OUD NIEUWS. Paaschgebruiken Onschuldig verbannen. Afdeelings-Ziekenfonds Uit ons nummer vantö April 1893 Van Palmpaaschjes en Vreugdevuren. - De verzoening met de Zon. Telken jare als Paschen voorbij is, bereiken ons uit allerlei streken in ons land berichten van de Paaschvieringen. De geheimzinnige invloed, die de oeroude folkloristische gebruiken steeds weer op ge zette tijden doet herhalen, schijnt zich de laatste jaren weer sterker te doen gelden. En aan de hand van die verschillende gebruiken kunnen wij ons cenigfc voorstelling vormen van het leven van onze vroege voorouders, en hoe deze vieringen in het leven geroepen zijn. Het moeten wel zeer sterke indrukken zijn ge weest, die nu, na zooveel eeuwen nog hunnen in vloed op ons volksleven doen gelden. Daar is aller eerst het gebruik van Palmpaschen, dat reeds een week aan Paschen vooraf gaat. In verschillende üee len van Limburg, in Naarden, Haredrwijk, Rijssen, Roermond, Haarlem en nog vele andere plaatsen trekt de jeugd in optocht door de straten. Allen zijn voorzien van een „palmpaaschje" het bekende stokje, voorzien van vruchten, uitgeblazen eieren, en Dovenop een haantje van brood. Het geheel om wonden met groen van den Buxuspalm. De kinderen trekken rond, onder het zingen van een wijsje, dat naar gelang van de streek iet wat vei schilt, maar bijna overal ongeveer op het volgende neerkomt: Palm-Palm-Paschen, Hei koerei. Over eenen Zondag Hebben wij een el. Eén el is geen ei Twee ei is een half ei Drie ei is een Paaschei. Mttne velen dat dit feest van zuiver Chris- telijken oorsprong is, nl. de herdenking van Jezus' intocht in Jeruzalem, anderen schrijven het toe aan vee! oudere Heidensche invloeden. En de daar voor aangevoerde bewijzen zijn zeer aannemelijk. De primitieve mensch, die nog geen verband en regelmaat zag in het komen en gaan der jaarge tijden moet wel zeer bevreeds zijn geweest, wan neer de winter aanbrak. Heel de natuur scheen te sterven, ae zon liet zich minder en minder zien, en het wred steeds kouder. Wellicht vreesden zij dat de zon op zekeren dag in het geheel niet weer- keeren zou, en zij, als de natuur om hen, zouden moeten sterven. Misschien was de zon wel ver toornd omdat zij niet dankbaar genoeg waren ge weest voor haar goede gaven warmte en de leven wekkende kracht in de hun omringende natuur. En zij zul'en die zon hebben gesmeekt w>er te keereri er. alles te doen herleven. De haan, de verkondiger van den nieuwen dag, de aanroeper van de zon, moest hier wel tot sym bool worden, en dus bootsten zij dan ook hanen na in brood en plaatsten ze boven op een stokje. Het kraaien zullen zij er wellicht met den mond bij hebben nagedaan. Het tweede symbool het ei, is niet minder duidelijk. Immers het koele, koude, schijnbaar 'ioode ei kan nieuw leven voortbrengen wanneer het wordt bebroed. HoZezeer gelijkt het op de aarde, die tevens schijnbaar dood, wanneer ze maar bebroed zou wroden door de verwarmende 3tralen van de zon, ook wel weer nieuw leven zou voortbrengen. En dan was er het groen, het eenig overgeblevene en de vruchten. Hieraan moest de zon begrijpen, dat het er hun om te doen was dat alles weder groen en vruchtdragend zijn zou. En ziede smeekbede werd verhoord, want na korten tijd werd het lengen der dagen merkbaar Dagelijks scheen de zon weer langer tijd. De kippen vlgnen opnieuw aan te leggen, en alom in de na tuur was herleving tet bespeuren. Ja, hier en daar begon zelfs al eenlg groen uit te botten. Geen wonder dat de vrees van onze verre voorouders plaats ging maken vour gevoelens van dankbaarheid die zich uitte in uitbundige vreugde. Van alle zijden sleepte men doode lakken en allerlei andere brandbare zaken bijeen,en men maakte een gróót vreugdevuur waar omheen gedanst werd. In Twente worden deze vuren nog steeds op den eersten Paaschdag aangestoken. Men wilde den gansche wereld wel omhelzen uit louter blijdschap over de verzoening met de zsn en ging elkander uit dankbaarheid geschenken aanbieden. Wat leende zich daartoe beter dan de eieren, die nu in zoon groote hoeveehleiü voorradig warén? Wie ze niet mooi genoeg vond, ging ze schilderen, en vooral de dingen, die nu het hoofd weer gingen vervu. <.n werden er gestyleerd op aangebracht, de ploeg, die straks weer gehanteerd zou worden, ie FEUILLETON EEN EN DERTIGSTE HOOFDSTUK Eer Alexa van haar schrik zich hersteld had, greep lady Markham haar by den arm en voerde haar naar het salon. Lady Wolga ging er lagnzaam op en neer. By het geraas der haastige stappen bleef zy staan en zag de binnentredenden verrast aan. Alexa was bleek. Hare blauwe oogen gloeiden- haar schoon gelaat drukte smart en wanhoop uit op haar wangen vertoonden zich de sporen van ge storte tranen en geheel haar wezen getuigde van verwarring en angst. Lady Markham daarentegen zag er triomfeerend uit. Zij had inderdaad Alexa als een bedriegster beschouwd en was nu bulten zich zelve van vreugde haar meening door feiten bevestigd te zien. „Wat moet dat beteekenen?" vroeg lady Wolga, haar vriendin wantrouwend aanzined. „Dit beteekent, waarde lady, antwoordde lady Markham, dat dit meisje in uw tuin een geheime samenkomst heeft gehad met een man. Het betee kent dat zy zoo even afscheid heeft genomen van hem op een wyze, waaruit ik mag besluiten, dat zij op een zeer vertrouweiyken voet met hem stond. Ik zag hoe hy haar omhelsde en deze man was lord Kingscourt niet." Zij liet Alexa los, die met neergeslagen oogen bleef staan. De uitdrukking van wantrouwen op het gelaat van lady Wolga veranderde in toorn, maar deze was tegen de aanklaagster en niet tegen de aangeklaag de gericht. „Ik kan niet inzien" zeide zy koel, „welk belang lady Markham kan hebben by de byzondere zaken van miss. Strange. Ik wil er niets van hooren." Alexa wierp lady Wolga een dankbaren blik toe. Lady Markham sloeg de handen samen en haar wezen drukte de hoogste verbazing uit. „Lady Wolga," riep zy, „u schynt my niet ver staan te hebben. iDt meisje heeft u gezegd, dat z'ij vreemd was In Engeland, zy kent hier niemand, behalve lord Kingscourt. zy heeft u bedrogen. Nog geen twee minuten geleden zag Ik haar in de arme van een man, die my onbekend was. Dat zij het lcochene als zy kan." „Je zult je vergissen aldy Markham „Miss Strange" riep de oude dame, lady Wolga in de rede vallende en zich tot Alexa wendende, „kan je het tegenspreken dat ik zoo even getuige was hoe Je afscheid naamt van een vreemden man." - Pinksterbloemen die wel weer spoedig zouden te j voorschyn komen, de ooievaar die men weerkeeren zag en vele dingen meer. In landen met boerenbs- v.olking als Polen en. Roemenie, zien wy nog steeds deze fraai beschilderde eieren terugkëeren. En de i ornamenten zijn volkomen 'die, welke mén in de |- kunstgeschiedenis' als die dér primitieven aanduidt. Maar om tot ons egen land terug te keeren, ook hier- worden ze' gekleurd, en vooral in het Oosten veelvuldig ten geschenke 'gegeven. In Twente gaat de koster omstreeks Paschen met zyn mandje rond en komt met een flinke collectie eieren thuis. In Vlodrop gaan de jongens in optocht allen gewa pend met kleppers, waarmee ze een oorverdoovend lawaai teweeg brengen eveneens alle hulzen langs j om eieren m ontvangst e namen. Nog niet veel ja- j ren geleden gaf de melkboer zyn vasten klanten I met Paschen eieren en Paaschlammetjes van boter cadeau. Dit gebruik is, of geheel verdwenen of het j leeft nog voort, zoo, dat de klant gedurende he; geheele jaar voor zyn waren Iets te veel betaald, en dat met Paschen in den vorm van eieren t.erug ontvangt. Hier is de melkboer dus depositobank i waarbij men geld stort, en eieren voor zyn geia krijg, j Voor den stedeling, die aan het kippenei niet die waarde hecht, zooals de plattelander dat doet, I zorg de confisseur patissier voor een verfynda uit voering eieren, kippetjes, en haantjes van choco lade of suiker. Maar het is niet alleen de suiker- I bakker meer, die gebruik maakt van de mogebjk- heid om Paaschgeschenken te verkoopen, allerlei winkeliers weten uit deze oude gewoonte munt te slaan. Zoo ziet men by den juwelier bv. zyden fr satijnen eieren, die in hun binnenste een halssnoer of polshorloge verbergen en in deze vermomming dankbare middelaars vormen voor menig schuch ter Jonkman tot de hand van zyn aangebedene. (Overgenomen uit het „Handelsblad"). Algemeene vergadering van het Algemeen Af dea lings Ziekenfonds der afd. Alkmaar en Omstreken van de NederlandscheMaatschappy tot bevordering der Geneeskunst op Woesndag 12 April 1933 des avonds 7 uur in hotel Proot te Alkmaar. Alvorens bovengenoemde vergadering werd ge houden, had des namiddags een voorvergadering plaats van de vertegenwoordigers der afdeelingen Voor den Langendyk waren aanwezig de heeren J. Bruin Oudkarspel, D. Kansen Noordscharwoude, W. Bouman, Zuidscharwoude P. Veenstra Broek op Langendyk en Boskamp voor Sint Pancras. De agenda punten voor de avondvergadering wer den in deze voorbyeenkomst voorof behandeld en draagt een huishoudeiyk karakter De algemeeen vergadering stond onder leiding van de nheer dr. Schroder, aan wiens openings woord wy het volgende ontleenen: M.H., Nog nooit had ik my met een bezwaard gemoed naar een algemeene vergadering van ons fonds begeven, maar dezen avond zal het voor u en my moeiiyk zyn, met de opgewektheid die al onze by- eenkomsten kenmerkte, te vergaderen en te be sluiten. Ons fonds groeit, maar we hebben te doen met crisisgroei. De hoegrootheid der achterstallige by dragen is, mede dank aan de stuwing van Maatsch. Hulpbet. in Alkmaar niet belangryk toegenomen. De crisis in land- en tuinbouw, in veeteelt en zuivelbereiding heeft zoodanigen omvang aangenomen dat vele ver zekerden eenvoudig niet het volle pond kunnen betalen. Sommige gemeentebesturen bieden de be hulpzame hand om de bydragen aan te vullen. Andere daarentegen onttrekken zich aan deze ze- deiyke verplichting. Het eene uit onmacht, het andere uit onwil. Onze crisiscommissie berichtte van een burgemeester, die zich trachtte af te -ma ken van hulp aan verzekerden door te beweren, dat de dokters in de vette jaren geprofiteerd heb ben en nu, in de magere jaren, dan maar zonder betaling moeten helpen. Voor alles sterfet het ziekenfonds naar de volle digheid van zyn geneeskundige hulp onaangetast te laten. Wanneer de draagkracht der verzekerden te kort schiet en de hulp der gemeentebesturen uitbiyft, zal een noodtoestand ontstaan, waaruit alleen beperking van het recht op specialistische behandeling ons zal kunnen redden. Alle deelnemers zyn bereid, naar vermogen by te dragen ter leniging van den crisisnood van ons fonds. De specialisten nemen gezameniyk vrede met een bedrag, waaruit ze niet de hun toekomende oelooning kunnen putten. De huisartsen bulten Alk maar zy bezig met het vormen van een reserve, waaruit zy in onderling overleg een tegemoetkoming geven aan die verzekerden, die niet by maehte zyn, hun bydragen op te brengen. Het spreekt, dat zy die tot bealing der volle bydrage wel in staat zyn, geen tegetmoetkoming ontvangen. - -■= Verlaging over de geheele linie van de bydrage is, gezien de uitgebreidheid der hulp die A.A.Z.Ak. verstrekt, eenvoudig uitgesloten. Een geringe ver mindering van deze bydrage zal den verzekerden niet helpen, een belangryke vermindering zal het fonds noodzaken, tot het aanbrengen van bezuini gingen en beperkingen ten koste der verzekerden. De, crisis brengt ons ook in ander opzicht in moeiiykheden. Sinds verscheidene jaren was de Alkmaarsche vereeniglng Gezinsverpleging bereid onzen verzekerden hulp te verleenen. Wanneer zy zal voortgaan onzen verzekerden hulp te verleenen, zal zy van hen, die dat kunnen missen, eenige geldeiyke belooning moeten vragen. Onze crisiscommissie verdient ons aller dank voor de toewyding waarmede zy gewerkt heeft. Hoe de moeiiykheden waaronder allen gebukt gaan uit den weg geruimd zullen worden, weten wy niet. Er zyn er, die beweren, dat het begint te dagen. Anderen meenen, dat de zwarigheden nog zullen toenemen. Maar hoe dan ook, laat ons d oor samenwerking ernaar streven, ons ziekenfonds te behouden op de hoogte, waarop onze eendracht het heeft gebracht. Laat ons van goeden wille zyn en in welwillendheid jegens elkander spreken over de belangen van ons fonds, die toch in wezen zyn zoowel die van de verzekerden, als van ons, deelnemers. (Applaus. Deh eer Schouten, secretaris penningmeester las nu de notulen van deze 24ste jaarvergadering. Hier op waren geen aanmerkingen en werd d enotulee- l ring onder applaus goedkeurend bevestigd. Nara aanleiding van een in de notulen vooiko- mende mededeeling zeide de heer Bouman dat hy j een onderzoek heeft ingesteld naar het resultaat der aan den Langendyk by onderscheidene men- schen in gebruik genomen hoogfrequentie bestraling Het resultaat is. geen aanbeveling ten gunste van genoemd apparaat. Had er oogenschyniyk in begin stadium eenige verbetering te bespeuren in het geval waarvoor die bestraling werd gebezigd, biyvend j was ze geenszins en bovendien kostbaar, betreffende aanschaffing apparaat en teleurstellend in verschil I lende daarby door den leverancier gedane beloften. De voorzitter verzocht de pers hiervan nota te willen nemen. Het jaarverslagd at den belanghebbenden in ge drukt folio was togezonden ondervond ter verga dering nagenoeg geen nabetrachting. Den samen steller werd voor zyn verslag dank gebracht. Ter veröuideiyking overzicht zal voortaan in het jaar verslag een staat der finantien enz. worden opge nomen. Zulks op verzodek van den heer Bonsema. Namens de finantieele commissie voor het nazien der rekening werd by monde van den heer Bou man medegedeeld, dat de commissie voor zoover dit aan de hand van de steekproeven mogeiyk was, de rekening goed te keuren. Hierop werd decharge verleend. De aftredende bestuursleden, de heeren dr. van Dam, Kansen en Schouten zagen zich met by na al gemeene stemmen herbenoemd, wyi ook de heer Bouman als plaatsvervangend bestuurslid zich als zoodanig herkozen zag. Allen namen de benoeming aan. Benoeming van de commissie tot nazien der reke ning en verantwoording over 1933. Na eenige bespreking werd by stemming uitge maakt dat deze commissie nu zal bestaan uit mej. Schuitema, dr. van Dam, dr. Sluimer en den heer Alexa antwoordde niet en haar zwygen verontrustte lady Wolga. „zy kan het niet loochenen" riep de oude dame triomfeerend. „Lady Wolga miss Strange Is een ad der, en u behoort dit feit te constateeren. U heeft het meisje hier voorgesteld en met uw gasten op één iyn gesteld. Het is uw plicht u er van te over tuigen dat u uw gasten niet in aanraking met on- waardigen heeft gebracht. Wanneer zy bewyzen kan niets kwaads gedaan te hebben, wil ik haar gaarne vergiffenis vragen." Alexa zag nog altyd zwygend ter aarde. „Ik geloof zeker dat je je vergist hebt" zeide lady Wolga. „Ik heb haar onmiddeliyk by den arm genomen, zonder haar een oogenblik uit het oog te verliezen riep lady Markham opnieuw. „Neen, ik vergis my niet. Ik bemerk dat u niets van miss Strange kunt hooren of zy moet het zelf bekennen. Welnu miss Strange, en zy wendde zich met een gebiedend gebaar tot het meisje, „heb je heden avond een man in den tuin getroffen.? Heb ik je afscheid van hem zien nemen?" Alexa sloeg haar oogen op en lady Wolga be merkte nu hoe wanhopig zy was, haar lippen open den zi ch een weinig, maar er kwam geen geluld over. Er heerschte een pynlyke stilte. Lady Wolga werd bleek. Waarom weersprak Alexa deze beschuldigin gen niet? Waarom verdedigde zy zich niet tegen dezen laster? „Miss Strange?" vervolgde lady Markham, „kan je het loochenen dat je in dienst van lady Wolga bent getreden om je geheime plannen door te zet ten?" Een licht snikken, eene siddering bewees dat deze vraag Alexa geheel beroerde. „Miss Strange,"vzeide lady Wolga vriendeiyk, „ge loof my als ik je zeg, dat ik geen schuld heb aan deze scène. Ik ben vast overtuigd dat lady Markham zich bedriegt. Myne oude vriendin schynt hard en wreed te zyn, maar ik geloof aan den ernst van hare met overtuiging uitgesproken woorden. Niet om my, want ik wantrouw je niet, maar om je zelf bid ik je my te zeggen, dat lady Markham zich bedriegt. Je bent eene vreemde in Engeland en daarom is het niet aan te nemen, dat je met eiemand van uwe kennissen eene samenkomst kunt hebben in myn tuin." Alexa had zich opgericht. Lady Wolga, hare eigen moeder scheen haar rechter te zyn geworden, zy kon zich nauweiyks weerhouden zich aan de met juweelen versierde borst te werpen, een beroep te doen op de liefde der vrouw, waarop zy rechtmatig aanspraak kon maken; want opnieuw was het de gedachte aan haar vader die haar sterkte, zy dacht in welk groot gevaar deze verkeerde, zy dacht er aan dat zyn leven van hare voorzichtigheid afhing. Zij kon de beschuldiging van lady Markham niet tegenspreken, liever wilde zy alles verdragen, wat er Vaststelling van de bydragen der verzekerden. Het bestuur stelt voor deze te laten op de tegen woordig vastgesteld, met dien eversande, dat de huisartsen en apothekers bereid zyn tydeiyk genoe gen te nemen met 5 procent salarisvermindering. Uit de hierover gehouden besprekingen stippen wy aan, dat de algemeene gedachte was om de contributie in het benag van de werking van het fonds te laten zooals deze nu is. Goedgevonden werd om het beheer van het vrykomend bedrag ook te stellen onder medezeggenschap van de crisis commissie, na een verdediging hiervan door den Bonsema. Aangaande bovengenoemde 5 procent sa larisvermindering werd opgemerkt, dat aan de tand artsen een schryven zal worden gezonden, waarin de heeren attent worden gemaakt op hun toezeg ging van destyds, dat zy zich willen neerleggen by d everrichtingen van het bestuur. Benoeming accountant. De heer Bonsema vroeg of de tegenwoordige ac countant een als zoodanig erkende was. Hoewel niet in den zin aan den vrager bevestigend kon worden toch weer de tegenwoordige accountant weer voor een jaar benoemd. De heer Bonsema nam genoegen dan ook mocht gebeuren. Het was geene vrees die uit hare oogen sprak, maar er lag een smeeken in te lezen zoo innig, dat lady Wolga er pyniyk door werd aangedaan. „Ik kan de beschuldiging van lady Markham niet tegenspreken", zeide zy bevend; „maar ik ben niet onwaardig. Ik ben geene avonturierster! Geloof my, lady Wolga; ik bezweer u, vertrouw my. Misschien kan ik u eens alles verklaren maar nu kan ik het niet." Je werdt dus in den tuin niet door een man omhelsd? vroeg lady Wolga, de zaak nog altyd niet kunnende begrypen. Alexa kleurde. „Ik loochen het niet," antwoordde zy vast. „Dan was het lord Kingscourt. Op zich zelf be teekent dit niets, njyn lief .kind „De man was lord Kingscourt niet," viel lady Markham haar in de rede. „Neen hy was het niet," bevestigde Alexa. „O Milady, spaar my! schenk my nog een tydlang ver trouwen." Lady Wolga scheen ontsteld. Haar vertrouwen werd niet spoedig geschokt, zy had het meisje lee- ren beminnen met eene harteiykheid, welke zy zelf niet kon verklaren. Dat Alexa een geheim bezat was haar duideiyk; maar hoe kon zy iets slechts van haar denken? Hare trouwe en oprechte oogen spr- aen voor de reinheid harer ziel. zy maakte aan de scene spoedig een einde. „wy zullen de zaak heden avond niet verder be spreken," zeide zy ernstig. „Alexa, ik zal je dadeiyk op je kamer bezoeken." zy wenkte met de hand op de gewone vriende- ïyke wyze en Alexa begaf zich zwygend naar hare kamer. „Lady Markham," zeide de lady ernstig, toen zy met de oude dame alleen was, „ik verzoek en gebied je, dit voorval voor iedereen geheim te houden. Onze gasten mogen er niet van weten." „Ik zal zwygen." „Het is hoogstwaarschyniyk dat het meisje de zaak zal ophelderen," vervolgde zy. „De man is misschien een onwaardig lid der familie van miss Strange, en dit bekent zij zeker niet gaarne. Onge- twyfeld zal zy alles verklaren; maar jy en anderen hebt geen recht op haar vertrouwen. Wanneer zy my tevreden stelt moet jy ook tevreden zyn." „Het doet my leed, waarde lady Wolga," ant woordde de oude dame, „dat ik u zulk een diepe smart veroorzaakte; doch ik achtte het myn plicht u een bewys te geven dat het meisje u bedriegt. U zult my, hoop ik, vergeven, dat ik u dit leed heb aangedaan." Lady Wolga knikte en verzocht lady Markham I nogmaals dringend te zwygen, waarop deze zich I terugtrok. Lady Wolga ging eenige minuten vol ge- dachten op en neer, verliet nu insgeiyks het salon, i ging langzaam de trap op en klopte aan Alexa's deur. Deze opende. De roode oogen en de sporen PROCLAMATIëN. VERGUNNING DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Noordschar woude brengen ter algemeene kennis, dat aan hen vergunning is gevraagd door Klaas Bood, herber gier, wonende te Oudkarspel, tot het voortzetten van den verkoop van sterken drank in het klein in het perceel aan de Oostzyde van de straat, wyk A no. 132, welke vergunning thans ten name staat van Cornells Berkhout, herbergier aldaar. Idem van Oudkarspel. - Aanvrage vergunning door Pieter Lek in het perceel ten name staande van Klaas Bood. PLAATSELIJK NIEUWS. De IJsclub „Ons Genoegen" te Zuidscharwoude besloot gelden in te zamelen om de vaart langs de gemeente zooveel mogeiyk open te maken. 14 Personen gingen met een ïyst rond en er werd voor f 105.50 ingeteekend. Hét bestuur bestond uit de heeren C. Zomer, J. Kroon, C. Boon, K. de Boer Cz., P. Berkhout. BERICHTEN. De colporteur, die jl. Dinsdag eenige geschriften trachtte te werpen in het Koninkiyk rytuig en in hechtenis werd genomen, is een zekere Hendrik Baas, ternauwernood 19 jaar oud en sedert drie maanden drukkersgezel ter drukkery van het blad „Recht voor Allen" Hy werd des avonds weder vry gelaten. Met op één na algemeene stemmen besloot de raad der gemeente Leiden af wy zend te beschikken op het verzoek tot afschaffing van de kermis. BUITENLAND. Twee vermaarde biljartspelers thans in de „Egyp tian Hall' te Londen spelen een party van 24000 punten. Roberts, een Amerikaan, geeft daarby aan Dawson, een Engelschman, 9000 punten voor. Te Parys wonen tegenwoordig 241.386 buiten landers. waarvan 5000 Nederlanders, 65000 Belgen, 18000 Luxemburgers, 38000 Duitschers. ADVERTENTIëN. Ontvangen: Buksking en Kamgaren, Vitrages en Neteldoek. De nieuwste Naaimachines. Aanbevelend K. Smit, Noordscharwoude. GROENTENPRIJZEN. Roode kool f8.00-fl3.-. Gele kool f 8.00-f 12.00. per 100 kilogram. Uien f 6,00. met de toezegging des voorzitters om voor 1934 een lijst met de namen van erkende accountants de vergadering voor te leggen. De heer Bonsema be doelde erkende functionarissen, die geen nevenbe trekkingen hebben, waarmede dan ook rekening ge houden zal worden. Voorstel het tekort van de afdeeling Alkmaar te dekken uit het reservefonds der afdeeling. Dit voor stel werd geoedgevonden. Voorstel om het bouwfonds boekhoudkundig te verantwoorden in verhouding van Alkmaar tegen de buitengemeentetn 2:4, met dien verstande, dat het geheele bedrag alleen aangewend mag worden voor het administratiegebouw. Dit voorstel, uit boexhoud kundig oogpunt noodzakeiyk werd zonder hoofdelij ke stemmign aangenomen. Verslag van de Crisis-commissie. Dit verslag werd uitgebracht door den heer dr. Sluis. .Uit de besprekingen bleek dat er onderschei dene gemeenten zyn, die geen medewerking aan de crisiscommissie willen verleenen, andere daarente gen verleenen juist alle medewerking. Een goed func van tranen op de wangen verrieden, dat zy geweend had. Lady Wolga zette zich aan den schoorsteen en wenkte Alexa tót zich. Deze ging naar haar toe, knielde naast de lady neer en legde haar gezicht op hare knieën. Lady Wolga streek haar door de blonde haren en speelde teeder met de op de schou ders hangende lokken. „Je weet dat ik je lief heb, Alexa," zeide zy zacht. Een neiging met het hoofd was Alexa's antwoord, „Weet je ook dat ik niets kwaads van je kan den ken? Ik bedoel dat je je in een nood bevindt, waar uit ik je gemakkeiyk bevryden kan. Ik heb een recht op je vertrouwen, myn kind, en ik moet dit laten gelden. Wie was de man dien je heden avond in den tuin aantrof?" „Ik kan het niet zeggen, zelfs niet aan u!" riep het meisje, smarteiyk hare oogen opheffend. „O, lady Wolga, als Ik kon, zou ik u alles vertellen; maar ik kan niet, ik mag niet." „Je vader is in Griekenland. Je zeide my dat je geen andere familiebetrekkingen hadt. Deze man was lord Kingscourt niet en hy kon ook geen bloed verwant van je wezen. Wie is hy dan?" „Ik kan het niet zeggen." Over het voorhoofd van lady Wolga trok een don kere wolk. „In ondervinding ben je nog een kind, Alexa," zeide zy zacht en liefdevol, „en als je eens kennis had aangeknoopt. Vertrouw my alsof ik je moeder was, die je vele jaren geleden hebt verloren en stel my in staat je te helpen. Zeg my wie die man was." „Ik kan niet, lady Wolga. O, het is alsof myn hart zal breken! U zal het vertrouwen in my ver liezen, als Ik het niet reeds verloren heb, en ik zou liever sterven dan door u miskend te worden. Het geheim, waarom u my vraagt, is het myne niet en daarom mag ik het u niet zeggen!" riep Alexa wanhopend en handen wringend uit. Lady Wolga keek het meisje ernstig aan. „Alexa," zeide zy, „je vader is niet hier en kan niet op je letten; ok zou echter eene slechte vrien din voor je zyn, indien ik niet je volle vertrouwen eischte, of duldde dat je de je onervarenheid in handen vel van een onwaardige. Je houdt van lord Kingscourt. Weet hy van het bezoek?" „Neen! Neen!' „Zal je het hem mededeelen?" „Neen, lady Wolga, om alles ter wereld niet!" „Wat moet ik daarvan denken? Myn hart hangt aan je, maar ik moet je geheim weten. Ik moet het weten ter wille van je zelf. Je kunt my volkomen vertrouwen. Ik zal je mededeelingen in myn hart bewaren. Ik bezweer je, Alexa, vertel my de geheele waarheid." Alexa stond op, zy was doodsbleek en uit hare oogen parelden opnieuw heete tranen. „Ik kan het u niet zeggen," antwoordde zy. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 4