OUD NIEUWS.
Paaschgebruiken
Onschuldig verbannen.
Afdeelings-Ziekenfonds
Uit ons nummer vantö April 1893
Van Palmpaaschjes en Vreugdevuren. -
De verzoening met de Zon.
Telken jare als Paschen voorbij is, bereiken ons
uit allerlei streken in ons land berichten van de
Paaschvieringen. De geheimzinnige invloed, die de
oeroude folkloristische gebruiken steeds weer op ge
zette tijden doet herhalen, schijnt zich de laatste
jaren weer sterker te doen gelden. En aan de hand
van die verschillende gebruiken kunnen wij ons
cenigfc voorstelling vormen van het leven van onze
vroege voorouders, en hoe deze vieringen in het
leven geroepen zijn.
Het moeten wel zeer sterke indrukken zijn ge
weest, die nu, na zooveel eeuwen nog hunnen in
vloed op ons volksleven doen gelden. Daar is aller
eerst het gebruik van Palmpaschen, dat reeds een
week aan Paschen vooraf gaat. In verschillende üee
len van Limburg, in Naarden, Haredrwijk, Rijssen,
Roermond, Haarlem en nog vele andere plaatsen
trekt de jeugd in optocht door de straten. Allen zijn
voorzien van een „palmpaaschje" het bekende
stokje, voorzien van vruchten, uitgeblazen eieren,
en Dovenop een haantje van brood. Het geheel om
wonden met groen van den Buxuspalm.
De kinderen trekken rond, onder het zingen
van een wijsje, dat naar gelang van de streek iet
wat vei schilt, maar bijna overal ongeveer op het
volgende neerkomt:
Palm-Palm-Paschen,
Hei koerei.
Over eenen Zondag
Hebben wij een el.
Eén el is geen ei
Twee ei is een half ei
Drie ei is een Paaschei.
Mttne velen dat dit feest van zuiver Chris-
telijken oorsprong is, nl. de herdenking van Jezus'
intocht in Jeruzalem, anderen schrijven het toe
aan vee! oudere Heidensche invloeden. En de daar
voor aangevoerde bewijzen zijn zeer aannemelijk.
De primitieve mensch, die nog geen verband en
regelmaat zag in het komen en gaan der jaarge
tijden moet wel zeer bevreeds zijn geweest, wan
neer de winter aanbrak. Heel de natuur scheen te
sterven, ae zon liet zich minder en minder zien,
en het wred steeds kouder. Wellicht vreesden zij
dat de zon op zekeren dag in het geheel niet weer-
keeren zou, en zij, als de natuur om hen, zouden
moeten sterven. Misschien was de zon wel ver
toornd omdat zij niet dankbaar genoeg waren ge
weest voor haar goede gaven warmte en de leven
wekkende kracht in de hun omringende natuur.
En zij zul'en die zon hebben gesmeekt w>er te
keereri er. alles te doen herleven.
De haan, de verkondiger van den nieuwen dag,
de aanroeper van de zon, moest hier wel tot sym
bool worden, en dus bootsten zij dan ook hanen
na in brood en plaatsten ze boven op een stokje.
Het kraaien zullen zij er wellicht met den mond
bij hebben nagedaan. Het tweede symbool het ei,
is niet minder duidelijk. Immers het koele, koude,
schijnbaar 'ioode ei kan nieuw leven voortbrengen
wanneer het wordt bebroed. HoZezeer gelijkt het op
de aarde, die tevens schijnbaar dood, wanneer ze
maar bebroed zou wroden door de verwarmende
3tralen van de zon, ook wel weer nieuw leven zou
voortbrengen. En dan was er het groen, het eenig
overgeblevene en de vruchten. Hieraan moest de
zon begrijpen, dat het er hun om te doen was
dat alles weder groen en vruchtdragend zijn zou.
En ziede smeekbede werd verhoord, want
na korten tijd werd het lengen der dagen merkbaar
Dagelijks scheen de zon weer langer tijd. De kippen
vlgnen opnieuw aan te leggen, en alom in de na
tuur was herleving tet bespeuren. Ja, hier en daar
begon zelfs al eenlg groen uit te botten. Geen wonder
dat de vrees van onze verre voorouders plaats ging
maken vour gevoelens van dankbaarheid die zich
uitte in uitbundige vreugde. Van alle zijden sleepte
men doode lakken en allerlei andere brandbare
zaken bijeen,en men maakte een gróót vreugdevuur
waar omheen gedanst werd.
In Twente worden deze vuren nog steeds op den
eersten Paaschdag aangestoken.
Men wilde den gansche wereld wel omhelzen uit
louter blijdschap over de verzoening met de zsn
en ging elkander uit dankbaarheid geschenken
aanbieden. Wat leende zich daartoe beter dan de
eieren, die nu in zoon groote hoeveehleiü voorradig
warén?
Wie ze niet mooi genoeg vond, ging ze schilderen,
en vooral de dingen, die nu het hoofd weer gingen
vervu. <.n werden er gestyleerd op aangebracht, de
ploeg, die straks weer gehanteerd zou worden, ie
FEUILLETON
EEN EN DERTIGSTE HOOFDSTUK
Eer Alexa van haar schrik zich hersteld had, greep
lady Markham haar by den arm en voerde haar
naar het salon.
Lady Wolga ging er lagnzaam op en neer. By het
geraas der haastige stappen bleef zy staan en zag
de binnentredenden verrast aan.
Alexa was bleek. Hare blauwe oogen gloeiden-
haar schoon gelaat drukte smart en wanhoop uit
op haar wangen vertoonden zich de sporen van ge
storte tranen en geheel haar wezen getuigde van
verwarring en angst.
Lady Markham daarentegen zag er triomfeerend
uit. Zij had inderdaad Alexa als een bedriegster
beschouwd en was nu bulten zich zelve van vreugde
haar meening door feiten bevestigd te zien.
„Wat moet dat beteekenen?" vroeg lady Wolga,
haar vriendin wantrouwend aanzined.
„Dit beteekent, waarde lady, antwoordde lady
Markham, dat dit meisje in uw tuin een geheime
samenkomst heeft gehad met een man. Het betee
kent dat zy zoo even afscheid heeft genomen van
hem op een wyze, waaruit ik mag besluiten, dat
zij op een zeer vertrouweiyken voet met hem stond.
Ik zag hoe hy haar omhelsde en deze man was lord
Kingscourt niet."
Zij liet Alexa los, die met neergeslagen oogen
bleef staan.
De uitdrukking van wantrouwen op het gelaat van
lady Wolga veranderde in toorn, maar deze was
tegen de aanklaagster en niet tegen de aangeklaag
de gericht.
„Ik kan niet inzien" zeide zy koel, „welk belang
lady Markham kan hebben by de byzondere zaken
van miss. Strange. Ik wil er niets van hooren."
Alexa wierp lady Wolga een dankbaren blik toe.
Lady Markham sloeg de handen samen en haar
wezen drukte de hoogste verbazing uit.
„Lady Wolga," riep zy, „u schynt my niet ver
staan te hebben. iDt meisje heeft u gezegd, dat z'ij
vreemd was In Engeland, zy kent hier niemand,
behalve lord Kingscourt. zy heeft u bedrogen. Nog
geen twee minuten geleden zag Ik haar in de arme
van een man, die my onbekend was. Dat zij het
lcochene als zy kan."
„Je zult je vergissen aldy Markham
„Miss Strange" riep de oude dame, lady Wolga
in de rede vallende en zich tot Alexa wendende,
„kan je het tegenspreken dat ik zoo even getuige
was hoe Je afscheid naamt van een vreemden man."
- Pinksterbloemen die wel weer spoedig zouden te
j voorschyn komen, de ooievaar die men weerkeeren
zag en vele dingen meer. In landen met boerenbs-
v.olking als Polen en. Roemenie, zien wy nog steeds
deze fraai beschilderde eieren terugkëeren. En de
i ornamenten zijn volkomen 'die, welke mén in de
|- kunstgeschiedenis' als die dér primitieven aanduidt.
Maar om tot ons egen land terug te keeren, ook
hier- worden ze' gekleurd, en vooral in het Oosten
veelvuldig ten geschenke 'gegeven. In Twente gaat
de koster omstreeks Paschen met zyn mandje rond
en komt met een flinke collectie eieren thuis. In
Vlodrop gaan de jongens in optocht allen gewa
pend met kleppers, waarmee ze een oorverdoovend
lawaai teweeg brengen eveneens alle hulzen langs
j om eieren m ontvangst e namen. Nog niet veel ja-
j ren geleden gaf de melkboer zyn vasten klanten
I met Paschen eieren en Paaschlammetjes van boter
cadeau. Dit gebruik is, of geheel verdwenen of het
j leeft nog voort, zoo, dat de klant gedurende he;
geheele jaar voor zyn waren Iets te veel betaald,
en dat met Paschen in den vorm van eieren t.erug
ontvangt. Hier is de melkboer dus depositobank
i waarbij men geld stort, en eieren voor zyn geia krijg,
j Voor den stedeling, die aan het kippenei niet
die waarde hecht, zooals de plattelander dat doet,
I zorg de confisseur patissier voor een verfynda uit
voering eieren, kippetjes, en haantjes van choco
lade of suiker. Maar het is niet alleen de suiker-
I bakker meer, die gebruik maakt van de mogebjk-
heid om Paaschgeschenken te verkoopen, allerlei
winkeliers weten uit deze oude gewoonte munt te
slaan. Zoo ziet men by den juwelier bv. zyden fr
satijnen eieren, die in hun binnenste een halssnoer
of polshorloge verbergen en in deze vermomming
dankbare middelaars vormen voor menig schuch
ter Jonkman tot de hand van zyn aangebedene.
(Overgenomen uit het „Handelsblad").
Algemeene vergadering van het Algemeen Af dea
lings Ziekenfonds der afd. Alkmaar en Omstreken
van de NederlandscheMaatschappy tot bevordering
der Geneeskunst op Woesndag 12 April 1933 des
avonds 7 uur in hotel Proot te Alkmaar.
Alvorens bovengenoemde vergadering werd ge
houden, had des namiddags een voorvergadering
plaats van de vertegenwoordigers der afdeelingen
Voor den Langendyk waren aanwezig de heeren J.
Bruin Oudkarspel, D. Kansen Noordscharwoude,
W. Bouman, Zuidscharwoude P. Veenstra Broek op
Langendyk en Boskamp voor Sint Pancras.
De agenda punten voor de avondvergadering wer
den in deze voorbyeenkomst voorof behandeld en
draagt een huishoudeiyk karakter
De algemeeen vergadering stond onder leiding
van de nheer dr. Schroder, aan wiens openings
woord wy het volgende ontleenen:
M.H.,
Nog nooit had ik my met een bezwaard gemoed
naar een algemeene vergadering van ons fonds
begeven, maar dezen avond zal het voor u en my
moeiiyk zyn, met de opgewektheid die al onze by-
eenkomsten kenmerkte, te vergaderen en te be
sluiten.
Ons fonds groeit, maar we hebben te doen met
crisisgroei.
De hoegrootheid der achterstallige by dragen is,
mede dank aan de stuwing van Maatsch. Hulpbet.
in Alkmaar niet belangryk toegenomen. De crisis in
land- en tuinbouw, in veeteelt en zuivelbereiding
heeft zoodanigen omvang aangenomen dat vele ver
zekerden eenvoudig niet het volle pond kunnen
betalen. Sommige gemeentebesturen bieden de be
hulpzame hand om de bydragen aan te vullen.
Andere daarentegen onttrekken zich aan deze ze-
deiyke verplichting. Het eene uit onmacht, het
andere uit onwil. Onze crisiscommissie berichtte
van een burgemeester, die zich trachtte af te -ma
ken van hulp aan verzekerden door te beweren,
dat de dokters in de vette jaren geprofiteerd heb
ben en nu, in de magere jaren, dan maar zonder
betaling moeten helpen.
Voor alles sterfet het ziekenfonds naar de volle
digheid van zyn geneeskundige hulp onaangetast te
laten. Wanneer de draagkracht der verzekerden
te kort schiet en de hulp der gemeentebesturen
uitbiyft, zal een noodtoestand ontstaan, waaruit
alleen beperking van het recht op specialistische
behandeling ons zal kunnen redden.
Alle deelnemers zyn bereid, naar vermogen by te
dragen ter leniging van den crisisnood van ons
fonds. De specialisten nemen gezameniyk vrede
met een bedrag, waaruit ze niet de hun toekomende
oelooning kunnen putten. De huisartsen bulten Alk
maar zy bezig met het vormen van een reserve,
waaruit zy in onderling overleg een tegemoetkoming
geven aan die verzekerden, die niet by maehte zyn,
hun bydragen op te brengen. Het spreekt, dat zy
die tot bealing der volle bydrage wel in staat zyn,
geen tegetmoetkoming ontvangen. - -■=
Verlaging over de geheele linie van de bydrage
is, gezien de uitgebreidheid der hulp die A.A.Z.Ak.
verstrekt, eenvoudig uitgesloten. Een geringe ver
mindering van deze bydrage zal den verzekerden
niet helpen, een belangryke vermindering zal het
fonds noodzaken, tot het aanbrengen van bezuini
gingen en beperkingen ten koste der verzekerden.
De, crisis brengt ons ook in ander opzicht in
moeiiykheden. Sinds verscheidene jaren was de
Alkmaarsche vereeniglng Gezinsverpleging bereid
onzen verzekerden hulp te verleenen.
Wanneer zy zal voortgaan onzen verzekerden
hulp te verleenen, zal zy van hen, die dat kunnen
missen, eenige geldeiyke belooning moeten vragen.
Onze crisiscommissie verdient ons aller dank voor
de toewyding waarmede zy gewerkt heeft.
Hoe de moeiiykheden waaronder allen gebukt
gaan uit den weg geruimd zullen worden, weten wy
niet. Er zyn er, die beweren, dat het begint te
dagen. Anderen meenen, dat de zwarigheden nog
zullen toenemen. Maar hoe dan ook, laat ons d oor
samenwerking ernaar streven, ons ziekenfonds te
behouden op de hoogte, waarop onze eendracht
het heeft gebracht. Laat ons van goeden wille zyn
en in welwillendheid jegens elkander spreken over
de belangen van ons fonds, die toch in wezen
zyn zoowel die van de verzekerden, als van ons,
deelnemers. (Applaus.
Deh eer Schouten, secretaris penningmeester las
nu de notulen van deze 24ste jaarvergadering. Hier
op waren geen aanmerkingen en werd d enotulee- l
ring onder applaus goedkeurend bevestigd.
Nara aanleiding van een in de notulen vooiko-
mende mededeeling zeide de heer Bouman dat hy j
een onderzoek heeft ingesteld naar het resultaat
der aan den Langendyk by onderscheidene men-
schen in gebruik genomen hoogfrequentie bestraling
Het resultaat is. geen aanbeveling ten gunste van
genoemd apparaat. Had er oogenschyniyk in begin
stadium eenige verbetering te bespeuren in het geval
waarvoor die bestraling werd gebezigd, biyvend j
was ze geenszins en bovendien kostbaar, betreffende
aanschaffing apparaat en teleurstellend in verschil I
lende daarby door den leverancier gedane beloften.
De voorzitter verzocht de pers hiervan nota te
willen nemen.
Het jaarverslagd at den belanghebbenden in ge
drukt folio was togezonden ondervond ter verga
dering nagenoeg geen nabetrachting. Den samen
steller werd voor zyn verslag dank gebracht. Ter
veröuideiyking overzicht zal voortaan in het jaar
verslag een staat der finantien enz. worden opge
nomen. Zulks op verzodek van den heer Bonsema.
Namens de finantieele commissie voor het nazien
der rekening werd by monde van den heer Bou
man medegedeeld, dat de commissie voor zoover
dit aan de hand van de steekproeven mogeiyk was,
de rekening goed te keuren. Hierop werd decharge
verleend.
De aftredende bestuursleden, de heeren dr. van
Dam, Kansen en Schouten zagen zich met by na al
gemeene stemmen herbenoemd, wyi ook de heer
Bouman als plaatsvervangend bestuurslid zich als
zoodanig herkozen zag. Allen namen de benoeming
aan.
Benoeming van de commissie tot nazien der reke
ning en verantwoording over 1933.
Na eenige bespreking werd by stemming uitge
maakt dat deze commissie nu zal bestaan uit mej.
Schuitema, dr. van Dam, dr. Sluimer en den heer
Alexa antwoordde niet en haar zwygen verontrustte
lady Wolga.
„zy kan het niet loochenen" riep de oude dame
triomfeerend. „Lady Wolga miss Strange Is een ad
der, en u behoort dit feit te constateeren. U heeft
het meisje hier voorgesteld en met uw gasten op
één iyn gesteld. Het is uw plicht u er van te over
tuigen dat u uw gasten niet in aanraking met on-
waardigen heeft gebracht. Wanneer zy bewyzen
kan niets kwaads gedaan te hebben, wil ik haar
gaarne vergiffenis vragen."
Alexa zag nog altyd zwygend ter aarde.
„Ik geloof zeker dat je je vergist hebt" zeide
lady Wolga.
„Ik heb haar onmiddeliyk by den arm genomen,
zonder haar een oogenblik uit het oog te verliezen
riep lady Markham opnieuw. „Neen, ik vergis my
niet. Ik bemerk dat u niets van miss Strange kunt
hooren of zy moet het zelf bekennen. Welnu miss
Strange, en zy wendde zich met een gebiedend
gebaar tot het meisje, „heb je heden avond een
man in den tuin getroffen.? Heb ik je afscheid van
hem zien nemen?"
Alexa sloeg haar oogen op en lady Wolga be
merkte nu hoe wanhopig zy was, haar lippen open
den zi ch een weinig, maar er kwam geen geluld
over.
Er heerschte een pynlyke stilte. Lady Wolga werd
bleek. Waarom weersprak Alexa deze beschuldigin
gen niet? Waarom verdedigde zy zich niet tegen
dezen laster?
„Miss Strange?" vervolgde lady Markham, „kan
je het loochenen dat je in dienst van lady Wolga
bent getreden om je geheime plannen door te zet
ten?"
Een licht snikken, eene siddering bewees dat deze
vraag Alexa geheel beroerde.
„Miss Strange,"vzeide lady Wolga vriendeiyk, „ge
loof my als ik je zeg, dat ik geen schuld heb aan
deze scène. Ik ben vast overtuigd dat lady Markham
zich bedriegt. Myne oude vriendin schynt hard en
wreed te zyn, maar ik geloof aan den ernst van hare
met overtuiging uitgesproken woorden. Niet om my,
want ik wantrouw je niet, maar om je zelf bid ik je
my te zeggen, dat lady Markham zich bedriegt. Je
bent eene vreemde in Engeland en daarom is het
niet aan te nemen, dat je met eiemand van uwe
kennissen eene samenkomst kunt hebben in myn
tuin."
Alexa had zich opgericht. Lady Wolga, hare eigen
moeder scheen haar rechter te zyn geworden, zy
kon zich nauweiyks weerhouden zich aan de met
juweelen versierde borst te werpen, een beroep te
doen op de liefde der vrouw, waarop zy rechtmatig
aanspraak kon maken; want opnieuw was het de
gedachte aan haar vader die haar sterkte, zy dacht
in welk groot gevaar deze verkeerde, zy dacht er
aan dat zyn leven van hare voorzichtigheid afhing.
Zij kon de beschuldiging van lady Markham niet
tegenspreken, liever wilde zy alles verdragen, wat er
Vaststelling van de bydragen der verzekerden.
Het bestuur stelt voor deze te laten op de tegen
woordig vastgesteld, met dien eversande, dat de
huisartsen en apothekers bereid zyn tydeiyk genoe
gen te nemen met 5 procent salarisvermindering.
Uit de hierover gehouden besprekingen stippen
wy aan, dat de algemeene gedachte was om de
contributie in het benag van de werking van het
fonds te laten zooals deze nu is. Goedgevonden
werd om het beheer van het vrykomend bedrag
ook te stellen onder medezeggenschap van de crisis
commissie, na een verdediging hiervan door den
Bonsema. Aangaande bovengenoemde 5 procent sa
larisvermindering werd opgemerkt, dat aan de tand
artsen een schryven zal worden gezonden, waarin
de heeren attent worden gemaakt op hun toezeg
ging van destyds, dat zy zich willen neerleggen by
d everrichtingen van het bestuur.
Benoeming accountant.
De heer Bonsema vroeg of de tegenwoordige ac
countant een als zoodanig erkende was. Hoewel niet
in den zin aan den vrager bevestigend kon worden
toch weer de tegenwoordige accountant weer voor
een jaar benoemd. De heer Bonsema nam genoegen
dan ook mocht gebeuren. Het was geene vrees die
uit hare oogen sprak, maar er lag een smeeken
in te lezen zoo innig, dat lady Wolga er pyniyk door
werd aangedaan.
„Ik kan de beschuldiging van lady Markham niet
tegenspreken", zeide zy bevend; „maar ik ben niet
onwaardig. Ik ben geene avonturierster! Geloof my,
lady Wolga; ik bezweer u, vertrouw my. Misschien
kan ik u eens alles verklaren maar nu kan ik het
niet."
Je werdt dus in den tuin niet door een man
omhelsd? vroeg lady Wolga, de zaak nog altyd niet
kunnende begrypen.
Alexa kleurde.
„Ik loochen het niet," antwoordde zy vast.
„Dan was het lord Kingscourt. Op zich zelf be
teekent dit niets, njyn lief .kind
„De man was lord Kingscourt niet," viel lady
Markham haar in de rede.
„Neen hy was het niet," bevestigde Alexa. „O
Milady, spaar my! schenk my nog een tydlang ver
trouwen."
Lady Wolga scheen ontsteld. Haar vertrouwen
werd niet spoedig geschokt, zy had het meisje lee-
ren beminnen met eene harteiykheid, welke zy zelf
niet kon verklaren. Dat Alexa een geheim bezat was
haar duideiyk; maar hoe kon zy iets slechts van
haar denken? Hare trouwe en oprechte oogen spr-
aen voor de reinheid harer ziel.
zy maakte aan de scene spoedig een einde.
„wy zullen de zaak heden avond niet verder be
spreken," zeide zy ernstig. „Alexa, ik zal je dadeiyk
op je kamer bezoeken."
zy wenkte met de hand op de gewone vriende-
ïyke wyze en Alexa begaf zich zwygend naar hare
kamer.
„Lady Markham," zeide de lady ernstig, toen zy
met de oude dame alleen was, „ik verzoek en gebied
je, dit voorval voor iedereen geheim te houden.
Onze gasten mogen er niet van weten."
„Ik zal zwygen."
„Het is hoogstwaarschyniyk dat het meisje de
zaak zal ophelderen," vervolgde zy. „De man is
misschien een onwaardig lid der familie van miss
Strange, en dit bekent zij zeker niet gaarne. Onge-
twyfeld zal zy alles verklaren; maar jy en anderen
hebt geen recht op haar vertrouwen. Wanneer zy
my tevreden stelt moet jy ook tevreden zyn."
„Het doet my leed, waarde lady Wolga," ant
woordde de oude dame, „dat ik u zulk een diepe
smart veroorzaakte; doch ik achtte het myn plicht
u een bewys te geven dat het meisje u bedriegt. U
zult my, hoop ik, vergeven, dat ik u dit leed heb
aangedaan."
Lady Wolga knikte en verzocht lady Markham I
nogmaals dringend te zwygen, waarop deze zich I
terugtrok. Lady Wolga ging eenige minuten vol ge-
dachten op en neer, verliet nu insgeiyks het salon, i
ging langzaam de trap op en klopte aan Alexa's
deur. Deze opende. De roode oogen en de sporen
PROCLAMATIëN.
VERGUNNING DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Noordschar
woude brengen ter algemeene kennis, dat aan hen
vergunning is gevraagd door Klaas Bood, herber
gier, wonende te Oudkarspel, tot het voortzetten
van den verkoop van sterken drank in het klein
in het perceel aan de Oostzyde van de straat,
wyk A no. 132, welke vergunning thans ten name
staat van Cornells Berkhout, herbergier aldaar.
Idem van Oudkarspel. - Aanvrage vergunning door
Pieter Lek in het perceel ten name staande van
Klaas Bood.
PLAATSELIJK NIEUWS.
De IJsclub „Ons Genoegen" te Zuidscharwoude
besloot gelden in te zamelen om de vaart langs
de gemeente zooveel mogeiyk open te maken. 14
Personen gingen met een ïyst rond en er werd voor
f 105.50 ingeteekend. Hét bestuur bestond uit de
heeren C. Zomer, J. Kroon, C. Boon, K. de Boer
Cz., P. Berkhout.
BERICHTEN.
De colporteur, die jl. Dinsdag eenige geschriften
trachtte te werpen in het Koninkiyk rytuig en in
hechtenis werd genomen, is een zekere Hendrik
Baas, ternauwernood 19 jaar oud en sedert drie
maanden drukkersgezel ter drukkery van het blad
„Recht voor Allen" Hy werd des avonds weder
vry gelaten.
Met op één na algemeene stemmen besloot de
raad der gemeente Leiden af wy zend te beschikken
op het verzoek tot afschaffing van de kermis.
BUITENLAND.
Twee vermaarde biljartspelers thans in de „Egyp
tian Hall' te Londen spelen een party van 24000
punten. Roberts, een Amerikaan, geeft daarby aan
Dawson, een Engelschman, 9000 punten voor.
Te Parys wonen tegenwoordig 241.386 buiten
landers. waarvan 5000 Nederlanders, 65000 Belgen,
18000 Luxemburgers, 38000 Duitschers.
ADVERTENTIëN.
Ontvangen: Buksking en Kamgaren, Vitrages en
Neteldoek. De nieuwste Naaimachines. Aanbevelend
K. Smit, Noordscharwoude.
GROENTENPRIJZEN.
Roode kool f8.00-fl3.-. Gele kool f 8.00-f 12.00.
per 100 kilogram. Uien f 6,00.
met de toezegging des voorzitters om voor 1934
een lijst met de namen van erkende accountants de
vergadering voor te leggen. De heer Bonsema be
doelde erkende functionarissen, die geen nevenbe
trekkingen hebben, waarmede dan ook rekening ge
houden zal worden.
Voorstel het tekort van de afdeeling Alkmaar te
dekken uit het reservefonds der afdeeling. Dit voor
stel werd geoedgevonden.
Voorstel om het bouwfonds boekhoudkundig te
verantwoorden in verhouding van Alkmaar tegen de
buitengemeentetn 2:4, met dien verstande, dat het
geheele bedrag alleen aangewend mag worden voor
het administratiegebouw. Dit voorstel, uit boexhoud
kundig oogpunt noodzakeiyk werd zonder hoofdelij
ke stemmign aangenomen.
Verslag van de Crisis-commissie.
Dit verslag werd uitgebracht door den heer dr.
Sluis. .Uit de besprekingen bleek dat er onderschei
dene gemeenten zyn, die geen medewerking aan de
crisiscommissie willen verleenen, andere daarente
gen verleenen juist alle medewerking. Een goed func
van tranen op de wangen verrieden, dat zy geweend
had.
Lady Wolga zette zich aan den schoorsteen en
wenkte Alexa tót zich. Deze ging naar haar toe,
knielde naast de lady neer en legde haar gezicht
op hare knieën. Lady Wolga streek haar door de
blonde haren en speelde teeder met de op de schou
ders hangende lokken.
„Je weet dat ik je lief heb, Alexa," zeide zy zacht.
Een neiging met het hoofd was Alexa's antwoord,
„Weet je ook dat ik niets kwaads van je kan den
ken? Ik bedoel dat je je in een nood bevindt, waar
uit ik je gemakkeiyk bevryden kan. Ik heb een
recht op je vertrouwen, myn kind, en ik moet dit
laten gelden. Wie was de man dien je heden avond
in den tuin aantrof?"
„Ik kan het niet zeggen, zelfs niet aan u!" riep
het meisje, smarteiyk hare oogen opheffend. „O,
lady Wolga, als Ik kon, zou ik u alles vertellen; maar
ik kan niet, ik mag niet."
„Je vader is in Griekenland. Je zeide my dat
je geen andere familiebetrekkingen hadt. Deze man
was lord Kingscourt niet en hy kon ook geen bloed
verwant van je wezen. Wie is hy dan?"
„Ik kan het niet zeggen."
Over het voorhoofd van lady Wolga trok een don
kere wolk.
„In ondervinding ben je nog een kind, Alexa,"
zeide zy zacht en liefdevol, „en als je eens kennis
had aangeknoopt. Vertrouw my alsof ik je moeder
was, die je vele jaren geleden hebt verloren en stel
my in staat je te helpen. Zeg my wie die man was."
„Ik kan niet, lady Wolga. O, het is alsof myn
hart zal breken! U zal het vertrouwen in my ver
liezen, als Ik het niet reeds verloren heb, en ik zou
liever sterven dan door u miskend te worden. Het
geheim, waarom u my vraagt, is het myne niet
en daarom mag ik het u niet zeggen!" riep Alexa
wanhopend en handen wringend uit.
Lady Wolga keek het meisje ernstig aan.
„Alexa," zeide zy, „je vader is niet hier en kan
niet op je letten; ok zou echter eene slechte vrien
din voor je zyn, indien ik niet je volle vertrouwen
eischte, of duldde dat je de je onervarenheid in
handen vel van een onwaardige. Je houdt van lord
Kingscourt. Weet hy van het bezoek?"
„Neen! Neen!'
„Zal je het hem mededeelen?"
„Neen, lady Wolga, om alles ter wereld niet!"
„Wat moet ik daarvan denken? Myn hart hangt
aan je, maar ik moet je geheim weten. Ik moet het
weten ter wille van je zelf. Je kunt my volkomen
vertrouwen. Ik zal je mededeelingen in myn hart
bewaren. Ik bezweer je, Alexa, vertel my de geheele
waarheid."
Alexa stond op, zy was doodsbleek en uit hare
oogen parelden opnieuw heete tranen.
„Ik kan het u niet zeggen," antwoordde zy.
(Wordt vervolgd).