Nieuwstijdingen Dammen FEUILLETON Onschuldig verbannen. VRACHTAUTO-VERKEER ONDER CONTROLE. De minister van Waterstaat heeft bij de Tweede Kamer een wetsontwerp ingediend tot wijziging der wet op de openbare middelen van vervoer. In hoofdzaak beoogen de wijzigingen het tegengaan van de z.g. wilde vrachtautodienster. Nadat in 1926 het personenvervoer per autobus bij de wet was geregeld, wil de regeering nu ook het vracht autoverkeer in de wet betrekken. Er zal te 's-Gra- venhage een commissie van hoogstens vijf leden worden benoemd, die omtrent de aanvragen voor vrachtautodiensten zal beschikken. De regeering zegt hieraan de voorkeur te geven boven behan deling door Gedeputeerde Staten, zooals bij het personenvervoer, met het oog op de groote afstan den waarover het vrachtvervoer plaats pleegt te vinden. Op overtreding staat een straf van f 150. boete. BIJNA 100000 MOTORNUMMERS. Zooals bekend gaat de nummering der motor voertuigen niet verder dan 99999. daar anders de cijferreeks te lang zou worden. Men begint daarna weer met no. 1, maa*- de provincieiet ter Voor Nrd. Holland G wordt daarna gevolgd doe de letter Z. Wij i'.l'ir: in Noordholland z_> r spoedig het m >tor O/— 1 zien verschij ïen, daar thans ter Prov reeds Let nummer G 9966'J is uit gegeven. GEWAPEND FASCIST SCHIET OP EEN JONGEN Gisteravond omstreeks kwart over twaallf geraak te in de Lange Lombardstraat een in fascistenuni form gekleede jongeman de 18-jarige kantoorbedien de M. L. B.,slaags met een groot aantal politieke tegenstanders. De jongeman werd danig in het nauw gebracht en greep zijn revolver waaruit hij vier schoten in de lucht loste Een der kogels ketste, sprong terug en trof den 16-jarigen W. C. M. P. wo nende in de Lange Lombardstraat in de liesstreek. Een geketste kogel heeft echter weinig kracht zoo dat P. niet ernsti g gewond werd. Hij kon zich te voet naar het ziekenhuis aan den Zuidwal begeven om zich te laten behandelen en keerde vandaar te voet naar het bureau Prinsestraat terug voor poli- tie-onderzoek. M. L. B. is in arrest gesteld. Hij verklaarde dat hij uit noodweer had gehandeld. Het tegendeel is niet gebleken. Niettemin wordt hij nog in bewaring ge houden. Vermoedelijk zal hij slechts vervolgd wor den wegens overtreding van de Vuurwapenwet. (Tel.) Op initiatief van de damvereeniging P&mlust alhier, gaf de heer Springer uit den Haag wereldkampioen een blindpartij en een simul taanseance. De heer P. Kramer had de kolfbaan voor een en ander keurig in orde gebracht en de heer W. Verkroost had voor de voorbereiding zich heel wat moeite getroost. Dat de ge schiktheid van een zaal en een goede voorberei ding vooral voor een blindpartij niets te wen- schen mag overlaten, zijn wel zeer noodzake lijk gebleken. De heer Springer betuigde hierover zijn groote tevredenheid, wijl het verzoek van den voorzitter aan de aanwezigen om de grootst mogelijke stilte te betrachten, eveneens werd op gevolgd. Nu alles tot zoover in de perfectie bleek kon de blindpartij een aanvang nemen. Die eerste klas speler, de heer W. Kuiper ham de tegeupart.ij: waar en nam daartoe aan een dam bord op het tooneel plaats. De heer W. Ver kroost gaf de gedane zetten op een flink groot bord aan, wijl de heer J. Pluister 3e noodige aanteekeningen hield. W. Kuiper R. Springer Wit Zwart Wit Zwart (blind) 1. 32—28 18—23 16 44—40 7—12 2. 34—30 23 32 17 37—31 21—26 3. 37:28 20—25 18 30—25 26 37 4. 42—37 25 34 19 42 31 10—14 5. 40 29 19—24 20 31—26 5—10 6. 29 20 15 24 21 36—31 13—18 7. 47—42 14—19 22 46—41? 24—29 8. 37—32 12—18 23 33 22 12—17 9. 41—37 18—23 24 28 19 17 46 10. 31—27 17—21 25 48—42 14—23 11. 45—40 7—12 26 42—37 46 21 12. 50—45 12—18 27 26 17 11 22 13. ?0—34 1—7 28 40—34 10—14 14. 34—29 23 :34 29 49—44 16—21 15. 39 30 18—23 30 44—40 21—26 Wit geeft op. B. i SPRINGER (zwart, blind) W. KUIPER (Wit) Dit is de stand na den 22sten zet van wit. Op bovenstaand diagram werd door den heer Springer de volgende winst gemaakt, zonder ooit bord en schijven gezien of betast te hebben. Een geweldige prestatie. Die heer Springer nam, geheel afgezonderd, rug gelings tegenover het tooneel plaats, en gaf met de handen voor de oogen zijn zetten aan. De hr. Kuiper speelde met wit en was het -eerste aan zet. In een tamelijk vlug tempo werden de eer ste zetten gedaan, doch naarmate de stand in gewikkelder werd, wenden ook de tusschenpoozen van êztten iets langer. Met spanning sloeg het publiek' dit uiterst moeilijk damduel gade, maar spannender werd het toen de heer Springer aan „net geven" ging. Iedere dammer weet wel dat opoffering van damschijven tendentieus is, be rekend op winst. De positie van Wouter Sr. was om hare tempatie niet benijdenswaardig. Hij kreeg zoo maar met de meeste welwillend heid een schijf of drie cadeau. Die heer Springer deed zijn naam eer aan, want de heer Kuiper mocht zijn schijven op het dambord laten sprin gen. Echter de blindspeler nam een grootere sprong en kon nu onbedreigd dam bereiken. Het kostte de aanwezigen groote moeite om stil te blijven, want een fluisterend sjonge, sjonge was hoorbaar. Die vraag rees nu, wat zal Kuiper doen? Zou h{j nog een paar zetten doen, zou hij het wagen? zich laten afdrogen zegt men odder de dammers. Ook de heer Verkroost wachtte met spöanning op de tegenzet van den iheer Kuiper, doch deze wilde zich blijkbaar verdere emoties besparen en zeide neen, ik geef het maar op. Prosit, zeer sterk gespeeld mijnheer Springer. Het applaus van het publiek was eefn spontane dank en namens de- aanwezigen complimenteerde de voorzitter dezen geweldigen dammer met zijn meesterlijke prestatie. Al le hulde. Hierna had de simultaanseance plaats, waar aan door ^8 dammes werd deelgenomen. Ook hier bleven de verrassingen niet uit. Die heer A. Bruin o.a. meende een sterke zet te doen en dacht winst te behalen. Welnu de simultaanspeler kwam bij zijfn bord en overzag na de zet. van Bruin de situatie. Er volgden wederzijds een paar zetten en het veld was schoon. In een oogénblik had Bruin verloren en kon iet eens tot „opgeven", toekomen. Er is echter ook een onaangename verras sing. Er ontstond nl een verschil tusschen den heer Springer en J. Pluister Sr. over een bepaal den sta.nd. Volgens den een was het zus, volgens dei* ander was het zoo. Hoe of echter de stand in werkelijkheid was? Wie zal het zeggen. Is er iets per abuis met een schijf gebeurd? "VVfij wagen ons niet dit te beoordeelen. Doch indien de heer Pluister vermeent de juistheid aan zijn zijde te hebben, dan is het inderdaad ook niet aangenaam te verliezen als het volgens deze op vatting nog lang niet verloren was, maar inte gendeel winstmogelijkheid dan niet uitgesloten bleek. Wij beschouwen evenwel deze partij on beslist. De uitslag is dan als volgt: 26 parrtijen door den heer Springer gewonnen, een partij re mise, nl. met den heer C. Kunst van Oudorp, wijl meergenoemde partij dus o.i. beschouwd dient te worden als niet gespeeld. Afgescheiden van deze kleine afwijking, moet wel geconstateerd worden dat de heer Springer ook met het simultaneeren een reuzenkracht is waarvoor hij na de bekendmaking van den uit slag een luid applaus had in ontvangst te ne men. Het was een mooie dammiddag. Maandagavond gaf de heer W. Verkroost een seance voor de leden van Diamlust. De uitslag vermelden wij hieronder. Het bestuur van Damlust heeft zich nader op de hoogte doen stellen aangaande de partij J. Pluister met den heer Springer waaromtrent de meeningen niet volkomen juist zijn. Het voorloopig resultaat van dit onderzoek is, dat betreffende deze aangelegenheid het bestuur zich in verbinding zal stellen met den wereldkampi oen. Tot sluiting van het damseizoen in dezen winter gaf de heer W. Verkroost in De Roode Leeuw voor de leden van Damlust een simultaan seance. Zoodra het echter April geworden is, verflafuwt de damanimo, op het platteland zeer merkbaar, doch zoo tegen October komen de borden en schijven weer voor den dag en het damleven begint weer opnieuw. Die hier geves tigde vereeniging Damlust'heeft in dezen gepas- seerden winter bijzondere activiteit betoond. De door haar uitgeschreven nederlaagwedstrijd is goed geslaagd en onderscheidene vereenigingen Inamen hieraan deel. Damlust zelf toog even eens naar enkele plaatsen voor een vriendschap- pelijken strijd. Die uitslagen hiervan gaven veel al een bevredigend resultaat. Eenige nederlagen werden ge"boekt, maar ook lauweren behaald. Het is gebleken dat het „kennen" van Damlust in een sterk tempo vooruit gaat. Ook het le dental is toegenomen want een aantal van 40 is bijna bereikt. Het damseizoen is nu geslo ten om, met einde September weer aan te van- gefa. Dan zullen de oefeningen in het zijlokaal van De Roode Leeuw gehouden worden. Tensotte vermellden wij hieronder de uitslag van de simultaanseance, hierboven reeds genoemd weren 12 deelnemers, nl:. P. van der Molen 0, Jb. van der 'Welle Sr. 0, A. Langendijk 2, J. Pluister 1, Th. de Haas Sr. 0, 'Th. de Haas Jr. 0, C. Kooi 0, W. Bouman 0, Jo Pluister 2, Wl. Kuit 0, J. van der Molen 0, Jb. vanv der Welle Jr. 0. Dte heer W. Verkroost won dus 9 partijen, verloor er 2, nl. tegen de heeren A. Langendijk en Jo Pluister, terwijl de partij Jb. Pluister Sr. remise werd. Bij loting won de heer A. Langendijk den voor dezen wedstrijd uitgeloofden prijs, nl. een dam studieboekje. Ook de jongeheer Th. de Haas vermocht voor zijn behaald succes in de derde klas even eens een dergelijk boekje te verkrijgen. Uit naam van de dammers brengt schrijver dezes een woord, van dank aan den heer Ver kroost, die als leider der wedstrijden zich vele moeiten heeft getroost en alles in de juiste ba nen heeft weten te leiden. Willem, een volgen- dei gelegenheid weer? Namens Damlust wordt ook de Redactie v. de Nieuwe Langedijker Courant hartelijk dank gezegd voor de altijd welwillende publiciteit. „Logeer je in het dorp.' ,pJa. D(e meuschen zien mij voor een han-< delsreiziger aan." ,),pa naar Londen. Als ik je noodig heb, zal ik je schrijven. Voorloopig zal ik de zaak verder alleen drijven. Indien er echter een belooning wordt gegeven zal ik zorgen dat je er een groot deel van krijgt. G-a nu Jean, en zwijg." Zij traden naar de deur der kapel, waar zij nog ■een tijdje samen spraken, doch Alexa verstond er geen Woord van. Jean vertrok, maar Pierre kwam terug en ging weer op zijn vroegere plaats zitten. Alexa werd vermoeid door haar gedwongen houding. Haar hals deed pijn van het bukken, en haar oogen brandden van het staren in de duisternis. Zij verlangde vrij te zijn, maar durf de zich niet te verroeren. Zij had Pierre Renard thans als een «ellendeling leeren kennen en was Oang voor hem. Zij twijfelde er niet meer aan, of hij had haar oom vermoord en stond nu naar het leven haars vaders. "Zij was slechts een zwak meisje, onervaren in de listen der wereld hoe kon zij het tegen zulk een man volhouden „^Wanneer ik het maar aan mijn moeder kon meedeelen" dacht zij. „Wellicht zou zij den bij stand van het gerecht inroepen en mij behulp zaam zijn in het herstel onzer eer. Maar neen, zij is van mijn vader gescheiden en met den man verloofd, die zijn plaats bekleedt. Ik kan haar niets zeggen, zelfs als ik de aan mijn vader gedane belofte wilde verbreken. Neen, ik moet slechts handelen." Zij zuchtte over haar hulpeloosheid. Pierre zag verschrikt op. Hoe zwak het ge luid harer ademhaling ook geweest was, hij had het toch gehoord. Op dat oogénblik vloog een uil uit het venster en Pierre Renard zette zich weer gerustgesteld neer. D|e tijd ging sleepend voorbij. De minuten schenen Alexa uren toe. Alleen het geraas der in- er. uitvliegende uilen verbrak de heersehende stilte. Eindelijk kon Alexa niet meer, zij vrees de telkens dat zij zich verraden zou. Maar op dit uiterste oogénblik stond Pierre op en vertrok. Alexa wachtte totdat zij zeker was, dat hij niet zou terugkeeren zij verli,et haar schuil hoek en ging eveneens naar buiten, waar zij voor zichtgi rondkeek. Zij bemerkte echter niemand meer en ijlde naar haar kamer. „jHet wordt lichter" mompelde zij. ,,Ik be gin reeds iets te zien. Maar waar zijn de bewij zen voor mijn vermoedens? Em hoe kan ik mijn vader tegen deze gevaarlijke vijanden bescher men"? Zou het kwaad nog zegevieren en mijn vader met mij het onderspit moeten delven Pierre heeft mij herkend. Hij is mij zoowel als mijn vader vijandig en zal alles doen wat hij kan om ons te verdelgen. Mijn vader moet En geland verlaten en een nieuwe schuilplaats zoe ken. Ik zie dat Pierre meer op zijn geweten heeft dan hij zijn broeder vertelde. Zou het mogelijk zijn mij tegen hem te behoeden, mij en mijn vader Vijf en dertigste hoofdstuk. Lady Wolga Clyffe was door de schijnbare onoprechtheid en door het stilzwijgen Van Alexa dieper beleedigd dan het meisje kon denken. Trotsch als zij was, koel en afgemeten als zij scheen had een voor haar onverklaarbaar gevoel haar hart voor 'Alexa doen kloppen en geduren de weinige weken had zij het meisje lief gekre gen met een hartstochtelijke teederheid, waar toe alleen edele karakters in staat zijn. Die schijnbare ondankbaarheid en onwaardigheid van het meisje brachten haar hart een zwaren slag toe. Den nacht, Alexa's vertrek naar Mont He ron voorafgaande had zij geen oog geloken en eerst nadat het meisje vertrokken was viel zij van loutere vermoeienis in slaap. Zij' ontwaakte met een bitter gevoel van een zaamheid. Het was haar zoo wee aan het harte als had zij alles verloren wat zij op de wereld beminde. Het gezelschap harer gasten stuitte haar te gen de borst. Zij bleef uren lang in haar ka mer en zat er stil en droevig voor zich uit te staren. Haar vertrouwen in Alexa had een ge- voeligen knak gekregen. En toch dacht zij aan haar heldere blauwe oogen, aan de zuiverheid, onscnuld en kinderlijke lieftalligheid van haar gelaat. Dan twijfelde zij aan haar eigen oordeel en wilde den scnijn niet gelooven, die haar voor kwam valsch te zijn. Zij wilde zich zelve diets maken, dat zij haar jonge gezelschapsjuffer haar volkomen vertrouwen behoorde te schenken, dat de man, die des avonds met haar in den tuin was gezien lord Kingscourt geweest moest zijn ofschoon lady Markham het tegendeel beweerde de en Alexa dit had bekend. Wellicht was zij te trotsch geweest en had zij zich te diep be leedigd gevoeld, om de waarheid te zeggen. Den geheelen dag, den geheelen nacht en den volgenden morgen streed zij met haar twijfel. „/Indien het de graaf was die haar dit bezoek bracht en het stond bij haar vast dat hij het moest geweest zijn, want wie zou anders bij haar kunnen komen dan is het toch zoo erg niet, het was alleen maar zeer onvoorzichtig. Ik moet de waarheid van hem hooren. Het staat hem vrij haar te bezoeken zoo dikwijls als hij wil wanneer zij weer bij mij komt. Ik zal on middellijk om hem zenden." Zij! schreef den brief aan den graaf, waarvan wij reeds kennis dragen en waarin zij lord Kings court verzocht bij haar te komen. Een paar uur later verscheen deze op Clyffe boure. Men geleidde hem naar de balkonkamer van lady Wolga. Hij zag dat zij bleek was en zeer bezorgd uit de oogen keek, toen z!j hem tegemoet trad om hem te begroeten. „Is u ziek, lady Wolga?" vroeg hij deelne mend. i „Ik geloof ja," antwoordde zij met een 'lachje „ik heb je laten verzoeken hier te komen, lord Kingscourt, om je in vertrouwen te spreken over een zaak welke voor ons beiden van het grootste belang is. Het geldt miss Strrange." Zij nam plaats en noodigde den jongen graaf uit hetzelfde te doen. „Je zult het mij niet euvel duiden, wanneer ik maar met de deur in huis val" zeide zij. „Het meisje heeft mijne genegenheid gewon- pen. Zij heeft mij verteld hoe en waar ze je in Griekenland heeft leeren kennen en zeide mij ook dat je elkaar hebt leeren beminnen.' Die graaf boog toestemmend. ,J5ij heeft mij echter niet gezegd waarom zij nog niet huwen wil,ó' vervolgde lady Wolga, „en dat zou ik gaarne weten. Ik geloof dat er- een hinderpaal is, die dit huwelijk in den weg staat.' „diaar vader weigerde zijn toestemming, en zonder deze wilde zij mij niet huwen." i „{Diat is goed en braaf. Ik liet je roepen, waarde graaf, om je te zeggen, dat indien Alexa tot mij terugkeert, je volle vrijheid hebt om haar te bezoeken, wanneer je wilt." De graaf dankte. „iU zeide, wanneer zij terugleert" voegde nij er bij. „Is het dan aan twijfel onderhevig dat zij terugkeert? Wil zij bij mrs. Ingestre blijven? „JMiss Strange ging heen toen ik een kwade bui had" antwoordde lady Wolga een weinig verlegen. „Je bezoek eergisteravond in den tuin werd door lady Markham bemerkt en kwaad opgenomen. Miss Strange was te trotsch om mij den naam van den man te noemen, die haar bezocht, maar ik vermoedde dat jij het waart" „(Diat is een misverstand," antwoordde de graaf. „Ik was dien avond niet op Clyffebourne ik ben nooit hier geweest om miss Strange al leen te zien. Ik heb haar niet gezien of gespro ken of u heeft het geweten." „,JWa.t moet het dan beteekenen?" vroeg lady Wolga. „Wie omhelsde dan het meisje in den -nin?" ^Niemand" riep lord Kingscourt ernstig. „Lady Markham heeft zich vergist." „Maar Alexa verklaarde het zelf doch wilde den man niet noemen."' „Maar milady, zij kent niemand in Engeland zij heeft hier geen bloedverwanten en haar va der woont in Griekenland. Die beschuldiging is ongehoord." Lady Wolg abelde en beval een bediende lady Markham te roepen. Graaf Kingscourt kende de vijandige gezind heid der lady en een bang voorgevoel kwam bij hem op dat Alexa door een gevaar werd bedreigd hetwelk afgewend moest worden, wilde hij haar en zijn levensgeluk niet geheel en al verwoest zien. Lady Markham verscheen en vertelde haar ge schiedenis met een uitvoerigheid, die geen twij fel aan haar woorden kon overlaten. Lord Kings court was verbaasd maar zijn vertrouwen in Alexa wankelde niet. ,/Kun je mij het uiterlijk van den man be schrijven, lady Markham?' vroeg hij. „(Ik heb hem niet goed kunnen opnemen, om dat het te donker was, maar ik zag toch zijn groote gestalte en zijn vollen baard," antwoord de de gevraagde. „Hij scheen mij toe jong en knap te zijn.' „(Zonderling" zeide de graaf, nadat de zaak nog eens over en weer besproken was, ,,maar ik geef u mijn eerewoord ,lady Wolga, dat miss Strange niet in staat is iets onedels te doen. Ik geloof het niet dat een man haar omhelsde. Al leen haar eigen bekentenis zal mij overtuigen. Ik ken haar zoo goed dat ik zelfs het getuigenis van een engel tegen haar niet gelooven zou." Lady Wolga's oogen straalden van genoegen. Zij reikte den graaf de hand, die deze greep en warm drukte. „(Doch na de halve bekentenis, welke Alexa mij deed is het noodig dat zij die volledig maakt zeide lady Wolga na eenige oogenblikken gezwe gen te hebben. „Ik moet weten wie deze man was en waarom hij hier niet aan huis kwam, om naar haar te vragen. Het is uw plicht, lord Kingscourt om met haar over deze zaak te spre ken. Zij is onervaren in de wereld en reisde alleen van Griekenland naar Parijs. Misschien heeft zij onder weg den man leeren kennen die haar la ter volgde en nu lastig valt. Wellicht was het een harer bloedverwanten. Doch wie het ook zij in élk geval is het zeker dat miss Strange den raad van een vriend noodig heeft en ik zou haar gaarne mijn hulp willen aanbieden indien zij maar rechtuit tegen mij wilde opbiechten." vrees, dat Alexa dezen man 'toevallig op reis heeft leeren kennen is niet onwaarschijn lijk, lady Wolga," zeide de graaf bezorgd. „Bij de eerste gelegenheid de beste zal ik dez zaak eens terdege met haar bespreken. Indien iemand het gewaagd heeft haar te belagen, zal hij on dervinden, dat zij niet zonder beschermer is.'t Kort daarop nam lord Kingscourt afscheid en reed naar Mont Heron terug. Wordt vervolge^

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 14