Binnenland. FEUILLETON Onschuldig verbannen. Vroolijk Gezelschap. Sfuni cn WcuaiiujucN INGEZONDEN LIJK GEVONDEN. Naar de Alkm. Crt. bericht werd eergisteren in bet Groot Noord-Holl. Kanaal bij den Kogerpolder onder Akersloot drijvende gevonden het lijk van den -jarigen heer K., wonende aldaar. Men vermoedt dat hij door een noodlottig ongeval te water is ge raakt, want kort te voren was hij; dicht bij zijn woning gezien. MOORDAANSLAG OP ZIJN VERLOOFDE. Gisteravond heeft zich in Nieuwe Wolda (Gr.) een liefdesdrama afgespeeld. Om half tien keerde de 22-jarige arbeider Ernst Haan met zijn meisje, de 20-jarige E. Hartman wonende in Nieuw Scheemde, die in Nieuwe Woida in dienstbetreking is van een bezoek aan haar ouders, per fiets naar huis terug. Onderweg kre gen beide een woordenwisseling omdat het meisje de verloving wilde verbreken. Dicht bij haar woning sprong Haan van zijn fiets, greep een revolver en loste een drietal schoten op zijn verloofde. Twee kogels gingen van achter door het lichaam heen en kwamen er aan den voorkant weer, uif, de derde bleef echter in den borst zitten. De dader heeft daarna het wapen op zich zelf gericht. In levensgevaarlijken toestand zijn beiden per Groene Kruis-auto naar. het Academisch ziekenhuis overgebracht. Men vreest voor hun leven. MEER DAN 100.000 AUTO'S IN NOORD-HOLLAND. Naar de Tel. verneemt is op 1 Mei het aantal motorrijtuigen dat onder Noordholland ressorteert de 100.000 gepasseerd. Dit nummer is echter niet afgegeven omdat er bezwaar bestond tegen zes cij fers op een nummerbord. Na het nummer G 990099, dat aan den heer P. Bon te Hemstede werd afge geven, is terstond de GZ-serie geopend. De bezitter van het curieuze en veelbegeerde nummer GZ 1- is de garagehouder Hoogeveen te Haarlem, die het reeds in 1931 had aangevraagd. Als bijzonderheid kunnen wij nog melden, dat op 3 April het num mer 98900 was uitgegeven, waaruit blijkt hoe snel het aantal autobezitters het laatste halfjaar is toe genomen. Per week moesten ongeveer 250 tot 300 nummerbewijzen worden versrekt zoodat de GZ- serie een maand eerder werd bereikt dan oorspron kelijk vemoed is. STAKING UITGEBROKEN EN OPGEHEVEN. Men verzoekt ont te melden, dat er bij de tewerk- gestelden in den Wieringermeer een staking was uitgebroken, die door directe actie der arbeiders ge wonnen is. VERGADERING VAN SCHUT'IEVAER TE ENKHUIZEN. Te Enkhuizen hield de Schippersvereeniging Sohuttevaer haar zeventigste jaarvergadering. Langs de haven, Spoorstraat, Venedia, Westerstraat en Kaasmarkt is de weg dioor het Loodswezen met tonnen 'en bakens afgebakend, juist zooals zuiks op zee geschiedt, en geen afgevaardigde, vanwaar hij ook mag gekomen zijn, zal naar den weg hebben behoeven te vragen. Na een welkom van den burgemeester baron Mackay, werd bij ontstentenis van den voorzitter, mr. Harm. Smeenge, die wegens ziting van de Eerste Kamer afwezig was, de vergadering door den vice- voorzitter, den heer L. Hortensius, geopend, die een bijzonder woord van welkom rechtte ot kolonel Kruijs, inspecteur van het Loodswezen en vertegen woordiger van den minister van Defensie, ir. Kant, hoofdingenieur der Zuiderzeewerken, en ir. W. Cool, secretaris van het Koninklijk Instituut van Inge nieurs. Behalve de afgevaardigden van veertig afd. bleken mede aanwezig te zijn de heeren J. C. Schef- fer, vertegenwoordiger van den Nederlandschen Bond van Beurtvaartvereenigingen, J. G. Breeuwer, inspecteur van de A.N.C. en mr. G. H. A. Grosheide, vertegenwoordiger van de werkgevers in de Beurt vaart. Aangenomen werden diverse voorstellen als: ver vangen van de mistbel Kraggenburg door een sire ne; vervangen van den zwarten ton nr. 2 in de Zandkreek door een lichtboei; de middensteiger te Hansweert niet uitsluitend voor het meren van sleepbooten te besteden enz. Een voorstel om unifor me verlichting voor bruggen en sluizen bij provin ciale en particuliere kanalen te bepleiten werd na mededeeling van het hoofdbestuur dat het aantal waterwegbeheerders in ons land legio is ten gevolge waarvan zich juist op dit gebiedgroote moeilijk heden voordoen, aangehouden. Aangedrongen werd op scherper toezicht in zake tempering van auto lichten bij open bruggen of naderende schepen. In verband hiermede werd nog op de wenschelijkheid gewezen om alle personengewezen om alle personen die een rijbewijs aanvragen bij het examen op het vorenstaande te wijzen. Het hoofdbestuur werd voorts gemachtigd zoo noodig tijdelijk verzachtende bepalingen in zake voorschuttingvoor de Malle- gatsluis te Gouda te bepleiten. Opaangedrongen ver betering van de haven van Oude-Tonge deelde het hoofdbestuur mede, dat hier een kwestie bestaat tusschen gemeente en polders, waarvan de laatsten het havengeld ontvangen. Wordt nu bij de gemeente op verbetering aangedrongen da wordt steeds aar de polders verwezen. Nadat de vergadering was verdaagd werden afge vaardigden en genoodigden ten raadhuize officiepl door B. en W. ontvangen, waar inmiddels mede gearriveerde voorzitter mr. M. Smeenge de gevoe lens der afgevaardigden voor de .schitterende ont vangst te Enkhuizen op de hem eigen wijze vertolkte DRiOBVIG ONGEVAL. Woensdagochtend is, tijdens het trainen op de 'ü8jop}ui ojoojS J^qoc u-ecqjeiom eqqosqCiAsCrjji een droevig ongeluk gebeurd. i)e jonge stayer Ceurremans, die achter zijn broer reed, die hem gangmaakte, kwam bij het rijden in een 80 Ki. M. tempo door een slecht gemonteerden voorband ta vallen. Ceurremans werd direct door den' Ge neeskundigen dienst naar het Ziekenhuis aan het Westeinde vervoerd ,waar de doctoren, fbe- halve een zware schouderfractuur, een bloeduit storting in de hersenen constateerden. Donderdag had Ceurremans hét bewustzijn nog niet terug gekregen. Zijn toestand is zeer ernstig. Voor tafel ontmoette hij Alexa niet meer. Na het eten begaf lord Montheron zich naar de bibliotheek en liet zich den geheelen avond niet meer zien. Mrs. Ingestre die zich nog altijd onwel gevoelde trok zich eveneens terug, nadat zij eenige stukjes muziek had aangehoord. Alexa wilde haar volgen, maar haar gastvrouw verzocht haar te blijven. Alexa was nu met den graaf alleen en zij zag er zoo bekom merd uit dat lord Kingscourt het wel moest opmer ken. Hij deelde haar zijn onderhoud met lady Wolga mede en sprak van de tegen haar Ingebrachte leu genachtige beschuldiging en het vermoeden van lady Wolga omtrent den geheimzinnigen bezoeker. „Ik wil me niet in je" vertrouwen dringen" zeide hij, „en zou ook van de geheele zaak niet gesproken hebben indien ik niet vreesde, dat iemand dien je op je reis van Griekenland naar Frankrijk heeft leeren kennen het je lastig maakt. Laat je niet door valsche schaamte terughouden om van mijn bescherming gebruik te maken. „Ik zal je hulp inroepen als ik die noodig heb." „Dus is het niet waar?" vroeg de graaf. Alexa aarzelde. Zij kon de tegen haar ingebrachte beschuldiging niet loochenen en gevoelde dat de graaf recht had op haar vertrouwen, maar toch ver mocht zij hem de waarheid niet te zeggen. „Wij zijn nog niet met elkaar verloofd, Alfred" zeide zij bekommerd. „Ik begin er aan te wanhopen, dat de hinderpaal die tusschen ons bestaat, nooit Uit den weg geruimd zal worden. Ik moet je beken nen dat de beschuldiging van lady Markham waar is. Ik nam in den tuin van Clyyfebourne afscheid van een man op de wijze waarop zij dat beschreef." „Was de jongeling je broeder, Alexa?" of was hij een anderen bloedverwant?' vroeg de graaf. „Neen neen ik kan je niet zeggen wie hij was, Alfred. Wellicht zal ik nooit daartoe in staat zijn. Ik mag je de waarheid niet bekennen, al zou ik ook je liefde en je achting er door moeten verliezen. Zij hief haar blauwe oogen tot hem op, die wel is Waar diepe bekommering maar ook haar onsejmld en zielegrootheid uitdrukten. De graaf had nooit ge- Zij reisden met hun vieren, vier vrouwen, van vefschillende' grootte en dikte en zagen alle vier er tamelijk welvarend uit. Zij zaten heel knus twea aan twee naast elkander en lachten. Eerst werd het gesprek min of meer fluisterend ge voerd, maar af en toe rees de toonhoogte der stemmen, vooral als door den chauffeur signaal werd gegeven. Die neuzen kwamen dan dichter bij elkaar; dan hadden zij elkander wellicht iets bijzonders te vertellen. We vingen zob af en toe een woord van het gesprek op, maar zochten te- loofd dat zij iets zou gedaan hebben wat niet mocht, en deze blik zeide hem, dat hij zich niet bedroog. „Dan bewaar je je geheim Alexa" zeide hij zacht, „maar wanneer je mijn hulp noodig hebt, mag je niet aarzelen er gebruik van te maken." „En vertrouw je mij nog?' In zijn oogen las zij het antwoord. „Ik hoop dat er een dag zal komen, waarop ;k je alles kan verklaren,' zeide zij met een dankbaren blik. „O, Alfred, wanneer je me nog vertrouwt, in- weerwil dat de schijn tegen mij is, dan zal ik moedig verder gaan.' /t tpiaken nog een wijl met el.r.ar D1 graaf vroeg naar mr. Strange en Alexa liet hem den laoli sten brief an haar vader zien, die uil Athene ge dateerd was en niets inhield wat op haar zending- betrekking had. Deze brief verdreef de gedachte van den graaf dat de man, met wien Alexa des avonds in den tuin van Clyffebourne gesproken had, haar vader kon geweest zijn. Omstreeks tien uur begaf Alexa zich naar haar kamer. Het vuur flikkerde helder in de kachel en op den schoorsteen brandde een licht. Aan de ka chel stond een leunstoel, die haar tot rusten uit- noodigde. Alvorens zij echter ging zitten ziet haar oog op haar schrijfmappe die zij op tafel had laten liggen. Zij bemerkte dat alles niet in orde was z-joals zij het verlaten had. Het slot der mappe was na or het scheen met een valschen sleutel geopend en alle papieren waren doorsnuffeld. Blijkbaar had men deze brieven slechts afkomstig van haar vroe gere gouvernante in handen gehad. Het geheel zag er overigens uit alsof iemand de papieren door el kaar geworpen en ze inderhaast weer geborgen had. Dat is werk van Pierre Renard" ducht Alexa. „Hij is zeker overvallen en heeft toen maar zoo goed en zoo kwaad als het ging alles weggestopt Het is goed dat zich in de mappe geen portret en germ brieven van mijn vader bevonden." Zij legde de papieren weer netjes op ord', onder zocht het laadje van haar secretaire, da: bijna ge heel leeg en waarin niets verdachts te bespeur- n was. Vervolgens zag zij haar koffer na. Ook die was blijkt aar met een talschen sleutel geopend en clou snuifeld. Zij nat c-r stuk voor stuk uit om het er weer ordelijk in te leggen. Op den boden vonc1 zij in een hoekje een fraaie kostbare broche welke zij den vorigen daó airs. Ingestre had zie i dragen. Haar schrik over deze vondst was onbeschrijfelijk Zij uvijfelde er geen oogenblik aan of Pierre Re nard had de broche gestolen en in ha koffer ge- vergéefs naar het verband. ,,En stinken!" zei er een. „Geen .wonder, dat is altijd zoo met ge kuild, gras', zei een ander. „Dat de koeien t nog lusten, begrijp jij 't •*- vroeg de dei-jde en de vierde laente maar.-Die da,cht zeker nog aan het geen haar even te voren was verteld. Lachen werkt aanstekelijk. En ze lachten allemaal an ders, elk op haar manier, natuurlijk. Maar, die cone, de vrooiijkste, zoo dacht ik, nad toch wei een bijzondere lach. Het was een langgerekt hahahaha! en klonk heel hoog, en ais ze aan het einde was, dan kwam er een ho-hoooo! achter zoo: hahahahaha—hotnoooo! .en dan ging de stem wat in de laagte een wegstervend diminuendo. En dan begon het gekwebbel weer der vier klapeksters. Maax de vroolijke stemming openbaarde zich bij allen. Het leelijkst klonk de lach van de tweede. Hi-hi- hi hi-hi-hi in denzelfden toonaard, eigen lijk zonder klank een geluid van een deur, die op haar scharnieren giert, als je haar open en dicht doet. Het viel zelfs haar buurvrouw naast haar op, die dan ook niet kon nalaten te zeggen „nou, meid, ken je!" r Maar ik heb u nog niets verteld van de hoeden die de dames, in strijd met idle tegenwoor 1 dige mode, waarvan ik geen verstand heb, op het hoofd droegen. Ik kan ze u daarom niet be schrijven, maar een ervan trok de aandacht. Het was een hoed met een tamelijk groote zwar- j to veer. Die allerlei tuimelingen maakte, wan- I neer het hoofd ja of neen knikte. Zij schudde I van pleizier als de dame lachte en zou hebben kunnen concurreeren met de pruik van Meester Eeunewip, u weet wel, die op het salie-avondje j van Jufirouw Pieterse zoo druk in de weer was. I E|n steeds waren er nieuwtjes te vertellen. Als de een het niet deed, deed de ander het. Het was Waarlijk een interes sant gezicht, die vier hoofden steeds in bewe ging tc zien. T|rek in uw gedachten eens een cirked, plaats daar vier hoofden in met de neu- j zen, als stompe kleine punten, pyramidaal naar elkaar toe gericht, de lippen gaan sne'l op en j neer, als van gondvisschen in een glazen kom en i denkt u dan een soort mobile perpetu-um der j hoofden, die knikken, schudden naar gelang van den indruk, die het nieuwtje verwekt. En wan neer ge u dat goed hebt ingedacht, tracht u dan het} geluid ia te denken als de lachspieren wer ken. Ik heb u nog slechts van twee vrouwen trachten te verklaren op welke wijze zij lach ten. Van de derde klonk het als een è-klank. De h kon men niet hooren, dé werd zacht uit- gestocten en klonk achter in de keel. Probeert het eens: è-è-è met korte stootjes. De vierde lach klonk recht hartelijk. Die lachte ha-ha-ha(- ha-ha! Niet luid uiet hoog en niet in de aa-klank maar de a als in „hajd" en Jdat." Wat kan op reflectorische wijze de lach toch op verschillende wijze worden opgewekt. Ein de dames bleven maar zitten, praten en la chen. Het werd vermakelijk. Ook de andere reizigers werden er door aangestoken. En op eens werd het opvallend, toen zij allen in lachen ik bedoel altijd nog de vier vrouwen uit barstten. Een leelijk woord, maar het was zoo. Toen klonk er een lach-kwartet, dat zeker in geen enkelen toonaard kan worden gezet. Ha-ha- ha-ho ho-o-o-o! Hi-hi-hiiii hi-hi-liil-iii 1 è-è-èHa-haha! Toen lachten ze allemaal in de bus. D|e chauf- j feur keek eens om. Maar de grootste schik had ik. Achter me zat een man, ongeschoren, een baard van een week, dacht ik, zwart haar, don kere ooge'n, doch nogal met een vriendelijk ui terlijk. Ook hij begon te lachen. Een zware, diepe basstem werd gehoord in de klank van hue-hue-hueHiueEen grafstem en een samentrek ken van de mimische gelaatsspieren, die den mond verbreeddden en optrokken. Het dreunde. - Het- gelach der dames verstomde. Zij keken om, richtten de neuzen onzen kant uit en de Dorgen om de v oenking van die'stal op har- te :«.-:er we'licht zelfs om haar in de gevangenis te -neren Het koude zweet brak haar uit en als vernietigd viel zij op een stoel neer. Hoe kon zij hopen haar werk tot een goed einde te Drengen daar zij bij el ke schrede door vijanden werd gadegeslagen en ver volgd, vijanden die alle middelen aangrepen om haar verdacht te maken en te doen wegjagen en die zelfs gewetenloos genoeg waren om haar misda dig te doen schijnen. Zij durfde zich niet over den bediende bij den graaf te beklagen, zelfs mrs. Ingestre mocht zij er geen kennis van geven. Want hoe kon zij de vijand schap van den bediende verklaren, zonder zich zelf te verraden? Zij moest de broche weer naar haar beschermster brengen. Zij stak ze in den zak en ging naar de ka mer der oude dame, die zij naar haar toestand vroeg. Zij vond gelegenheid de broche in een klei nodiën doosje te leggen, waaruit Renard ze onge twijfeld had weggenomen. Daarna keerde zij geheel verlicht terug. In den gang ontmoette zij haar vijand. In zijn oogen las zij onverholen vreugde. Zijn snood plan werd door haar bezoek bij mrs. Ingestre begunstigd. Hij groette diep en ging verder. „Wat zal hij doen als hij ondervindt dat zijn toeleg mislukt is?' dacht Alexa toen zij weer in haar kamer was teruggekeerd. ZES EN DERTIGSTE HOOFDSTUK. Ongeduldig wachtte Pierre Renard den volgenden dag op het bericht over het verdwijnen der broche van mrs. Ingestre. In spanning dwaalde hij het ge heele huis' door, luisterde overal waar twee dienst boden met elkander praatten, maar niemand wist dat er iets buitengewoons was voorgevallen. Eerst des avonds zag hij mrs. Ingestre en hij stond ver stomd toen. hij bemerkte dat de broche op de japon der oude dame prijkte. Alexa was de volgende dagen buitengewoon op haar hoede. Zij onderzocht eiken avond alles, doch vond niets dat haar niet toebehoorde. Mrs. Ingestre begon al dadelijk meer van het meisje te houden en dacht er met schrik aan, dat zij spoedig naar lady Wolga zou terugkeeren. Alexa was zoo lief en zoo zacht, zoo natuurlijk en zoo oprecht deelnemend in haar lijden, dat mrs. Ingestre besloot haar voor altijd bij zich te houden, indien het maar mogelijk was. hi-hi-hi!-lachster liet los: „Nou die keu 't „/tiet is voor het lichaam uut, ais soms de ie\er scnuut! zei, ais ik inij mee vergis, van iLeunep. M«t het lachen was net toen geuaan, en spoeuig stapten de dames uit. En Knik ken. u;ag uag dag! klonk t. tiet was een loiiig ritje geweest. Lie voetbalwedstrijd HollandBelgie Zooals bekend komt morgen net ueigisciie elitai in Amsterdam op bezoek. De dennitieve elitaiuuieeiing is aldus: NE0J|E|KLANU. Van der Meulen, uoei w.eber en van Hun, achter Eeiikan, Anuriessen, van reeei, mid den VVeis, Adam, van den Broek, jjiiujuuou- wer en van iNelien, voorhoede. (BEiLGIEi. v JBraet, doel Hoijacmckx en De Deken achter Maesseus, Heiiemans, en van ingeicnem mid den van den Lijmde, öaeijs. Diesmet, voorhoof en, Versijp voorhoede. .Scheidsrechter Uhissou. Bezoekers dienen op hun hoede te zijn, want er zijn blijkbaar voor de verschillende rangen valsche toegangskaarten gedrukt, welke men tracht te verkoopeu. Het bestuur van den K,. N,Vr,B, eu de directie van het stadion raden, een ieder dringend aan om zeer voorzichtig te zijn bij het koopen van kaarten. Een strenge con rtole zal worden toegepast. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Watte ze skrevem hewwe. J. hep skreven de vorige week, dat un vader een popke wou angeve en dat hij het Gre wou late hiete. Maar Jskreef, dat de burgemeister had deer bar bezweer teugeu, want dat was gien goeie naam, nei, 't was eigeluk gien naam Nou ben ik bar nuwskierig uitvallen, dus nou wou ik wel ieus wete, of Jasper me vertell© wouw, of die burgemeister deer nouw 't recht toe had en om zoo n vader te dwingen dat ie zun kindje aars moet leite hiete in het stamregisiur.. Zoo a naamgevung eischt vaak voor zoo n popke der is, tusschen Da en Moe veul taid van bespre king en den wordt met zoon enkel misnoegend, gebaar en simpele woorde zander moeders mede weten de heele boel in de war skopt. Nou wou ik wel eens wete volgens welke wet en artikele zoo'n bezweer geldig kan weze. J. zou je main dat niet eens zegge kenne. Weet hoe- veul ouwelui je zoo niet voor hun recht kunne late optrede. Want toen ik het las, docht ik heusch an wat eigengerechtighaid, zu zegge hier wel eens van te veul IK, of je voele leite, IK, hep dut recht. Maar zie je, het gaat mien ik hier 'nou niet om de naam Gre, maar om ut recht hoe je je kind hiete leite wulle. Graag iens je antwoord, als het je voegt. IEiN BEiLANGiSTELLEH. Ja, wat zei ik deerop zegge. 'Dlie burgemeis ter zei 't as overheid wel weten hewwe, maar 't laikt main ok niet bai rechtuit. In de wetboeke van 'k vanzelf ok niet thuis, maar wel weet ik, dat deer sproken wordt van een „normaal gangbaren naam." Of „Gre" nou normaal is, moste jolle in Broek maar bai stem ming uitmake. Ik zou zegge van al, maar ja, ik ben gien overhaid, en gien affekaat ok, dus 'k geef 't graag voor beter. J. „De Voorzienigheid heeft mij geen kind geschon ken" dacht zij, „maar dit meisje kan een dochter voor mij zijn. Ik laat haar niet meer naar lady Wolga terugkeeren, als ik het kan verhinderen." Lady Wolga schreef Alexa niet en verlangde even min haar terugkeer. Lord Kingscourt had de lady opnieuw bezocht. Hij vertelde haar zijn gesprek met Alexa en deelde haar mede, dat zij hemhaar geheim niet wilde openbaren, dat hij haar echter vertrouwde en dat niets, wat het ook mocht zijn, hem dat vertrouwen kon ontnemen. Alexa was reeds een week op Mont-Heron en had in dien tijd noch van lady Wolga noch van haar va der iets gehoord of gezien. Des avonds wandelde zij op het terras, maar de jonge graaf was bijna altijd bij haar en zij kon hem niet wegzenden, ofschoon zij het dikwijls gaarne gedaan zou hebben. Pierre Renard bemerkte haar voorliefde voor eenzame wandelingen en beloerde haar stap voor stap, in de hoop iets van haar op te merken, waar mede hij zijn voordeel zou kunnen doen. Hij had het zijn broeder medegedeelde plan uitgevoerd en den chef van Scotland Yard namens zijn broeder Jean Renard kennis gegeven, dat de veroordeelde mar kies en moordenaar van den laatsten markies van Montheron in een afgelegen dal aan de kust van Griekenland woonde, onder den naam van George Strage, dat hij echter gevlucht was wijl hij ge loofde ontdekt te zijn en zeker in de bergen een schuilplaats had gezocht. Op dit bericht dat Jean Renard naar Londen bracht en persoonlijk beves tigde, werd in alle stilte en met de noodige voor zichtigheid namens de Engelsche regeering een on- derzoekingesteld, teneinde de gevangenneming van lord Stratford te bewerken. In de couranten stond er geen woord van, want het ministerie hield het stipt geheim en zoodoende bleef lady Wolga onbekend met het feit, dat haar vroege- ren echtgenoot nog leefde en door de politie werd gezocht. Op het einde der week van Alexa's afwezigheid overwon de liefde van lady Wolga haar boosheid over het hardnekkig zwijgen van het meisje en ver langde zij haar weer te zien. Zij was echter te rotsch cm Alexa te verzoeken terug te keeren en daarom besloot zij de bewoners van Montehron op een diner te noodigen. De markies nam de ultnoodiging voor zich zelf en zijn huisgenooten aan. Het kwam nier bij Alexa op om te bedanken doch zij ver'angde er naar en verheugde er zich over haar moeder weer te zullen ontmoeten,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 9