DE NIEUWSTE ATTRACTIE TE BERGEN Onschuldig verbannen. Hersensvonken termen aanwezig. Ben flinke boete echter is niettemin noodig. Hij eisehte daarom f250,— boete, subsidair *50 dagen hechtenis. Vervolgens stond terecht de heer R.oestam Ef- efndi, ter zake van opruiïög. In. .dezelfde ver- ïgade'ring had deze volgens de dagvaarding het publiek toegesproken als volgt,,^Vij zullen in de| Tweede Kamer strijd -voeren, maar die strijd moetf door u met hen gevoerd worden in de be drijven, in de fabrieken en op straat en dan met goweld en met de wapenen in de hand. Wij zijn tegen alle oorlogen, doch als de imperialistische oorlog losbreekt, moeten wij dezen omzetten in een burgeroorlog." Tiegen hem luidde de eisch drie maanden ge vangenisstraf. D|e uitspraak der beide zaken is bepaald op 26 Mei a.s. „DE BEDRIEGERTJES". EEN GROOTSCHE ONDERNEMING OP 10.000 M2. OPPERVLAKTE. DAT KAN WAT WORDEN. „jlk heb het lief, mijn dorpje kleen" dichtte eens mevrouw van ReenenVolter in haar be roemd geworden liedje van den Bergenaar. Het dorpje kleen is een dorp „groot" gewor den, want rusteloos is men voortgegaan. Men heeft gebouwd waar eens de koeien graasden, men heeft den muilen zandweg omgetooverd in een heirbaan, waarlangs de automobielen suizen, men heeft, ja, wat heeft men al niet gedaan Bergen als vacantieoord nog meer po pulair te maken* Gelukkig is deze evolutie zon der revolutie gegaan, want verstandige koppen hebben er voor gewaakt, dat de schennende hand het natuurschoon ruwweg zou vernietigen, om plaats te doen maken voor een onwezenlijke villapracht in een kunstmatige omlijsting, zoo als dat elders helaas maar al te vaak gebeurd is. En zoo zullen de duizenden de duinen 'blijven beklimmen en de intieme boschlaantjes den va- cantieganger immer noodetn zich in het mos neer te vleien ver van het gewoel der stad en ver van zijn dagelijksche beslommeringen. Maar de mensch is rusteloos en velen is het natuur-' schoon niet genoeg. Het is te begrijpen men wil als men „uit" is ook werkelijk „uit" zijn en daarom trachtte het Berger particulier ini tiatief krachtig gesteund door da vereeniging voor vreemdelingen verkeer het den bezoekers ook op andere wijze zoo aangenaam en gezellig mogelijk te maken. De laatste, nieuwste en grootste attractie, die wel een enorme aantrek kingskracht belooft te zullen krijgen is het Altraetietermn „Bie Bedriegertjes." gelegen aan den Bergerweg, den weg van Alk maar naar Bergen dus, in de onmiddellijke na bijheid van het dorp en de bosschen en niet ver van de duinen. In navolging Van soortgelijke parken in andere provincies, zooals Gelderland, is hier op een oppervlakte van TIENDUIZEND vierkante meter, een ontspanningsgelegenheid ver rezen in Noordholland eenig in 'haar soort. Na bosch en duin zullen hier groot en klein in on gedwongen vroolijkheid kunnen vertoeven en voorschoolfeestcommissies, die met verschillen de factoren, waaronder de gesteldheid van „Idie beurs" een belangrijke rol speelt, jhebben rekening te houden, zal dit attractieterrein in het plan der j aarlijksche reisjes naar Bergen wel zonder uitzondering worden opgenomen. Laten wij u eens meevoeren op een stralenden voorjaarsdag naar de nieuwe inrichting, idie He melvaartsdag a.s. door den Burgemeester van Bergen officieel geopend zal worden. In wer kelijkheid zijn de timmerlieden en andere nij- FEUILLETON Aan zee opgegroeid had zij van haar vroegste jeugd bijna dagelijks gebaad. Zij was met het water vertrouwd geworden en kon goed zwem men. Bij het kantelen der boot was zij daaronder geraakt, doch had er zich spoedig onder van daan gewerkt en zich verder gemakkelijk boven gehouden. Toen zij Pierre Renard met zijne van moord sprekende oogen zag naderen, schoot zij bliksemsnel onder water om op een andere plaats weer boven te komen. Hij had haar niet bemerkt, dewijl hij de oogen alleen gevestigd had op de plaats waar zij verdwenen was. Zij verdwenen was. Zij zwom nu naar de boot en hoorde zijn huichelachtige woorden. „(Hier ben ik" riep zij, „help mij." Pierre werd bleek als een lijk en zonk op de bank neer zonder een woord te kunnen spreken Mrs. Ingestre uitte een kreet van blijdschap. Alexa, werd aan boord getrokken en mrs. In gestre omhelsde haar. De waardige vrouw ween de van vreugde en dankte God voor het behoud van het meisje. „fWij zijn allen gered" riep Pembroke. „Laar komt de sloep van mijn zoon aan. De Heron veren nog druk doende de laatste hand ,aan een en ander te leggen, maar het kost ,niet de minste moeite aan ons de fantasie, te laten werken en ons voor te stellen, hoe het ZAL worden. Wij draaien dus de klok een week vooruit en zien reeds van ver de vroolijk wapperende vlaggen van den hoogen rodelbaantoren. Vlug parkeeren wij onzen wagen waarom zouden wij ons niet eens rijk voelen op het ruime parkeerterrein, dat 300 auto's kan herbergen. Een bus, die na ons komt rijdt door haar het speciale parkeer terrein, waarop bussen een plaatsje kunnen vin den. Door de zilverig-witte tourniquet u weet wel, zulke draaideuren 'komen we bij den. controleur, waar we mogen offeren. En dan weten we eigenlijk niet, waarheen het eerst onze schreden te wenden omdat het onschuldig pleizier ons van alle kanten tegenlacht. We zul len dan eerst maar naar de maar we staan eigenlijk al te midden van de attracties, voor we het weten, want om er te komen, dienen we eerst door den Dwaaltuin te gaan. U zult hier meermalen gelegenheid héb ben op de dwalingen uws weegs terug te komen, maar zonder „schade" en hoogstens als „schan de' de plagerij van uwe metgezellen, die het overigens ook direct niet kunnen vinden hoor. Maar tenslotte zult u toch weer den rechten weg bewandelen, die voert naar de andere aantrekke lijkheden van dezen tuin des vermaaks. Misschien heeft u inmiddels reeds eenige oogenblikken uit- greust op een der gezellige banken,' die hier en daar in den dwaaltuin zijn neergezet. En nu maar eens naar den Kettingbrug waar men zich kan wanen midden in de rots gebergten van Zuid Amerika te zijn en zich voorstellen dat deze wankele brug de eenige verbinding vormt tussehen twee steile rotsen, waartusschen een peilloos diepe kloof u tegen- grijnst. Zoo erg is het nu gelukkig niet, maar sensationeel blijft deze overtocht op de zwie- berende planken. Natuurlijk is deze sensatie evenals alle andere zonder gevaar, omdat d'eze tuin voor alles „voor allen" wil zijn en zoo zal het kunnen gebeuren, dat dames van een ondefi- ni eerbaren leeftijd en heeren, die vroeger mis schien. als slank bekend stonden, als alpengem zen van den eenen naar den anderen kant zul len rennen, meegesleurd door een onweerstaan baar verlangen weer eens jong met de jongeren te zijn. Maar deze gezonde gymnastische oeef- ning doet ons toch verlangen naar een rustiger vermaak en weer „bij" te komen en daarom gaan we op ons gemak den Apentuin bekijken. De dartele bewoners, bevinden zich in hun zindelijk en luchtig des winters ver warmd verblijf, al heel wonderwel en hun pientere oogjes schijnen te vragen naar een klei ne bijdrage in natura, die in den vórm van een stukje banaan een sausje of een andere apenlek'- kernij heel handig door hun rappe handjes weg- gegraaid zal worden. Geboeid zijn we door hun vluggè gracieuse beweginkjes, de snel weg schietende lijfjes, zich slingerend van tak tot tak met vermaak zien we; hoe moeder Aap op radicale apenmanier zorgt hoe de apenhuid van haar jongste lieveling van vjeemde smetten vrij blijft. En we schrikken bijna, als twee andere bewoners op overtuigende krab- en bijt- manier demonstreeren, dat ze elkaar „niet mo gen." En slechts omdat we aangelokt worden door een daverend gelach in de nabijheid staan we ons plaatsje af aan andere bezoekers, die op hun beurt van dit apenspel zullen genieten. Geen wonder, dat er gelachen werd. „Meester" had zich tot groot vermaak van zijn klasse-op- schoolreisje laten overhalen, ook eens naar bene den te glijden op de Rodelbaan nadat hij „alleen om het uitzicht te bewonde ren" langs de gemakkelijke trappen naar boven geklauterd was. Ook wij volgen de velen die boven Bergen om zijn schoonst te gaan zien met het vaste voornemen NIET naar beneden kan weer naar den oever gebracht worden. God dank! dat alles zoo goed afloopt.' De tweede visschersboot kwam en Pembroke gelastte zijn zoon de Heron" te bergen. Men keerde nu terug, dat echter niet zoo spoedig ging als de eerste tocht daar de wind ongunstig was. Bijna drie uren na het ongeval liep de boot dde kleine haven binnen. Renard had zich gedurende de vaart zeer stil gehouden. Zijn blik, welke van tijd tot tijd dien van Alexa ontmoette, was donker en op geheel zijn wezen las men zijn woede over het verijdelen van zijn plan. De kloof op zijn gezicht was gloeiend rood en daardoor duidelijk zicht baar geworden. Alexa kon hem niet zonder sid deren aanzien. Zij wendde zich van hem af en bemerkte daarom niet dat hij zijn blik op het kasteel gevestigd hield, als hoopte hij den mar kies van Montheron aan een venster te ontdekken Alexa gevoelde zich veilig. Ditmaal was de poging om haar te vermoorden verijdeld, maar kon een tweede aanslag niet gelukken? En dat zulk een poging spoedig zou worden aangewend daarvan hield zij zich verzekerd. Toen mrs. Ingestre en Alexa het kasteel binnen traden, kwam de markies van Montheron de trap af. Hij was bleeker dan gewoonlijk, maar de dames bemerkten niet, dat hij van kleur ver anderde toen hij haar zag. Hij wilde naar de bi bliotheek gaan maar mrs. Ingestre hield hem staande en deelde hem in het kort mede. wat er te glijden, omdat enfin omdat het niét moer staat en omdat de menschen wel zullen zeggen. Maar, wij doen het natuurlijk aan stonds T;OCH, want de menschen zeggen na tuurlijk NIETS en in dezen tuin is gSen sprake meer van „staan" of niet „staan.", want als het er toe komt, is het onze eer te na, niet alle „hin dernissen" genomen te hebben. Maar eerst' zien we rond. Aan onze rechterhand en achter ons strekken zich de weiden van de Berger,meer een vredig taferee], echt Hollandsch panorama, van pittoreske boerderijen, grazende koeien, slootjes en bruggetjes. Voor ons de beboschte Bergerweg, waarvan af nog steeds bezoekers het attractieterrein opkomen wandelen. En links daar zien we de duinen „blinkend in den zon negloed" zooals het versje zegt, en de donkere dennenbosschen, waartusschen af en toe roode daken plekken. Een prachtgezicht. En ter wijl we daar staan, glijdt de een na den ander, op zijn matje in pijlsnelle vaart naar benedo^ waar het mulle, schoone, warme zand den lucht reiziger' een zachte ontvangst zal bereiden. - Roetsch en ook wij staan weer op den bega- nen grond. "Wat staat daar? Als het heel of half uur is hoort de trompetter de klok slaan en komen de ruitertjes tevoorschijn. En waar het drie minuten voor heel uur is, loopen we vlug naar een vriendelijk huisje, waarvoor een geraniumplantsoen is aangebracht Wij voegen ons bij andere nieuwsgierigen, en zien vanaf een granieten platform, op eenigen afstand, een zeer natuurgetrouwe nabootsing van den beroemden Alkmaarschen Waagtoren. We zullen aanstonds „net echt" de ruitertjes zien draven -en ons zal meteen geopenbaard worden, waarom dit terrein den naam van „De Bedriegertjes" gekregen heeft.Wij hebben dorst gekregen en nemen er eens heerlijk ons gemak van bij een der tallooze tafeltjes. Ginds op, die lange banken doet het sehoolreisjesgezel- schap zich tegoed aan heerlijke limonade én lig gen de lange tafels bezaaid met meegebrachte boterhammen. Had men die vergeten niets erg alles is hier tegen crisisprijsjes te koop. En weer wandelen wij rond van de rodelbaan tnaar den apenkooi, naar de brug en door den dwaaltuin tot we ons sans géne neervleieif in het zachte gras van de „randgebieden" en kalm aan te bekomen van alle emoties, die deze groot- sche inrichting ons geboden heeft. Tot zoover de fantasie, die spoedig werke lijkheid zal worden. GR. DE OPLOSSING. En nu, meer of minder scherpzinnige lezers, al thans diegenen, die zich het hoofd gebroken heb ben, met de puzzle in ons blad van Zaterdag j.l. ziet toe, hoe wij u het raadseltje oplossen! Mr. Robinson woont in Detroit (2)de remmer, en dus ook z'n buurman, woont halfweg Detroit en Chicago (3e). Die buurman verdient f3000.—. (6e) en heet dus niet Mr. Jones (4e), ook geen Mr. Ro binson. maar dus Mr. Smith. De naamgenoot van de remmer woont in Chicako (7e) Mr. Robinson echter in Detroit (2e) en Mr. Smith halfweg Detroit en Chicago, zooals boven werd afgeleid. De naamgenoot van de remmer heet dus Mr. Jones, de remmer heet dus Jones. En aangezien Smith van den stoker met biljarten wint (5e) kan die stoker nooit Smith heeten, Jones heet de remmer al, dus heet de stoker Robinson. De machinist heet dus Smith. Eenvoudig niet waar? Niks aan eigenlijk, maar je moet het maar weten! EEN NEUSHOORN VAN HONDERDDUIZEND JAAR GELEDEN. Men kent de afbeeldingen van monsterachtige voorhistorische dieren van platen, die doen denken: Blij, dat ik niet in dien tijd1 heb geleefd. Een kwaje hond, die naar je kuiten en soms erin bijt, is al erg genoeg. Men is bij die platen licht geneigd te den ken aan de fantasie van schrijver en teekenaar. Maar al is de fantasie ook mede aan het werk ge weest, de wetenschap geeft haar de stof te verwer- gebeurd was. Het meest had zij het over haar schrik ten aanzien van miss Strange. De markies hoorde haar schijnbaar oplettend aan, feliciteerde de dames met haar redding en gaf haar den raad van kleederen te verwisselen opdat zou geen kou zouden vatten. Deze raad werd opgevolgd. De dames bega ven zich naar haar kamers. Mrs. Tngestre riep haar kamenier en de huishoudster, die haar de natte kleederen uittrokken en haar te bed leg den. Alexa nam een warm bad en een warmen drank, trok droge kleeren aan en ging óp een) canape bij den schoorsteen zitten. Ten tweede male was zij aan de aanslagen van haar vijand ontkomen, maar zij beefde als zij er aan dacht nog langer op Mont Heron te blijven. j „jHij heeft zich in het hoofd gezet mij van kant te maken" zeide zij zacht tot zich zelf aan Pierre Renard denkende. „Ik zou gaarne sterven wanneer ik den naam mijns vaders kon zuiveren. Maar zoolang mijn zending niet ver vuld is, mag ik op zulk een wijze niet uit den weg geruimd worden. Renard kent mij en wil mij vermoorden, juist omdat hij mij vreest. Maar waarom vreest hij mij Hij moet begrijpen dat ik in hem den moordenaar zie van den laatsten markies. Zijn pogingen bevestigen mijn vermoeden. Hij is even sluw als boosaardig. Hoe zal ik zijn schuld bewijzen.' ken en zorgt ook, dat ze binnen de perken van een .zekerheid grenzende onderstellingen blijft. Er heb ben hier vroeger neushoorns rondgedwaald; men vindt er nu en dan overblijfselen van. Zoo is door een treiler een week geleden bij Schiermonnikoog in het net een schedel van een neushoorn opge haald. Dat moet een kanjer zijn geweest, want de schedel, die onderkaak en gebit mist, weegt nog 57 pond. Het is de schedel van een oud dier, zoo als te zien is aan de ruwe, knobbelige plekken, waar eens de hoorns bevestigd waren. Beenwoeke- rmgen wijzen op hoogen leeftijd. De schedeel is nog gaaf, bruin van kleur en glad als het schuren van zand en zeewater. Volgesn den deskundige, Dr. A. B. van Deinse heeft het dier hier een honderdduizend jaren geleden geleefd. Maar het is een schatting, waarbij het niet op een paar eeuwen meer of min, der aankomt. Al is men nog zoo'n groot natuurvriend men zal het toch niet betreuren dat zulke voorhistorische gedrochten verdwenen zijn. Zij zouden in de be woonde wereld niet geduld kunnen worden en ze zouden ons ook niet dulden; de slimmere zou het van den sterkere moeten winnen. En we zouden hoog stens een neushoorn onder ons toelaten achter de tralies. OVER VREEMDE WOORDEN. MIJNE MOEDERTAAL IS DE SCHOONSTE TAAL. We spreken tegenwoordig allemaal een aardig brokje vreemde taal. Een half mondje Fransch, door de opschriften op de barbierswinkels, een mondje Engelsch door de edele voetbalsport en twee mondjes Duitsch vanwege de rolprent en de Gretchens und Elsas, anders gezegd de Duitsch dienstboden. Het wordt alleen wel eens wat komisch, In de Enkhuizer Courant vonden wij de volgende geestige ontboezeming, die wij in haar geheel over nemen: Op den hoek van de straat botste een fatsoen lijke meneer tegen me op, en stamelde: „Vergeef me!" Ziet ge, lezer, Geen: pardon, of: sorry. Maar: ver geef me. In echt, degelijk Hollandsch. Of liever, wel in Hollandsch, maar niet in degelijk. Degelijk Hol landsch in zoo'n geval is: „Kijk uit je doppen!" Hollandsch was het in elk geval, en ik had den man er voor willen danken. Tegenwoordig is het alleen deftig, als je flink wat vreemde woorden ge bruikt, ook al snap je niet goed en al kun je niet goed uitspreken. En al zijn er ook goede Hollandsche voor aanwezig. Als je dan een Hollandsch-sprekend man treft, nou, feliciteer je daar dan mee, en in viteer hem stante pede een apéritief te consu- meerenWat zeg ik? Waarom wensch ik mezelf eigenlijk geen geluk, en noodigh em uit om onmid dellijk een borrel te gaan pikken in de gelagkamer van een herberg? Als ik dat gezegd had, zou de man het misschien gedaan hebben. En als ik geld gehad had, zou ik het misschien ook gedaan heb ben Er zit wat in, zie, in het streven om Nederlandsch te spreken. Ze moesten het ook maar eens bij voet bal doorvoeren. Waarom spreekt men van goal (let op de k), als je een doel hebt? Waarom van referee of arbiter (met den klemtoon op ar of bi) terwijl er toch genoeg scheidsrechters werkloos rond loo pen? Het afgrijselijke woord penalty (spreekt uit pengel) verfoei ik, geef mij maar een strafschop, net om te houden, als keeper (met een e s.v.p.) ik bedoel doelverdediger, maar om te nemen, als mid voor (bewaar me voor centervoor, want 't centeren van de meeste qentevorenwel, ik geef geen cent er voor!) Op corner ben ik gek, vooral op Carl ton Corner, maar op 't groene veld hou ik meer van hoekschop. Een kant-half kan 't half zoo goed maar als een middenspeler en ik heb liever een stevig achterspeler, dan een groote back. En nu ik toch bij de defensie (is verdediging) ben aangeland de fensie spelers zijn vaak in moeilijke situates of ge vallen de fancy-spelers deze moet safe zijn, geen zeef, hoewel dat slechts een kwestie van uit spraak is. We hebben nog de uitdrukking: een doel punt annuleeren. Hoe moet ik U leeren, wat dat is? Kijk eens. De midvoor maakt hands d.w.z. speelt den bai met de hand. Scheidsrechter fluit, midvoor trapt den bal toch in het net. Dan spreekt men van dit doelpunt annuleeren maar: in de eerste plaats was er geen doelpunt. En in de tweede plaats mag je niet zeggen annuleeren, want er valt niet te annu leeren en bovendien is dat een vreemd woord. Zeg dan, de bal zat niet. Neem nou het woord off-side, phonetisch: afzijt: Goed voor de voorhoedespeler, die zich afzijd ig houdt (niet hindert of/en den bal niet toegespeeld krijgt), ook al staat ie tussehen achterspeler en doelverdediger, maag niet voor afzijd worden geflo ten. Maar wél staat in zoo'n positie de man afzijd. die zich niet afzijdig houdt, maar die zich wel dege lijk met het spel bemoeit. O, zoo! Ik wil alleen maar zeggen dat het erg moeilijk is met buitenlandsche woorden om te gaan, ook bij voetbal. Ik heb er enkele aangehaald. Er zijn er meer, om zoo te zeggen te veel om op te noemen. Op één zal ik nog wijzen, en wel op outbal. Ik wil wel bekennen, als er sprake is van een bal, dat ik liever uit ben, dan oud(t). Negen en dertigste hoofdstuk. Mrs. Ingestre noch Alexa verscheen dien dag aan het ontbijt. Die huishoudster bezocht laatst genoemde en bracht haar een briefje van lord Kingsoourt. Hij had van het ongeval gehoord en was zeer bezorgd. Alexa was kort in haar ant woord en deelde hem mede, dat het onvrijwil lige bad haar geen kwaad had gedaan en zij hem den volgenden dag bij het ontbijt zou zien Laat in den avond kwam mrs. Matthews, de huishoudster, gevolgd door een meisje, dat al- lereli lekkernijen op een blad droeg. Alexa ver zocht mrs. Matthews een tijdje bij haar te blij ven praten. Deze nam de uitnoodiging aan en zette zich bij haar neer. Alexa vroeg naar mrs. Ingestre.. „(Zij is erg ziek" antwoordde de huishoudster „(Die schrik, het koude bad en daarna de vaart in de natte kleeren hebben haar de koorts doen krijgen. Zoo even is om een dokter gezonden. Dn arme oude dame klaagt zeer.' Alexa, betuigde haar leedwezen en wilde naar mrs. Ingestre gaan om haar te verplegen. Mrg. Matthews ried het haar echter af. „fAlsi zij inderdaad ziek is" zeide Alexa, „kan haar niemand beter helpen dan haar kamermeis je."' „((Dlenk aan je zelf miss Strange. Indien mrs. nlgestre je noodig heeft zal zij je wel laten roepen. Het is thans je plicht om voor ei gen behoud te zorgen. Je ziet bleek' en beeft. Je bent niet in staat iets te doen. Mrs. Ingestre heeft zelfs niet eens aan je gedacht.'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 5