mm - iflifflaii 1 a n Treinongeluk bij Krommenie De Regeeringsverklaring Buitenlantlsch Overzicht Nieuwstijdingen DE TREURIGE TOESTAND. HOOG HET GEZAG! HET WERKLOOSHEIDSVRAAGSTUK. Hiermede publiceereu wij de regeeringsverklaring, welke hedenmiddag te ongeveer half twee, d.>oi Minister Colijn gegeven is en welke wij gisteren om half drie bulletineerden. Het den 20sten dezer maand opgetreden Kabinet heeft er prijs op gesteld zoo spoedig mogelijk vooi de Kamer te verschijnen tot het doen van enkele mededeelingen met betrekking tot het te volgen regeeringsbeleid. Het is de Kamer en U M. de V. erkentelijk voor de geboden gelegenheid om dit reeds enkele dagen na zijn optreden te kunnen doen. De toestand hier te lande en in Nederlandsch- Indië biedt*- in menig opzicht een beeld van volkom ontwrichting en vraagt dus om snel en krachtig ingrijpen. In beide gebiedsdeelen van het Konink rijk doet de economische inzinking thans haar invloed in zoo bedenkelijke mate gevoelen op de algemeene volkswelvaart en op de daarmee verbana houdende publieke geldmiddelen, dat wachten me> verder maatregelen tot een ineenstorting zou voeren. De Regeering is dan ook diep doordrongen van den plicht alles te doen wat mogelijk is om verdere inzinking te voorkomen. Het is om die reden, dat zij zich verheugt over den door den President der Vereenigde Staten gepubliceerden oproep tot saam werking der Regeeringen op de komende econo mische conferentie te Londen, waarmee Hare Majes teit in ondubbelzinnige bewoordingen instemming heeft betuigd. De Regeering is dan ook voornemens door hare delegatie naar die conferentie in deae richting krachtig mede te werken. Intusschen mag de actie die men zelf ter hand nemen kan daardoor niet achterwege blijven. Eerste eisch is daarbij, dat het opnieuw verstoorde finan cieel evenwicht worde hersteld. Dit is reeds nood zakelijk, omdat iedere nalatitgheid op dit punt het intreden van een beteren toestand economisch en sociaal in zeer sterke mate zou vertragen. Voor het financieel evenwicht is allereerst een belangrijke inperking der publieke uitgaven onaf wijsbaar. Deze is niet te ontgaan ook al zou het uiterste beproefd zijn om door belastingheffing het evenwicht te herstellen. Bestendiging van de geldende tijdelijke heffingen of vervanging door een equivalent daarvan, zoomede invoering van nieuwe heffingen waarbij in de eerste plaats gedacht wordt aan het reeds inge diende ontwerp op de Omzetbelasting zullen echter, naast sterke bezuiniging, althans voors hands onvermijdelijk blijken. Om herstel van de welvaart voor te bereiden zal ordening van het bedrijfsleven ter aanpassing aan de gewijzigde economische wereldstructuur van Overheidswege moeten worden bevorderd. Zonder hierover reeds in bijzonderheden te tre den wenscht de Regeerng vast te stellen, dat hierbij geen enkele maatregel reeds vooraf mag worden buitengesloten, dus ook niet eene eventueele wijzi ging in onze handelspolitieke methoden. Voorts heeft het vraagstuk der werkloosheid de volei aandacht der Regeering. Zij is er zich van bewust, dat een grondige verbetering in den tegen- woordigen toestand slechts denkbaar is door een krachtig herstel van het bedrijfsleven, dat ook om die reden onophoudelijk om belangstelling en inspanning van den kant der Overheid vraagt. Daarnaast moet evenwel niet minder aandacht worden geschonken aan verruiming van werkgele genheid en aan de werkverschaffing. De Regeering beschouwt het als haar plicht om met inachtneming van de financieele mogelijkheden de cultureele en sociale volksbelangen te blijven behartigen. Zoowel om tegemoet te komen aan de door de crisis-omstandigheden zoozeer verzwaarde eischen met betrtekking tot de volkswelvaart als ter wille van de door diezelfde omstandigheden in het leven geroepen werkloosheidszorg, heeft de Regeering het noodig geoordeeld, wijziging te brengen in de ver- deeling van den departementalen arbeid. De Minister van Economische Zaken dient in de toekomst zijn onverdeelde aandacht te kunnen schnken aan de belangen van Landbouw, Handel en Nijverheid en dus ontheven te worden van zijn bemoeiingen met Arbeid en Arbeidersverzekering. Daarnevens is het der Regeering wenschelijk voor gekomen, deze bemoeiingen te vereenigen met die betreffende de Werkloosheidsverzekering, Arbeids bemiddeling. Werkverschaffing, Steunverleening en Volksgezondheid, welke alle tezaam ondergebracht behooren te worden in een Ministerie van Sociale Zaken. De Regeering verwacht van deze concentratie van verwante belangen eene zoodanige besparing op de uitgaven, dat zij de beperkte kosten, die de vorming van een nieuw ministerie meebrengt, verre zal overtreffen. Voorts zal de Minister van Financiën zich zoozeer hebben te concentreeren op het herstel van het financieel evenwicht, dat hij ontheven behoort te worden van de vaak veel tijd vorderende zorg voor de regelingen der ambtelijke salarissen en wacht gelden, terwijl de Minister van Waterstaat, die in belangrijke mate betrokken zal worden bij het vraagstuk der werkgelegenheid en die zich meer dan ooit zal hebben bezig te houden met het ook uit financieel oogpunt zoo gewichtige vervoerwezen, zal moeten worden ontlast van het bestuur van het bedrijf van de Posterijen, de Telegrafie en de Telefonie. De zorg voor de belangen die aan de Departemen ten van Financiën en Waterstaat zullen worden onttrokken zal kunnen worden overgedragen aan den Minister van Binnenlandsche Zaken. Met deze regelingen hoopt de Regeering een admi nistratieve indeeling te verkrijgen die bij de be hoeften van het oogenblik past en voor vele vraag stukken een snellere oplossing waarborgt dan tot heden mogelijk was. Dat het gezag zal worden hoog gehouden stelt de Regeering met nadruk op den voorgrond. Tegen extremisme, van welke zijde dat zich ook openbaart, zal met beslistheid worden opgetreden. Het oefenen van terreur tegenover ordelievende bevolking en het verwekken van onrust, zullen zonder aarzeling wor den tegengegaan. De plaatselijke Overheid kan daarbij op den steun der Regeerinig rekenen. De Kamer zal verstaan, dat het Kabinet, zoo kort na zijn optreden, zich moet bepalen tot mededeeling van de hoofdlijnen van zijn beleid en nog niet in staat is dit in onderdeelen aan te geven. De Regeering doet een ernstig beroep op de medewerking der Staten Generaal. De hachelijke toestand van ons volk eischt van alleen om het door de moeilijkheden, die zich voordoen en die nog te wachten zijn, heen te helpen. De Regeering ziet in de Christelijke volksaspiraties, die gelukkig een sterk en bestendig element in ons volksleven vormen, een bron van kracht. De erken ning daarvan zal spreken uit haar beleid.. Zij zal echter het toespitsen van politieke en geestelijke tegenstellingen, er wille van de noodzakelijke een dracht, vrmijden. De Sta ten-Generaal zullen ongetwijfeld met de Regeerinig beseffen, dat) de ongekend moeilijke vraagstukken waarvoor wij ons gesteld zien, niet tot oplossing kunnen komen indien men voor het nemen van onaangename en voor velen harde maatregelen zou terugschrikken. Zonder schroom zal men de tallooze problemen moeten aanvaarden. Ook, ja juist in dezen zwaren tijd, acht de Regeering een ge stadige samenwerking en voortdurend overleg met de Staten Generaal van het grootste gewicht. Bouwende op Gods hulp vertrouwt zij, dat het doel, dat Regeering en Volksvertegenwoordigmg bei den voor oogen staat, zal worden bereikt. Reeds zeer geruimen tijd vóór den aanvang van de vergadering van de Tweede Kamer, waarin mi nister Colijn de regeeringsverklaring zou afleggen, had voor den ingang der publieke tribune een groep personen post gevat, wier aantal steeds meer toe nam. Aan de overzijde van het Binnenhof, voor den ingang der Eerste Kamer, was het eveneens een bijna ongekende drukte en onder de Arcaden en rond de fontein groepten ook vele belangstellenden samen, ten einde de nieuwe ministers te kunen aanschouwen. De meeste nieuwe excellenties kwamen te voet aan, zoodat men volop gelegenheid had hen gade te slaan. Verscheidene persfotografen maakten hier van dan ook gebruik om een prentje van de kabi netsleden te maken. In het Tweede Kamergebouw was de drukte al niet minder en toen de nieuwe regeering achter de groene tafel had plaats genomen, kwamen de meeste Kamerleden de ministers gelukwenschen. Nadat de waarnemende voorzitter eenige harte lijke woorden tot jhr. Ruys de Beerenbrouck had gesproken, aanvaardde de nieuwe voorzitter zijn ambt. Onmiddellijk hierna kreeg minister Colijn het woord tot het afleggen van een regeeringsverkla ring, waarmede ongeveer een kwartier gemoeid was. De vergadering was hiermede op enkele huis houdelijke aangelegenheden na ten einde, waarna de ministers zich naar de overzijde van het Binnenhof spoedden, ten einde de Eerste Kamer kennis te doen nemen van de regeeringsverklaring. De Eerste Kamer bood hetzelfde beeld als de Tweede Kamer. Nadat ook hier de regeering achter de groene tafel had plaats genomen, kwam men haar gelukwenschen. Overigens heerschte ook hier groote aandacht voor hetgeen minister Colijn zeide. Het uitspreken van de regeeringsverklarng duurde hier iets langer dan in de andere Kamer. Toen de minister het Kamergebouw verlieten, wachtte hen op het Binnenhof een vrij talrijke minigte op, waarvan velen het hoofd ontblootten. DE NIEUWE BEZEMS. De Regeeringspolitiek. Men zal niet voor onaangename en harde maatregelen terugschrikken. De nieuwe regleering, laat er geen gras over groeien. ZJj is zoo spoedig mogelijk voor het par lement verschenen om een verklaring af te leggen over het door haar te volgen beleid. Deze verklaring, hoewel uitvoeriger dan dè troon- rede's van de laatste jaren, doet aan vaagheid niet onder voor deze staatsstukken. Niettemin blijkt dui delijk, dat het nieuwe kabinet niet voor krachtige maatregelen zal terugdeinzen, om herstel van de welvaart voor te bereiden zal ordening van het be drijfsleven ter aanpassing aan de gewijzigde econo mische wereldstructuur van overheidswege moeten worden bevorderd. Beteekent deze verklaring een volledig loslaten van de tot dusver gevolgde liberale regeeringspolitiek ten opzichte van het partciiliere initiatief? De Regeering wenscht vast te stellen, dat geen enkele maatregel reeds vooraf mag worden buiten gesloten, dus ook niet een eventueele wijziging van onze handelspolitieke methoden. Beteekent deze zinsnede, dat men de traditioneete vrijhandelspolitiek zal opgeven om de protectionis tische richting in te slaan? Tegen extremisme, van welke zijde dit zich ook openbaart, zal met beslistheid worden opgettreden. Het oefenen van terreur tegenover de ordelievende bevolking en het verwekken van onrust zullen zon der uitzondering worden tegengegaan. Deze mededeeling laat aan duidelijkheid niets te wenschen over. De regeeririg betoogt met nadruk, dat de hache lijke toestand, waarin ons volk verkeert, eendracht van allen eischt, om het door de moeilijkheden die zich voordoen en die nog te wachten zijn, heen te helpen. De Regeering ziet in de Christelijke volksaspira ties, die gelukkig een sterk en bestendig element in ons volksleven vormen, een bron van kracht. De erkenning daarvan zal spreken uit haar beleid. Zij zal echter het toespitsen van politieke en geestelijke tegenstellingen, terwille van de noodzakelijke een dracht vermijden. Ook deze verklaring laat aan duidelijkheid niets te wenschen over: Voorop staat de crisisnood, diè gelenigd moet worden met inspan ning van allef krachten. De andere zaken staan, hoewel zij niet zullen worden verdoezeld, op het tweede plan. Tenslotte zegt de regeering nog, niet voor onaan gename en voor vele harde maatregelen terug te schrikken. Wat dit nu alles practisch zal beteekenen, weten wij natuurlijk nog niet, de naaste toekomst zal het ons leeren. Het nieuwe Ambtenaren Reglement. Inmiddels heeft het nieuwe regiem al iets van zich laten merken. Niet zoodra was het aan het be wind, of een nieuw reglement voor de rijksambtena ren werd uitgevaardigd. De belangrijkste wijzigin gen zijn, dat aan een ambtenaar eervol ontslag kan worden verleend, wanneer hij lid is van een ver- eeniging, waarvan de regeering heeft verklaard, dat de behoorlijke vervulling van zijn plicht als ambte naar kan in gevaar brengen of schaden, of wanneer hij zulk een vereeniging op eenigerlei wijze mede werking of steun verleent, alsmede op grond van revolutionnaire gezindheid. Voorts moet de ambtenaar zich van het uitste ken of hijschen van andere dan nationaile vlaggen onthouden. Hoe, van het standpunt der regeering, zulk een maaregel ook begrijpelijk is, toch meenen wij, dat hier een diepe inbreuk wordt gemaakt op de per soonlijke vrijheid van den Rijksambtenaar. Dit reglement is in feite een uitbreiding tot de andere departementen en staatsdiensten van het gewijzigde reglement voor de ambtenaren bij Defensie en bij de Hfembrug. Toch meenen we, dat personen, werk zaam bij het oorlogsbedrijf en ambtenaren werk zaam in andere takken van staatsdienst, niet over een kam mogen worden geschoren. In het eerste geval toch zijn revolutionaire ambtenaren of arbei ders te beschouwen als vijanden van het bedrijf, waarin zij werken, zoodat de genomen maatregel alleszins gerechtvaardigd is, in het tweede geval liggen de zaken anders, daar revolutionnaire ambte naren heelemaal geen vijanden behoeven te zijn van den staat als zoodanig. Toch heeft de regeering ook hen aan banden gelegd. Er gaan geruchten, dat het in het voornemen der regeering zou liggen om binnenkort over te gaan tot een salarisverlaging voor het rijkspersoneel op grooten schaal. Een der gelijke maatregel behoort, gezien de jongste verkla ring, geenszins tot de onmogelijheden. Uianzig en Pólletn. Danzig, de vrije stad, die een tijdlang dreigde een dei gevaarlijkste plaatsen van Europa te worden heeft een nieuwe Volksdag gekozen en een volksdag waarin de meerderheid nationaal socialistisch is. Gevaarlijk leek Danzig, een tijd lang te zijn omdat het nationalistische Duitsch land deze stad voor Duitschland 'opeischte en Polen .a-e stad niet wilde, niet kon missen, om dat het de eenige havenstad was aan de Oostzee die voor Polen bruikbaar was. Polen heeft in tusschen hierin voorzien, door op Poolsch ge bied, een eind verder op de kust een tweede ha venstad te stichten. Gdingen, en deze stad op alle mogelijke wijzen te begunstigen, zoozeer zelfs, dat het bestaan van Dianzig als havenstad voor het enorme Poolsche. en Oost Duitsche achter land een vrij onbekommerd bestaan bestaan heb bende, in gevaar gebracht wordt. Deskundigen wijzen er op, dat twee havensteden op deze plaats naast elkander niet kunnen bestaan, ©en van bei den moet ten doode zijn opgeschrrreven. Toch lagén er voor Poen nog vodoende belangen in de vrije stad Danzig, om zich met kracht te verzetten tegen een eventueel aansluiten bij Duitschland. Na het stichten van Gdingen waren deze belangen intusschen niet zoozeer van eoo- nomischen aard meer .als wel van politieken. Im mers, terwijl voordien een vrije uitvoer naar de Oosteze een levensnoodzabelijkheid was voor Polen ,is het dit thans niet meer en zoo zien wij, dat eensdeels Polen, economisch gezien, maar al te graag op een fatsoenlijke manier van het thans lastig geworden Danzig bevrijd zou wlilen wor den, maar aan den anderen kant en wel om po litieke redenen hiervoor ten zeerste terugschrikt Het voornaamste politieke motief is dan wel, dat men in Polen van meening is, dat wanneer Danzig eenmaal weer aan Duitschland zou zijn terugge vallen men weliswaar van de zorg voor deze stad af zou zijn, maar men tevens de herzieningsge dachte nieuw voedsel zou hebben gegeven. Eerst Danzig, dan de Corridor, dan de DuitschPooH- sche grenzen dat is een volgorde, die den Polen allesebhalye aanlokkelijk voorkomt, en die zij tot iederen prijs willen vermijden. Het is dus dui delijk, dat, zij het om andere motieven dan eeni ge jaren geleden verwacht zou kunnen worden, in Polen met spanning werd uitgezien naar den uitslag der verkiezingen van Zondag jl. Deze uitslag nü, had inmiddels door de ontwikkeling van de Duitsche buitenlaiidscke politiek, althans voor de eerstkomende tijden, veel van zijn be- teckenis verloren. Immers, hiertoe gedowngen, door een steeds grooter wordende isoleering, had de Duitsche regeering, men denke aan Hitiers rijksdagrede een buitengewoon krachtig geaccen tueerdé pacifistische politiek ingeslagen, had zelfg duidelijk uitgesproken, dat grensherzieningen niet direet en zeker niet met wapengeweld zouden worden, nagestreefd enz. enz. De gevolgen van deze nieuwe ën kalmeerende richting der Duit sche politiek zijn dan ook geweest, dat de verkie zingen in Danzig, die eenige maanden geleden nog zoo zeer strijd deden verwachten, dat in het Lagerhuis in Londen zelfs de vraag gesteld was geworden of de Engelsche regeering bereid was een oorlogsschip derwaarts te zenden tegen den tijd der verkiezingen, maar weinig echo in de wereld hebben verwekt. Het Viermogendhedenpact. Men interesseerde zich niet zoo zeer meer voor een stad, die voorloopig althans geen redenen tot ongerustheid schijnt te bieden. Thans stond veel eer in het middelpunt de ontwapeningskwestie en de kwestie van het pact der vier mogendheden. - Dit laatste waarvan men geruimen tijd niets of maar zeer weinig had gehoord, was, na een be zoek van Go-ering aan Rome plotseling weer op gedoken en schijnt thans wel zoo goed als in kan nen en kruiken te zijn, zij het dan na de wijzigin gen te hebben ondergaan, die Frankrijk als voor waarde voor deelname heeft gesteld. Nu is het een feit, dat in een pact der vier groote mogend heden, Duitschland Engeland, Frankrijk en Ita lië, waarbij dezen zich zouden verbinden om groote moeilijkheden allereerst te bespreken, ten einde dan eensgezind in den Volkenbond te kun nen optreden, een gedachte Inhoudt, die wel eeni ge aantrekkelijkheid biedt. De groote tegenstel lingen immers liggen juist tusschen deze staten. Komen deze overeen om langs consultatieven weg oplossingen voor moeilijkheden te zoeken, wel dan is daar natuurlijk niets tegen, integen deel. Die moeilijkheid was echter, en daar vreesde b.a. de Kleine Entente zeer voor, dat dit pact zou worden tot een directorium der vier over Eu ropa. Dit gevaar echter schijnt thans te zijn, afge wend door de Pransche voorbehouden, die inhou den dat alleen tusschen de vier kwesties behan deld zullen worden, die kun uitsluitend aangaan en - dat de volkenbond niets van zijn autoriteit inboet. De waarde van het pact wordt hierbij na tuurlijk veel minder, maar de gevaren, daaraan verbonden eveneens. Laat ons hopen, dat dit pact overeenstemming tusschen de verschillende par tijen bevorderen zal. Geen ernstige gewenden maar groatc materieel© schade. Dinsdagmiddag ongeveer half vier is de elec- trische personentrein no. 2456, die te 15.23 van het station Uitgeest in de richting Amsterdam was vertrokken op ongeveer vijfhonderd meter afstand voor het station Krommenie ontspoord hetgeen des avonds voor ons bureau werd bekend gemaakt. Zooals in den regel bij dergelijke gebeurtenis sen, gingen de wildste geruchten, maar ter ge ruststelling kon aanstonds vermeld worden, dat ondanks de hevigheid van het déraillement en de groote snelheid, die de trein op het oogenblik had geen persoonlijke ongelukken van be teekenis zijn voorgekomen. Slechts drie personen werden door glasscherven gewond. Dit is ten eerste te danken aan het tijdstip waarop het ongeval geschiedde, waardoor zich in den trein zeer weinig passagiers bevonden het is misschien wel het allergtilste uur van den geheelen dag en ten tweede aan de geluk kige omstandigheid dat de wagens niet op elkaar zijn geloopen en niet in elkaar gedrukt. Was het ongeluk een uur later gebeurd, wan neer het personeel van de fabrieken _aar huis keert ,dan zouden zeker de gevolgen veel ern stiger zijn geweest. Op dit oogenblik bedroeg het geheele reizi- gersgelal niet meer dan tien tot 15 personen verdeeld over de vier wagens, waaruit de trein bestond. De geheele trein is uit de rails geloopen, wat bij de groote snelheid ook haast wel niet anders mogelijk was. Die voorste wagen, evenals de volgende derde klasse rijtuigen, lag geheel gekanteld haaks op de spoorbaan ter zijde in den berm met den kop in de sloo ten ten deele -in de modder van het weiland langs de spoorbaan. De tweede ligt in ongeveer dezelfde houding naast den eersten. Het achterste truckstel de as met de wielen was naast den wagen geschoven, terwijl de voorste truckstellen van den eersten en tweeden wagen broederlijk naast elkander op een afstand van tien tot vijftienmeter in de sloot terecht warer. gekomen. Een merkwaardige speling van het noodlot kan het heeten, dat slechts weinig ruiten in de met zooveel kracht neergeworpen wagens zijn gebroken en zelfs de ramen nog vrij goed func- t ionneer den. De derde wagen stond nog overeind, doch helde zooveel over, dat stutten noodzakelijk ge oordeeld werd. De achterste wagen was er het best afgekomen. De kabelmasten waren als koek omgebogen en lagen over de spoorbaan. Op het punt van de catastrophe waren de rails omhoog gebogen. Omtrent de oorzaak tast men nog in het duister. Wij vernamen dat de ontsporing op -een wissel Diat het ongeluk, wat de passagiers betreft, zoo gunstig is afgeloopen, is mede te danken aan de tegenwoordigheid van geest en het plicht besef van den treinbestuurder den heer A. Stee- nis uit Alkmaar die tot op het laatste oogenblik op zijn post is gebleven en alles heeft gedaan,, wat menschelijkerwijze mogelijk is. Algemeen is de lof over het optreden van dezer, ambtenaar. In dezen lof deelen ook zijn ches.f

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 3