Verkiezingsactie Onschuldig verbannen. Uit den Omtrek Simt Pancras. De J.G.O.B. houdt a.s. Zaterdagavond 'een propagandabijeenkomst in de zaal van Bouwstra Siimt Pancras. Het Witte Kruis vergaderde Woensdag '15 Mrt. in het cafe van den lieer Bouwstra. Door ontsten tenis van den voorzitter was de leiding in har den van J. Roos Sr. Uit het Jaarverslag stippen wij aan, dat de vereenïging ongeveer 500 leden telt, 700 maal werd gebruik van materiaal gemaakt. Dtrie patiënten zijn dank zij het gemeentebe stuur naar verschillende sanatoria gezonden. Zuster Nopper legde 3000 huisbezoeken af. Er werd een moedercursus gehouden welke door 20 dames werd bezocht. *Er hadden 2 leden- en 4 "bestuursvergaderin gen plaats. De rekening gaf een ontvangst aan van 1311.04 uitgaven 900.21, saldo 410.81. Dpor den heer M. Hoogland werd rapport uit gebracht em werd medegedeeld dat idle boeken in de beste orde waren bevonden. 1 Het bestuur trad en bloc af. De stemming- gaf tot uitslag dat werden herkozen A. Schuur, A.. Hoogland, J. Groenenberg, C. Kloosterboer G'. Booij en J. Boskamp. Die heer Hoogland be dankte echter, omdat op de vergadering bleek hoe gehandeld was met de stemming. Opnieuw wer den benoemd H,. Hart en A. Dik, J. Roos (af tredend) en J,. van Kampen werd plaatsvervan ger. Door den heer T. Groen wordt de con- tributieregeling naar voren gebracht, deze is vol gens spreker niet goed te noemen, de een be taalt meer dan de ander, en ieder heeft dezelfdle rechten. Die eher Hoogland vindt 'dit volkomen juist, doch zou de grens anders willen stellen) thans zijn 4 groepen tot hoogstens 2.50. Gpr. zou eeh zoogenaamde superklasse willen 'instel len. D|e vereeniging telt 525 leden metj'een jaar- lijksche contributie van '868/.Dlit zoii zoo moeten blijven met penige verandering, ander zijds door het bestuur te regelen. Na [breedvoe rige bespreking wordt tenslotte hiertoe besloten Door dein heer S[. Bijpost wordt bestreden het onzinnige om het bestuur gelijk te laten aftre den. Hierna sluiting. Woensdagavond kwam de afd. Oudkarspel van de S. D. A. P. ini openbare vergadering bijeen, waarin als sprekers optraden de heeren Van der Vall van Alkmaar en K. Singer uit Wijdenes, deze spraken over het onderwerp: „De a.s. Verkiezingen." Na opening door den voorzitter, den heer J. de Jong, verkrijgt de heer Singer het eerst het woord en zegt in het bijzonder te zullen spreken over de houding van het platteland. Spr. wijst erop dat de plattelanders zeker invloed kunnen uitoefenen op de samenstelling van de regeering. Deze verkiezings tijd zal zeker uitblinken door heftigheid en felle bestrijding, mede een gevolg van de bestrijding door onze tegenstanders. Hij wijst op de pers van de tegenstanders, die met verkeerde voorlichtingen komt, en verwijt dat de S. D. A. P. tegen de tuin- bouwsteunwet heeft gestemd, maar niets is minder waar. Het is niet waar dat wij geen oog hebben voor de nooden van het platteland. Van de 13 steunwet- ten hebben wij er 10 gesteund en hebben er tegen 3 gestemd, omdat door de minst draagkrachtigen de steun zou moeten worden opgebracht in hoofd zaak. Daarna gaat spr. de verschillende steunwetten na en zegt dat de tarwesteunwet niet de sympathie van de S.D.A.P. had, omdat de minst bedeelden het meeste zouden moeten betalen. De Zuivelsteunwet ondervond op verschillende punten geen tegenkanting. Men wilde zich niet ver zetten tegen de margarinebelasting maar dan moest de suikerbelasting worden verlaagd en de restant worden gehaald uit de hooge inkomens. Men wilde hier niet aan, zoodat de zuivelwet voor ons onaan vaardbaar was. Evenzoo ging het met de varkenssteunwet. Wij staan op het standpunt dat het geld moet worden gehaald daar, waar het het best kan worden be taald. De overige 10 wetten zijn met onze stemmen voor tot stand gekomen. Spr. noemt dan de Pachtwet, en zou de verpachter FEUILLETON „Lieve vader," ging zij voort, „zal ik u van haar, van lady Wolga verhalen? Zij is boven alle beschrij ving schoon, schooner dan ik mij de schoonheid eener vrouw gedroomd heb; zij neemt iedereen voor zich in, heeft aangename manieren en eene waardige houding. Ik dacht dat zij koel was, doch heden ontgloeide haar hart door eene natuurlijke neiging voor mij, zij sprak liefdevol tot mij en kuste mij. O, vader! miijn hart zwol onder deze omhelzing, de omhelzing mijner moeder! Had ik op dat oogen- bltk niet aan u gedacht ik ware aan hare voeten gevallen en zou de zoom van haar kleed gekust hebben. Ik bemin haar en zou haar toch gaarne haten. Ik bemin haar om hare goedheid en dewijl zij met zulk een vurige liefde denkt aan haar ver loren gewaand kind, dat zij nog in stilte beweend; maar ik wend mij van haar af wijl zij zoo wreed jegens u is geweest, jegens u, mijn armen vader! Ik zou u schrijven of het waar is, dat zij met den markies van Montheron zal huwen. De verlo ving is nog niet publiek gemaakt, doch iedereen houdt hem voor verloofd. Hij gedraagt zich ook aldus tegenover haar, maar uit zijn verder gedrag is niets bepaalds op te maken. Ik zie dat zij hem acht en eert en geloof ook dat zij hem zal huwen. Op zijn verzoek is zij naar Clyffebourne gekomen, dat zij sedert jaren niet bezocht heeft. Zij rijdt met hem in zijn rijtuig, noodigt hem en zijne gasten ten diner, richt feestjes voor hem aan en is zeer voor komend jegens hem. Sedert het drama is zij niet meer op Montheron geweest, maar heeft plan over morgen daarheen te gaan. Zij sprak nog hare hoop uit, dat het haar geluk ken zou hare plannen tot een goed einde te brengen en sloot den brief. Nauwelijk was dit geschied of er werd zacht aan de deur geklopt en Félice trad binnen. „Milady heeft zich ter ruste gelegd," zeide zij, „en gelastte mlij u te helpen. Wil ik uw haar voor den nacht in orde brengen, mademoiselle?" „Als je wilt, ja, Félice," antwoordde Alexa met eene vriendelijkheid, welke het hart der kamenier voor haar won. volgens de S. D. A. P. mee moeten deelen in de ver liezen of moeten betalen aan den verliezer. Nog andere amendementen werden voorgesteld, maar konden geen steun ondervinden. Ook bespreekt spr. den steun aan den tuinbouw, die een geheele lijdens geschiedenis heeft gehad. En het heeft zeer lang geduurd alvorens de regee ring er mee klaar was om steun aan den tuinbouw te verleenen. Hij gaat de belangrijkheid na van den tuinbouw in het agrarisch bedrijfsleven. Op 5 pet. van den grond brengt hij 20 pet. van de waarde voort. Waar de tarwe gesteund werd, verkreeg de tuin bouw bij een teruggang van 40 pet. niets geen steun in 1930. En in 1931 was het nog slechter. In Hoogkarspel en Grootebroek hebben de inwo ners een schuld aan den middenstand van 170.000 gulden. In Heemskerk gingen er van de 198 tuinders 60 naar het armbestuur, omdat er voor hen geen uitweg meer was. In 1931 kwam de regeering met een steunregeling en wel crediet. Een steun die dus moet worden terugbetaald, wanneer de regeering dit verlangde. Hiertegen is krachtig door ons geageerd bij monde van den heer Duis, omdat de tuinbouw geen be hoefte had aan crediet, maar aan steun. De rechterzijde stemde tegen een motie van den heer Duis, waarin gevraagd werd om een steunre geling voor de zwaarst getroffenen. Toen Duis vroeg om steun voor Kennemerland, wierd ook dit verworpen met dè rechterzijde tegen. Zoo kwam dan in 1932 de regeering met de aan kondiging dat zij bezig was aan de voorbereiding van een tuinbouwsteunregeling. Het steunwetje sloeg echter deze verwachtingen den bodem in. Het was niets, maar dan ook totaal niets. Wanneer men aanwezig was, ergerde men zich aan de houding van de verschillende fracties bij de behandeling van de tuinbouwsteunwet. Aan den eenen kant zei de regeeringi te vergoeden het verschil tusschen productieprijs en veilingprijs, maar aan den anderen kant werd daaraan verbon den, dat de regeering niet verder zou gaan dan 5 millioen. Zoo kwam de heer Van der Heuvel met de klacht dat de regeering zoo lang gewacht had met de steunwet, de man die notabene 10 maanden tevoren dapper medegeholpen had de motie van hem te verwerpen. Bij de behandeling werd door den heer Duis een motie ingediend, dat de regeering zich zoo noodig niet aan de 5 millioen zou houden. Een motie waarin de regeering dus vrij mandaat werd verleend. Toen deze motie werd ingediend ging, er een ge joel en gehoon op en werd hem toegeroepen of hij geld dacht te brengen in de zakken van de boeren met zijn motie, waarop de heer Duis antwoordde, dat hij niet zoo onnoozel was dit te denken, maar ook geen geld werd gebracht met mooie woorden. Een tweede motie van Duis, om doorgedraaide producten in de steunregeling op te nemen, werd eveneens met gejoel ontvangen. De moties werden verworpen. Dan gaat spr. de wonderbaarlijke houding na van de Communisten bij de behandeling der Steun- wjet. Eens heeft hij gezegd „dat niets de communisten te dol is" maar hij heeft bij de behandeling nog eens willen aantoonen, dat hem niets te dol is. Hij moet ons niet verwijten dat wij tegen zijn malle amendementen hebben gestemd. Bewondering moeten wij hebben voor de functie en hartstochtelijke verdediging van den heer Duis. Zoo wordt er thans aan steun aan land- en tuin bouw f 200.000.000 gegeven en wanneer wij weten dat er 200.000 bedrijven zijn, dan kan ieder bedrijf f 1000 steun ontvangen of f 20.00 per week. Maar ik vraag U is er iemand die f 20.— steun in de week geniet. In de eerste plaats moeten de kleinen worden geholpen aan steun. Maar met deze regeering en kamermeerderheid komen wij er niet. Evenmin komen wij er met boeren naar de Tweede Kamer af te vaardigen. Want toch zouden de plat telanders, met één lijst uitkomende, niet meer dan 20 zetels bekomen. In dit verband wijst spreker op de vele tegen strijdige belangen der plattelanders, waardoor in de Kamer niets zou worden bereikt. Wanneer wij niets kunnen bereiken in de Kamer komt dat omdat wij staan 24 tegen 76 zetels. Dat komt omdat het platteland steeds de wandel stok is geweest van de reactionaire regeering en rechtsche kamermeerderheid. Ik zou u willen oproepen te breken hiermede en niet langer te zijn den wandelstok van hen. Dan wekt spr. op een abonnement te nemen op het „Volksblad", een blad van politieke scholing. Ook de hypotheekbwestie wordt door den heer Singer besproken, waaraan door de regeering niets is gedaan, maar waar de D.S.A.P. de eerste stap pen deed om verbetering te brengen. Ook nu meen de de rechterzijde dat deze zaak niet urgent was. Het verlichting brengende wetvoorstel der S.D.A.P. zal geen wet worden wanneer de kamer er na 26 April niet anders uitziet dan nu. De pachtwet van Ebels mocht ook geen steun vinden. De rechterzijde en Vrijheidsbond moeten er niets van hebben om een pachter te beschermen tegen den willekeur van een verpachter. Dan nog gaat hij de sociale wetgeving na, die al kosten zij geld, toch een recht zijn voor den arbeider, maar tevens voor den Middenstand. Hij gaat na het recht van Staatspensioen voor allen, voor alle ouden van dagen. Félice toog aan het werk, prees het schoone haar, maakte vleiende opmerkingen en sprak toen eens klaps over hare gebiedster, wier schoonheid zij tot in de wolken verhief. Alexa sprak eveneens over lady Wolga en stemde met den lof van Félice volkomen in. ,U gelijkt milady in vele zaken, mademoiselle," zeide Félice. „Ik zeide heden avond tot milady, dat u het hoofd draagt als zij en denzelfden gang hebt. En u herinnert mij ook aan iemand Zij zweeg plotseling stil. Alexa's hart sloeg snel ler; zij wist wie die „iemand" was. „Milady heeft de gelijkenis met dien iemand ook bemerkt," vervolgde Félice na eenig dralen, „en wel eer ik haar daarover had gesproken. Het is een zon derling toeval, zeer zonderling, maar er zijn veel menschen die op elkaar gelijken. Menigmaal is dat het geval met personen uit verschillende landen, zoo zelfs dat zij tweelingen schijnen. Het zou dan ook wel een wonder zijn als onder de mlllioenen menschen er geen twee waren, die op elkaar gele ken." „Zeker," zeide Alexa. „Maar op wien gelijk ik dan, Félice?" „Op iemand wiens lot ontzettend was, doch die hans dood is," antwoordde de kamenier met droe vige stem. „Zijn naam wordt door lady Wolga nooit „Ik weet wien je bedoelt," zeide Alexa ernstig. „Ik vernam de treurige geschiedenis in het logement te Mont-Heron". „Praten de menschen dan nog daarover?" vroeg Félice spijtig. „Meer dan achttien jaren zijn over de verschrikkelijke gebeurtenis heen gegaan! Maar zulke dingen schijnen nooit te verouderen; na hon derd jaren zal men deze geschiedenis nog verhalen. Spreken de bewoners van het dorp kwaad van mila dy? Dat is onmogelijk! Zeg mij, mademoiselle, wat men vertelt.' „Zij spreken met de hoogste achting van lady Wolga en zeggen, dat zij spoedig in het huwelijk zal treden met den markies van Montheron." „Zij zeggen wat zij wenschen," hernam Félice. „Zij zouden haar gaarne als gebiedster op Mont-Heron zien." „Miss Goff zeide dit ook." „Nu, haar wensch moge in vervulling gaan. Ik hoop dat milady den markies zal huwen; ik geloof ook, dat zij het doen zal, ofschoon de verloving nog niet publiek werd gemaakt. Zij is er zeer geheim meê; zelfs ik, die altijd bij haar ben en haar vol komen vertrouwen geniet, hoor nooit iets van haar Wel is er 100 millioen voor bewapening, maar geen 20 of 30 millioen voor staatspensioen. Ook hier zul len wij met vuur en gloed elschen het staatspen sioen voor alle ouden van dagen. Spr. wijst op de groote chaos in distributie en productie der producten. Wij eischen organisatie van deze zaken.a De afzet naar het buitenland. Wiffischen behoor lijke controle van de handelaren. Wij wenschen een landelijk exportbureau. Wij eischen de panmatig- heid in de productie. Het prediken van autarkie, van zelfvoorziening, is het prediken van zelfmoord door den staat. Ook wijst spr. op het groote verschil tusschen grondkapitaal en industriekapitaal. Het groot grondbezit is de zuigkracht, waardoor veel aan onze arbeidskracht wordt onttrokken, ten voordeele van het grondbezit. In dit verband wijst hij op de socialisatie van den bodem. Bij de a.s. verkiezingen zal het er om gaan of wij zullen stemmen het reactionaire bewind of zul len medewerken aan een democratische regeering. Kunt ge het kapitalistische stelsel niet steunen, voert dan met ons den strijd voor het schoone doel, den strijd tegen het kapitalisme. (Applaus) Hierna krijgt de heer Van de Vall het woord, die spreekt over het onderwerp: „Vandaag en Morgen." Ik kan niet zeggen wanneer ik over vandaag begin dat het erg helder is op economische terrein. In de 90-er jaren was het nog niet zoo donker als nu, al werden de agrarische bedrijven geteisterd door een crisis van geweldige beteekenis. Thans zien wij een zeer groote werkloosheid. En wanneer wij ons afvragen wat er van dit alles moet worden, dan ziet het er donkerder uit dan in de 90-er jaren. Armoede heerscht er in de arbeidersgezinnen. In Alkmaar 1400 werkloozen op een zielental van 29000. In de dorpen rondom een even droef beeld. De arbeider wordt geteisterd, maar hij niet alleen. Ook de kleine zelfstandigen die genoemd worden de grondhouders van ons volksbestaan. Deze categorie zucht zeer erg onder de gevolgen van het huidige wereldgebeuren. En wanneer we letten op hetgeen zich afspeelt in, de ons omrin gende landen, dan ziet het er donkerder uit dan ooit tevoren. Met de productie van Deenen kunnen we wel op houden en ook met de andere grove tuinbouwpro ducten staat het er somber voor. In onze ziel wordt gebrand het nieuwe woord „autarkie" zelfvoorziening. Door dit streven van Duitschland rijst de vraag hoe wij in de toekomst onze bedrijven zullen uit oefenen. Het ziet er donker uit. Wij zyn geteisterd door de natuur. De watervloed, de hagelslag, de koolpest (draaihartigheld). Duitschland ging zich beveiligen tegen den in voer van onze producten. Nederland dat is aangewezen om de voorraad schuur te zijn van Europa wordt bedreigd door de maatregelen van Duitschland. Wij zijn geteisterd door tal van crisis. Zoo voorspelde een zekere Samuel de Wolf dat in het najaar 1932 het diepste punt van de crisis zou zijn bereikt. Hij heeft ons echter zeer veel geleerd. En wel dat er om een bepaald aantal jaren orisis moeten geven. Hij noemde dit de crisis op de lange golf en om de 8 jaar komt een crisis op de korte golf zoo als hij zegt. En jammer is het dat de tuinbouw steeds op de korte golf staat. Maar wat voor den tuinbouw is gedaan is ge daan door de S. D. In dit verband wijst spr. op wat het Prov. Bestuur voor den landbouw heeft gedaan. Gij hebt leering te trekken uit deze ernstige om standigheden. Met het telen van de gewone tuinbouwproducten kan niet worden voortgegaan en jaren terug had men de cijfers ten dien aanzien reeds moeten voor staan. De groote steden wenden zich steeds meer af van onze producten en gaan in de richting van het gebruik van bladgroenten. Spr. geeft in verband hiermede eenige cijfers over omzet en geteelde grond in Noordholland en Zuidholland, waarbij Zuidhandel ver en ver boven Noordholland kwam te staan. Kan men zijn blik laten gaan in Zuidholland over de fabriekmatige productie, dan ziet men daar te vens het groote geheim. Zoo ging Zuidholland met grooter weerstandvermogen de crisis in. Het gevolg hiervan was de stichting van de de- monstratiebedrijven door de Provincie Noordhol land. Een crisis kwam. Er werd crediet verleend door de Prov. omdat de tuinders elders geen geld kon den bekomen. Een nieuwe crisis kwam. En met algemeene stem men werd het besluit voor het tweede crediet ge nomen. Toen kwam deze crisis. En nu geloof ik datt we he gegeven crediet wel kunnen afschrijven. Nu kan alleen de Staat helpen. Hoe dat is ge daan, daarop ga ik niet in. Dat is U voldoende ge zegd. Voor hen die nood en ellende hadden stonden de S. D. steeds op de bres. „Ons de wereld, trots alles." De tuinbouw is een van de belangrijkste peilers waarop ons besctaan rust. Ik heb de stellige verwachting dat achter de wolken toch de zon schijnt. Hoe donker het thans ook is in hiet economische leven. Al zullen ook ver schillende verongelukken. plannen. En hoe laten de menschen zich over het drama van Montheron uit, mademoiselle? Wij zijn zoo lang van hier geweest, dat ik niet meer weet hoe over dit drama gedacht wordt.' „Mis Goff beweerde, dat er geen twijfel bestaat of lord Stratford Heron is de moordenaar zijns broeders," zeide Alexa. „Zij had besloten deze gele genheid niet ongebruikt te laten voorbijgaan en wilde de kamenier uithooren. „Niemand geloofde destijds aan zijne onschuld „Dan dwaalt miss Goff," viel Félice haar in de reden. „Eene enkele geloofde niet aan zijne schuld, in weerwil der verpletterende bewijzen tegen hem. Eene enkele was steeds overtuigd van zijn onschuld, ofschoon al zijne vrienden zich tegen hem keerden." „Ben jij dat, Félice?" „Ik spreek niet over mij zelve, want Pierre Re- nard verdreef mijn twijfel. Hij verklaarde lord Stratford schuldig. Neen, zijne eigen vrouw geloofde aan zijn onschuld." iAlexa verschrok en werd doodsbleek. „Had zij vertrouwen in hem?" fluisterde zij. „Ja," antwoordde Félice overtutigend. „Het is zon derling, maar mienschen die elkaar beminnen, ge- looven elkander. Milady beminde haar echtgenoot met geheel haar ziel en hij was hare liefde waardig, in weerwiel der ontzettende daad, die hem en de zijnen in het verderf stortte. O, mademoiselle, hij was zoo goed, zoo edelmoedig, en hij beminde zijn vrouw en kind zoo vurig! O, hij moet op het oogen- blik dat hij de daad bedreef, krankzinnig geweest zijn! Algemeen houdt mien het er voor, dat hij zijne zinnen verloren had!" „Maar ik heb gehoord, dat lady Wolga zich van hem terugtrok, toen hij in gevaar was." „Heeft U dat gehoord? Nu ja, ik weet dat men het zegt, maar het is niet waar." „Niet waar?" „Indien U den overleden hertog, milady's vader, kend had, zou U begrijpen wat ik u niet duidelijk kan maken. Hij was trotsch en regeerde zijne fami lie met eene ijzeren strengheid. Milady vreesde hem zeer en op den morgen na den moord, toen lord Startford gevangen was genomen, lag zij geheel bewusteloos op het ziekbed. Er werd om haar vader Igezonden, die- terstond kwam en haar meê naar Clyffebourne nam. Hier werd milady doodziek. Ik dacht elk oogenblik haar laatste uur te zien aan breken, doch zij herstelde weer. Toen volgde de rechtzaak. Zij wilde zich naar haar echtgenoot be geven, maar haar vader belette het en sloot haar in hare kamer op. terwijl hij zwoer dat zijne dochter Daarvoor hebben de S. D. getracht den tuinbouw te doen blijven. De grond moet vruchtbaar blijven. Daarom ben ik tegen den steun aan de tarwe en de biet; omdat deze producten geen toekomst meer hebben. Wij kunnen hiermede niet concurreeren te gen and-ere landen, voorzien van de meest moderne techniek. De verbouwer heeft uit te maken wat hij verbouwen wil, maar de Overheid heeft er voor te zorgen dat de grond vruchtbaar blijft, dat de volkskacht blijft. Wat bezielt deze regeering toch met de nu tot stand gebrachte steunregelingen. Men zegt dat de vakvereenigingen belemmeren de normaliseering, dat zij kunstmatig de loonen hoog houden. Is door loonsverlaging he 'bedrijf in 1890 gered geworden? Neen immers! Precies ditzelfde recept krijgen wij nu. Laten zij, die meenen dat loonsverlaging het red middel is, gezegd zijn, dat zij in de S. D. hun felste tegenstanders zullen vinden. Zeker, men deinst voor niets terug. En het is zoo jammer, dat zoovele jonge mannen zich een roes drinken aan het fascisme. Aan de petroleumgeschie- denis. Hitier wordt gesubsidieerd door Sir Henri Deterding en ook hier begint zoo'n petroleumlucht te hangen. Colijn. Wij verzetten ons met onze organisaties tegen den loondruk in particuliere en overheidsbedrijven. We hebben medegemaakt de loonactie van de jongeren die in uniform gestoken worden. We hebben gezien de jongeren in Indië, die in vergadering bijeen kwamen, en men moet de jeugd begrijpen om de daad te begrijpen op de Zeven Provinciën. De jeugd redeneert niet maar handelt. Een daad die in het tegenwoordig staatsbestel niet kan worden getolereerd. E rmoet een voorbeeld worden gesteld. De ar beidersklasse moet murw geslagen worden. Er moet een voorbeeld gesteld. Evenals in 1918. Zoo hebben we ze ook nu weer dapper zien wor den. Zoo sprak Colijn, desnoods een torpedo en de vergadering zong, bittere ironie: „Dat 'sHeeren zegen op U daal." De moderne techniek werd te hulp geroepen. De vliegmachine de bom kwam op de schuit 23 slachtoffers, jonge levens. De eer van de natie' was gewroken. De vlag was gezuiverd. Toen Pieter Jelles moest heen gaan, kon hij con- stateeren dat de arbeidsklasse op weg was zich een ruggegraat te geven. Wanneer we nu het fascisme zien opkomen, ge steund door het bankkapitaal, dan moeten wij ge voelen het gevaar van deze beweging, waarin worden opgenomen de jonge mannen, die het leven willen bestormen. Voor ons is het grootste belang gelegen in een rustige ontwikkeling van het socialisme langs demo cratische wegen. Deze verkiezing zal tevens in het teeken van socialisme en fascisme. Dan zal het socialisme niet zijn een Tolstoïsme. Maar wanneer het ons onmoge lijk gemaakt wordt langs democratische wegen te gaan, dan is het niet onze schuld wanneer er andere wegen worden gekozen. Wij zullen ons moeten be veiligen. Dat hebben we gezien op 8 November te Den Haag. Het is een zeer belangrijke verkiezingsstrijd, men wil de arbeiders het beetje verkregen sociale ver betering weer ontnemen. Maar de strijd wordt met den dag scherper. Vast houden moeten we wat men ons ontnomen heeft. Nu staan we 26 April voor de verkiezing. 24 April gaat men herdenken Willem de Zwijger. Dan worden de golven van het nationalisme weder opgezweept. Dan 2 dagen daarna de verkiezing. Het is handig in elkaar gezet, maar het gezag zooals het nu is uitgeoefend, dat op geweld rent, zal in de toekomst moeten ondergaan. Het gezag dat rust op liefde, hoogachting en waardeering zal de eeuwen doorgaan. Wij vragen aan kiezers en kiezeressen: oordeelt rechtvaardig, maar oordeelt tevens met het oog op de toekomst. En dieze toekomst is somber. De oorlogsdreiging zien we op ons afstormen. De Chr. regeering is er op uit het militairisme te versterken en wij ver zetten ons daartegen, een beroep doende op de opvoedster bij uitnemendheid: de vrouw en moe der. Wij moeten u voortdurend hebben. De gevaren komen van alle kanten. Socialisme beteeken t in de eerste plaats offeren. En welke dagen gaan we tegemoet. Het wordt een heerlijke tijd voor hen die socialist zijn in hart en nieren. Wij vragen aan u de daad van organisatie. Liggen uw idealen in de richting van het socialis me, versterk dan dien keten, dat de vloedgolf van reactie kan worden tot staan gebracht. Dat is de plicht van de vaders en moeders. Maar één front tegen het kapitalisme, en dat alleen kan brengen het sosialisme. (Applaus) Hierna werden eenige vragen gesteld en beant woord, waarna de vergadering met een opwekkend woord voor de a.s. verkiezingen wordt gesloten. niet met een moordenaar zou te maken hebben. Gedurende weken hield hij haar op haar kamer gevangen en zeide tot de bezoekers dat zij weigerde iemand te ontvangen. Milady schreef een brief en verzocht mij hem aan lord Stratford te doen toe komen; maar haar vader hield mij aan hij had spionnen die hem waarschuwden nam mij den brief af en dreigde mij weg te zenden als ik het opnieuw durfde wagen iets tegen zijn wil te onder nemen." „Zij schreef hem dan?" „Ja mademoiselle; zij die beweren dat zij haar echtgenoot in het gevaar alleen liet, doen haar groot onrecht aan. Zij smeekte haar vader geknield haar toe te staan hem te bezoeken; zij wilde de gevan- genissraf met hem deelen; zij wilde met hem ster ven. Maar haar vader hield haar opgesloten en liet niemand bij haar toe dan mij en de bedienden, die hij uitdrukkelijk daarvoor had aangewezen. Zij was eene gehuwde vrouw, maar nog zeer jong en ge makkelijk te intemideeren, zij beefde voor haar vader; maar de liefde voor haar echtgenoot gaf haar den moed om te beproeven langs het raam te ontvluchten. Milady waagde veel, ter wille van haar echtgenoot, doch haar vader zette zijn wil door. Hij hield de jonggehuwden gescheiden en zond uit naam van milady, wreede boodschappen aan lord Stratford-Heron. Hij hield hem voor schul dig; hij haatte en vloekte hem. Het gerecht ver klaarde lord Stratford-Heron schuldig aan moord, en veroordeelde hem ter dood. Toen werd mijne arme meesteres bijna waanzinnig. Zij smeekte haar vader het leven van haar edhtgenoot te redden en hem zulk een smadelijken dood te besparen. De hertog beloofde zijne bevrijding te bewerken, niet omdat zij er om smeekte, maar omdat zijn trots het niet kon verdragen dat zijn schoonzoon wegens mioord werd opgehangen. Hij richtte een smeek schrift aan het ministerie en aan de Koningin; doch iedereen geloofde lord Stratford schuldig en door zijn dood moest een voorbeeld gesteld worden, dat rang en hooge waardigheden het recht moesten eerbiedigen. Zooals men weet ontvluchtte lord Strat ford. Ik geloof dat de hertog den gevangenbewaar der heeft omgekocht." Alexa was diep geroerd bij het vernemen dezer onthullingen. Haar moeder had dus haar vader niet verlaten! Zij had steeds aan zijne onschuld geloofd! Zij had hem steeds bemind! (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 4