen zullen zich niet alleen voor de begrooting van 1934 doen gelden, maar 'zoo mogelijk ook nog .vooir Je loopende begrooting. ^'Oorlog" als onderdeel van de Indische .be grooting werd met 4225 roode stemmen goed- gekuerd. i In een geschil van de Indische regeering met de fa. Volker, betreffende de betaling van een bedrag van 400.000 gulden wegens huur van tin baggermateriaal, toonde de Kamer zich concili- met zeldzame scherpheid op het meisje richtende. „Ik meen dat ik haar meer heb gezien. Gisteren was zij nog niet "hier. Waar hpetft U haar gevonden? „Ik ben daarin zeer gelukkig geweest," antwoord de de lady, het meisje vriendelijk aanziende. „Zij is vreemd in Engeland. Ik heb nooit innemender ge laat ontmoet." „Ik hoop initusschen dat uw engagement niet om hare schoonh|e|id alleen is gesloten," bemerkte de markies lachend. „Zij had goede aanbevelingen," zeide lady Wolga „En ook zonder deze zou haar gelaat toch een vol doende aanbeveling geweest zijn. U weet immers." ging zij, als tot zich zelf sprekende voort, „dat ik geheel alleen op de wpreld sta. Mijne ouders zijn dood, mijn broeder heeft het te druk met zijn eigen familie en met de politiek. Ik heb beproefd mij bij lady Markham en zelfs bij mijne vorige gezel schapsjuffer aan te sluiten. Ik (gevoel behoefte aan genegenheid en Vriendschap en daarom zie ilk met zulke groote belangstelling op dit meisje neer, dat, naar ik hoop mettertijd meer zal worden don mijne betaalde gezelschapsjuffer." Lord Mont-Heron werd rood; het scheen alsof hij een galant antwoord zou gelven. Hij bedacht zich echter spoedig en zeide; „Avonturiersters zijn dikwijls schoon en zien er veelal onschuldig uit. Ik geloof zeker dat miss Strange eene lady is van geboorte, zoowel als door opvoeding. Kent U haar verleden?" Onder zijne schijnbare kalmte was groote nieuws gierigheid verborgen. „Ik heb den tijd nog niet gehad haar vertrouwen te winnen en w|a|et alleen, dat zij de dochter is van een verarmd Engelsch edelman, die In het buiten land Verblijft. Zij kwam naar Engeland om eene geschikte betrekking te zoeken en de Voorzienigheid voerde haar tot mij." De markies was niet bevredigd, doch het was thans noch de tijd, noch de plaats om aan zijne ontevredenheid lucht te geven. Hij bleef nog steeds Alexa beschouwen en zeide zacht: „Zie, Wolga, 't is mij of Ik haar vroeger meer heb gezien." Lady Wolga verschrok. „Onmogelijk!" riep zij. „Zij is nooit in Engeland ant.. Ze evrlangde dat de Indische regeering leen schikking zou zien te treffen. Bed interpellatie Vliegen «ver het ver beden lidmaatschap dér S.DtA.P. voor militaire ambténaren. DP heer Vliegen s.d. kreeg verlof om 'den mi nister van oorlog te interpelleeren over diens verbod aan militaire ambtenaren om lid te zijn van de s.d.a.p. De interpellatie zal worden ge houden in aansluiting op de interpellatie Albarda over het gebeurde op en tegen de Z(. P. Alles qp een nader te bepalen dag. ITitbnrtlijng Crisispaehtwet. De Kamer aanvaardde eenige wijzigingen van de Crisispachtwet. Dezer werking zal aller eerst worden uitgebreid tot den huur van allen grond, voor eenigerlei cultuur, bestemd, dus ook voor tuingrond. Eenige verbeteringen werden voorts aangebracht in het belang der .pachters. Indien door indiening van een verzoekschrift tot paehtverlaging, het betalen van de pacht wordt opgeschort, zal 5 procent verschuldigd zijn over net bedrag, dat later bij uitspraak als verschul digde pachtsom wordt vastgesteld. Dp procedure zal voorts niet langer kosteloos zijn, voor Indie* •ning van een verzoekschrift is een vast ireöht van "5 gulden verschuldigd. Het verlangen van enkele leden tot instelling van een beroepsinstan tie werd niet bevredigd. t Minister Die Geer mag 350 millioen leemien. In de Pensioenwet werden enkele technische wijzigingen aangebracht. Em aan minister De Geer ewrd volmacht verleend om op Je wijze, welke hem goeddunkt, een leening te «sluiten van 350 millioen gulden. EERSTE: KAMER. Verschil lead e begroetingen goedgekeurd Dp Eerste Kamer heeft in de afgeloopen week ook nog de begrootingen van Justitie, van Fi- mantien en van Binnenlandsche Zaken goedge keurd, alle zoinder hoofdelijke stemming. Minister Dbnner kreeg als pleister op de door de Tweede Kamer geslagen wonde, veel lof voor zijn werk te oogsten, o.a. van de zijde van drie katholieke juristen, die niettemin nog wel enkele wenschen te uiten hadden. Mr. Heerkens Thijs- sen rjk. pleitte voor een voorzichtige toepassing van de preventieve hechtenis. Hij wenschte in het algemeen ook de proeftijden voor voorwaardelijk veroordeelden bekort te zien. Hij uitte bezwa- refo tegen ons te dure procesrecht en hield een plei dooi voor een aparte regeling voor kleine vorde ringen. Bij de behandeling van de begrooting van fi- nantien deed de heer de Bruin r.k. nog eens een beroep o pden minister om voor .werkloozen' gra tis rijwielplaatjes beschikbaar te stellen, maar de heer Dp Geer achtte de bestaande regeling vol doende. Een door den heer v.d. Bergh lib. geuit bezwaar als zou er teveel Nederlandsch geld in vreemde emissies wegvloeien, werd door den minister niet gedeeld. Hij wees erop, hoe ]de staat tegen een vrij laag percentage nog vlot'igeld kan bekomen. Minister Ruys had warme waardeering in ont vangst te nemen voor zijn werkloozenzorg, van alle kanten. De heeren Polak s.d., Hermans s.d. en Nivard r.k. klaagden over de vele vreem de werkkrachten in ons land. Die minister ant woordde dat hij een ontwerp tot wering van de vreemde werkkrachten gereed had. De heer Po lak s.d. achtte door de werkverschaffing soms het natuurschoon bedreigd. De minister voelde ook veel voor behoud van natuurschoon, maar vond een compromis noodig met de behoeften aan werkverschaffingsobjecten. Sommige leden meenden, dat de gemeentelijke autonomie te zeer werd bedreigd. Anderen 'vonden, dat meer pp de gebleken geschiktheid of ongeschiktheid ge let moest worden bij herbenoemingen van bur gemeesters. In antwoord op een betoog van den heer Kui per r.k., verklaarde de minister, dat voorloopig niet meer zou worden getornd aan de loonen der bouwvakarbeiders. ,Dan herinnert zij mij aan iemand, die ik geziph heb. Hare trekken zijn mij niet onbekend." „Ik had denzelfden indruk, zeide Lady Wolga, „Zij herinnert mij aan iemand; doch hoezeer ik daarover reeds heb nagedacht, toch kan ik niet raden aan wie. Ha! daar zijn mijne gasten." I Het binnentreden van pen groep heeren en dames I maakte aan het vertrouwelijk onderhoud tusschen lord Mont-Heron en de lady een einde. Alexa had zich met lady Markham naar een I venster begeven, dat deze laatste echter verliet toen de gasten binnenkwamen, onder welke zich ook lord I Kingscourt bevond. Alexa zette zich op de venster- J bank neer, half verscholen achter de zware gor dijnen. Haar hart klopte bijna hoorbaar. Vreugde 1 en angst streden in haar binnenste om den voor rang. Haar minnaar kon elk oogenblik binnentreden en wat zou hij zeggen haar zoo onverwachts op Clyffebourne te vinden? Zöu hij haar gaan wan trouwen? Doch zij kon een ontmoeting met hem niet ontvluchten, zelfs wannjeierz ij dat wilde. Zij beefde als een door den wind bewogen boomblad, toen de deur opnieuw geopend werd en nog meer gasten binnenkwamenbij deze was ook lord Kingscourt. I Nadat de wederzijdsohe groeten gewisseld waren, 1 nam lady Wolga den arm des graven en leidde hem naar Alexa. „Ik heb eene nieuwe gezelschapsjuffer, die ik u wenschte voor te stellen," zeide de lady. „Zij is hier vreemd en ik reken op u, lord Kingscourt, mij te helpen haar verstrooiing te bezorgen, opdat zij hare i verlatenheid niet gevoele." Hoe zacht deze woorden ook uitgesproken waren, toch bereikten zij Alexa's oor. Zij verzamelde al hare krachten, en het gelukte haar kalm te blijven. Lady Wolga sloeg het gordijn terug en beiden stonden tegenover elkaar. „Miss Strange," zeide Lady Wolga, „ik heb de eer u lord Kingscourt voor te stellen." Alexa werd bleek als een lijk en richtte hare oogen smeekend op den man harer keuze. Lord Kingscourt schrok door de zonderlinge en onverwachte ontmoeting met het meisje, dat hij lief had en in Griekenland waande: doch hij uitte geen kreet van verrassing en verried evenmin door woord noch teeken diat hij haar kende. Hare oogen sche nen hem te zeggen, dat hij niemand zou laten be merken, haar vroelger meer gezien te hebben, zoo dat hij haar als een vreemde behandelde en voor haar boog. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 4