Binnenland.
FEUILLETON
Onschuldig verbannen.
Vroolijk Gezelschap.
Sfuni cn WcuaiiujucN
INGEZONDEN
LIJK GEVONDEN.
Naar de Alkm. Crt. bericht werd eergisteren in
bet Groot Noord-Holl. Kanaal bij den Kogerpolder
onder Akersloot drijvende gevonden het lijk van den
-jarigen heer K., wonende aldaar. Men vermoedt
dat hij door een noodlottig ongeval te water is ge
raakt, want kort te voren was hij; dicht bij zijn
woning gezien.
MOORDAANSLAG OP ZIJN VERLOOFDE.
Gisteravond heeft zich in Nieuwe Wolda (Gr.)
een liefdesdrama afgespeeld.
Om half tien keerde de 22-jarige arbeider Ernst
Haan met zijn meisje, de 20-jarige E. Hartman
wonende in Nieuw Scheemde, die in Nieuwe Woida
in dienstbetreking is van een bezoek aan haar
ouders, per fiets naar huis terug. Onderweg kre
gen beide een woordenwisseling omdat het meisje
de verloving wilde verbreken. Dicht bij haar woning
sprong Haan van zijn fiets, greep een revolver en
loste een drietal schoten op zijn verloofde. Twee
kogels gingen van achter door het lichaam heen en
kwamen er aan den voorkant weer, uif, de derde
bleef echter in den borst zitten.
De dader heeft daarna het wapen op zich zelf
gericht.
In levensgevaarlijken toestand zijn beiden per
Groene Kruis-auto naar. het Academisch ziekenhuis
overgebracht. Men vreest voor hun leven.
MEER DAN 100.000 AUTO'S IN NOORD-HOLLAND.
Naar de Tel. verneemt is op 1 Mei het aantal
motorrijtuigen dat onder Noordholland ressorteert
de 100.000 gepasseerd. Dit nummer is echter niet
afgegeven omdat er bezwaar bestond tegen zes cij
fers op een nummerbord. Na het nummer G 990099,
dat aan den heer P. Bon te Hemstede werd afge
geven, is terstond de GZ-serie geopend. De bezitter
van het curieuze en veelbegeerde nummer GZ 1-
is de garagehouder Hoogeveen te Haarlem, die het
reeds in 1931 had aangevraagd. Als bijzonderheid
kunnen wij nog melden, dat op 3 April het num
mer 98900 was uitgegeven, waaruit blijkt hoe snel
het aantal autobezitters het laatste halfjaar is toe
genomen. Per week moesten ongeveer 250 tot 300
nummerbewijzen worden versrekt zoodat de GZ-
serie een maand eerder werd bereikt dan oorspron
kelijk vemoed is.
STAKING UITGEBROKEN EN OPGEHEVEN.
Men verzoekt ont te melden, dat er bij de tewerk-
gestelden in den Wieringermeer een staking was
uitgebroken, die door directe actie der arbeiders ge
wonnen is.
VERGADERING VAN SCHUT'IEVAER TE
ENKHUIZEN.
Te Enkhuizen hield de Schippersvereeniging
Sohuttevaer haar zeventigste jaarvergadering. Langs
de haven, Spoorstraat, Venedia, Westerstraat en
Kaasmarkt is de weg dioor het Loodswezen met
tonnen 'en bakens afgebakend, juist zooals zuiks op
zee geschiedt, en geen afgevaardigde, vanwaar hij
ook mag gekomen zijn, zal naar den weg hebben
behoeven te vragen.
Na een welkom van den burgemeester baron
Mackay, werd bij ontstentenis van den voorzitter,
mr. Harm. Smeenge, die wegens ziting van de Eerste
Kamer afwezig was, de vergadering door den vice-
voorzitter, den heer L. Hortensius, geopend, die een
bijzonder woord van welkom rechtte ot kolonel
Kruijs, inspecteur van het Loodswezen en vertegen
woordiger van den minister van Defensie, ir. Kant,
hoofdingenieur der Zuiderzeewerken, en ir. W. Cool,
secretaris van het Koninklijk Instituut van Inge
nieurs. Behalve de afgevaardigden van veertig afd.
bleken mede aanwezig te zijn de heeren J. C. Schef-
fer, vertegenwoordiger van den Nederlandschen
Bond van Beurtvaartvereenigingen, J. G. Breeuwer,
inspecteur van de A.N.C. en mr. G. H. A. Grosheide,
vertegenwoordiger van de werkgevers in de Beurt
vaart.
Aangenomen werden diverse voorstellen als: ver
vangen van de mistbel Kraggenburg door een sire
ne; vervangen van den zwarten ton nr. 2 in de
Zandkreek door een lichtboei; de middensteiger te
Hansweert niet uitsluitend voor het meren van
sleepbooten te besteden enz. Een voorstel om unifor
me verlichting voor bruggen en sluizen bij provin
ciale en particuliere kanalen te bepleiten werd na
mededeeling van het hoofdbestuur dat het aantal
waterwegbeheerders in ons land legio is ten gevolge
waarvan zich juist op dit gebiedgroote moeilijk
heden voordoen, aangehouden. Aangedrongen werd
op scherper toezicht in zake tempering van auto
lichten bij open bruggen of naderende schepen. In
verband hiermede werd nog op de wenschelijkheid
gewezen om alle personengewezen om alle personen
die een rijbewijs aanvragen bij het examen op het
vorenstaande te wijzen. Het hoofdbestuur werd
voorts gemachtigd zoo noodig tijdelijk verzachtende
bepalingen in zake voorschuttingvoor de Malle-
gatsluis te Gouda te bepleiten. Opaangedrongen ver
betering van de haven van Oude-Tonge deelde het
hoofdbestuur mede, dat hier een kwestie bestaat
tusschen gemeente en polders, waarvan de laatsten
het havengeld ontvangen. Wordt nu bij de gemeente
op verbetering aangedrongen da wordt steeds aar
de polders verwezen.
Nadat de vergadering was verdaagd werden afge
vaardigden en genoodigden ten raadhuize officiepl
door B. en W. ontvangen, waar inmiddels mede
gearriveerde voorzitter mr. M. Smeenge de gevoe
lens der afgevaardigden voor de .schitterende ont
vangst te Enkhuizen op de hem eigen wijze vertolkte
DRiOBVIG ONGEVAL.
Woensdagochtend is, tijdens het trainen op de
'ü8jop}ui ojoojS J^qoc u-ecqjeiom eqqosqCiAsCrjji
een droevig ongeluk gebeurd. i)e jonge stayer
Ceurremans, die achter zijn broer reed, die hem
gangmaakte, kwam bij het rijden in een 80 Ki. M.
tempo door een slecht gemonteerden voorband
ta vallen. Ceurremans werd direct door den' Ge
neeskundigen dienst naar het Ziekenhuis aan
het Westeinde vervoerd ,waar de doctoren, fbe-
halve een zware schouderfractuur, een bloeduit
storting in de hersenen constateerden. Donderdag
had Ceurremans hét bewustzijn nog niet terug
gekregen. Zijn toestand is zeer ernstig.
Voor tafel ontmoette hij Alexa niet meer. Na het
eten begaf lord Montheron zich naar de bibliotheek
en liet zich den geheelen avond niet meer zien.
Mrs. Ingestre die zich nog altijd onwel gevoelde
trok zich eveneens terug, nadat zij eenige stukjes
muziek had aangehoord. Alexa wilde haar volgen,
maar haar gastvrouw verzocht haar te blijven. Alexa
was nu met den graaf alleen en zij zag er zoo bekom
merd uit dat lord Kingscourt het wel moest opmer
ken.
Hij deelde haar zijn onderhoud met lady Wolga
mede en sprak van de tegen haar Ingebrachte leu
genachtige beschuldiging en het vermoeden van lady
Wolga omtrent den geheimzinnigen bezoeker.
„Ik wil me niet in je" vertrouwen dringen" zeide
hij, „en zou ook van de geheele zaak niet gesproken
hebben indien ik niet vreesde, dat iemand dien je
op je reis van Griekenland naar Frankrijk heeft
leeren kennen het je lastig maakt. Laat je niet
door valsche schaamte terughouden om van mijn
bescherming gebruik te maken.
„Ik zal je hulp inroepen als ik die noodig heb."
„Dus is het niet waar?" vroeg de graaf.
Alexa aarzelde. Zij kon de tegen haar ingebrachte
beschuldiging niet loochenen en gevoelde dat de
graaf recht had op haar vertrouwen, maar toch ver
mocht zij hem de waarheid niet te zeggen.
„Wij zijn nog niet met elkaar verloofd, Alfred"
zeide zij bekommerd. „Ik begin er aan te wanhopen,
dat de hinderpaal die tusschen ons bestaat, nooit
Uit den weg geruimd zal worden. Ik moet je beken
nen dat de beschuldiging van lady Markham waar
is. Ik nam in den tuin van Clyyfebourne afscheid
van een man op de wijze waarop zij dat beschreef."
„Was de jongeling je broeder, Alexa?" of was hij
een anderen bloedverwant?' vroeg de graaf.
„Neen neen ik kan je niet zeggen wie hij was,
Alfred. Wellicht zal ik nooit daartoe in staat zijn.
Ik mag je de waarheid niet bekennen, al zou ik
ook je liefde en je achting er door moeten verliezen.
Zij hief haar blauwe oogen tot hem op, die wel is
Waar diepe bekommering maar ook haar onsejmld
en zielegrootheid uitdrukten. De graaf had nooit ge-
Zij reisden met hun vieren, vier vrouwen, van
vefschillende' grootte en dikte en zagen alle vier
er tamelijk welvarend uit. Zij zaten heel knus
twea aan twee naast elkander en lachten. Eerst
werd het gesprek min of meer fluisterend ge
voerd, maar af en toe rees de toonhoogte der
stemmen, vooral als door den chauffeur signaal
werd gegeven. Die neuzen kwamen dan dichter
bij elkaar; dan hadden zij elkander wellicht iets
bijzonders te vertellen. We vingen zob af en toe
een woord van het gesprek op, maar zochten te-
loofd dat zij iets zou gedaan hebben wat niet
mocht, en deze blik zeide hem, dat hij zich niet
bedroog.
„Dan bewaar je je geheim Alexa" zeide hij zacht,
„maar wanneer je mijn hulp noodig hebt, mag je
niet aarzelen er gebruik van te maken."
„En vertrouw je mij nog?'
In zijn oogen las zij het antwoord.
„Ik hoop dat er een dag zal komen, waarop ;k je
alles kan verklaren,' zeide zij met een dankbaren
blik. „O, Alfred, wanneer je me nog vertrouwt, in-
weerwil dat de schijn tegen mij is, dan zal ik moedig
verder gaan.'
/t tpiaken nog een wijl met el.r.ar D1 graaf
vroeg naar mr. Strange en Alexa liet hem den laoli
sten brief an haar vader zien, die uil Athene ge
dateerd was en niets inhield wat op haar zending-
betrekking had. Deze brief verdreef de gedachte van
den graaf dat de man, met wien Alexa des avonds
in den tuin van Clyffebourne gesproken had, haar
vader kon geweest zijn.
Omstreeks tien uur begaf Alexa zich naar haar
kamer. Het vuur flikkerde helder in de kachel en
op den schoorsteen brandde een licht. Aan de ka
chel stond een leunstoel, die haar tot rusten uit-
noodigde. Alvorens zij echter ging zitten ziet haar
oog op haar schrijfmappe die zij op tafel had laten
liggen. Zij bemerkte dat alles niet in orde was
z-joals zij het verlaten had. Het slot der mappe was
na or het scheen met een valschen sleutel geopend
en alle papieren waren doorsnuffeld. Blijkbaar had
men deze brieven slechts afkomstig van haar vroe
gere gouvernante in handen gehad. Het geheel zag
er overigens uit alsof iemand de papieren door el
kaar geworpen en ze inderhaast weer geborgen had.
Dat is werk van Pierre Renard" ducht Alexa.
„Hij is zeker overvallen en heeft toen maar zoo
goed en zoo kwaad als het ging alles weggestopt
Het is goed dat zich in de mappe geen portret en
germ brieven van mijn vader bevonden."
Zij legde de papieren weer netjes op ord', onder
zocht het laadje van haar secretaire, da: bijna ge
heel leeg en waarin niets verdachts te bespeur- n
was. Vervolgens zag zij haar koffer na. Ook die was
blijkt aar met een talschen sleutel geopend en clou
snuifeld. Zij nat c-r stuk voor stuk uit om het er
weer ordelijk in te leggen. Op den boden vonc1 zij
in een hoekje een fraaie kostbare broche welke zij
den vorigen daó airs. Ingestre had zie i dragen.
Haar schrik over deze vondst was onbeschrijfelijk
Zij uvijfelde er geen oogenblik aan of Pierre Re
nard had de broche gestolen en in ha koffer ge-
vergéefs naar het verband. ,,En stinken!" zei er
een. „Geen .wonder, dat is altijd zoo met ge
kuild, gras', zei een ander. „Dat de koeien t nog
lusten, begrijp jij 't •*- vroeg de dei-jde en de
vierde laente maar.-Die da,cht zeker nog aan het
geen haar even te voren was verteld. Lachen
werkt aanstekelijk. En ze lachten allemaal an
ders, elk op haar manier, natuurlijk. Maar, die
cone, de vrooiijkste, zoo dacht ik, nad toch wei
een bijzondere lach. Het was een langgerekt
hahahaha! en klonk heel hoog, en ais ze
aan het einde was, dan kwam er een ho-hoooo!
achter zoo: hahahahaha—hotnoooo!
.en dan ging de stem wat in de laagte een
wegstervend diminuendo. En dan begon het
gekwebbel weer der vier klapeksters. Maax de
vroolijke stemming openbaarde zich bij allen.
Het leelijkst klonk de lach van de tweede. Hi-hi-
hi hi-hi-hi in denzelfden toonaard, eigen
lijk zonder klank een geluid van een deur, die
op haar scharnieren giert, als je haar open en
dicht doet. Het viel zelfs haar buurvrouw naast
haar op, die dan ook niet kon nalaten te zeggen
„nou, meid, ken je!" r
Maar ik heb u nog niets verteld van de
hoeden die de dames, in strijd met idle tegenwoor
1 dige mode, waarvan ik geen verstand heb, op
het hoofd droegen. Ik kan ze u daarom niet be
schrijven, maar een ervan trok de aandacht.
Het was een hoed met een tamelijk groote zwar-
j to veer. Die allerlei tuimelingen maakte, wan-
I neer het hoofd ja of neen knikte. Zij schudde
I van pleizier als de dame lachte en zou hebben
kunnen concurreeren met de pruik van Meester
Eeunewip, u weet wel, die op het salie-avondje
j van Jufirouw Pieterse zoo druk in de weer was.
I E|n steeds waren er nieuwtjes te
vertellen. Als de een het niet deed,
deed de ander het. Het was Waarlijk een interes
sant gezicht, die vier hoofden steeds in bewe
ging tc zien. T|rek in uw gedachten eens een
cirked, plaats daar vier hoofden in met de neu-
j zen, als stompe kleine punten, pyramidaal naar
elkaar toe gericht, de lippen gaan sne'l op en
j neer, als van gondvisschen in een glazen kom en
i denkt u dan een soort mobile perpetu-um der
j hoofden, die knikken, schudden naar gelang van
den indruk, die het nieuwtje verwekt. En wan
neer ge u dat goed hebt ingedacht, tracht u dan
het} geluid ia te denken als de lachspieren wer
ken. Ik heb u nog slechts van twee vrouwen
trachten te verklaren op welke wijze zij lach
ten. Van de derde klonk het als een è-klank.
De h kon men niet hooren, dé werd zacht uit-
gestocten en klonk achter in de keel. Probeert
het eens: è-è-è met korte stootjes. De vierde
lach klonk recht hartelijk. Die lachte ha-ha-ha(-
ha-ha! Niet luid uiet hoog en niet in de
aa-klank maar de a als in „hajd" en
Jdat." Wat kan op reflectorische wijze de lach
toch op verschillende wijze worden opgewekt.
Ein de dames bleven maar zitten, praten en la
chen. Het werd vermakelijk. Ook de andere
reizigers werden er door aangestoken. En op
eens werd het opvallend, toen zij allen in lachen
ik bedoel altijd nog de vier vrouwen uit
barstten. Een leelijk woord, maar het was zoo.
Toen klonk er een lach-kwartet, dat zeker in
geen enkelen toonaard kan worden gezet. Ha-ha-
ha-ho ho-o-o-o! Hi-hi-hiiii
hi-hi-liil-iii 1 è-è-èHa-haha!
Toen lachten ze allemaal in de bus. D|e chauf-
j feur keek eens om. Maar de grootste schik had
ik. Achter me zat een man, ongeschoren, een
baard van een week, dacht ik, zwart haar, don
kere ooge'n, doch nogal met een vriendelijk ui
terlijk. Ook hij begon te lachen. Een zware,
diepe basstem werd gehoord in de klank van
hue-hue-hueHiueEen grafstem en een samentrek
ken van de mimische gelaatsspieren, die den
mond verbreeddden en optrokken. Het dreunde.
- Het- gelach der dames verstomde. Zij keken
om, richtten de neuzen onzen kant uit en de
Dorgen om de v oenking van die'stal op har- te
:«.-:er we'licht zelfs om haar in de gevangenis
te -neren
Het koude zweet brak haar uit en als vernietigd
viel zij op een stoel neer. Hoe kon zij hopen haar
werk tot een goed einde te Drengen daar zij bij el
ke schrede door vijanden werd gadegeslagen en ver
volgd, vijanden die alle middelen aangrepen om
haar verdacht te maken en te doen wegjagen en
die zelfs gewetenloos genoeg waren om haar misda
dig te doen schijnen.
Zij durfde zich niet over den bediende bij den
graaf te beklagen, zelfs mrs. Ingestre mocht zij er
geen kennis van geven. Want hoe kon zij de vijand
schap van den bediende verklaren, zonder zich zelf
te verraden?
Zij moest de broche weer naar haar beschermster
brengen. Zij stak ze in den zak en ging naar de ka
mer der oude dame, die zij naar haar toestand
vroeg. Zij vond gelegenheid de broche in een klei
nodiën doosje te leggen, waaruit Renard ze onge
twijfeld had weggenomen. Daarna keerde zij geheel
verlicht terug.
In den gang ontmoette zij haar vijand. In zijn
oogen las zij onverholen vreugde.
Zijn snood plan werd door haar bezoek bij mrs.
Ingestre begunstigd. Hij groette diep en ging verder.
„Wat zal hij doen als hij ondervindt dat zijn
toeleg mislukt is?' dacht Alexa toen zij weer in
haar kamer was teruggekeerd.
ZES EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Ongeduldig wachtte Pierre Renard den volgenden
dag op het bericht over het verdwijnen der broche
van mrs. Ingestre. In spanning dwaalde hij het ge
heele huis' door, luisterde overal waar twee dienst
boden met elkander praatten, maar niemand wist
dat er iets buitengewoons was voorgevallen. Eerst
des avonds zag hij mrs. Ingestre en hij stond ver
stomd toen. hij bemerkte dat de broche op de japon
der oude dame prijkte.
Alexa was de volgende dagen buitengewoon op
haar hoede. Zij onderzocht eiken avond alles, doch
vond niets dat haar niet toebehoorde.
Mrs. Ingestre begon al dadelijk meer van het
meisje te houden en dacht er met schrik aan, dat
zij spoedig naar lady Wolga zou terugkeeren. Alexa
was zoo lief en zoo zacht, zoo natuurlijk en zoo
oprecht deelnemend in haar lijden, dat mrs. Ingestre
besloot haar voor altijd bij zich te houden, indien
het maar mogelijk was.
hi-hi-hi!-lachster liet los: „Nou die keu 't
„/tiet is voor het lichaam uut, ais soms de
ie\er scnuut! zei, ais ik inij mee vergis, van
iLeunep. M«t het lachen was net toen geuaan,
en spoeuig stapten de dames uit. En Knik
ken. u;ag uag dag! klonk t.
tiet was een loiiig ritje geweest.
Lie voetbalwedstrijd HollandBelgie
Zooals bekend komt morgen net ueigisciie
elitai in Amsterdam op bezoek. De dennitieve
elitaiuuieeiing is aldus:
NE0J|E|KLANU.
Van der Meulen, uoei w.eber en van Hun,
achter Eeiikan, Anuriessen, van reeei, mid
den VVeis, Adam, van den Broek, jjiiujuuou-
wer en van iNelien, voorhoede.
(BEiLGIEi. v
JBraet, doel Hoijacmckx en De Deken achter
Maesseus, Heiiemans, en van ingeicnem mid
den van den Lijmde, öaeijs. Diesmet, voorhoof
en, Versijp voorhoede.
.Scheidsrechter Uhissou.
Bezoekers dienen op hun hoede te zijn, want
er zijn blijkbaar voor de verschillende rangen
valsche toegangskaarten gedrukt, welke men
tracht te verkoopeu. Het bestuur van den K,.
N,Vr,B, eu de directie van het stadion raden,
een ieder dringend aan om zeer voorzichtig te
zijn bij het koopen van kaarten. Een strenge con
rtole zal worden toegepast.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Watte ze skrevem hewwe.
J. hep skreven de vorige week, dat un vader
een popke wou angeve en dat hij het Gre wou
late hiete. Maar Jskreef, dat de burgemeister
had deer bar bezweer teugeu, want dat was
gien goeie naam, nei, 't was eigeluk gien naam
Nou ben ik bar nuwskierig uitvallen, dus nou
wou ik wel ieus wete, of Jasper me vertell©
wouw, of die burgemeister deer nouw 't recht
toe had en om zoo n vader te dwingen dat ie zun
kindje aars moet leite hiete in het stamregisiur..
Zoo a naamgevung eischt vaak voor zoo n popke
der is, tusschen Da en Moe veul taid van bespre
king en den wordt met zoon enkel misnoegend,
gebaar en simpele woorde zander moeders mede
weten de heele boel in de war skopt.
Nou wou ik wel eens wete volgens welke wet
en artikele zoo'n bezweer geldig kan weze. J.
zou je main dat niet eens zegge kenne. Weet hoe-
veul ouwelui je zoo niet voor hun recht kunne
late optrede. Want toen ik het las, docht ik
heusch an wat eigengerechtighaid, zu zegge hier
wel eens van te veul IK, of je voele leite, IK,
hep dut recht. Maar zie je, het gaat mien ik hier
'nou niet om de naam Gre, maar om ut recht
hoe je je kind hiete leite wulle. Graag iens je
antwoord, als het je voegt.
IEiN BEiLANGiSTELLEH.
Ja, wat zei ik deerop zegge. 'Dlie burgemeis
ter zei 't as overheid wel weten hewwe, maar 't
laikt main ok niet bai rechtuit.
In de wetboeke van 'k vanzelf ok niet thuis,
maar wel weet ik, dat deer sproken wordt van
een „normaal gangbaren naam." Of „Gre" nou
normaal is, moste jolle in Broek maar bai stem
ming uitmake. Ik zou zegge van al, maar ja, ik
ben gien overhaid, en gien affekaat ok, dus 'k
geef 't graag voor beter. J.
„De Voorzienigheid heeft mij geen kind geschon
ken" dacht zij, „maar dit meisje kan een dochter
voor mij zijn. Ik laat haar niet meer naar lady
Wolga terugkeeren, als ik het kan verhinderen."
Lady Wolga schreef Alexa niet en verlangde even
min haar terugkeer. Lord Kingscourt had de lady
opnieuw bezocht. Hij vertelde haar zijn gesprek met
Alexa en deelde haar mede, dat zij hemhaar
geheim niet wilde openbaren, dat hij haar echter
vertrouwde en dat niets, wat het ook mocht zijn,
hem dat vertrouwen kon ontnemen.
Alexa was reeds een week op Mont-Heron en had
in dien tijd noch van lady Wolga noch van haar va
der iets gehoord of gezien. Des avonds wandelde zij
op het terras, maar de jonge graaf was bijna altijd
bij haar en zij kon hem niet wegzenden, ofschoon
zij het dikwijls gaarne gedaan zou hebben.
Pierre Renard bemerkte haar voorliefde voor
eenzame wandelingen en beloerde haar stap voor
stap, in de hoop iets van haar op te merken, waar
mede hij zijn voordeel zou kunnen doen. Hij had het
zijn broeder medegedeelde plan uitgevoerd en den
chef van Scotland Yard namens zijn broeder Jean
Renard kennis gegeven, dat de veroordeelde mar
kies en moordenaar van den laatsten markies van
Montheron in een afgelegen dal aan de kust van
Griekenland woonde, onder den naam van George
Strage, dat hij echter gevlucht was wijl hij ge
loofde ontdekt te zijn en zeker in de bergen een
schuilplaats had gezocht. Op dit bericht dat Jean
Renard naar Londen bracht en persoonlijk beves
tigde, werd in alle stilte en met de noodige voor
zichtigheid namens de Engelsche regeering een on-
derzoekingesteld, teneinde de gevangenneming van
lord Stratford te bewerken.
In de couranten stond er geen woord van, want het
ministerie hield het stipt geheim en zoodoende bleef
lady Wolga onbekend met het feit, dat haar vroege-
ren echtgenoot nog leefde en door de politie werd
gezocht.
Op het einde der week van Alexa's afwezigheid
overwon de liefde van lady Wolga haar boosheid
over het hardnekkig zwijgen van het meisje en ver
langde zij haar weer te zien. Zij was echter te rotsch
cm Alexa te verzoeken terug te keeren en daarom
besloot zij de bewoners van Montehron op een diner
te noodigen. De markies nam de ultnoodiging voor
zich zelf en zijn huisgenooten aan. Het kwam nier
bij Alexa op om te bedanken doch zij ver'angde
er naar en verheugde er zich over haar moeder
weer te zullen ontmoeten,