Kinderrubriek
Waar vrouwen graag van lezen.
De vroolijke kant.
Hoe dat Kees Layen te vraien
Rob de Avonturier
lac
I
ter
de
reg
reg
Mic
jaa
een
dee
ged
zult
tek<
M
de
zon<
Eun
men
gem
Eur<
heid
al n
mini
EEN EIGENAARDIG VERJAARD AGSGESCIIE NX
HOE KOKKIE RAAD WIST
door MART.
(VERVOLG)
Het buitenverblijf van de koninklijke familie
heette „Rust en Vrede" en het was waarlijk rust
en vrede ook! Alles ademde er een heerlijke, wel
dadige rust uit en vrede lag over het geheele
gebied. De tuinlieden waren goedaardige, vrien
delijke menschen, met gezonde, vroolijke kindertjes,
de koks waren welgedane goedhartige dikzakken,
de chef-kok was een ware kindervriend, de kamer
dienaren en kamermeisjes waren allemaal even
aardigAlles werkte mede om het prinsesje weer
gezond te maken. Maar.hoe ook iedereen zijn
best deed.Amouretta werd niet beter. Erger werd
haar ziekte niet, maar herstellen deed zij niet. De
hofdames klaagden tegen kamerdienaren, de ka
merdienaren brachten haar klachten aan de kamer
meisjes over, deze weer aan de tuinlieden, de tuin
lieden aan de koks, die hun lekkerste potjes kook
ten, maar niets, niets hielp.
Nu waren alle bedienden evenzeer gehecht aan
hun lief prinsesje en toen zij zoo van alles hadden
geprobeerd om haar te genezen, besloten de bedien
den eens te vergaderen om te bespreken, of zij hun
prinsesje niet beter zouden kunnen helpen. Kokkie,
de chef van de etenkokers, zou de vergadering lei
den. In een van de groote wijnkelders van „Rust
en Vrede" kwamen zij des avonds bij elkaar. Kokkie
opende de vergadering met een lange toespraak.
„Dames en Heeren van rust en Vrede", zei hij, „ik
kan wel zeggen, dat ik hier onder jullie het meeste
recht van spreken heb, als ik zeg, dat ik verstand
van kinderen heb. Ik heb er zelf veertien gehad en
ze leven nog allemaal. En kijk maar eens om je
heen, wat een gezonde gezichten. Daar zit Annie,
die nu kamermeisje is geworden, nèt een ster
appeltje, zoo gezond; daar zit Piet, de koetsier, ook
al in blakenden welstand. Zoo zou ik het heele rijtje
af kunnen gaan, maar ik geloof wel dat jullie het
allemaal met mij eens zult zijn, als ik zeg, dat ik
heusch wel weet, hoe je een kind moet behandelen
en hoe je het moet opvoeden".
„Dat is zoo!werd er van alle kanten geroe
pen!
„Welnu" ging Kokkie door, „ik zeg jullie dan
als vader van veertien springlevende en oergezonde
kinderen, dat we er van avond niet lang over be
hoeven te praten, hoe onze Amouretta, onze prin
ses weer beter te krijgen is, maar wel, hoe we het
zullen aanpakken, haar het geneesmiddel, dat ik
jullie zoo meteen zal aangeven, toe te dienen! Ik
weet, dat onze prinses alleen gebrek aan geluk
heeft, gebrek aan het kindergeluk, dat pas komt,
als zij met kinderen van gelijken leeftijd kunnen
omgaan, vrij kunnen dartelen en stoeien. En dat is
over het algemeen voor een prinses niet weggelegd.
Maar hier op Rust en Vrede kan dat wel, als wij er
maar voor zorgen, vooral de tuinlieden, die den ge-
heelen dag in het park werken, dat er geen lastige
journalisten of fotografen binnenkomen. Als wij
de prinses wisten op te beuren, zouden de koning
en de koningin ons zeer zeker dankbaar zijn, om niet
te vergeten het vaderland, dat dan later een goed-
gezonde koningin krijgt! Daarom zou ik zelfs mijn
betrekking als chef-kok eraan willen wagen om
stiekum eens de proef te nemen! Wie doet er mee?"
„Ik, ik, ik, Ik, ik!" riepen allen
„Goed zoo", zei, Kokkie," nu gaat het er alleen
nog maar om, hoè we de zaak aan zullen pakken!
Mijn dochtertje Dolly is haast even oud als Hare
koninklijke Hoogheid prinses Amouretta. De dochter
van Peters, de oppertuinman, is ook even oud, is
het niet Petersis jouw Annetje niet even oud,
negen jaar? Dat dacht ik wel. Dat zijn er twee!
En Meimans heeft een dochtertje ik bedoel
Betty die ook negen is. Dat zijn er drie en drie
is genoeg. Morgen als de prinses in den tuin gaat
wandelen, moet Peters de gezelschapsdame even
afleiden, met een mooie roos, of een bloeiende hees
ter en dan zal ik zorgen, dat de prinses een aardig
avontuurtje beleeft. Peters en Meulemans brengen
jullie je dochters Annetje en Betty naar het erf
van Akelaar, je weet wel, de molenaar. Daar zal ik
Dolly ook heenbrengen en dan moeten ze maar
eens een dagje fijn spelen. Maar denk eraan, als
de hofdames gaan zoeken en vragenniemand
weet er iets van af! Het zou mij mijn betrekking,
de prinses een aardigen dag en waarschijnlijk haar
gezondheid kosten. Laat ze maar eens dollen met
de meisjes! Dat staalt de spieren. En nu naar bed
en op je post morgen!"
Een daverend applaus beloonde den braven dik
zak voor zijn woorden en ieder nam zich voor pre
cies te doen, wat hij gezegd had.
(Wordt vervolgd).
WAT ZULLEN WE AANTREKKEN.
Dit seizoen is er een einde gemaakt aan de
heerschappij der éénkleurigheid. Het is, alsof de
modedictators met hun creaties, nieuwe levendig
heid wilden brengen in de nog kille voorjaarsdagen.
Het bewerkte patroon is weer op den voorgrond
gekomen en punten, kringen, bloemen, streepen,
ruiten, enz., wedijveren om de gunst van het pu
bliek.
In Parijs voorspelt men het „schaakbord-patroon"
een groote toekomst: maar ook het kleinste zwart
wit ruitje is weer modern geworden. De bloemen-
dessins zijn natuurlijk gehouden; en een jurkje
hiervan kan zeer jeugdig staan.
Ook Indische en Perzische invloed is merkbaar, en
zelfs Chineesche Schotsche ruit en Romeinsche
streepen liggen naast elkaar; uit alle deelen der
wereld is het mooiste gestuurd, om de schoonheid
der Vrouw te dienen Grappig zijn de nieuwe com-
posée-stoffen, die hetzelfde patroon in twee ver
schillende kleurvoorstellingen te zien geven, die dan
te zamen verwerkt worden Zoo draagt men een
witte japon met groene ruten, en daarop een jasje
van witte ruien op een groen fond
Vooral ziet men dit veel in crêpe craquelée en crê
pe carocain.
Verder ziet men veel poreuse stoffen, die aan
Hardanger handwerk doen denken; en handge-
weven linnen. Dit is dan meestal grof van draad,
maar valt gracieus en soepel en ritselt niet bij het
dragen.
Voor de luchtige zomertoiletjes zal men goed doen,
voille, chiffon en georgette te kiezen.
Voor mantels is kasha weer modern geworden,
nieuw is, dat de shawl er passend bij geweven is.
Verder Engelsche stof voor sprotmantels, diagonaal
stoffen, enz.
Bijna zouden we zeggen, dat er van het goede
teveel is; want de keuze is moeilijk, vooral wanneer
(zooals dikwijls bij ons) de wenschen groot en de
mogelijkheden klein zijn.
Benoodigde stof:
Zwarte zijde: vijf-en-een-halve meter van 90 cm.
breed.
Witte zijde: halve meter van 90 cm. breed.
Beide patronen zijn tegen den prijs van 0.50 ets.
per stuk te verkrijgen bij de afd. Knippatronen"
van de Uitgeversmaatschappij „De Mijlpaal", post
box 175 te Amsterdam. Het bedrag kan worden over
gemaakt in postzegels, per postwissel of per post
giro 41632.
De lezeressen worden vriendelijk verzocht bij het
nummer van het patroon ook de verlangde maat
op te geven, d. w. z. boventaille- en heupwijdte.
Gelieve verder naam en adres duidelijk te ver
melden.
Toezending zal dan zoo spoedig mogelijk geschie
den.
Di
ker-
ande
rijstl
Euro
men
zorg
planl
de p
arbei
Int
na 4-
struil
oliepi
de ei
dat 1
noodl
oogst
en fa
talen
wonir
En
oogen
soms
produ
aleer
goed,
van d
dat zc
die oi
ganscl
gekom
Ten:
baren
willige
talen,
en het
neer d
held e:
dng hj
wondei
moet
zeer gr
weinigi
tallen
derlanc
waar ii
schapei
prachti
pen in
Gelul
een vei
ook in
daar rglatles hebben, in te zien, wat voor dit deel
van het Rijk Nederland het andere deel van
van Rijk Nederlandsch-Indië beteekent; mate-
Ons wekelijksch knippatroon.
Ditmaal brengen wij weer eens een paar patro
nen voor gezette figuren. Beide jurkjes zijn zeer
eenvoudige, doch elegante modelletjes en kunnen
zoowel voor wandeltoilet als namiddagsjapon ge-
dragne worden. De modellen geven het figuur, door
de schuin naar beneden vallende naden, een zeer
slanken lijn.
No. 139: wordt vervaardigd van een aardig wol
len stofje.
Benoodigd materiaal: 325| meter van 130 cM.
breed of 5.50 meter van 90 cm. breed.
No. 143: snoezig jurkje van zwart en witte zijde
of marocain. Glazen knoopen worden als garnee
ring gebruikt.
Als cavaliers zijn de Schatten niet er gezocht
Want zij geven niet veel uit. Een van die landslui
had, om. geen café te bezoeken, met zijn meisje
vier uur lang door een park gewandeld, en zag
zich, toen zij van honger bijna flauw viel, gen
zaakt een belegd broodje voor haar te koopen. Dat
kostte een shilling. Nauwelijks was het meisje thuis
of haar woede op dien cavalier was niet meer tot
bedaren te brengen. Zij spande het paard voor den
wagen, reed naar zijn huis en smeet hem de shil
ling voor de voeten
„Lieve Daisy," zei hij, terwijl hij het geldstuk in
zijn zak stak, „dat had toch heusch wel tot mor
gen kunnen wachten!"
Sandy gaat in het park met zijn vlam wandelen
Ze zwijgen een tijd. Dan:
„Sandy," zegt Mary zacht, „nou zou ik wel een
penny willen geven als ik wist, waar je op 't oogen-
blik aan denkt!"
„Ik dacht juist," zegt Sandy teeder," dat ik je
een kus mocht geven, Mary!"
Zij kussen. Dan kijkt Sandy Mary vol verwachting
aan.
„Wat is er Sandy?'
„Ik wacht op de penny!"
Smakelijk eten.
KONINGINNESOEP.
(Rijst-roomsoep.)
75 gram rijst met een paar peterselleworteltjes
of selderieschij f jes, en wat zout gaar koken in ruim
2 Liter water, ze dan door een zeef wrijven; er een
paar d.L. room, of melk en room, bijvoegen en 8 a
10 bouillonblokjes; de soep nog even laten door
koken en afmaken met een paar eieren; er croutons
in of bij geven
SCHOTSCHE MOPPEN.
Schotland is van ouds het land van de whiskey
de doedelzakken dezuinige inwoners. Of het
nu waar is, dat elke Schot zoo zuinig is, als men
hem afschildert kunnen wij niet beoordeelen, Maar
voor ons Noordhollanders is het toch wel aardig
te weten dat er nog een baas boven baas is. Want
we weten toch allemaal, dat volgens de overige
landgenooten in Nodrdholland menschen wonen,
die een beetje aan den vasthoudenden kant zijn.
Kom een boer niet aan zijn geld, en vooral een
Noordhollandsche niet. Er zal overigens nu niet
veel meer zijn, om aan te komen. Maar nu.Schot
land:
„Als je eens geld noodig mocht hebben, dan moet
je 'nooit leenen van McPherson, want dat is een
verschrikkelijke uitzuiger, 's Winters rekent hij 50
procent en 's zomers 60
„Zooen hoe zit dat dan?"
I „Hij zegt, dat 's zomers de dagen langer zijn."
(VERVOLG.)
KRELIS:
Nei, tenminste niet as ie niet weet datte wai
komme.
AALTJE:
Zoo is et net.(Tot Krelis, die tusschen de be
draive deur zen bef omdein hew). Gane we?
TRAINT JE:
Nou moeder je benne maar puur kuin op je nuwe
kleidjeDag hoor.... De groete as je nag
bekende ziene
AALTJE:
JaVeul genoegen venmiddag
KRELIS:
Dag oor (Ze gane weg).
TRAINT JE.
(kaikt ze efkes nei, en zait in der aigen, maar dat
te de mense et nag efkes hoore kenne:) Tierleve
zou Breggiebuur zegge.(den loupt ze weer nei de
tafel, doet een kom en bakje rechtzette, tot de deur
opengaat en GRIETJE binnestapt)
GRIETJE:
Héu
TRAINT JE:
Dag vader en moeder ben net weg
Weer is Freek?
GRIETJE
O, met oom Jaap an de flenter vanzelfje
magge wel ultkaike. Trien, aars mocht Freek je
vergèteEt is oom Jaap voor en oom Jaap nei
TRAINT JE:
lk ben der niks benauwd om. Maar zouwe ze
gauw komme, dat je denke?
GRIETJE:
Denk van al.Ze ben efkes Gert van Teun
die heb een potlampieKaik, deer komt Jan
de post. Zou die hewwe?
TRAINT JE:
Portie van de honderdduizend brenge denk. Zal
vader aaltaid.... Je hoore de klink van de achte-
deur gaan, en de post roepenDe post.Train
tje gaat efkes heen en komt met een krant, een
paar brieven en een anzichtkaart werom.)
Are week ko mt er weer wat van
36. Onbewust van wat er beneden plaats greep,
trokken Rob en Ouwe Daan aan het touw. „Zachtjes
aan, Daan!" riep Rob. „Nog één ruk en ze is in
veiligheid! Vooruit!" Het volgende oogenblik stor
den ze met de oogen wijd open van verbazing te
kijken, wat in plaats van het meisje zagen ze een
zware steen over de rand van de rots verschijnen,
37. „Wat beteekent dit, Rob?" riep Ouwe Daan. ter
wijl hij beduusd naar de steen staarde. Rob lachte.
„Het beteekent, dat het meisje niet zoo erg gewond
was, als ik vreesde en dat ze onze hulp niet noodig
heeft en lk ben blij," antwoordde hij. Hij liet het
touw schieten en ging naast Daan op een rotsblok
zitten.
38. Maar nu ze weet, dat we haar geen kwaad wil
len doen, zal ze haar volk misschien overhalen, om
ons te helpen. Laten we deze rots volgen en pro-
beeren het dorp te vinden. Ikb en er zeker van, dat
het niet ver weg is." Ze hadden nog niet ver ge-
loopen, toen Rob stilstond en naar een diepe kloof
wees.
,Hier woont het meisje," riep hij uit. „Ze W
hoort tot een stam holbewoners." Daan gluurt
naar beneden en zag een aantal Inlanders, gewape®
met lange speren, die op een stuk vlakke grond, vó<
de holen, heen en weer liepen. Rob schreeuwde 0
hard hij kon en wuifde met z'n zakdoek om
aandacht te trekken.
huiswetten der Hohenzollerns had de" prins zijn I KK1 «lom 151 iedcr hULS> waar hij brood grond een kleine holte blijven, zoodat wormen en
keuze slechts kunnen bepalen binnen den kring moest afleveren 'tegelijkertijd het geheim van j allerlei ongedierte niet bij de planten kunnen ko-
zijner verwanten en onder de buitenlandsche prin- Anna te vertellen j men. Deze holte is ook noodig om het water zonder
sessen. Vooral tegen het laatste verzet de jonge I Hjj was er zoo van vervuld, dat (des avonds I bezwaar te laten wegvloeien.