FEUILLETON
Onschuldig verbannen.
wordt-het woord gegeven aan den-spreker van
dezen avtond.
Spr. vangt zijn rede aan met te zeggen, dat
wanneer men een idee wil krijgen van den mo
dernen oorlog, men moet constateeren dat zicb
sinds 1895 een groote verandering heeft voltrok
ken over de geheele wereld. Berst meer in stilte
maar na den oorlog meer en meer aan het licht
tredende. Er heeft zich een verandering voltrok -
kefn in het gevoelsleven en het denken van de
meinschen, hetgeen zich weerspiegelt in geloof,
zede, moraal, godsdienst, muziek, wetenschap,
kortom in alles.
[Wat is oorlog. Oorlog is de voortzetting van
de politiek met drastische middelën. Maar de
oorlog brengt geen oplossing meer, wel ellende,
verwoesting, een ruine zoowel bij de overwinnaars
als bij de overwonnenen. We behoeven slechts
te zien naar den deplorabelen toestand in alle
landen, en dan zien we tevens dat (de oorlog
geen oplossing meer brengt.
En dat komt door de wapens. Deze hebben op
de groote afstanden zulk een uitwerking, dat
men nooit geen succes meer kan verwachten van
den oorlog.
Deze wapenen hebben den bewegingsoorlog af
geschaft, een bewegingsoorlog die gestreden en
gewonnen werd door menschen.
Daardoor hebben we gekregen den strijd on
der den grond van materiaal tegen materiaal.
Ein wanneer we zien dat de oorlogg geen op
lossing brengt, maar alleen vernietiging, dan vra-
geti wijweten de gedelegeerden in Geneve dat
dan ook niet? Waarom schiet men dan niet op
in Geneve En dan moeten wij antwoorden, dat
de menschen daar wel willen, maar niet kunnen,
omdat de oorlog gevoerd wordt om belangen.
Ein deze belangen liggen thans bij de wapen-
inidustrie. en hebben de wapenfabrikanten zich
meester gemaakt van de geheele industrie, zoo
dat de fabrieken thans zoo kunnen worden om
gezet in wapenfabrieken. Dat is de merkwaar
dige paradox. f
Get was Whindton Churchon die in 1914
neeft gezegd, aat er wel oorlogen zijn gevoerd
over troonopvolging, «n vele andere dingen, en
mogen wij nu geen oorlog voeren vooreen handels
balans van 275 millioen pond?
Ein de wapenhandel zegt thans: zouden wij
geen oorlog mogen voeren voor 12.000 millioen
gulden aan wapenleveranties per jaar
Dat is het bedrag dat door de staten wordt weg
gegooid voor oorlogstuig, dat gemaakt wordt om
te moorden en te vernielen.
En dan te weten dat er 4050"(millioen werk-
zem thans over de wereld rondloopen. Djat jis
de groote paradox.
De winsten door de wapenfabrieken gemaakt,
bedragen 200300 procent en dan zal men be
grijpen dat die heeren geld genoeg hebben om de
kranten te koopen teneinde deze in dienst (be
stellen voor de reclame van hun zaak, in dienst
van het nationalisme.
Zij hebben voldoende geld om de volken tegen
elkaar op te zetten en het wantrouwen er in te
houden. Overal zien wij de handen van de wa
penfabrikanten achter de onrust, die over de ge
heele wereld heerscht.
E|n zijn de volken bereid zich machinaal te
laten afslachten terwille van die fabrikanten?
„Het verheugt me, dat je me dit hebt medege
deeld," zeide zij ernstig. „Het is niet meer dan
billijk, dat ik er van onderricht ben, maar anderen
behoeven niet te weten dat jij de Oriekin ben, die
den lord hebt gered. Alles zal goed komen, laat
den moed niet zinken, Alexa, en vertrouw op de
Voorzienigheid."
Zij boog en kuste het meisje op het voorhoofd.
Alexa greep hare hand en kuste ze hartstochtelijk.
Haar gelaat was bleek als dat van een lijk.
„Je bent opgewonden, mijn kind," zeide zij teeder.
„Ik zal zien wat ik voor je doen kan. Vertrouw op
mij, Alexa, en alles komt terecht."
Zij gaf het meisje verlof om heen te gaan.
Toen zij weer alleen was dacht de lady na over
hetgeen zij gehoord had en mompelde zacht:
„Waarom zou haar huwelijk met den graaf onmo
gelijk zijn! Ik wil eens hooren, wat hij er van zegt.
Ik zal niet rusten voor aleer ik Alexa doorgrond heb.
Maar nu weet ik dat zij rein is als een engel. Ik zal
den hinderpaal, die het jonge paar in den weg
staat, verwijderen en den donkeren sluier oplichten,
welke dit meisje omgeeft ik moet haar geheim
weten!"
ZEVEN-EN-TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Alexa verscheen aan tafel zonder dat men op haar
gelaat iets van hare ontroering kon lezen. Lady
Wolga zag het en toonde er zich zeer tevreden over,
want ook zij liet nooit aan iemand merken wat er in
haar binnenste omging.
Na tafel musiceerde men een beetje en daarna
was Alexa vrij. Zij ging in een hoekje van het
raam zitten achter het zware gordijn en beschouwde
met belangstelling het tooneel in de kamer.
Het vuur in de beide schoorsteenen, het overvloe
dige licht der kroonluchters, de prachtige toiletten
der dames dit alles trok Alexa aan, want het was
zoo geheel in tegenstelling met haar eenvoudig leven
in Griekenland. Hare blikken rustten echter vooral
op lady Wolga en zij beschouwde haar met liefde en
genegenheid, die evenwel niet vrij was van ijver
zucht, dewijl zij vermoedde, dat deze weldra verloofd
zou zijn met den markies van Montheron.
Hoe kan zij mijn vader vergeten, zelfs als zij ge
looft dat hij dood is?" dacht zij. „Doch hoe schoon
*S!ady Markham naderde Alexa met een lachje op
de lippen, doch met een hart vol nijd en afgunst.
Zij haatte Alexa.
„Het is mij onbegrijpelijk dat lady Wolga van dit
meisje kan houden," dacht zij. „Zij is niet meer
dan een avonturierster en ik hoop dit weldra te kun
nen bewijzen. Hoe is het mogelijk dat eene dame
die de meest trotsche vrouw van Engeland genoemd
wordt, zich voor een meisje kan interesseeren, van
wie niemand weet wie zij is of van waar zij komt,
Zieer zeker .niet, maarbet gebeurt, omdat ze
het niet weten. Zijn de regeeringen bereid !de vol
ken in den oorlog te gooien ter wille van de wa
penfabriekswinsten. Evenmin. Maar ze doen het
omdat ze staan onder de wapenfabrieken. Dfe re
geeringen en parlementen zijn marionetten dn de
handen van dat grootkapitaal. Dat is de verbin
tenis van de industrie en het bankkapitaal.
Door den spreker wordt uit een officieel za-
kenrapport een gedeelte voorgelezen over de on
begrensde macht van deze geldmagnaten.
Het is Sir Henri Dieterding die den oorlog
voret tusschen Bolivia en Paraguay en zorgt dat
de Nederlnadsche wapenen naar Bolivia worden
gezonden. Het is Hugenberg de man van Krupp
die door zijn kranten de macht in handen heeft
en daarmede de verkiezingen.
De regeeringen moeten gehoorzamen aan deze
wereldheerschers. Zoolang de wapenfabrikanten
niet zeggen „het is uit" gebeurt er niets en is
de kans groot dat men ieder oogenblik fin oorlog
kan komen.
In 1914 werden de menschen in den oorlog
gestuurd met allerlei mooie leuzen. Maar waar
voor zij hebben geleden en gestreden is vastgelegd
in het vonnis van Versailles zij hebben gele
den en gestreden voor den georganiseerden dief
stal. Het ging om de mijnen.
Het waren leugens leugens.
En toen het signaal werd geblazen van ophou
den, hebben de regeeringen hun toevlucht geno
men tot leugens. Em ze wisten dat 'ze logen.
Deze oorlog was een oorlog om belangen, onder
worpen aan leugen en bedrog.
En er is maar ©en middel om lie vrees voor
de moderne wapenen te doen overwinnen, dat is
door het kweeken van haat en bloeddorst. De
africhting van de soldaten moet er op 'gericht
zijn dat ze vervuld worden met vreugde over
hun bloeddorst, haat en moorden. Zoolang men
menschelijk is zijn de troepen op het veld niet
te gebruiken. De menschen moeten door en door
slecht gemaakt worden. De Franschen deden dat
stelselmatig waaraan de grootste artisten mede
werkten en bij de Duitschers ging het precies
zoo. Zoo zien we dat de oorlog alleen gevoerd
wordt om de belangen van de wapenfabrikanten
met leugen en bedrog met ontmenschte menschen
Ein wanneer we dit voor oogen houden, dan
zullen we ook den oorlog van 1914'18 begrijpen
De uiterlijke kenteekenen van de beschaving
ewrden mede verwoest.
De zegenrijke strijd tegen het alcoholisme is
verwoest door de stelselmatige alcoholiseering
van het leger. Em tal van geheelonthouders zijn
daar dronkaards geworden.
Een 'tweede feit. De strijd tegen de prostitutie
Nauwelijks was de oorlog uitgebroken of de dok
toren werden belast met de oprichting van front
bordeelen.
Ten derde. Ook voor de krankzinnigen werd
er een baantje gevonden en zij werden belast
met het schoonmaken en opruimen van de loop
graven hetgeen wil zeggen dat de daarin gevon
den over blij venden werden afgemaakt met slagers
messen.
De komende oorlog zal zijn niet zijn een oor
log tusschen de wapenen maar een luchtoorlog,
waarbij men het alleen voorzien zal hebben op
de fabrieken, waarin de vrouwen werken moeten
wier verleden een donkere sluier omhult. Zij is met
een doel hier gekomen, maar ik zal haar ontmaske
ren!"
Zij nam een stoel en plaatste zich naast Alexa.
„Je zit hier zoo alleen, miss Strange," begon zij.
„Waarom meng je je niet onder het gezelschap?"
„Alles is mij zoo nieuw in Engeland, dat ik er
meer genoegen in vindt toe te zien, dan aan de
uitspanningen deel te nemen," atwoordde Alexa.
„Dat toezien lijkt wel op eene bespieding!" zeide
lady Markham koel.
Het meisje kleurde.
„Ik kan niet gelooven dat ik zoo verkeerd beoor
deel wordt," antwoordde zij ontsteld.
„Is die beoordeeling valsch?" vroeg lady Mark
ham. „Komaan, miss Strange, wat moeten wij den
ken van een jonge dame, die in Engeland geene
bloedverwanten heeft en daar toch is geboren? Wat
moeten wij denken van eene jonge dame, wier vader
toestemt, dat zij alleen uit Griekenland naar Enge
land reist en die het aan haar zelve overlaat eene
betrekking te zoeken? Ik houd het meer met een
meisje, wier verleden bekend is en die geen gehei
men daarvan maakt."
„Lady Wolga was over mijne referentiën tevreden"
zeide Alexa trotsch.
„Ja lady Wolga is te argeloos, maar ik geloof niet
dat je bent wie je wilt schijnen."
Milady?"
„O, je moogt boos worden, maar ik houd het er
voor, dat je met je komtt naar hier een geheim doel
beoogt. Wees op je hoede, miss Strange. Lady Wolga
heeft vrienden, die over haar waken, en wanneer je
haar nadeel wilt berokkenen, zul je er zelf de ge
volgen van moeten dragen."
Alexa wierp het hoofd trotsch achterover. Indien
lady Markham Alexa's waren naam had geweten,
zou hare boosheid in de diepste nederigheid veran
derd zijn; zij lachte echter valsch.
„Ik zal uwe beleedigingen aan lady Wolga mede-
deelen," zeide Alexa koel.
„Doe zulks en toon je het veirradelijk wezen
waarvoor ik je houd!" riep lady Markham woedend.
„Je zult ondervinden dat ik eene oude en vertrouwde
vriendin van lady Wolga ben en dat eene vreemde
mfj niets kan maken. Zeg het haar, en zie dan wat
er zal gebeuren."
Alexa zweeg. Zij begreep dat zij als eene vreemde
in huis de beleedigingen van lady Markham niet aan
hare moeder kon meedeelen. Hare woorden konden
argwaan wekken, wellicht zou zij ontslagen worden
als zij klaagde; daarenboven kwam haar de zaak
onbeduidend voor. Er bleef haar niets te doen over
dan zich kalm te houden.
„Ik ben niet gehouden verder naar u te luisteren,
lady Markham," zeide zij.
Zij richtte zich op en ging naar het portaal. De
huisdeur stond open en het bruischen der golven
bereikte haar oor. Zij aarzelde een oogenblik, begaf
zich vervolgens naar hare kamer, nam een shawl en
trad naar buiten.
Er woei een ruwe wind. Alexa wikkelde zich in
den shawl en toog naar de klippen waar zij zich
achter een hooge rots neerzette en naar het geklots
der golven luisterde.
„Ik heb eene vijandin in huis," dacht zij. „Het is
maar goed dat miss Ingestre mij een tijdelijk ver
blijf in hare woning heeft aangeboden, want waar
schijnlijk zal ik Clyffebourne spoedig moeten ver
laten. Maar wat kan ik gedaan hebben dat lady
en die daar en massa zullen worden gedood.
En de af gebeurden mannen zoowel als vrou
wen, het uitschot, zullen dan de vaders'én moe
ders worden van het nieuwe geslacht.
Dla.n wijst spr. op het feit, hoe 'in den oorlog
de vijandelijke landen elkaar leveranties deden en
Krupp in 1915 in Parijs besprekingen heeft ge
houden over oorlogsleveranties.
Engeland leverde aan Duitschland het voedsel
i6n het materiaal voor de munitie, hetgeen via
Botterdam en Kopenhagen daarheen werd verzon
den.
Door Amerika werd een vredesaanbod gedaan,
door den Paus, door Oostenrijk, door Duitsch
land ,maar niets werd aangenomen. Er moest
gevochten worden tot het bittere einde en dat
Werd uitgemaakt door den leider der internatio-
le wapenindustrie, die 2500 millioen gulden aan
den oorlog heeft verdiend, en thans eigenaar is
van de bank van Monte Carlo.
Een ding dat niet verkoopbaar was moest op-
gesleten worden, het menschenmateriaal en de
groote offensieven hadden niets anders ten doel.
In den strijd tegen Verdun werden 460.000
Franschen en 278.000 Duitschers gedood en er
liggen nog 12.500 onbegraven lijken in de kelders
van Verdun, waarmede men niet voor den dag
durft komen. Door de Engelschen werd het of
fensief overgenomen, zonder resultaat, maar er
sneuvelden 410.000 Tommy's en 180.000 Duit
schers. Bijna 2 millioen menschen in l'jaar.
Diuitsche soldaten vonden den dood 'door hun
eigen land aan den vijand geleverd. Franschen
werden gedood door gifgas door eigen land aan
Duitschland geleverd. Britsche jongens liepeD
zich te pletter tegen de betonnen Hindenburg
linie waarvoor het materiaal door Engeland aan
Duitschland werd geleverd. Het hydrogeengas
voor de boven Londen en Parijs zwevende Zeppe
lins was geleverd door Engeland en het allumi-
nium door Frankrijk. De Fransche vliegtui
gen boven Duitschland waren vooncien van elec
tro magneten, geleverd door Duitschland, en de
Duitsche aan Frankrijk geleverde kanonnen wer
den op Duitsche jongens afgeschoten. Wat er
met de gewonden gebeurde is met geen pen te
beschrijven. Dat zijn de groote schandalen.
De menschen werden door eigen "kanonnen uit de
loopgraven geschoten en 30.000 Franschen lieten
daardoor het leven. Soldaten werden ter dood ver
oordeeld door de krijgsraden, wetende dat ze on
schuldig waren. In de hospitalen werden de men
schen mishandeld door het K&uffmann.experi-
ment.
De oorlog is een voorzetting van de politiek
met drastische middelen. De oorlog wordt gevoerd
met ontmenschte menschen, leugen en bedrog.
Eu thans is mem weer bezig met jhet onrust
stoken en zaaienwordt er in de munitiefabrie
ken dag en nacht gewerkt. Nu moet het barsten
of buigen;. Ep Nederland zal er niet buiten blij
ven.
Dlan komt spr. tot de vraag wat hiertegen is
te doen. En zegt dat er maar een antwoord is
een weioverwegen neem tegem hen, die op oorlog
aansturen. Maar daarvoor moeten wij weten. En
spr. roept de medewerking in van allen, om te
zorgen dat er steeds meer menschen komen die
weten,..
Hierna werd door een aantal jongelui uitge-
Markham mij zoo haat?"
De hemel was met wolken bedekt. Er heerschte
eene diepe duisternis, doch de witte kuiven der gol
ven waren nog zichtbaar. Er scheen een storm in
aantocht. Alexa hulde zich nog dichter in haar
shawl en ging in eene holte van de rots zitten om
voor den wind beschut te zijn.
Op hetzelfde oogenblik hoorde zij naderende voet
stappen en luid spreken. Alexa verschrikte, keek
uit haar schuilhoek en zag een man en eene vrouw
gearmd de rotsen naderen, waarachter zij zat. Zij
waren nog eenige stappen van haar verwijderd.
Alexa trok zich geheel in de holte terug. Zij dacht
dat het gasten van het huis waren en voorbij zou
den gaan zonder haar te zien. Bij de eerste woor
den van den man, die zij verstaan kon, leende zij
een opmerkzaam oor. Het paartje was Pierre Renard
en Felice; zij praatte over Alexa.
Pierre Renard was met Felice verloofd en expres
overgekomen om haar te spreken.
„Wie is toch de nieuwe gezelschapsjuffer van lady
Wolga?" vroeg hij met gedwongen onverschilligheid.
„Wie is mademoiselle Strange?"
„Zij komt uit een vreemd land," antwoordde Fe
lice. „Waar heb je haar ontmoet?"
„Gisterenavond op het Kasteel. Zij ziet er als eene
jonge vorstin uit. Is zij geene bloedverwante van
milady?"
„O, neen, zij is de gezelschapsjuffer van milady,
meer niets. Maar als je haar gezien hebt, Pierre,
dan mag je gerust zeggen, dat je het schoonste
meisje van Engeland hebt gezien."
„En zij lijkt zoo sprekend op de Montherons, dat
ik het niet onmogelijk acht dat zij er van afstamt.
Het is zonderling! Heb je die gelijkenis opgemerkt?"
„Dadelijk en milady eveneens.
„Jeb ent zeker wel jaloers op haar, Felice?"
„Ik! waarom? Milady houdt veel van mij, Pierre,
maar ik ben voor haar geen gezelschap. Ik ben te
weinig beschaafd dan dat zij belang kan stellen in
mijn gesprek. Er is zoowel plaats voor miss Strange
als voor mij, en indien mademoiselle aan milady
bevalt, dan doet het mij genoegen dat zij hier is."
„Heeft miss Strange bloedverwanten?"
„Haar vader leeft nog."
Renard verschrikte.
„Haar vader!" riep hij.
Er lag iets zoo wonderlijks in den toon waarop hij
deze woorden sprak, dat Alexa beefde. Zou deze
man raden wie zij is? Had hare gelijkenis op hare
ouders zijn argwaan opgewekt?"
„Is het dan zulk een wonder dat haar vader nog
leeft?" zeide Felice lachend.
„Waar woont haar vader, Felice?" vroeg Renard
verder.
„Wat ben je nieuwsgierig, Pierre", zeide Felice.
„Ik bemerk dat mademoiselle indruk op je heeft ge
maakt."
„Ik stel belang in haar, omdat zij zoozeer op de
Herons gelijkt. Zeg mij,w aar is haaf vader?"
„Ikg eloof dat hij in Griekenland verblijf houdt.
Hij moet reeds vele jaren daar gewoond hebben,
maar in elk geval is miss Strange eene Engelsche.
Naar haar uitzicht te oordeelen moet haar vader
van hooge afkomst zijn."
Men zweeg. De wind werd heviger, het klosen
der golven geweldiger. De eerste woorden welke
Alexa weer hoorde, betroffen eene andere zaak.
„Arme milady!" zuchtte Renard. „Haar lot is zeer
hard geweest. Denk je dat zij milord zal huwen,
voerd het door mevr. Smitvan der Wal toet
hen ingestudeerde spreekkoor „Mensch wees vrij"
dat bijzondere waardeering mocht ondervinden
bij de aanwezigen.
Hierna gaat spreker in den breede na de positie
van den man en de vrouw in |fle hedendaagsche
maatschappij, erop wijzende dat de volkeren ar
beiden aan eigen vernietiging.
Die politiek van de vrouw ligt niet op de plaats
van den man. Haar door de natuur gegeven taak
is nieuw leven in de wereld te-brengen en het
door haar gebaarde leven te beschermen en "te
verdedigen. De taak van de vrouw is internatio
naal. De vrouwen moeteh zich vereenigen in een
groote partij van moeders en vrouwen om tie we
reld te redden van het monster oorlog. P'at ei-
schen wij mannen van haar.
Wij kunnen onze liefde geven aan de vrouw
wanneer wij eerbied voor 'haar kunnen hebben.
Waar moeder was, was voor de kinderen rust
en vrede. De toekomst van onze aarde en ons
geslacht ligt in de handen van de vrouw.
Wij mannen zijn op, vastgeloopen, verpolitiekt
Wij mannen hebben getoond dat wij niet meer
kunnen. Door de mannen is geen toekomst taeer
te maken.
De vrouw moet de verkondigster zijn van het
nieuwe evangelie. Weest, u ervan overtuigd dat
alleen de vrouw de wereld kan redden.
Vrouwen wordt weer onze vrouwen, wordt
weer onze moeders, want anders wordt de wereld
overgegeven aan de grootste verwildering.
De vrouw beschikt over leven en dood van
deze maatschappij.
Gij kunt ons het verloren gegane teruggeven,
door de plicht te doen die de matuur op id|e (schou
ders van de vrouw heeft gelegd.
Wanneer u hiervan overtuigd zijt ben ik dank
baar dat u naar mij geluisterd hebt.
Die rede werd onder diepe stilte gevolgd.
De heer Koopman sloot deze bijeenkomst met
den wensch dat hier spoedig een afdeeling.van
„Mobilisatie voor den vrede" mocht worden op
gericht.
Noordseharwoude.
Vergadering Woningbouwvemeeniging.
De woningbouwvereeniging Algemeen Belang
vergaderde gisteravond in Concordia. Aanwezig
met het bestuur zeven leden.
De voorzitter de heer J, KLIFFEN oepnt met
een hartelijk woord van welkom de vergadering
welke niet druk bezocht is. Hieruit maakt Spr.
op dat de b slangen der vereeniging ton volle aan
het bestuur worden toevertrouwd. Be agenda
bevat weer de gewone jaarlijksche punten zegt
spr. De notulen van den secretaris, den heer J.
OOTJERjS Bz. worden onveranderd goedgekeurd
Naar aanleiding van de notulen zegt de voorz.
dat 'na het adres van de commissie der bewoners
om huurverlaging ©en conefrentie met de aan
vragers heeft plaats gevonden. Hierop heeft de
secretaris een onderhoud gehad met den burge
meester wat echter op niets is uitgeloopen. Op
het oogenblik gelooft spr. dat het voor velen
©en bezwaar is de tegenwoordige huur te vol-
Felice?"
„Zeker; zij zal hem huwen. Zij zijn reeds verloofd,
geloof ik; maar dat zeg ik je slechts In vertrouwen."
Milady Is zeer rijk en heeft geen kinderen; de
dochter van een hertog zou zij zelfs voor milord
eene goede partij zijn. Ware haar kind in leven
gebleven, dan zou milord thans niets en het kind
markiezin van Montheron zijn." „Ja, ja," voegde hij
er bij, „als Constance nog leefde! Maar zij is dood.
„Weet j® dat zeker?"
„Ik hoorde dat zij in de Middellandsche Zee ver
dronk. Milord en ik waren toen te Nizza. De dood
der kleine markiezin wekte destijds groot opzien. Na
vele dagen zoekens werd het lijkje gevonden. Maar
hoe werd bewezen dat dit het lijk van het tkind
was?"
,Aan het blonde haar en aan andere teekens,
zeide Felice. De kleeren waren bijna onherkenbaar
het gelaat was ook niet te onderscheiden. Maar ner
gens anders was een kind vermist, en het gevon
dene moest dus de kleine markiezin zijn. Milaay, de
hertog en de meid herkenden haar."
„Er is dus geen twijfel aan! Hoor den wind
eens!"
Men zweeg weer een oogenblik; Renard vervolgde:
„Weet je, Felice, waarom ik eigenlijk hier ben
gekomen?"
„Om weer eens samen te praten."
„Wij hebben reeds achtien jaren lang samen ge
praat, Felice. Je hebt steeds geweigerd milady te
verlaten, maar wanneer zij nu milord huwt, waarom
zouden wij den ook niet trouwen? Je weet dat ik
nooit naar een ander meisje heb omgezien. Als ik
wilde," voegde hij er trotsch bij, „zou ik eene dame
kunnen huwen."
„He, Pierre, wat steek je het hoofd hoog in de
lucht!"
„Het is zoo, maar ik spreek de waarheid. Ik heb
op je gewacht, en nu vraag ik je, wil je mij
huwen?"
„Ik kan leven," zeide Felice voorzichtig; „milady
is steeds mild jegens mij geweest, zoodat ik een
aardig sommetje heb gespaard. Maar jij, Pierre,
zult het in een jaar zoover gebracht hebben, dat
ik gebrek zou moeten lijden. Je hebt veel noodig
en ik kan nooit een man huwen, die de gewoonten
heeft van een opmaker en het fortuin van een
bediende. Ik heb je dit reeds voor geruimen tijd
willen zeggen, nu weet je alles."
Renard lachte.
„Als je mij dit vroeger hadt medegedeeld, zou ik
het je reeds lang uit het hoofd gepraat hebben,"
zeide hij. „Geld bezit ik genoeg en heb dit weds
sedert jaren gehad. Ik heb het inkomen van een
gentleman en kan mij ook als zoodanig kleeden.
Een oom liet mij een aardig stuivertje na
„Welke oom? Ik ken je ooms, Pierre; zij waren
Parijsche schoenmakers en doodarm."
„Een oudoom mijner moeder," zeide Renard snel
en eenigszins verward. „Hij was koopman op Cayen
ne. Je hebt hem niet gekend. Hij vermaakte mij
een groot vermogen, en ik ben in staat een landgoed
in Frankrijk aan te koopen. Wij kunnen voorname
lui worden, als je maar besluit, Felice. Ik zou eene
jongere en schoonere vrouw kunnen huwen, maar
ik wil je getrouw blijven. Gaan wij nu trouwen? Je
zult een landhuis hebben, partijen geven en het
zal je aan niets ontbreken. Daarom vraag ik je
voor het laatst, Wil je mijne vrouw worden?"'
(Wordt vervolgd)