Verkiezingsactie
Onschuldig verbannen.
Uit den Omtrek
Simt Pancras.
De J.G.O.B. houdt a.s. Zaterdagavond 'een
propagandabijeenkomst in de zaal van Bouwstra
Siimt Pancras.
Het Witte Kruis vergaderde Woensdag '15 Mrt.
in het cafe van den lieer Bouwstra. Door ontsten
tenis van den voorzitter was de leiding in har
den van J. Roos Sr.
Uit het Jaarverslag stippen wij aan, dat de
vereenïging ongeveer 500 leden telt, 700 maal
werd gebruik van materiaal gemaakt.
Dtrie patiënten zijn dank zij het gemeentebe
stuur naar verschillende sanatoria gezonden.
Zuster Nopper legde 3000 huisbezoeken af.
Er werd een moedercursus gehouden welke door
20 dames werd bezocht.
*Er hadden 2 leden- en 4 "bestuursvergaderin
gen plaats.
De rekening gaf een ontvangst aan van 1311.04
uitgaven 900.21, saldo 410.81.
Dpor den heer M. Hoogland werd rapport uit
gebracht em werd medegedeeld dat idle boeken
in de beste orde waren bevonden.
1 Het bestuur trad en bloc af. De stemming- gaf
tot uitslag dat werden herkozen A. Schuur,
A.. Hoogland, J. Groenenberg, C. Kloosterboer
G'. Booij en J. Boskamp. Die heer Hoogland be
dankte echter, omdat op de vergadering bleek hoe
gehandeld was met de stemming. Opnieuw wer
den benoemd H,. Hart en A. Dik, J. Roos (af
tredend) en J,. van Kampen werd plaatsvervan
ger. Door den heer T. Groen wordt de con-
tributieregeling naar voren gebracht, deze is vol
gens spreker niet goed te noemen, de een be
taalt meer dan de ander, en ieder heeft dezelfdle
rechten. Die eher Hoogland vindt 'dit volkomen
juist, doch zou de grens anders willen stellen)
thans zijn 4 groepen tot hoogstens 2.50. Gpr.
zou eeh zoogenaamde superklasse willen 'instel
len. D|e vereeniging telt 525 leden metj'een jaar-
lijksche contributie van '868/.Dlit zoii zoo
moeten blijven met penige verandering, ander
zijds door het bestuur te regelen. Na [breedvoe
rige bespreking wordt tenslotte hiertoe besloten
Door dein heer S[. Bijpost wordt bestreden het
onzinnige om het bestuur gelijk te laten aftre
den. Hierna sluiting.
Woensdagavond kwam de afd. Oudkarspel van de
S. D. A. P. ini openbare vergadering bijeen, waarin
als sprekers optraden de heeren Van der Vall van
Alkmaar en K. Singer uit Wijdenes, deze spraken
over het onderwerp: „De a.s. Verkiezingen."
Na opening door den voorzitter, den heer J. de
Jong, verkrijgt de heer Singer het eerst het woord
en zegt in het bijzonder te zullen spreken over de
houding van het platteland. Spr. wijst erop dat de
plattelanders zeker invloed kunnen uitoefenen op
de samenstelling van de regeering. Deze verkiezings
tijd zal zeker uitblinken door heftigheid en felle
bestrijding, mede een gevolg van de bestrijding door
onze tegenstanders. Hij wijst op de pers van de
tegenstanders, die met verkeerde voorlichtingen
komt, en verwijt dat de S. D. A. P. tegen de tuin-
bouwsteunwet heeft gestemd, maar niets is minder
waar. Het is niet waar dat wij geen oog hebben voor
de nooden van het platteland. Van de 13 steunwet-
ten hebben wij er 10 gesteund en hebben er tegen
3 gestemd, omdat door de minst draagkrachtigen de
steun zou moeten worden opgebracht in hoofd
zaak.
Daarna gaat spr. de verschillende steunwetten na
en zegt dat de tarwesteunwet niet de sympathie
van de S.D.A.P. had, omdat de minst bedeelden het
meeste zouden moeten betalen.
De Zuivelsteunwet ondervond op verschillende
punten geen tegenkanting. Men wilde zich niet ver
zetten tegen de margarinebelasting maar dan moest
de suikerbelasting worden verlaagd en de restant
worden gehaald uit de hooge inkomens. Men wilde
hier niet aan, zoodat de zuivelwet voor ons onaan
vaardbaar was.
Evenzoo ging het met de varkenssteunwet. Wij
staan op het standpunt dat het geld moet worden
gehaald daar, waar het het best kan worden be
taald.
De overige 10 wetten zijn met onze stemmen voor
tot stand gekomen.
Spr. noemt dan de Pachtwet, en zou de verpachter
FEUILLETON
„Lieve vader," ging zij voort, „zal ik u van haar,
van lady Wolga verhalen? Zij is boven alle beschrij
ving schoon, schooner dan ik mij de schoonheid
eener vrouw gedroomd heb; zij neemt iedereen
voor zich in, heeft aangename manieren en eene
waardige houding. Ik dacht dat zij koel was, doch
heden ontgloeide haar hart door eene natuurlijke
neiging voor mij, zij sprak liefdevol tot mij en kuste
mij. O, vader! miijn hart zwol onder deze omhelzing,
de omhelzing mijner moeder! Had ik op dat oogen-
bltk niet aan u gedacht ik ware aan hare voeten
gevallen en zou de zoom van haar kleed gekust
hebben. Ik bemin haar en zou haar toch gaarne
haten. Ik bemin haar om hare goedheid en dewijl
zij met zulk een vurige liefde denkt aan haar ver
loren gewaand kind, dat zij nog in stilte beweend;
maar ik wend mij van haar af wijl zij zoo wreed
jegens u is geweest, jegens u, mijn armen vader!
Ik zou u schrijven of het waar is, dat zij met
den markies van Montheron zal huwen. De verlo
ving is nog niet publiek gemaakt, doch iedereen
houdt hem voor verloofd. Hij gedraagt zich ook
aldus tegenover haar, maar uit zijn verder gedrag
is niets bepaalds op te maken. Ik zie dat zij hem
acht en eert en geloof ook dat zij hem zal huwen.
Op zijn verzoek is zij naar Clyffebourne gekomen,
dat zij sedert jaren niet bezocht heeft. Zij rijdt met
hem in zijn rijtuig, noodigt hem en zijne gasten ten
diner, richt feestjes voor hem aan en is zeer voor
komend jegens hem. Sedert het drama is zij niet
meer op Montheron geweest, maar heeft plan over
morgen daarheen te gaan.
Zij sprak nog hare hoop uit, dat het haar geluk
ken zou hare plannen tot een goed einde te brengen
en sloot den brief.
Nauwelijk was dit geschied of er werd zacht aan
de deur geklopt en Félice trad binnen.
„Milady heeft zich ter ruste gelegd," zeide zij, „en
gelastte mlij u te helpen. Wil ik uw haar voor den
nacht in orde brengen, mademoiselle?"
„Als je wilt, ja, Félice," antwoordde Alexa met
eene vriendelijkheid, welke het hart der kamenier
voor haar won.
volgens de S. D. A. P. mee moeten deelen in de ver
liezen of moeten betalen aan den verliezer. Nog
andere amendementen werden voorgesteld, maar
konden geen steun ondervinden.
Ook bespreekt spr. den steun aan den tuinbouw,
die een geheele lijdens geschiedenis heeft gehad.
En het heeft zeer lang geduurd alvorens de regee
ring er mee klaar was om steun aan den tuinbouw
te verleenen.
Hij gaat de belangrijkheid na van den tuinbouw
in het agrarisch bedrijfsleven. Op 5 pet. van den
grond brengt hij 20 pet. van de waarde voort.
Waar de tarwe gesteund werd, verkreeg de tuin
bouw bij een teruggang van 40 pet. niets geen steun
in 1930. En in 1931 was het nog slechter.
In Hoogkarspel en Grootebroek hebben de inwo
ners een schuld aan den middenstand van 170.000
gulden.
In Heemskerk gingen er van de 198 tuinders 60
naar het armbestuur, omdat er voor hen geen uitweg
meer was.
In 1931 kwam de regeering met een steunregeling
en wel crediet. Een steun die dus moet worden
terugbetaald, wanneer de regeering dit verlangde.
Hiertegen is krachtig door ons geageerd bij monde
van den heer Duis, omdat de tuinbouw geen be
hoefte had aan crediet, maar aan steun.
De rechterzijde stemde tegen een motie van den
heer Duis, waarin gevraagd werd om een steunre
geling voor de zwaarst getroffenen.
Toen Duis vroeg om steun voor Kennemerland,
wierd ook dit verworpen met dè rechterzijde tegen.
Zoo kwam dan in 1932 de regeering met de aan
kondiging dat zij bezig was aan de voorbereiding
van een tuinbouwsteunregeling.
Het steunwetje sloeg echter deze verwachtingen
den bodem in. Het was niets, maar dan ook totaal
niets.
Wanneer men aanwezig was, ergerde men zich
aan de houding van de verschillende fracties bij de
behandeling van de tuinbouwsteunwet.
Aan den eenen kant zei de regeeringi te vergoeden
het verschil tusschen productieprijs en veilingprijs,
maar aan den anderen kant werd daaraan verbon
den, dat de regeering niet verder zou gaan dan 5
millioen.
Zoo kwam de heer Van der Heuvel met de klacht
dat de regeering zoo lang gewacht had met de
steunwet, de man die notabene 10 maanden tevoren
dapper medegeholpen had de motie van hem te
verwerpen.
Bij de behandeling werd door den heer Duis een
motie ingediend, dat de regeering zich zoo noodig
niet aan de 5 millioen zou houden. Een motie waarin
de regeering dus vrij mandaat werd verleend.
Toen deze motie werd ingediend ging, er een ge
joel en gehoon op en werd hem toegeroepen of hij
geld dacht te brengen in de zakken van de boeren
met zijn motie, waarop de heer Duis antwoordde,
dat hij niet zoo onnoozel was dit te denken, maar
ook geen geld werd gebracht met mooie woorden.
Een tweede motie van Duis, om doorgedraaide
producten in de steunregeling op te nemen, werd
eveneens met gejoel ontvangen.
De moties werden verworpen.
Dan gaat spr. de wonderbaarlijke houding na
van de Communisten bij de behandeling der Steun-
wjet.
Eens heeft hij gezegd „dat niets de communisten
te dol is" maar hij heeft bij de behandeling nog eens
willen aantoonen, dat hem niets te dol is.
Hij moet ons niet verwijten dat wij tegen zijn
malle amendementen hebben gestemd.
Bewondering moeten wij hebben voor de functie
en hartstochtelijke verdediging van den heer Duis.
Zoo wordt er thans aan steun aan land- en tuin
bouw f 200.000.000 gegeven en wanneer wij weten
dat er 200.000 bedrijven zijn, dan kan ieder bedrijf
f 1000 steun ontvangen of f 20.00 per week. Maar
ik vraag U is er iemand die f 20.— steun in de week
geniet.
In de eerste plaats moeten de kleinen worden
geholpen aan steun. Maar met deze regeering en
kamermeerderheid komen wij er niet.
Evenmin komen wij er met boeren naar de Tweede
Kamer af te vaardigen. Want toch zouden de plat
telanders, met één lijst uitkomende, niet meer dan
20 zetels bekomen.
In dit verband wijst spreker op de vele tegen
strijdige belangen der plattelanders, waardoor in
de Kamer niets zou worden bereikt.
Wanneer wij niets kunnen bereiken in de Kamer
komt dat omdat wij staan 24 tegen 76 zetels.
Dat komt omdat het platteland steeds de wandel
stok is geweest van de reactionaire regeering en
rechtsche kamermeerderheid.
Ik zou u willen oproepen te breken hiermede en
niet langer te zijn den wandelstok van hen.
Dan wekt spr. op een abonnement te nemen op
het „Volksblad", een blad van politieke scholing.
Ook de hypotheekbwestie wordt door den heer
Singer besproken, waaraan door de regeering niets
is gedaan, maar waar de D.S.A.P. de eerste stap
pen deed om verbetering te brengen. Ook nu meen
de de rechterzijde dat deze zaak niet urgent was.
Het verlichting brengende wetvoorstel der S.D.A.P.
zal geen wet worden wanneer de kamer er na 26
April niet anders uitziet dan nu.
De pachtwet van Ebels mocht ook geen steun
vinden. De rechterzijde en Vrijheidsbond moeten er
niets van hebben om een pachter te beschermen
tegen den willekeur van een verpachter.
Dan nog gaat hij de sociale wetgeving na, die
al kosten zij geld, toch een recht zijn voor den
arbeider, maar tevens voor den Middenstand.
Hij gaat na het recht van Staatspensioen voor
allen, voor alle ouden van dagen.
Félice toog aan het werk, prees het schoone haar,
maakte vleiende opmerkingen en sprak toen eens
klaps over hare gebiedster, wier schoonheid zij tot
in de wolken verhief.
Alexa sprak eveneens over lady Wolga en stemde
met den lof van Félice volkomen in.
,U gelijkt milady in vele zaken, mademoiselle,"
zeide Félice. „Ik zeide heden avond tot milady, dat
u het hoofd draagt als zij en denzelfden gang hebt.
En u herinnert mij ook aan iemand
Zij zweeg plotseling stil. Alexa's hart sloeg snel
ler; zij wist wie die „iemand" was.
„Milady heeft de gelijkenis met dien iemand ook
bemerkt," vervolgde Félice na eenig dralen, „en wel
eer ik haar daarover had gesproken. Het is een zon
derling toeval, zeer zonderling, maar er zijn veel
menschen die op elkaar gelijken. Menigmaal is dat
het geval met personen uit verschillende landen,
zoo zelfs dat zij tweelingen schijnen. Het zou dan
ook wel een wonder zijn als onder de mlllioenen
menschen er geen twee waren, die op elkaar gele
ken."
„Zeker," zeide Alexa. „Maar op wien gelijk ik
dan, Félice?"
„Op iemand wiens lot ontzettend was, doch die
hans dood is," antwoordde de kamenier met droe
vige stem. „Zijn naam wordt door lady Wolga nooit
„Ik weet wien je bedoelt," zeide Alexa ernstig.
„Ik vernam de treurige geschiedenis in het logement
te Mont-Heron".
„Praten de menschen dan nog daarover?" vroeg
Félice spijtig. „Meer dan achttien jaren zijn over de
verschrikkelijke gebeurtenis heen gegaan! Maar
zulke dingen schijnen nooit te verouderen; na hon
derd jaren zal men deze geschiedenis nog verhalen.
Spreken de bewoners van het dorp kwaad van mila
dy? Dat is onmogelijk! Zeg mij, mademoiselle, wat
men vertelt.'
„Zij spreken met de hoogste achting van lady
Wolga en zeggen, dat zij spoedig in het huwelijk
zal treden met den markies van Montheron."
„Zij zeggen wat zij wenschen," hernam Félice. „Zij
zouden haar gaarne als gebiedster op Mont-Heron
zien."
„Miss Goff zeide dit ook."
„Nu, haar wensch moge in vervulling gaan. Ik
hoop dat milady den markies zal huwen; ik geloof
ook, dat zij het doen zal, ofschoon de verloving nog
niet publiek werd gemaakt. Zij is er zeer geheim
meê; zelfs ik, die altijd bij haar ben en haar vol
komen vertrouwen geniet, hoor nooit iets van haar
Wel is er 100 millioen voor bewapening, maar geen
20 of 30 millioen voor staatspensioen. Ook hier zul
len wij met vuur en gloed elschen het staatspen
sioen voor alle ouden van dagen.
Spr. wijst op de groote chaos in distributie en
productie der producten. Wij eischen organisatie van
deze zaken.a
De afzet naar het buitenland. Wiffischen behoor
lijke controle van de handelaren. Wij wenschen een
landelijk exportbureau. Wij eischen de panmatig-
heid in de productie.
Het prediken van autarkie, van zelfvoorziening,
is het prediken van zelfmoord door den staat.
Ook wijst spr. op het groote verschil tusschen
grondkapitaal en industriekapitaal.
Het groot grondbezit is de zuigkracht, waardoor
veel aan onze arbeidskracht wordt onttrokken, ten
voordeele van het grondbezit.
In dit verband wijst hij op de socialisatie van
den bodem.
Bij de a.s. verkiezingen zal het er om gaan of
wij zullen stemmen het reactionaire bewind of zul
len medewerken aan een democratische regeering.
Kunt ge het kapitalistische stelsel niet steunen,
voert dan met ons den strijd voor het schoone doel,
den strijd tegen het kapitalisme. (Applaus)
Hierna krijgt de heer Van de Vall het woord, die
spreekt over het onderwerp: „Vandaag en Morgen."
Ik kan niet zeggen wanneer ik over vandaag
begin dat het erg helder is op economische terrein.
In de 90-er jaren was het nog niet zoo donker als
nu, al werden de agrarische bedrijven geteisterd
door een crisis van geweldige beteekenis.
Thans zien wij een zeer groote werkloosheid. En
wanneer wij ons afvragen wat er van dit alles moet
worden, dan ziet het er donkerder uit dan in de
90-er jaren.
Armoede heerscht er in de arbeidersgezinnen. In
Alkmaar 1400 werkloozen op een zielental van
29000. In de dorpen rondom een even droef beeld.
De arbeider wordt geteisterd, maar hij niet alleen.
Ook de kleine zelfstandigen die genoemd worden
de grondhouders van ons volksbestaan.
Deze categorie zucht zeer erg onder de gevolgen
van het huidige wereldgebeuren. En wanneer we
letten op hetgeen zich afspeelt in, de ons omrin
gende landen, dan ziet het er donkerder uit dan
ooit tevoren.
Met de productie van Deenen kunnen we wel op
houden en ook met de andere grove tuinbouwpro
ducten staat het er somber voor.
In onze ziel wordt gebrand het nieuwe woord
„autarkie" zelfvoorziening.
Door dit streven van Duitschland rijst de vraag
hoe wij in de toekomst onze bedrijven zullen uit
oefenen. Het ziet er donker uit.
Wij zyn geteisterd door de natuur. De watervloed,
de hagelslag, de koolpest (draaihartigheld).
Duitschland ging zich beveiligen tegen den in
voer van onze producten.
Nederland dat is aangewezen om de voorraad
schuur te zijn van Europa wordt bedreigd door de
maatregelen van Duitschland.
Wij zijn geteisterd door tal van crisis.
Zoo voorspelde een zekere Samuel de Wolf dat in
het najaar 1932 het diepste punt van de crisis zou
zijn bereikt.
Hij heeft ons echter zeer veel geleerd. En wel dat
er om een bepaald aantal jaren orisis moeten
geven. Hij noemde dit de crisis op de lange golf en
om de 8 jaar komt een crisis op de korte golf zoo
als hij zegt. En jammer is het dat de tuinbouw
steeds op de korte golf staat.
Maar wat voor den tuinbouw is gedaan is ge
daan door de S. D.
In dit verband wijst spr. op wat het Prov.
Bestuur voor den landbouw heeft gedaan.
Gij hebt leering te trekken uit deze ernstige om
standigheden.
Met het telen van de gewone tuinbouwproducten
kan niet worden voortgegaan en jaren terug had
men de cijfers ten dien aanzien reeds moeten voor
staan. De groote steden wenden zich steeds meer
af van onze producten en gaan in de richting van
het gebruik van bladgroenten.
Spr. geeft in verband hiermede eenige cijfers
over omzet en geteelde grond in Noordholland en
Zuidholland, waarbij Zuidhandel ver en ver boven
Noordholland kwam te staan.
Kan men zijn blik laten gaan in Zuidholland over
de fabriekmatige productie, dan ziet men daar te
vens het groote geheim. Zoo ging Zuidholland met
grooter weerstandvermogen de crisis in.
Het gevolg hiervan was de stichting van de de-
monstratiebedrijven door de Provincie Noordhol
land. Een crisis kwam. Er werd crediet verleend door
de Prov. omdat de tuinders elders geen geld kon
den bekomen.
Een nieuwe crisis kwam. En met algemeene stem
men werd het besluit voor het tweede crediet ge
nomen.
Toen kwam deze crisis. En nu geloof ik datt we
he gegeven crediet wel kunnen afschrijven.
Nu kan alleen de Staat helpen. Hoe dat is ge
daan, daarop ga ik niet in. Dat is U voldoende ge
zegd.
Voor hen die nood en ellende hadden stonden
de S. D. steeds op de bres. „Ons de wereld, trots
alles."
De tuinbouw is een van de belangrijkste peilers
waarop ons besctaan rust.
Ik heb de stellige verwachting dat achter de
wolken toch de zon schijnt. Hoe donker het thans
ook is in hiet economische leven. Al zullen ook ver
schillende verongelukken.
plannen. En hoe laten de menschen zich over het
drama van Montheron uit, mademoiselle? Wij zijn
zoo lang van hier geweest, dat ik niet meer weet
hoe over dit drama gedacht wordt.'
„Mis Goff beweerde, dat er geen twijfel bestaat
of lord Stratford Heron is de moordenaar zijns
broeders," zeide Alexa. „Zij had besloten deze gele
genheid niet ongebruikt te laten voorbijgaan en
wilde de kamenier uithooren. „Niemand geloofde
destijds aan zijne onschuld
„Dan dwaalt miss Goff," viel Félice haar in de
reden. „Eene enkele geloofde niet aan zijne schuld,
in weerwil der verpletterende bewijzen tegen hem.
Eene enkele was steeds overtuigd van zijn onschuld,
ofschoon al zijne vrienden zich tegen hem keerden."
„Ben jij dat, Félice?"
„Ik spreek niet over mij zelve, want Pierre Re-
nard verdreef mijn twijfel. Hij verklaarde lord
Stratford schuldig. Neen, zijne eigen vrouw geloofde
aan zijn onschuld."
iAlexa verschrok en werd doodsbleek.
„Had zij vertrouwen in hem?" fluisterde zij.
„Ja," antwoordde Félice overtutigend. „Het is zon
derling, maar mienschen die elkaar beminnen, ge-
looven elkander. Milady beminde haar echtgenoot
met geheel haar ziel en hij was hare liefde waardig,
in weerwiel der ontzettende daad, die hem en de
zijnen in het verderf stortte. O, mademoiselle, hij
was zoo goed, zoo edelmoedig, en hij beminde zijn
vrouw en kind zoo vurig! O, hij moet op het oogen-
blik dat hij de daad bedreef, krankzinnig geweest
zijn! Algemeen houdt mien het er voor, dat hij
zijne zinnen verloren had!"
„Maar ik heb gehoord, dat lady Wolga zich van
hem terugtrok, toen hij in gevaar was."
„Heeft U dat gehoord? Nu ja, ik weet dat men
het zegt, maar het is niet waar."
„Niet waar?"
„Indien U den overleden hertog, milady's vader,
kend had, zou U begrijpen wat ik u niet duidelijk
kan maken. Hij was trotsch en regeerde zijne fami
lie met eene ijzeren strengheid. Milady vreesde hem
zeer en op den morgen na den moord, toen lord
Startford gevangen was genomen, lag zij geheel
bewusteloos op het ziekbed. Er werd om haar vader
Igezonden, die- terstond kwam en haar meê naar
Clyffebourne nam. Hier werd milady doodziek. Ik
dacht elk oogenblik haar laatste uur te zien aan
breken, doch zij herstelde weer. Toen volgde de
rechtzaak. Zij wilde zich naar haar echtgenoot be
geven, maar haar vader belette het en sloot haar
in hare kamer op. terwijl hij zwoer dat zijne dochter
Daarvoor hebben de S. D. getracht den tuinbouw
te doen blijven. De grond moet vruchtbaar blijven.
Daarom ben ik tegen den steun aan de tarwe en de
biet; omdat deze producten geen toekomst meer
hebben. Wij kunnen hiermede niet concurreeren te
gen and-ere landen, voorzien van de meest moderne
techniek. De verbouwer heeft uit te maken wat
hij verbouwen wil, maar de Overheid heeft er voor
te zorgen dat de grond vruchtbaar blijft, dat de
volkskacht blijft.
Wat bezielt deze regeering toch met de nu tot
stand gebrachte steunregelingen.
Men zegt dat de vakvereenigingen belemmeren
de normaliseering, dat zij kunstmatig de loonen
hoog houden.
Is door loonsverlaging he 'bedrijf in 1890 gered
geworden?
Neen immers!
Precies ditzelfde recept krijgen wij nu.
Laten zij, die meenen dat loonsverlaging het red
middel is, gezegd zijn, dat zij in de S. D. hun felste
tegenstanders zullen vinden.
Zeker, men deinst voor niets terug. En het is zoo
jammer, dat zoovele jonge mannen zich een roes
drinken aan het fascisme. Aan de petroleumgeschie-
denis. Hitier wordt gesubsidieerd door Sir Henri
Deterding en ook hier begint zoo'n petroleumlucht
te hangen. Colijn.
Wij verzetten ons met onze organisaties tegen den
loondruk in particuliere en overheidsbedrijven.
We hebben medegemaakt de loonactie van de
jongeren die in uniform gestoken worden.
We hebben gezien de jongeren in Indië, die in
vergadering bijeen kwamen, en men moet de jeugd
begrijpen om de daad te begrijpen op de Zeven
Provinciën. De jeugd redeneert niet maar handelt.
Een daad die in het tegenwoordig staatsbestel niet
kan worden getolereerd.
E rmoet een voorbeeld worden gesteld. De ar
beidersklasse moet murw geslagen worden.
Er moet een voorbeeld gesteld. Evenals in 1918.
Zoo hebben we ze ook nu weer dapper zien wor
den. Zoo sprak Colijn, desnoods een torpedo en de
vergadering zong, bittere ironie: „Dat 'sHeeren
zegen op U daal."
De moderne techniek werd te hulp geroepen. De
vliegmachine de bom kwam op de schuit 23
slachtoffers, jonge levens. De eer van de natie' was
gewroken. De vlag was gezuiverd.
Toen Pieter Jelles moest heen gaan, kon hij con-
stateeren dat de arbeidsklasse op weg was zich een
ruggegraat te geven.
Wanneer we nu het fascisme zien opkomen, ge
steund door het bankkapitaal, dan moeten wij ge
voelen het gevaar van deze beweging, waarin worden
opgenomen de jonge mannen, die het leven willen
bestormen.
Voor ons is het grootste belang gelegen in een
rustige ontwikkeling van het socialisme langs demo
cratische wegen.
Deze verkiezing zal tevens in het teeken van
socialisme en fascisme. Dan zal het socialisme niet
zijn een Tolstoïsme. Maar wanneer het ons onmoge
lijk gemaakt wordt langs democratische wegen te
gaan, dan is het niet onze schuld wanneer er andere
wegen worden gekozen. Wij zullen ons moeten be
veiligen. Dat hebben we gezien op 8 November te
Den Haag.
Het is een zeer belangrijke verkiezingsstrijd, men
wil de arbeiders het beetje verkregen sociale ver
betering weer ontnemen.
Maar de strijd wordt met den dag scherper. Vast
houden moeten we wat men ons ontnomen heeft.
Nu staan we 26 April voor de verkiezing.
24 April gaat men herdenken Willem de Zwijger.
Dan worden de golven van het nationalisme weder
opgezweept. Dan 2 dagen daarna de verkiezing. Het
is handig in elkaar gezet, maar het gezag zooals het
nu is uitgeoefend, dat op geweld rent, zal in de
toekomst moeten ondergaan.
Het gezag dat rust op liefde, hoogachting en
waardeering zal de eeuwen doorgaan.
Wij vragen aan kiezers en kiezeressen: oordeelt
rechtvaardig, maar oordeelt tevens met het oog
op de toekomst.
En dieze toekomst is somber. De oorlogsdreiging
zien we op ons afstormen. De Chr. regeering is er
op uit het militairisme te versterken en wij ver
zetten ons daartegen, een beroep doende op de
opvoedster bij uitnemendheid: de vrouw en moe
der.
Wij moeten u voortdurend hebben. De gevaren
komen van alle kanten.
Socialisme beteeken t in de eerste plaats offeren.
En welke dagen gaan we tegemoet. Het wordt
een heerlijke tijd voor hen die socialist zijn in hart
en nieren.
Wij vragen aan u de daad van organisatie.
Liggen uw idealen in de richting van het socialis
me, versterk dan dien keten, dat de vloedgolf van
reactie kan worden tot staan gebracht.
Dat is de plicht van de vaders en moeders.
Maar één front tegen het kapitalisme, en dat
alleen kan brengen het sosialisme. (Applaus)
Hierna werden eenige vragen gesteld en beant
woord, waarna de vergadering met een opwekkend
woord voor de a.s. verkiezingen wordt gesloten.
niet met een moordenaar zou te maken hebben.
Gedurende weken hield hij haar op haar kamer
gevangen en zeide tot de bezoekers dat zij weigerde
iemand te ontvangen. Milady schreef een brief en
verzocht mij hem aan lord Stratford te doen toe
komen; maar haar vader hield mij aan hij had
spionnen die hem waarschuwden nam mij den
brief af en dreigde mij weg te zenden als ik het
opnieuw durfde wagen iets tegen zijn wil te onder
nemen."
„Zij schreef hem dan?"
„Ja mademoiselle; zij die beweren dat zij haar
echtgenoot in het gevaar alleen liet, doen haar groot
onrecht aan. Zij smeekte haar vader geknield haar
toe te staan hem te bezoeken; zij wilde de gevan-
genissraf met hem deelen; zij wilde met hem ster
ven. Maar haar vader hield haar opgesloten en liet
niemand bij haar toe dan mij en de bedienden, die
hij uitdrukkelijk daarvoor had aangewezen. Zij was
eene gehuwde vrouw, maar nog zeer jong en ge
makkelijk te intemideeren, zij beefde voor haar
vader; maar de liefde voor haar echtgenoot gaf
haar den moed om te beproeven langs het raam
te ontvluchten. Milady waagde veel, ter wille van
haar echtgenoot, doch haar vader zette zijn wil
door. Hij hield de jonggehuwden gescheiden en
zond uit naam van milady, wreede boodschappen
aan lord Stratford-Heron. Hij hield hem voor schul
dig; hij haatte en vloekte hem. Het gerecht ver
klaarde lord Stratford-Heron schuldig aan moord,
en veroordeelde hem ter dood. Toen werd mijne
arme meesteres bijna waanzinnig. Zij smeekte haar
vader het leven van haar edhtgenoot te redden en
hem zulk een smadelijken dood te besparen. De
hertog beloofde zijne bevrijding te bewerken, niet
omdat zij er om smeekte, maar omdat zijn trots het
niet kon verdragen dat zijn schoonzoon wegens
mioord werd opgehangen. Hij richtte een smeek
schrift aan het ministerie en aan de Koningin;
doch iedereen geloofde lord Stratford schuldig en
door zijn dood moest een voorbeeld gesteld worden,
dat rang en hooge waardigheden het recht moesten
eerbiedigen. Zooals men weet ontvluchtte lord Strat
ford. Ik geloof dat de hertog den gevangenbewaar
der heeft omgekocht." Alexa was diep geroerd bij
het vernemen dezer onthullingen.
Haar moeder had dus haar vader niet verlaten!
Zij had steeds aan zijne onschuld geloofd! Zij had
hem steeds bemind!
(Wordt vervolgd).