Kort Nieuws
Kinderrubriek
Waar vrouwen graag van lezen,
Rob de Avonturier
Jullie hebt wel gemerkt, dat oom Jan verleden
week weer niet voor jullie geschreven heeft, maar
dat komt, hij is ziek. Wel niet erg, maar schrijven
ging toch niet. Maar nu heeft hij ons toch weer
een en ander gezonden, wat jullie wel aardig kult
vinden. Ten eerste een serie
RAADSELS:
De oplossingen vinden jullie Dinsdag a.s. in de
Langedijker Courant, hoor! Er zijn er bij, die niet
gemakkelijk zijn, maar jullie bent natuurlijk alle
maal snuggere jongens en meisjes, dusdoe je
best.
1. Wie kan een plaatsje in Zuid-Holland noemen,
dat denzelfden naam draagt als een voorwerp,
dat moeder in de keuken gebruikt?
2. Iemand kreeg een kistje thuis, waarop de inhoud
stond aangegeven met „cnbhoebess s".
Natuurlijk waren de letters door elkaar ge
raakt. Wie kan zeggen, wat er wel in het kistje
zat?
3. Koffie en thee dienen beide den mensch en toch
heeft de thee het veel moeilijker. Wie kan zeg
gen waarom?
liggetti twee paar soldatenschoenen
veld- j de administratie ontbreken. Het is evenwel ge-
Vier maanden gingen voorbij. Ik was met va-
cantie en belandde od een daa. waaroo ik met m'n
Is altijd rond.
Wat kinderen niet mogen drinken.
Is niet vierkant.
Vinden we gewoonlijk aan den slootkant.
Wat wel wordt gebruikt, om schadelijke dieren
te vangen.
Een vervoermiddel.
Wat aan eiken bezem zit.
Iets, wat zonder voch niet leven kan.
Een kleur.
Benaming voor iemand, die onbedreven is.
Op de zig-zag kruisjeslijn komt de naam voor
van een plaats in Gelderland.
5. Welke letters zijn de machtigste uit het heele
alphabet?
En nu een klein verhaaltje voor de jongsten on
der jullie. Maar al de anderen mogen het ook lezen
hoor!
ONS VRIENDJE, HET EEKHOORNTJE.
Pfttt.fttt.daar is hij weer! Met ongeloofelijke
snelheid klautert ons kleine, lenige vriendje langs
de gladste boomstammen naar boven, vlugger soms
werkt. Het levendige, vlugge eekhoorntje is een sie
raad van het bosch. Altijd opgewekt gaat hij zijn
weg, van boom tot boom, van krujn tot kruin. Jam
mer genoeg is hij een vriend van eieren en plundert
alle nesten, die hij op zijn strooptochten vindt. Ook
jonge vogels versmaadt hij niet en de beschadigin
gen die hij aan jonge boomaanplantingen toe
brengt, zijn soms an dien aard, dat wij hem als een
schadelijk dier moeten kenmerken en zijn vermin
dering niet uit het oog mag worden verloren.
Daarom kan het eekhoorntje slechts in de groote
uitgestrekte bosschen worden geduld, in parken en
aangelegde plantsoenen echter dient hij te worden
geweerd, om de verwoestingen die hij aanricht
onder planten en nuttige vogels.
Dan hebben we hier nog:
EEN NATUURKUNDIG KUNSTJE.
Met heel eenvoudige middelen kunnen we soms
natuurkundige proeven nemen, Een interessant
kunstje bijv. is dat, waarvoor we twee waterglazen,
een stukje vloeipapier en een eindje kaars noodig
hebben De beide glazen moeten precies even groot
zijn en ook dezelfde glasdikte hebben.' Het vloei
papier wordt goed vochtig gemaakt en vervolgens
op het eene glas gelegd, nadat wij daarin een bran
dend eindje kaars hebben geplaatst. Nu neemt men
het tweede glas en zet het met de opening naar
beneden op het eerste. Het bovenste glas wordt
voorzichtig een beetje aangedrukt, zoodat het vrij
wel luchtdicht sluit. Hetge volg zal zijn, dat de
kaars na korten tijd uitgaat, en wel zoodra alle
zuurstof, die zich in de glazen bevindt, is verbruikt.
De verwarming doet echter de lucht uitzetten en
gedeeltelijk wordt ze ook uit de glazen verdreven.
Zoodra de kaars uit is, trekt de lucht zich weer
samen en zoodoende ontstaat, tenminste gedeelte
lijk, in de glazen een vacuum, dat is een lucht
ledig. Hierdoor worden de glazen vast op elkaar
gedrukt, zoodat men ze samen kan oplichten, door
ze aan het bovenste glas op te heffen. Er hoort
eenige moeite toe, om de glazen weer van elkaar
te krijgen.
Als we dit experimentje gaan uitvoeren, moeten
we eerstens voorzichtig zijn met het brandende
eindje kaars, en dan moet het zoodanig in het glas
worden gezet, dat de vlam het glas niet raakt,
anders loopen we kans, dat het springt.
Niet moeders glazen breken, hoor jongens!
Vroeger zeiden de jongens wel eens tegen de
meisjes, als ze van school gingen: „zoo ga je moeder
helpen, kopjes breken," maar nu kunnen jullie alle
maal wel glazenbrekers worden.
Voorzichtig dus maar! Voor de ouderen, krijgen
we deze week nog een aardig verhaal tot slot, en
wel:
HEILIGE KROKODILLEN.
In Afrika gelden krokodillen op vele plaatsen als
heilige dieren en worden daar naar ook behandeld.
Reeds een eeuw geleden wisten ontdekkingsreizigers
te verhalen van de krokodillen-vereering bij som
mige negerstammen. Zulk een heilig reptiel heeft
ook de stad Jbadau. Zijn portret komt op het stads
wapen voor en aan de gevels van de openbare
gebouwen „Na een lange wandeling door de nauwe,
kwalijk riekende slopjes van de negerstad" zoo
vertelt ons een reiziger „werd ik op een binnen
plaats gebracht, die door muren van leem was
vele. Meestal zijn het waterbekkens, in de nabijheid
van rotsholen. Overdag liggen de ondieren in hun
hol verscholen De beek vormt bij zoo'n hol meestal
een diep bekken, waaruit de vrouwen uit de om
geving water halen. Gewoonlijk zijn oude vrouwen
de verpleegsters van de heilige krokodillen. En zij
zijn het ook, die de dieren voederen. Eenmaal in
het jaar is het krokodillenfeest Den verschijnt de
negerpriester in zijn maskerade-pakje er danst een
vreemdsoortigen, grotesken dans waarbij hij door
de omstanders met handgeklap en eindeloos een
deloos eentonigen trommelslag wordt begeleid. Toen
ik een ouden, kaalhoofdigen priester een beetje
ironisch vroeg, of hij zijn heilige krokodillen ook
menschen offerde, antwoordde hij onbewogen:
„Neen, tegenwoordig niet meer. De Engelschman
heeft dat verboden; maar vroeger, toen ik nog jong
was, kwam dat wel eens voor"
We kunnen ons wel voorstellen, hoe in vroeger
eeuwen die vereering van dieren is ontstaan. De
mensch, klein, zwak, hulpeloos en zonder goede wa
pens, stond weerolos tegenover de veel sterkere
en vluggere dieren. Daardoor ging hij in hen hoo-
gere wezens zien, die over eijn lot beslisten en die
hij daarom gunstig moest stemmen, door ze offers
te brengen
Zooals de Griek Strabo vertelt, verzorgden reeds
de oude Egyptenaren een krokodil. Zoo zijn er weer
andere natuurvolken, die den olifant als heilig
beschouwen of ook wel den aap.
dan ons oog hem kan volgen. Alle nagels van zijn j omgeven. Laag neerhangende luchtwortels reikten
vier pootjes slaat hij in de boomschors, dan neemt tot aan den modderigen bodem van een diepen put,
hij een nieuwen aanloop om te springen en schiet i waarom heen een lage borstwering was aangebracht
zoo verder naar boven. En de sprongen volgen elkaar Daar beneden lag een geweldige, dikke krokedil. Ik
z— vlug op, dat het lijkt, alsof het diertje langs den
stam naar boven glijdt. Is hij hoog genoeg gekomen,
dan loopt hij naar de uiterste punt van een tak en
springt van daar uit over in de kruin van een
anderen boom. Als het moet, springt hij wel vijf
was wel genoodzaakt, het ondier met vleeschkoekjes
te voeren, die ik voor veel geld van mijn gids kocht.
Daarna kwam de krokodillenpriester (ook wel kro-
kodillenvader genoemd) met een paar geslachte
kippen aanloopen en wierp die in den put. In een
meter ver, daarbij geholpen door zijn langen pluim- oogenblik tijd verdween dit hapje in den wijd open
staart. Voortdurend zoekt hij naar eten. Nu zit hij 1 gesperden bek van het reptiel. Inmiddels waren de
op d'n achterpooten, met de korte voorpootjes dorpsmuzikanten gekomen, omgeven door honder-
brengt hij een dennenappel naar zijn bekje, draait den oude en jonge marktvrouwen en negers. En nu
dezen voortdurend om en om en met de vlijm- begon een onbeschrijfelijk geschreeuw en getrom-
scherpe tandjes knaagt hij er blaadje voor blaadje mei, dat een lofbang moest voorstellen, ter eere
af, net zoo lang tot de kern van den appel zichtbaar van het, in hun oogen heilige, dier, Zulke plaatsen
wordt. Deze wordt dan smakelijk naar b-'nnen ge- waar men krokodillen voert en vertroetelt, zijn er
Ziezoo, dames! Hier is dan onze nieuwste mode
rubriek!
Het is ons gelukt deze bij een eerste klas bureau
te kunnen betrekken, en gelooven wij ook wel,
dat wij u een groot plezier doen, deze rubriek te
pubiiceeren. U kunt ons ook een plezier doen! En
wel, door ons onverwijlde opmerkingen (zoo U die
heeft) ever deze rubriek, of over de vlotte aflevering
van knippatronen te doen toekomen. Wij willen
graag dit rubriekje tot een voor U onmisbare maken,
en daar kunt U zelf aan medewerken!
DE REDACTIE
ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON.
Ditmaal brengen wij twee gekleede wandeljurkjes
die juist echter door hun eenvoud een gedistingeer-
den indruk maken. Beide japonnen zijn zoo geknipt,
dat ze de figuren op hun slankst doen uitkomen.
Voor de warme voorjaarsdagen zijn ze een ware
uitkomst, als de wintermantel al te zwaar is en de
zomerjas te „zomersch".
No. 134: is vervaardigd van soepele wollen stof
in een effen kleur gehouden; terwijl de garneering
van een aardige streep is gemaakt. De puntstukken
op de heupen; de punthals; het eenvoudige rechte
mouwtje, alles is er op berekend de moderne lijn te
volgen.
Benoodigd materiaal: 3 M. van 130 cM. breed.
No. 1®5: dit japonnetje is gemaakt van een mo
derne diagonaal-stof.
Ook hier zijn de langte-banen er op berekend het
figuurtje slank te doen schijnen. De zakjes geven
het geheel iets jeugdigs.
Benoodigde stof: 3 M. van 130cM. breed.
Beide patronen zijn in alle maten a 50 ets pet
stuk verkrijgbaar bij de „Afd. Knippatronen" van
de Uitgeversmaatschappij „De Mijlpaal", postbus 175,
Amsterdam. Ht bedrag kan worden voldaan pet
postwissel, in postzegels of wel per postgiro 41632
De lezeressen worden vriendelijk verzocht, bij be
stelling niet alleen het nummer van het patroon,
maar ook de verlangde maat (borst-, heup- en tail
lewijdte) op te geven.
Gelieve verder naam en adres duidelijk te ver
melden, men voorkomt daardoor vertraging in de
toezending.
ZOO ZIJN „WIJ VROUWEN".
De „dure" hoed.
Mevrouw Ella Smidt ziet in de etalage een hoed
Een schat van een hoed. Zij blijft staan en loopt
door. Zij keert terug, blijft nog eens staan en gaat
weer door. Dan gaat zij den winkel binnen en koopt
den hoedofschoon haar huihoudgeld bijna op
is en Frits iederen dag waarschuwt, dat ze zuinig
moeten zijn.voor één gulden en vijftig cents.
„Als er dan toch ruzie moet zijn, wegens ver
kwisting", denkt Mevrouw Smidt, als ze thuis is,
„laat het dan ten minste de moeite waard zijn."
„EnFrits, dan heb ik nog een hoedje gekocht,
werkelijk een schat van een hoedje. Niet duur, wees
maar niet boos, het kost drie gulden."
„Och.", zegt Frits koel, ,als je het van je huis
houdgeld kunt overhouden
Toch is deze koude douche nog niet koud genoeg,
om Mevrouw Elle Smidt te verhinderen, het „snoe
zige hoedje" 's avonds op te zetten, als zij met Frits
naar het restaurant gaat, waar ze met Dora en
Karei tegen Ella. „Jammer Dora kan zoo iets niet
dragen
„Ja", zegt Ella, en ze gloeit van trots, „van Frits
gekregen. Leuk ding, hè? Jullie kan ik het wel zeg
gen, het hoedje heeft zeven gulden vijftig gekost;
geweldig goedkoop, hè?"
Frits zwijgt beteuterd, maar Dora begint daarna
te lachen. „Zeven gulden vijftig, laat me niet la
chen! Dat malle hoedje zoo duur.
„Dora", roept Karei.
„Ella!", waarschuwt Frits.
Maar ze zijn niet meer te houden.
„Zoo!" zegt Ella hoonend,, en van pure «woede
spreekt ze heel zacht, „zoo vindt je dat? Laat ik
dan maar zeggen, dat ik je de oogen niet uit wilde
steken; omdat ik weet dat jij zooiets niet kunt
veroorloven. Maar nu zal ik je de waarheid zeggen
de hoed heeft tien gulden gekostnu weet je
het
En dan verlaat ze Frits achter zich aantrekkend,
het 'okaal. Aan iedere zijde is een overwinning ge
boekt
MARIAN B.
WEET U DAT?
als U in twijfel is, of men U natuurboter
of margarine verkocht heeft, U dat op de volgende
wijze kunt nagaan? Op een onbeschreven stuk pa
pier verbrandt U een kluitje boter.
Indien het nu natuurboter is, zal het een geurige,
fijne reuk verspreiden terwijl margarine branderig
riekt en een eigenaardige vetlucht verspreidt.
om Uw afgedragen handschoenen weer mooi
zwart te krijgen, U niets anders hoeft te doen, dan
een theelepel goede amandelolie te vermengen met
6—8 druppels diepzwarte inkt; daarna strijkt men
met een zacht penseeltje dit mengsel over de kale
plekjes en laat de handschoenen o peen stuk papier
drogen.?
om de vischlucht van uw handen te krijgen,
V ze eerst met fijn zand goed in moet smeeren,
ze daarna met koud water naspoelen en ze tenslot
te met mosterdpoeder droog wrijven! Dan is de
lucht, absoluut verdwenen.
28. Telkens omkijkend naar Rob, die haar dringend
verzocht, halt te houden, klauterde het meisje over
de rotsen, totdat ze kwam aan een stelie rotswand,
waarlangs een nauw, hobbelig pad leidde. Ondertus-
schen waren Rob en Ouwe Daan aan het einde
van de brug gekomen. Bang als ze waren, dat ze het
meisje, hetwelk vlug langs de rotswand liep, uit
het oog zouden verliezen, liepen ze haar achterna.
Maar nauwelijks hadden ze de brug verlaten
en begonnen de steile helling af te dalen, of ze
hoorden een kreet en zagen het meisje van een rots
afglijden en verdwijnen -uit het gezicht.
30. „Ik ga haar helpen," riep Rob toen ze een met
gras begroeide heuvel bereikten, juist boven de
plaats waar ze haar het laatst gezien hadden.
„Wacht hier, Daan. Als ik je hulp noodig heb, zal
ik je roepen." Toen ondernam Rob de gevaarlijkste
tocht naar beneden.
31. Spoedig kwam hij aan de plek, waar het meis
je lag. Toen ze hem zag, wilde ze eerst opstaan en
wegloopen, maar meteen werd ze gerustgesteld door
de vriendelijke klank van zijn stem en de welwil
lende uitdrukking van zijn gezicht. Ze knielde neer
en betastte voorzichtig haar gekwetste enkel.