Langs de straat Brief van Krelis D(e heer DE BOER is Ret ermedej icens dat terdege rékening: móet worden gehouden met de finantien, hoewel hij erg veel voelt voor alge- meene ontwikkeling. Ook moet men voorzichtig zijn met het verleenen van subsidies. E|r ;zijn echter wel vereenigingen die hij hiervan zou willed uitzonderen. Zoo zou hij wel subsidie willen geven aan het zieke en zwakke kind. Daarvoor zou spreker niet te zuinig willen zijn .Want hij meent dat er pieer behoefte zal ko men aan uitzending. De heer BAKKER, zegt in verband met de omstandigheden met het voorstel van B|. en W. te hebben kunnen meegaan. Maar principieel js hij een voorstander. Alleen wordt hier gevraagd voor de werkloozen. "Bij verbetering van "den toestand zal spreker het adres steunen. liet betalen, van het aandeel der geni. 30 procent in de rente over 1932 van in 1931 aan 31 tuinbouwers verleende voorschotten. De VOORZ geeft hierop nog een korte toe lichting en zegt dat het totaal bedrag 65P.87 bedraagt waarvan 255.56 voor rekening van de gemeente. R. en W. stellen voor te berichten dat dit bedrag door de gemeente zal worden betaald;. Wordt aangenomen. On be woon baa r v erk 1 a r'ing van het per ceel plaatselijk bekend wijk A no. 70 eigetnaar C. van Galen te Helder Die VOORZ zegt dat na verbetering na aan schrijving en verleend uitstel niet is aangebracht waarom na overleg met de Gezondheids-Commi. dit voorstel wordt gedaan. Goedgevonden. Zekerheids telling gem.-ontvanger. De VOORZ. zegt dat B. en 3V|. den opzichte hiervan met een nieuw voorstel komen. Voor taan de zekerheidstelling onder te brengen bij de Vereeniging voor 'tot Zekerheid verplichte ambtenaren. De zekerheid te brengen op 2000 gulden waarvoor de premie bedraagt 6 gulden per 1000 of 12 gulden per jaar len het entreegeld 2.50 bedraagt. De kosten voor 'het afsluiten groot 1 proeent komen voor rekening van (den titularis. B. en W. hebben, zoo zegt voorz., hermede een zeer democratisch standpunt in genomen. Een ieder rijk pf arm kon bierdoor solliciteeren en stellen B. en W. voor jdeze over eenkomst met, genoemde vereeniging af te slui ten. Wordt goedgevonden. Instructie gemeente-ontvanger. De voorz. zegt dat deze instructie in werking treedt bij indiensttreding van den nieuwen ti tularis. Wordt goedgevonden. Benoeming van den gem.-ontvanger. Die heer EiECEtN zou gaarne een vraag stellen Die VOORZ,. Wanneer het gaat over personen moeten wij in comité gaan. Die heer EEiOEN zegt dat het een algemeene vraag is en vraagt of alle sollicitaties zijn ge handhaafd geworden. Die VOORZ,. Ja. De heer EECEN. Ik had vernomen dat ie mand zijn sollicitatie had teruggenomen en dit zou van invloed zijn op de stemming. D|e VOORZ. zegt dat de voordracht door de meerderheid van B. en W. is opgemaakt in alfa betische volgorde. Het stembureau wordt gevormd door de h.h. de Boer en Bommer. De uitslag van de stemming ïs dat de heer A. MOSK van Oudkarspel wordt benoemd met 4 stemmen. 1 stem werd uitgebracht op den heer Wijn en 2 stemmen op den heer Huitema. Verkiezing leden St-enibureaux voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal. Voor stembureau 1 worden gekozen de heeren Kostelijk en de Boer. De burgemeester is ambts halve voorzitter. Voor Stembureau 2 worden gekozen de heeren Bommer en Zaagman. De heer Bakker is ambtshalve voorzitter. Als plaatsvervangers worden aangewezen de heeren Eeeen en Rijper. De heer DE BOER, wijst bij de nu volgende rondvraag op het voetballen op straat door de jeugd, hetgeen voor de kinderen gevaar oplevert en voor de burgers .wel leenige overlast door dat zij ook in de tuinen komen. Die VOORZ,. antwoordt dat door hem en de politie zoo af en toe wordt gewaarschuwd. D|e kinderen ontberen hier echter een speelterrein. Maar overlast aandoen mag in geen geval. Spr. meent dat in dezen veel 'ten goede van de ou ders kan uitgaan. Niets meer aan de orde zijnde volgt sluiting. Buitenland JAPAN EN INDIE. Buitenlandsche belangstelling:. Aan het Handelsblad wordt gemeld: Het „Laatste Nieuws" wijdt een hoofdartikel aan de positie van Nederlandsch Indie ten opzichte van Japan. Dit natuurlijk in verband met het bezoek van den heer Matsoeoka te 's-Gravenhage en te Brussel. „Alles wijst erop, zegt het blad, dat Matsoeoka bezig is te verhinderen, dat de mogendheden tegelijk tegen Japan zouden optreden nu het bezig is Chi- neesch gebied in te palmen. Vandaar de geruchten over een Nederlandsch-Japansch non-agressiepact Bij welke gelegenheid er natuurlijk hoog opgegeven wordt van de gevoelens van vriendschap en sympa thie welke steeds tusschen Nederland en Japan heb ben bestaan. „Niemand zou er aan denken de vriendschappe lijke gevoelens in twijfel te trekken, maar als het werkelijk in de huidige omstandigheden tot een niet-aanvalsverdrag tusschen Nederland en Japan komt, dan moet men hopen, dat Nederland waar het Int. Gerechtshof is gevestigd, zich niet zal verbin den tot afzijdigheid en lijdelijk toezien wanneer de Volkenbond tusschenbeide komt om het interna tionale recht te vrijwaren. Na ons aldus tusschen de regels door te hebben aangemaand om ons niet al te zeer door Japan op sleeptouw te laten nemen, meent het „Laatste Nieuws" ons ten slotte nog te moeten waarschuwen voor den Japanschen landhonger tên aanzien van Nieuw Guiea. Naar aanleiding van de verklaring van den heer Matsoeoka, dat op nieuw Guinea wel licht werkgelegenheid voor tallooze Japanners ware te scheppen, merkt het blad op: „de vraag rijst of men in den loop der tijden op Nieuw Guinea geen herhaling zou beleven van het Mantsjoerijsche avotuur. Op den duur moet aldaar een overmoedige Japansche inmenging aanleiding geven tot wrijvin gen." „En dan zal misschien een nieuwe Matsoeoka namens de regeering van Tokio niet -aanvalsver dragen gaan voorstellen aan andere mogendheden om de handen vrij te hebben tegenover Nederland." EEN STAD TE KOOP. Naar de Evening Standard bericht is een weduwe te Londen van plan een stad te verkoopen, genaamd Ortlepp, die zijn in Kenja bezit. Er verscheen een advertentie in de Londensche bladen van ongeveer den volgenden inhoud: De stad Ortlepp (Kenja) ongeveer" 150 'kilometer van de Kakamega-goudmijnen, groot 500 acre, is te koop voor 30.000 pond sterling, daar de eigena res zich in het particuliere leven terugtrekt. De stad ligt 2000 meter boven den zeespiegel en heeft een prachtig klimaat van eeuwigdurende lente. In de buurt is goud gevonden. De inkomsten dezier stad bedragen netto ongeveer 200 pond sterling per jaar Er zijn twee kerken, een 'bioscoop twee tennisbanen Een reporter van de Evening Standard is op zoek gegaan naar de eigenares van deze stad. Het bleek de weduwe Ortlepp te zijn, die 28 jaar geleden zich te Ortlepp vestigde als een jonge echtgenoote en die thans 47 jaar is en weduwe. Zij deed het volgen de verhaal: „Ik was 19 jaar toen mijn man en ik besloten ons aan te sluiten bij een troep blanke Ziud-Afri- kaansch kolonisten die op verzoek van de Britsche regeering na den Boerenoorlog naar Kenja vertrok ken. op ons schip dat ten anker ging in de Delagoa baai bevonden zich 2000 kolonisten. Wij kregen de provincie Naivasja toegewezen als woonplaats, waar wij een gewoon Afrikaansch boerenbedrijf begonnen Er ontstond een stad op onzen grond, die wij Ort lepp noemden Vijf jaar geleden stierf mijn man en kreeg ik het bestuur over de stad. Het was mooi en interessant werk maar niet geschikt voor een vrouw en daarom geef ik het nu maar op. Op den grond naast den mijne, Eldoret is onlangs goud ontdekt en toen ik Ortlepp veertien dagen geleden verliet, was de goldrush zoo groot, dat men een goede toe komst voor Ortlepp kan verwachten. Maar jongeren moeten mijn taak overnemen. Ik zal Ortlepp ver laten en miij in Zuid Afrik vestigen. Hbld. Plaatselijk Nieuws Broek op Lalnjgelndijk. Volgens de in dit nummer voorkomende adver tentie heeft zich de heer W;. (Mj. Kooij te Broek op Langendijk gevestigd als masseur. Voor en kele jaren vertrok hij met zijn ouders van Oud karspel naar Loenen aan de Vecht. Dóór het enmen van lessen heeft hij zich aldaar de be voegdheid verworven voor massage enz (zie ad vertentie) en had daar ook ireeds jeenige praktijk. )Niet zonder leedwezen zagen zijn patiënten hem daar vertrekken. Als eersteling in diestreek moest echter veel onkunde en vooroordeel tegen massage overwonnen worden en ontving dienten gevolge zijn praktijk niet die uitbreiding die hij wel wenschte. Op den Langendijk en omgeving kent men de waarde en beteekenis ervan web en was hem dit als oud-Langedijker bekend,. Hij hoopt op dit bewerkte en ontgonnen veel grootere terrein meer succes te zullen hebben, wat wij hem inmiddels gaarne toewenschen, me de tot heil van hen die met deze behandeling gebaat kunnen zijn. O ndkarspel. Bij de op Dinsdag gehouden ptemming van de Banne Oudkarspel is wegens overlijden van, heer G. Hart benoemd tot lid van jhet bestuur en voorzitter de heer Jb. Kroon Jbz.,"ook als hoofdingeland van den polder Geestmerambacht O. en M. OUDKARSPEL. Vrijdagavond werd vanwege de Ned. Herv. Meis- jesvereeniging ten lokale van den heer Vis een propaganda-avond gehouden, waarvoor veel belang stelling bestond. Door Mej. van Vliet werd een rede gehouden met als onderwerp „Karaktervorming en Godsdienst". Waar met alle aandacht naar geluisterd werd. Door de afdeeling Langendijk van de N. C. J. B. werd met succes het leekenspel van Tolstoi „Waaruit menschen leven", opgevoerd. Het was een goed geslaagde avond. CENTRAAL GENOOTSCHAP VOOR KINDERHER- STELLINGS- EN VACANTIEKOLONIES. DE „GROOTE INZAMELING". Sinds half Februari j.l. Is aan zooveel mogelijk alle rekeninghouders bij den Postgirodienst een ver zoek gezonden om een bijdrage van vijftig cents te gireeren, ten einde uit de opbrengst het verlies te dekken van ongeveer achttien duizend gulden, dat het Centraal Genootschap zal lijden door ver mindering van het Rijkssubsidie met pl.m. 25 Pet. Zeer velen uit alle kringen hebben aan dit be scheiden verzoek gevolg, zelfs ruim gevolg gegeven, maar eveneens zeer velen hebben waarschijnlijk de toezending tot heden vergeten. Daar het gewenschte bedrag nog niet bereikt is, verzoek ik alsnog een overschrijving van vijftig cents op de postgirorekening no. 16038 van Th. M. Ketelaar, Joh. Verhulststraat 9, Amsterdam Z. Natuurlijk zullen bijdragen van niet aangeslo tenen ook zeer welkom zijn. Er zijn nu reeds bijna elf duizend kleine en groo tere bedragen ingekomen; wegens de groote kosten worden geen dankbetuigingen toegezonden. De pen ningmeester: Ketelaar. DE WIJN IN DEN WERELDOORLOG. Indertijd verscheen een opzienbarende brochure van Prof. Hans Schmidt: „Warum haben wir den Krieg verloren?", waarin hij de nederlaag der Duit- schers in de beslissende slagen aan de Marne toe schrijft aan de voorraden wijn, die de Duitsche troepen in de door de Franschen ontruimde plaat sen vonden en die hen alle orde en tucht en zelfs de zorg voor eigen veiligheid deden vergeten, zoodat zij een gemakkelijke prooi voor de aanrukkende Franschen werden. De uiteenzettingen van Prof. Schmidt hebben heel wat critiek te verduren gehad, vooral van den meening ook in Frankrijk gedeeld werd, blijkt o.a. uit een polemiek naar aanleiding van een boek van den Franschen schrijver Paul Reboux over de kunst om te eten. Hij stelt daarin de champagne wijnen in ee nslecht blaadje. Nu neemt men het anders in Frankrijk niet zoo hoog op, als iemand eens wat onaangenaams zegt, maar met den wijn valt niet te spotten en met de wijnhandelaars nog minder. Dezen deden hem dan ook een proces aan, dat vele gemoederen en pennen in beweging bracht. In een der aan den dichter gerichte stukken werd hij er aan herinnerd, dat de Franschen aan den wijn hun overwinning in den slag aan de Marne te danken hebben, doordat de Duitschers, toen zij de wijnvoorraden in Champagne aantroffen, er niet meer vandaan konden komen! Treffend is het antwoord van Reboux: „Dat be wijst slechts, dat een flesch wijn meer schade kan aanrichten dan een kanon!" Bij de Frieschebrug stopt de bus. Enkele reizigers stappen uit, enkele blijven zitten, die naar het station gaan en verdér reizen. Twete dames hebben 't heel druk gehad over kinder- kleeding. De één was beslist een handige moeder, zorgzaam en met huishoudelijke inzichten. En ze vertelt op leuke, smakelijke wijze, dat haar jongste dochtertje geregeld een lipje zet, als het een jurkje aankrijgt, dat haar oudste dochter heeft gedragen. O, dat kleine ding is al zoo coquet, zegt ze. Ja, nou moet je hooren, laatst betrapte ik dat nest toen ze bezig was met een houtje haar lippen, en wenk brauwen te bestrijken. En ze boog haar hoofdje heen en weer, zóó, (moeder deed het na) terwijl ze in een spiegeltje keek. Dat kleine nest! Er komt wat kijken in een gezin tegenwoordig. Menschenlief Je schiet er zelf bij over! Er valt wat heel te houden. Eiken avond een lading kousen in je mandje; stoppen jongens, dat 't zoo'n aard heeft Een mensch komt niet tot rust. De oudste komt anders al aardig in de hand, die reddert de boel al aardig op, maar ja, wil je wel gelooven, dat we al op haar moeten letten. Mensche, mensche, wat een tijd tegenwoordig. Laatst al sticum met een jongen naar de bioscoopNou, we zijn er aan stonds; waar moet je wezen? Ik moet ers uit zien naar een nieuw voorjaarshoedje. Nou, dat treft, ik ook, dan loopen wij samen, maar mensch, je zit er tegenwoordig mee. Je wil graag met de mode mee, en je denk bij je zelf: „wat benne ze leelijk! De bus staat. De dames stappen uit en ik ook. De eerste straat ga ik in. In een groote vrachtauto worden goederen ingeladen. Even daar voorbij komt uit een pakhuis een man, met een fiets, die op de bagagedrager met z'n rechterhand een mand, waarin een kruik, vasthoudt en met zijn linker hand het stuur. Nauwelijks is hij met zijn fiets over dien drempel van het pakhuis, of het voorwiel stuit tegen een steen, die op de straat ligt. Het voorwiel buigt naar rechts om, te ver om het weer naar links te draaien en de kruik glijdt van de bagagedrager af. Daar kan de kruik niet tegen. Zij valt in stuk ken en de kostbare inhoud stroomt over de straat. Een sterke cognacreuk komt in mijn neus. Enkele voorbijgangers blijven, evenals ik, staan en één er van zegt: „Geef me een glaasje, jong, dat is goed voor de wurmen!" „Ga jij maar stempelen, dat besteedt je ook niet allemaal voor brood." „Die zit." zegt de man van de vrachtauto. „Hou jij je smmaar, jij ben van de eerste ook niet ge barsten!" De man blijft doorgaan met goederen in te laden, maar neemt toch nog even den tijd om op zn neus te wijzen terwijl hij zegt: „Daar ken jij een puntje aan zuigen!" In tusschen is er een „schoffie" bijgekomen. Zijn te groote pet zakt hem tot de ooren. Zn broekspijpen zijn van onderen gerafeld, de zakken van zijn jasje zijn ingescheurd. Met de handen in zijn broekzak staat hij het „cog nacdebat" af te luisteren. Hij grinnikt als hij het laatste hoort zeggen. Zijn breeden mond opent zich en in plat dialect merkt hij op: „Dat's rooie verf!" Hij grijnst en loopt hard weg. 't Valt me mee, dat het hierbij blijft. De korf, die de kruik omhulde, is leeggestort, er zit geen diggel meer in. De man keert terug naar het Neen maar, ze (moeten het nou toch een beet je maken. Mij te vragen hoe ik over den uit slag der aanstaande verkiezingen denk, betee- kent zooveel, alsof men wil zeggen, dat ik mij meermalen op politiek terrein heb begeven en daarvan blijken heb gegeven. Maar dat ben ik mij heelemaal niet bewust. Als er éen een hekel heeft aan politiek, dan ben ik het. om de dood eenvoudige reden, dat er m.i. veel te veel politiek in de lucht hangt. Alles wordt er door beheerscht. Met alles bedoel ik een mensch z'n geheele be staan. Het heele maatschappelijk leven. Mij te vragen hoe ik over den uitslag der a.s. verkiezingen denk. Ja, dat vraagt men mij in een vriendelijk schrijven, gezonden aan. de redactie die het mij weer toezond. E|n |de redac tie schrijft er bij ,,ook wij 2ijntnieuwsgierig naar uw oordeel." Nu nog mooier dacht ik. Als er éen vraag moeilijk is te beantwoorden, dan xs het ongetwijfeld deze. Eir zijn altijd invloe den die op een verkiezingsstrijd inwerken, maar nu zijn er ongetwijfeld al bijzondere invloeden, die eigenlijk wat onverwacht zich zullen doen gelden. In de eerste plaats, oris heel wat pver te doen geweest de onverwachte Kameront binding; in de tweede plaats de muiterij op „De Zeven Provinciën" en in de derde plaats.Me brandstichting in het Rijksdaggebouw in de Duit sche hoofdstad. Gebeurtenissen, over welke het oordeel nogal verschillend is en oorzaak zijn Van scheuring en tweedracht in de verschillende po litieke partijen —onderling, waarvan het nogal gemakkelijk is de gevolgtrek king te maken, dat in die partijen, niet éen uit gezonderd, de homogeniteit zoo langzamerhand is zoek geraakt. Nu de verkiezingen voor de deur staan is het mogelijk, dat wordt Ingezien dat er wat te verliezen valt, want |de partij moet winnen omdat elke partij in haar program den rechten weg aangeeft, langs welken betere toestanden in uitzicht worden gesteld. Zoo ziet men t in, de leiders en woordvoerders verkondi gen het op de politieke vergaderingen en weten het ook allemaal. Ze vegen elkander wederkeerig den mantel uit en de kiezers moeten pp den door hen gestelden candidaat hun stem uitbren gen. Hetzelfde kringloopje, waarin jaren is rond gedoold. Nu heeft men het ons ministerie heel kwalijk genomen, dat het onnoodig zóó op zijn stuk bleef staan en omdat het zijn zin niet kreeg wat betreft het opheffen, van ienkele gerechts hoven en kantongerechten niet langer met deze Kamer wenschte samen ,te werken, haar ont bond en nieuwe verkiezingen uitschreef. Etn in dit kreupelhout kroop onverwacht een addertje met een hoogst vergiftige angel, nl. de muiterij op de „Zeven Provinciën," een goocheltoer van belang, waarover iedereen verbaasd en verwon derd stond. Em nu krijgt het tooverwoord „ge zag" weer gezag; het wordt uitgespeeld op po litieke vergaderingen en de vraag is er door ont staan: „wat is eigenlijk gezag?" Ja, men is er zoo gauw niet mee klaar. Gezag wordt ionder- scheiden in uitwendig en inwendig. Het heeft een onmisbare paedagogische beteekenis op hui selijk maatschappelijk en wetenschappelijk ter rein. Zonder gezag is anarchie, dat is ontbin ding, het einde. Maar, nu komt het ,waht, zegt ieen „debater" iedereen moet zich tot vrijheid ontwikkelen en het gezagsmaterieel leeren zif ten. Dit nu is de strijd tusschen gezag en vrij- heid. Hoe langer dat het duurt, hoe meer neemt de gramschap van de daad der muiters af. Ik ga hier meer breedvoerig op ia, omdat ik!Has, dat in de toekomst de mogelijkheid niet is uitgeskn- ten, dat in dergelijke gevallen rechtskundige bij stand zal worden verleend door „burgerlijke" ad vocaten. "Wat water door den verkiezingswijn dus. Maar de aanstichting van den brand in het rijksdaggebouw legde de duit in het zakje. Moet het nu dien weg op? Zpo;vroeg men zich af. E|n men weet, dat die anarchie ook (hier te lan de al aardig begint post te .vatten). Zonder in vloed bleef dus deze daal vau idien 'verblinden dwaas, die zijn communistische lessen goed heeft geleerd, niet. Die werkt ook nog 'wel even hier te lande na. Ja, heusch, de regeermg treft het niet slecht. En wanneer men nu mij vraagt „wat denk je van de verkiezingen?" (Nou zou ik willen zeggen: een nieuwe Kamer, na tuurlijk, maar hetzelfde ministerie, wat zijn kleur betreft nl. Dan is het juist zoo gegaan als in Duitsehland. Met dit verschil, dat de stroo ming zich nog meer naar rechts zal (koeren. Er zijn er, die aan geen rechtsche meerderheid ge looven, laten die de drie .„groote gebeurte nissen" eens ernstig op Jiun gemoed laten in werken, daarbij denken aan de eritiek die erop gevolgd is, op welke wijze het gezag is „aa'nge- rand, welke gewelddadigheden de fantasie voor spelt bij de gedachte aan brandstichters en moor denaars. Naast die drie groote gebeurtenissen staan drie andere middelen tot verhooging van onze cultuur, onze welvaart en onze eenheid. Het vrije ruilverkeer een economische loonre geling en ontwapening. Bij de voorspelling, die ik deed, geef ik nog een goede raadstemmen, niet thuisblijven, stemmen nogmaals stem men, doch niet als blinde volgelingen, maar mei: overtuiging en plichtsgevoel, die mannen naar de Kamer zal afvaardigen, die streven naar vrede, recht en eenheid, in het belang van volk en staat. krelis;. pakhuis, het inladen gaat verder door en de twee „stempelaars", zoo wil ik hen noemen, gaan ook heen. Maar ik hoor juist nog, dat de „beleedigde roodneus" zegt, terwijl hij met z'n duim over z'n schouder wijst: „Hem spreek ik nog welders nader!" Intusschen is de cognac al grootendeels weggezakt en de steen, die de oorzaak was van het ongeluk en het relletje en een .Langs de straat" heeft ge baard, door den pakhuisknecht weggeschopt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 5