De Pers en de Regeeringsverklaring
Moeten de boeren weer kernen?
Een Stertocht van den A.H.W.B.
Nieuwstijdingen
In een krachtig erisisbeljeid wordt algemeen ver
trouwen gesteld.
*Het Volk" ziet in de maatregelen van minister
Deckers „de barste terreur."
Kracht van overtuiging en toon acht de „Nw.
Rotterdamsche Courant" de kenmerkende eigen.
cshap van de afgelegde Regeeringsverklaring. Dit
is het geluid, aldus het blad uit de Maasstad,
dat in de laatste jaren aan de regeeringstafel zoo
dikwijls ontbroken beeft en de wijze waarop
hier de hoofdlijnen van het toekomstig regeerings
beleid worden getrokken, boezemt vertrouwen
in.
diet kabinet geeft er blijk van de volle
zwaarte van zijn taak te beseffen. Het doet
dit niet alleen door den diepen ernst, waarmee
de finantieele en economische toestand onder
de oogen wordt gezien, doch ook door het
bewustzijn, dat de tijd van halve maatregelen
voorbij; is.
Van twee passages in de verklaring neemt de,
„|N. R. Crt." met voorbehoud kennis: de orde
ning van het bedrijfsleven en de handelspolitiek.
Voor zoover een defensief karakter bij de
daarvoor noodzakelijke maatregelen voorzit,
kan men er -vrede mee hebben als met een ons
door den druk der buitengewone omstandighe
den van buiten opgedrongen tijdelijke verdedi-
gnig van ons oecouomisch bestaan. Anders
zou het echter worden, indien wij ermede zou
den verzeilen in een staatssocialisme en in een
ongezonde actieve handelspolitiek.
Het blad besluit:
Een krachtig regeeringsgeluid heeft geklon
ken. Laat dit vleugelen geven aan o ze hoop,
dat, wat ook de toekomst in haar schoot mo-
ge bergen, het roer van den staat met vastere
hand bestuurd wordt dan in het jongste verle
den het geval was.
JHet Vaderland" komt het voor dat de pre
mier zijn stempel gedrukt heeft op de regeerings
verklaring.
Eenheid van geest en van opzet karakteri-
sert deze informeel© Troonrede, die zich dan
ook ongemeen gunstig onderscheidt van haar,
in vorige jaren, op den derden Dinsdag in Sep
tember uitgesproken formeele voorgangsters.
Met forsche hand zijn eenige gróote lijnen ge
trokken. Deze innerlijke samenhang wordt niet
weing versterkt door den stijl van de verkla
ring. Zij is niet een aaneenrijgsel van aphoris-
opmerkingen doch een sluitend betoog. Zij
tracht te overtuigen en zij komt tenslotte
tot een bepaalde conclusiemen mag voor
de diepst ingrijpende maatregelen niet terug
schrikken.
Minder concreet acht bet blad de regeerings
verklaring ten aanzien van de oeconomisohe po-
politiek.
In dit opzicht kunnen we nog alles ver
wachten. Geen enkele maatregel mag vooraf
worden buitengesloten, „dus ook niet een
evntueele wijziging in onze handelspolitieke
methoden."
Indien hierin de mogelijkheid van een zgn.
actieve handelspolitiek ligt, zouden wij dit zeer
betreuren. Bescherming van de binnenlandsche
markt tegen overmatige invoeren schijnt ons
in dezen tijd verantwoord. Evenzoo reglemen
teering van die invoeren, die bedrijfstakken
betreffen, waarvoor een bepaalde „ordening"
in het leven is geroepen, zooals den landbouw
Het tweesnijdende zwaard van de actieve han
delspolitiek blijve echter in de scheede.
Het „Utrechtsch Dlagblad" vindt de verklaring
zoo voorzichtig en „in de ruimte" gehouden,
dat ze weinig houvast geeft voor een beoordee
ling. Vooral op de oeconemische paragraaf in
de verklaring peinst het blad zich de hersenen
stuk en waar gesproken wordt over een eventu-
eele wijziging in onze handelspolitieke methoden
schrijft het blad.
Men kan in het hier geopenbaarde voorne
men een vingerwijzing zien, naar een strakker
stelsel van contingenteeringen, naar eene toe
passing van het beginsel, dat wij niet meer
uit het buitenland ontvangen dan wij naar het
buitenland afleveren. Deze weg der contingenr
teering is een gevaarlijke weg.
Maar wat bedoelt de Begeeringsverklaring
met „ordening van het bedrijfsleven?" Is de
regeering voornemens de nijverheid op dezelf
de wijze in de handen te brepgen van de Over
heid als hare voorgangster het met den land
bouw heeft gedaan Diat ware funest.
Wij wachten dus af, en meenen dat het op
den weg der pers ligt, haar loyaal en met
vertrouwen tegemoet te treden, ook wanneer
zij met voorstellen komt, die aan gegronde kri
tiek onderhevig zijn.
Li de regeeringsverklaring vindt „Het Volk"
twee algemeene lijnen; belangrijke inperking der
publieke uitgaven en de nieuwe heffingen.
Over de noodzakelijkheid van bezuiniging
is ieder, die geen dollemanspolitiek wil voeren,
het in dezen hevigen crisisnood eens. De vraag
blijft echter natuurlijk: waar de bezuiniging
en hoe Zullen de militaire departementen ein
delijk krachtig aangepakt worden? Zal op de
werkloozensteun besnoeid worden?
D© termen waarin over nieuwe belastingen
gesrpoken wordt (nieuwe heffingen) laten de
mogelijkheid open voor een heffing-in.eens van
het vermogen die in de crisisresolutie van onze
partij aangewezen is. Maar elke nadere aandui
ding blijft, achterwege. Ook wordt niet ge
rept van leening tot mede-overbrugging van
het begrootingstekort.
„Ordening van het bedrijfsleven" wordt eco
nomisch noodzakelijk genoemd. Dit is zeker
vooral een kolfje naar onze socialistische hand
Zal het, echter, gelijk het onzerzijds wordt in
gezien, tot ordening van overheidswege ko
men D© verklaring spreekt slechts van „be
vorderen" van overheidswege van die ordening
Wij vreezen dat hier het privaat kapitalistische
karakter der regeering haar parten zal spelen
en van krachtig ingrijpen zal weerhouden. Ook
wat dit betreft moet echter gelden: afwach
ten.
De passage die zich tegen alle extremisme
richt zal bij ons zeker geen verzet ontmoeten
Onze partij is sedert haar oprichting in haar
innigste wezen tegen alle extremisme gekeerd
Het is echter maar de vraag, -wat men onder
extremisme verstaat.
Em dan keert het blad zich tegen de maatrege
len van minister Dieckers en noemt deze de bar
ste terreur
Het zg. vierhoeksprogram het eerst van A.
R. zijde geformuleerd, vindt men in de Regee
ringsverklaring terug, zoo merkt „De Stan
daard" op en waarschuwend zegt het blad:
Men verwachte niet dat er wondermaatre-
gelen bestaan, die op eenmaal een anderen toe
stand in het leven kunnen roepen. Het is niet
zoo, dat men op een goeden dag, zijn krant
ter hand nemend, daarin ld2en zal, dat de we
reldcrisis nu uit de wereld is.
Kloek en rustig zoo vindt ,De Maasbode"
de verklaring en gaarne steunt zij het beroep op
de „noodzakelijke eendracht.'"
al achten wij het geschrijf in een deel der
liberale pers aan het adres der katholieken
voor die eendracht niet bevorderlijk. Het be
sef, dat de liberalen tot heden naar hartelust
hebben gestemd tegen iederen maatregel, die
hun, niet beviel, zonder te letten op de harde
noodzakelijkheid, moge hun pers tot eenige
bescheidenheid manen bij het manoeuvreeren
met de termen lands- en partijbelang.
„De Tijd":
Het beroep op de medewerking der Staten
Generaal zal voor zoover het de Katholieke
Staatspartij betreft zeker niet tevergeefs ge
daan zijn. Alleen al het feit, dat deze partij
haar beste mannen afstond om zitting te ne
men in dit extra-parlementaire kabinet, bewijst
dit. Dat neemt niet weg, dat de daden objec
tief beoordeeld zullen worden, want men mag
niet vergeten de formateur heeft het nu
eenmaal zoo gewild, dat het een extra-par
lementair kabinet is, waartegenozver de par
tijen vrij staan. Hbld.
OOK HIER TARIEFMUREN UND KEIN ENDE.
CRISISSTEUN UITGESLOTEN.
Zooals de Tel mededeelt, heeft de te Utrecht ge
houden vergadering der hoofdafdeeling Zoetwater
visscherij van de Ned. Heidemaatschappij de lieer
Brouwer chef van de afd. Visscherij van het De
partement van Economische Zaken en Arbeid een
rede gehouden, over „de Zoetwatervisscherij en de
crisis.'
Spr. wilde nagaan of het mogelijk is noodmaatrege
len in verband met de crisis te nemen, teneinde
een tijdelijke verlichting te krijgen. „Want de zoet
watervisscherij is zwaar ziek." Onze visch is niet af
te zetten tegen prijzen die het mogelijk maken het
bedrijf loonend uit te voeren. De daling van de visch
prijzen is echter geen op zichzelf staand verschijnsel.
Er kwamen nog bij bijzondere mostandigheden, die
fataal werden voor den uitvoer. Spr. herinnerde aan
den val van het Engelsche pond in dit verband.
Om voor ed visch, naar Engeland uitgevoerd, denzelf
den prijs te maken als voor de daling van het pond
zou de prijs door den Éngelschen afnemer te betalen
met ongeveer de helft verhoogd moeten worden.
Daarvan kan geen sprake zijn. Daarbij kwam,
dat Engeland een invoerrecht van 10 procent van
de waarde legde op de visch. Het zijn vooral aal en
paling, karper en groote brasem, welke getroffen
worden.
Met den uitvoer naar Duitschland staat het nog
veel slechter. Door de geringere koopkracht van
het Duitsche publiek waren de prijzen, die de Duit-
sche afnemer betaalde, reeds laag. Spr. herinnerde
wat dat betreft aan de lage zeelt en karperprijzen
der laatste jaren.
Duitschland verloren.
Aan dezen uitvoer zoover die bij de lage prijzen
nog mogelijk was, is thans echter de genadeslag
toegebracht door de hooge invoerrechten.
De Duitsche markt is voor ons verloren, zoolang
die hooge invoerrechten gehandhaafd blijven.
Reeds lang wordt op een verbod of een ver
gaande beperking van den invoer van vreemde visch
in het bijzonder van paling, aangedrongen als een
middel om de vischprijzen hier te lande te verhoo-
gen en dus ons bedrijf weer loonend te maken.
Spr. slaat echter den invloed van een beperking
van den invoer op de vischprijzen in het binnen
land veel minder hoog aan, dan velen gewoon
zij te doen.
De Deensche enNoorsche paling die hier te lande
wordt ingevoerd, wordt, voor zoover zij hier te lande
niet wordt verbruikt of verwerkt, weer uitgevoerd.
Onze exporteurs die het niet in de macht hebben
zelf den prijs te bepalen, zullen op de buitenland-
sche markt weder moeten concurreeren met paling
die uit Denemarken of Noorwegen rechtstreeks is
aangevoerd. De lage prijs van de Noorsche en Deen
sche paling is dus van beslissende beteekenis met
betrekkng tot den prijs n het algemeen. En die
prijs ondervindt weer den invloed van de daling
van de Deensche en de Noorsche valuta. DeDuit-
sche invoerrechten hebben onzen uitvoer naar
Duitschland zoo goed als onmogelijk gemaakt, maar
dat is ook het geval met den Deenschen uitvoer
naar Duitschland.
Gevolg is Deensche invoer.
Wij kunnen ons voorbereiden op een Deenschen
invoer en dus een verscherpte concurrentie niet
alleen hier te lande, maar ook in die landen, waar
wij lot dusverre nog een markt vonden voor onze
zoecwatervisch. Dit geldt in de eerste plaats t.a.v.
aal en paling
Het is spr, bekend, dat wij hier te lande in
voer van Deensche zoetwatervisch en wellicht ook
van Zweedsche kunnen verwachten
De afd. Visscherij van het departement is thans
bezig de mogelijkheid van afzet te onderzoeken.
Men heeft lijsten aangelegd van buitenlandsche
vischhandelaren, gevestigd in streken, welke wel
licht voor den afzet van Nederlandsche zoetwater
visch in aanmerking kunnen komen.
De af deeling is gaarne bereid van deze lijsten
inzage te geven aan handelaren, die er voor voelen
om werkzaam te zijn in de richting van uitbreiding
van ons afzetgebied in het buitenland.
Spreker merkte voorts op, dat de regeering ook
reekning heeft te houden met andere belangen en
er voor tewaken, dat tegenover de bate, die de vis
scherij misschien zo uvinden bij de contingenteering
van bv. paling geen andere en wellicht niet grootere
belangen zouden worden geschaad.
Denemarken is een goede klant van Nederland
en koopt veel meer van ons, dan wij van Denemar
ken betrekken en spr. zou zich kunnen voorsteilen,
dat men er prijs op stelt een zoo goeden klant
geen aanleiding te geven tto het nemen van tegen
maatregelen, waardoor onze uitvoer zou worden
getroffen.
Tot de crisismaatregelen welke toepassing vinden
in het belang van onze visscherij al is het tot dus
verre ook alleen met betrekking tot de zeevisch, be
hoort de regeling van onzen uitvoer, wanneer een
bepaaid land bv. den invoer uit ons land contin-
genteert. Zoo is de uitvoer vanzee visch, pekelharing
daaronder begrepen, uit ons land naar Frankrijk
en van zeevisch naar Belgie door de regeering ver
boden, behalve wanneer de zending voorzien is
van een uitvoercertificaat dat alleen wordt afge
geven voor Nederlandsche visch.
Uitvoercertificaten ook voor zoetwatervisch.
Wanneer de invoer van zoetwatervisch auit Ne
derland in de genoemde landen zou worden gecon-
tingenteerd, dan zouden naar spr. meent, --er
bij onze regeering geen bezwaren bestaan eveneens
maatregelen te nemen om te voorkomen, dat uit
ons land vreemde visch in plaats van Nederlandsche
werd uitgevoerd ten laste van ons contingent.
Dan hield spr. een korte beschouwing over den
directen steun aan het bedrijf.
Als vaststaand kan volgens spr. worden aan
genomen dat de zoetwatervisscherij behoort tot de
bedrijven, welke na het economisch herstel wanneer
de belemmeringen voor het bedrijf zullen zijn weg
genomen, hervat zullen kunnen worden.
In dit opzicht verkeert naar spr.'s meening de
zoetwatervisscherij in een bevoorrechte positie, ver
geleken met andere bedrijven. Wanneer er dan ook
aangedrongen wordt op recht streekschen steun
aan het bedrijf kan spr. zich indenken, dat met
overwegingen als door spr. zijn genoemd rekening
wordt gehouden.
Het is echter aan spreker tot dusverre niet mo
gen gelukken iets te vinden, dat aan de moeilijk
heden in het bedrijf tegemoet zoukomen en tevens
uitvoerbaar zou zijn.
Aanbevolen is ook hetv aststellen van regeerlngs-
wege minimumprijzen voor de visch, die afgeleverd
wordt. Deze prijzen zouden dan natuurlijk zoo hoog
moeten zijn, dat zij den visscher nog een bescheiden
bestaan waarborgen. Spr. vraagt echter in gemoede
wat zoodanige minimumprijzen beteekenen in een
tijd, dat er geen afzet is voor de visch en daarvoor
dus geen prijzen van eenige beteekenis te maken
zijn
Voor den werkelijken beroepsvisscher, die geen
anderen arbeid verricht dan het visschen in eigen
bedrijf, is tot op heden het uitzicht op crisissteun
gerng. Wat de toekomst voor hem zal brengen, als
de crisis nog lang aanhoudt waagt de heer Brouwer
niet te voorspellen.
De vergadering nam ten slotte een motie aan m»t
algemeene stemmen: m aan de regeering te verzoe
ken gedurende de maanden Augustus, September,
October en November, den invoer van buitenland
sche aal en paling te verbieden.
Op voorstel van de afd. Sneek besloot de verga
dering het noodige te doen. opdat aan rijks- en ge
meenteambtenaren en aan hen, die pensioen genie
ten niet de groote vischacte worden uitgereikt
OP NAAR SCHIPHOL.
ZUIDSCHARWOUDE CONTROLEPOST.
Vanden heer Dijkhuizen consul van den Algemee
nen Nederlandschen Wielrijdersbond te Zuidschar-
woude ontvingen wij interssante gegevens over den
stertocht naar Schiphol, ter gelegenheid van het
50-jarig bestaan van den bond.
De Stertocht heeft ten doel aan Nederland een
indruk te geven van de veelzijdige ontwikkeling van
het toerisme.
b. aan de toeristen gelegenheid te bieden op
eenvoudige gemakkelijke en aantrekkelijke wijze
een tocht door Nederland te kunnen maken.
c. Een zoo groot mogelijk aantal bondsleden
te Amsterdam bijeen te brengen teneinde gemeen
schappelijk het 50-jarig bestaan te herdenken.
Aan den Stertocht kan men als volgt deelnemen:
a. te voet 35 kilometer.
b. per rijwel 100 klometer.
c. per rijwiel met hulpmotor 125 kilometer.
d. per automobiel 300 kilometer.
e. per motorrijwiel 250 kilometer.
f. te paard 80 kilometer.
g. per paard en rijtuig 80 kilometer.
h. per kano 30 kilometer.
i. per zeilboot 30 kilometer.
j. per roeiboot 30 kilometer.
■te per vaartuig met hulpmotor 40 kilometer.
1. per motorboot 60 kilometer
m. per vliegtuig 600 kilometer.
n. per trein (van een plaats in het buitenland.)
Voor iederen vorm van toerisme zijn bijzondere
bepalingen vastgesteld.
3. Aanvang De Stertocht wordt geopend op Don
derdag 29 Juni te 6 uur voorm. op dit uur worden
de controleposten geopend.
4. Eindpunt De Stertocht eindigt voor alle deel
nemers op het vliegveld Schiphol te Amsterdam
en we 1 op Vrijdag 30 Juni, tusschen 10 uur voorm.
en 12 uur.
5 Belooning. Zij die den Stertocht hebben afge
legd ontvangen een zijden lint, in de kleur van den
vorm va Toerisme waarvan zij gebruik gemaakt
hebben, en welk lint bevestigd kan worden onder
het herdenkingsinsigne.
Het Bestuur behoudt zich het recht voor deel
nemers die niet overeenkomstig de bepalingen ge
handeld hebben, het lint niet uit te reiken, dti kan
ook geschieden bij handelingen ernstig in strijd met
de verkeersregels, processes verbaal wegens roeke
loos rijden enz.
Wanneer vereenigingen of groepen van toeristen
aan den Stertocht deelnemen, kan als belooning een
ANWB vlag met wimpel in de kleur van den vorm
van toerisme na den tocht worden uitgereikt.
Onder bepaalde voorwaarden kunnen ook niet-
leden aan den tocht deelnemen. In Noordholland
kan aangevangen worden te Alkmaar, Hoorn, Velsen,
Haarlem enz.
Het ligt in de bedoeling aan alle deelnemers een
koffiemaaltijd aan te bieden op Schiphol na afloop
van den Stertocht.
Belangstellenden of eventueel© liefhebbers zal de
heer Dijkhuizen gaarne verdere inlichtingen willen
verstrekken veronderstellen wij.
DE GEHEIME KARN.
Een half jaar geleden is een K.B. afgekomen waar
bij een ieder, die een karn e.d. in zijn bezit heeft,
verplicht is, daarvan aangifte te doen bij het be
trokken botercontrolestation. De aanleiding daartoe
is duidelijk; iedere kfio boter die een boer of
een ander zelf maakt, is een gulden (accijns) goed-
kooper dan de gekochte waar. De „geheime karn"
zou dus haar intrede doen naast de „geheime dis
tilleerderij" De heer A. Schrooder, Ede, wijst er
thans in het orgaan van den F.N.Z. op dat klaarblij
kelijk vele boeren niet met deze bepaling op de
hoogte zijn.
Echter, indien een boer al aangifte doet van zijn
stootkarn, wat dan nog? Immers het controleeren
der gemaakte hoeveelheden, ja zelfs van het über
haupt gebruiken van de karn, zal zeer moeilijk zijn.
De heer Schrooder zegt er o.a. van:
„Dat iedere veehouder, die een karn heeft, tot het
bijhouden van een zeer eenvoudige boekhouding
zal worden verplicht is blijkens een mededeeling in
„de Boerderij" verscheen, wel waarschijnlijk. Er zal
namelijk controle mogelijk moeten zijn waaruit blijkt
hoeveel melk op ieder bedrijf wordt verkamden
hoeveel boter daaruit is verkregen. Hoewel de kosten
voor een dergelijke boekhouding uit den aard der
zaak wel zeer gering zullen zijn neemt het toch
niet weg, dat deze „papieren maatregel' m.i. uit
den booze is. Het zal practisch ondoenlijk zijn al die
duizenden bedrijven en bedrijfjes te gaan controlee
ren, tenzij men tot dit doel, wat ook al weer niet
gewenscht is, de noodige ambtenaren gaat aanstel
len.
Dat het boter maken op de boerderij in de naaste
toekomst zal toenemen, is onder deze omstandig
heden zeer aannemelijk. Onlangs kwam mij ter oore
dat er bij een onzer zuivelconsulenten reeds een
aanvrage was binnengekomen van een landbouw
organisatie tot het geven van een cursus voor
boerinnen en boerendochters in het botermaken op
de boerderij. Wanneer hireaan gevolg wordt gege
ven zal het resultaat van een dergelijken crisismaat
regel zijn, dat er toestanden in het leven worden
geroepen, die 30 tot 40 jaar geleden normaal wa
ren. Deze bestendigd te zien als het practisch ge
volg van een crisismaatregel lijkt mij zeer onge-
wenscht."
De redactie van het F.N.Z.-orgaan voegt er nog
aan toe, dat haar ter oore is gekomen dat reeds
waschmachines als karn worden gebruikt.
Een andere zijde van de zaak is o.i. dat op deze
wijze minder geld in het fonds'der Crisiszuivelcen-
trale vloeit.
Het ESgmondsch© stroapersdrama
Bevestiging van het Alkmaarsche vonnis
In den nacht van 23 op 24 November van het
vorige jaar was een strooper uit Egmond aan
Zee in de duinen onder Egmond Binnen met zijn
broer op de konijnenjacht, waar zij betrapt wer
den door een jachtopziener en een rijksveldwach
ter. De jachtopziener achtervolgde den strooper
plotseling klonken kort achter elkaar drie scho
len en de strooper viel op den grond. Het bleek
dat de man in het dijbeen was getroffen Tijdens
het; vervoer naar een nabijgelegen woning stierf
hij door verbloeding.
De jachtopziener had zich voor de Alk-maar
sche rechtbank te verantwoorden, verdacht van
zware mishandeling, den dood tengevolge heb
bende. Het O. M. requireerde ontslag van rechts
vervolging, daar de jachtopziener 'volgens zijn
verklaringen, uit zelfverdediging had gehandeld.
Die strooper viel hem mwet een stok aan en na
twee waarschuwingsschoten had hij een derde
schot op de beenen van Dlekker gelost.
De rechtbank sprak verdachte van een deel
van de tenlastelegging vrij en ontsloeg hem voor
een ander gedeelte van rechtsvervolging.
Van verschillende kanten werd er op den of
ficier van Justitie aandrang geoefend om hooger
beroep aan te teekenen, teneinde de zaak voor
een hooger rechtscollege behandeld te krijgen.
Ook bij de behandeling voor het hof te Am
sterdam beriep verdachte zich op Inooldweer,