OUD NIEUWS. I Hoe „Hekkie" uit zijn graf verrees Waar vrouwen graag van lezen. Wat kan de gezette vrouw dragen? Uit ons nummer van 4 Juni 189 Rob de Avonturier „iN A ver! poli PINKSTERRAIEN. (Woorden en muziek F. P. O.). Wanneer de Maimaand kommen is, Den is 't een mooie taid, Den is de Pinkster in 't versklet, Den beri de maidjes blaid Ze loupe 't durp maar op en neer, En af en an, zoo menig keer, Ze ben benuwd, ze denke wel, Dat ien der vrage zei Refrein. Pinksterraie, Met zen twel, a Wie zou 't niet begeere? Wie er nag niet vraie ken, Die zei et nou wel leere! 't Nuwe kleidje, 't beste pak, En 't Zundestulg de Bruin, Wat houdt ie fain de laisels vast, Hai is op zen spuitje kuin Zoo drave ze nei Bergen toe, Nei zee en duin, zoo weltemoe, In stad te dansen, Allegaar Van 't durp weer bai mekaar Refrein. Pinksterraie, Met zen twei, a Wie zou 't niet begeere? Wie er nag niet danse ken, Die zei et nou wel leere! 't Noost ze as ze op huis an gaan, Maarof tig stopt et peerd Zoo efkes pauze voor een zoen, Is dat nou zoo verkeerd? Ok nou is nuw dat oud verhaal Ok in die kar die zoete taal, Et durp kraigt as et daie wul Dat steltje op ien spul! Refrein. Pinksterraie, Met zen twei, Wie zou 't niet begeere? Wie er nog niet vraie ken, Die zei et nou wel leere! (Alle rechten voorbehouden) EEN DROEVIGE HISTORIE MET EEN VROOLIJK EINDE. Een 1-wajongensstreek en appelflappen van tante Daatje toe! Door MART. (VERVOLG). „Daar heb ik je, boosdoener", bromde hij, „hoor je niet hoe je tante je roept? Zeker weer kwaads in zin, wat? Je moest je schamen, om je tante zoo te laten schreeuwen. Het mensch is warempel al ma ger genoeg, moet jij d'r nog erger maken! Vooruit, naar binnen, en gauw wat! En of Hekkie al tegenstribbelde, Japiks aandacht trachtte af te leiden, door opeens achter zich te wijzen of net te doen of hij viel, de oude tuinman kende zijn streken al en bracht hem bij tante Daatje, die hem met eenige oorvegen ontving. „Zoo kwajongen, je was dus toch thuis en je deed of je niets hoorde (pats!), is het niet? Nu (pats!) dat zullen we je wel (pats!) afleeren, begrijp je (pats!)?" Zoo ongeveer was de vreugdeuiting van tante Daatje over het weerzien. Maar het was niet wederkeerig, want Hekkie werd hoe langer hoe boozer over zijn verstoord vischgenot en smeedde bij zichzelf al plannen om zoo spoedig mogelijk weg te slippen. „Zoo," zei tante, toen zij moe was van het slaan." Nu zullen wij eens kijken, of je geleerd hebt, ge hoorzaam te zijn! Ik had je vanmiddag noodig om de tuinstoelen schoon te maken en het pad te har ken. Neem de hark en ga aan het werk! En wee je gebeente, als je het waagt, weg te loopen, heb je me verstaan? Geef antwoord, Hendrik, heb je me verstaan?" „Nou tante", zei Hekkie, „èrg goed begrepen heb ik U wel niet, maar ik zal mijn best doen; de hark ligt zeker in de schuur, is het niet, tante? En hij dacht bij zichzelf er achter „vlak bij mijn hengel!" Zoo trok Hekkie naar den tuin en begon te har ken, met het vaste voornemen, zoodra tante haar eerste inspectie had gedaan, te gaan visschen. Maar het was warm in den tuin, de krekels tsjiipten, de kikkers lagen op den rand van het slootje, bliezen hun zwemblazen op en kwaakten loom en lui een deuntje. De warme lucht steeg op en danste in den zonneschijnKortom, het was een middag, die alles mee had voor visschen in den schaduw van een grooten boom en die alles tegen had voor har ken. in een zonnigen tuin. En dat besefte Hekkie maar al te graag! Toe hij dan ook drie streken met de hark had gedaan, vond hij het al lang welletjes en ging er even bij zitten. En zoo zal het altijd gaan juist op dat oogenblik kwam tante Daatje haar eerste inspectietocht maken. En natuurlijk was ze razend boos, toen ze Hekkie zoo heerlijk zag zit ten rusten. „Luie vlegel, ik zal je leeren, wil je wel eens aan het werk gaan, moet je soms weer een pak slaag hebben, is me datl uilakken, schaam je je niet zou je niet eens opstaan, deugniet, rakker, boos wicht, mispunt!" En zoo ratelde zij nog eenigen tijd door. Hekkie liet kalm de woordenvloed over zich heen gaan, nam de hark, begon weer ijverig te harken en wachtte totdat zij weer weg was. Inderdaad ging zij enkele oogenblikken later, brommende en foete rende weer naar binnen. Nu vond Hekkie het tijd geworden om zijn plan uit te voeren. Hij verge wiste zich, dat tante in de achterkeuken was, nam vlug zijn hengels en sloop door het tuinpoortje, dat hij juist gisteren met groene zeep piepvrij gemaakt had, naar buiten, naar de vrijheid, naar het vijver tje van baas Hobbel. Den geheelen middag vischten zij er verrukkelijk. Driemaal moesten zij ijlings op de vlucht gaan, daar de uitgezette schildwachten baas Hobbel signaleer den, maar als baas Hobbel eindelijk bij zijn vijvertje was gekomen, was er van visschers geen spoor meer te bekennen en ging hij weer gerustgesteld naar huis. Drie mooie baarzen werden door hem gevangen want baas Hobbel had niet voor niets een bordje met een vischverbod bij zijn vijvertje laten plaatsen. Hij had de visschen willen laten groeien en vermeer deren en dan later, als de vijver te druk bevolkt zou worden, pas het verbod willen opheffen, of zelf met een net de noodige baarzen en snoeken verschal ken. Want er zwommen prachtexemplaren in zijn vijver rond! En de jongens hadden zoo'n pret, dat zij niet eens merkten, dat het al véél te laat werd voor het eten. Eindelijk gingen zij met looden schoe nen naar huis. Zij zouden den hond in den pot vinden! Ook Hekkie had het danig benauwd, want hij was toch eigenlijk wel een beetje bang voor tante en hij was zoomaar, pardoes, weggeloopen vanmiddag!Zoo kwam hij tenslotte bij het tuin hek. Binnen hoorde hij tante Daatje al razen. Stil sloop hij naar de Keukendeur en legde zijn oor er tegen aan. „Ik zal hem wel klein krijgen", hoorde hij tante Daatje energiek zeggen, „Lena (dat was de dienst bode), geef me de mattenklopper eens aan! Die dekselsche kwajongen! Die rekel! Wegloopen, niets doen voor zijn tante, praatjes maken en nu nog veel te laat thuis komen ook! Maar ik zal het hem inpe peren!" En Hekkie hoorde hoe zij een vervaarlijke klap met de mattenklopper op de tafel gaf, om haar woorden kracht bij te zetten. (Wordt vervolgd). O Ons Wekelijksch Knippatroon. Na de blouses is de beurt aan de rokken. We ge ven hierbij eenige aardige modellen. Het eene rokje is zeer goed te gebruiken voor sportdoelelnden, voor al als de overslag met plooien los gedragen wordt. Men kan dan de knoopen van boven vast maken. nooit in de heupen laten beginnen, maar zoo laa mogelijk in den rok. Geen mutsen of randlooze hoe den; maar hoeden met een grooten bol en eer. breeden rand. Geen schoenen met hooge hakken ftiaar gemakkelijke wandelschoenen met halfhooge hakken. En dan: geen lichte kous bij een donkere, schoen! No. 157dit model kan het beste vervaardigd wor den van een effen donkere, losse wollen stof. Wil men het rokje gebruiken voor sport of wandelingen, dan kan men den overslag los laten en de knoopen dicht maken. Zoo niet, dan is het heel aardig, de plooien tot het midden dicht te stikken. Benoodigd: 1.80 Meter van 130 c.M. breed. No. 158: gekleed modelletje. Dit patroon is zeer geschikt om uit zijde, of iets dergelijks gemaakt te worden. Benoodigd: 1.80 Meter van 130 c.M. breed Beide patronen zijn tegen den prijs van 0.35 ets. per stuk, te verkrijgen bij de Afd. Knippatronen" van de Uitgeversmaatschappij „De Mijlpaal" te Am sterdam, postbox 175. Het bedrag kan worden vol daan per postwissel, in postzegels of wel per post giro 41632. De lezeressen worden vriendelijk verzocht, bij be stelling niet alleen 't nummer van het patroon; maar ook de verlangde maat (borst-, heup- en iail- lewijdte) op te geven. Gelieve verder naam en adres duidelijk te ver melden, men voorkomt daardoor vertraging in de toezending. „Voor mij is de mode van tegenwoordig niets ge daan!" zucht de dikkere dame en ze vergenoegt zich met de vaststelling van het feit. Het gevolg: se draagt of ouderwetsche dingen, of ze probeert de moderne kleeding te dragen, zonder er aan te den ken. dat ze die werkelijk niet dragen kan. Iedere gezette dame moet eigenlijk de volgende regels uit het hoofd leeren: geen groote bloemrijke patronen. Maar kleine patroontjes (denk er aan: niet kinderachtig!) en effen, gedekte kleuren. Geen rende hols, maar een punthals, die door een ingezet vest nog langer lijkt. Geen korte pofmouwtjes; maar een mouw van driekwart lengte, die over den elleboog valt en den blik afleidt van de breedte der schouders. Geen breede lakceintuur; maar een smal cein tuurtje uit dezelfde stof. Deze raadgevingen gelden in het algemeen voor de „volslanke" vrouw. De vrouw met smalle schouders en breede heupen moet een oplossing vinden, door met een pas de schouders breeder te doen schijnen, en de heupen door lengtebanen smaller te doen lijken. Plooien Smakelijk eten Bloemkool met kaas. Benoodigd: 1 Bloemkool, 5 gram zout, 50 gram boter, 30 gram bloem, 4 d.L. bloemkoolwater, 50 gram gerasp te parmezaansche kaas (of geraspte zoetemelksch kaas, of van beide soorten de helft). Bereiding: Kook de bloemkool op de gewone wijze, maak de saus van boter, bloem en bloemkoolwater. Roer als de saus gebonden is, de helft van de kaas er door strooi de overige kaas over de bloemkool, als ze met saus bedekt is. De bloemkool wordt 10 minuten in den oven gezet, tot ze licht bruin is. Eiersaus. Benoodigd: 2 eieren, 2 dL. Water, 50 gram boter, 3 gram zout, 't sap van een halve citroen, 10 gram bloem. Bereiding: Men klopt de eieren met het zout; maakt de bloem met water aan, voegt de aangemengde bloem bij de eieren; men doet dan het citroensap er bij en laat dit even koken; neemt ze dan van iet vuur en voegt de boter in kleine stukjes toe. BERICHTEN: De boerenwoning van J. Blom, aan den Veen huizermiddenweg te Heer Hugowaard, is in den nacht van den 31 Mei afgebrand. De bewoners zijn in nachtgewaad het dreigend gevaar ontkomen, alleen eenige sieraden in hun vlucht meenemende. De woning was tegen brand schade in de Schermer, meubelen en losse goederen te Barsingerhorn laag verzekerd. Te Leiden viel op een no. van de staatsloterij de f 100.000. Een van de winners heeft dat voor deeltje met den dood moeten bekoopen, want hij heeft zich in zulk een mate van misbruik van drank schuldig gemaakt, dat hij in de jenever is gestikt. - ïh BUITENLAND. Een Amerikaansch blad, welke redacteur vroege in plaats van de pen de schoenmakerselst gehanteerd heeft, roemt de redenaarsgave van den president der Amerikaansche Republiek volgender wijze: „Altijd streng zakelijk, naait hij in zijn rede voeringen het bovenleer der bewijsvoering aan de zolen der feiten met het pekdraad der logica sa men, zoodat het water der oppositie nooit binnen dringen kan. ADVERTENTIE. Geldleening. Het Gemeentebestuur van Zuid- scharwoude wenscht, behoudens hoogere goedkeu ring, eene tijdelijke geldleening aan te gaan, groot vijftienhonderd gulden (f1500), rentende 4 ten honderd in het jaar, en af te lossen uiterlijk 31 December 1893. Aanbiedingen, zoo spoedig mogelijk, bij den Bur B d- B zoo dat ling de - stul eele schr Li twee publ 60. „nu zuuen we net geneim van de groot ontdek ken," zei Rob, terwijl hij opgewonden uit z'n schuil plaats te voorschijn kwam. „Laten we haar achter na gaan, voor ze te ver weg is." De rotswand was gemakkelijk te beklimmen, zoodat Rob al spoedig boven was. Daan moest echter een handje geholpen worden. 61. Toen ze overeind stonden op de top van de rots, zagen ze in een nauwe tunnel. Aa het uiterste einde stroomde het daglicht binnen en onthulde een rots achtige steenen rand die langs den kant van een waterval liep. De nauwe kloos werd overbrugd door een zware steen, waar Luly juist haar voet op zette. 62. Ze aarzelde echter voor ze verder ging. Ze wist, dat plotseling opkomende vloedgolven dikwijls maakten, dat het water over de brug stroomde. Toen ze echter overtuigd was, dat er geen gevaar dreigde, holde ze zoo hard mogelijk, om de overzijde te be reiken. 6ó. kod en Daan hadden net de ingang van de tunnel bereikt, toen ze tot hun groote ontsteltenis een groote hoeveelheid water over de top van de afgrond naar beneden zagen storten. Ze riepen het meisje toe, terug te keeren, maar te laat. Het water stroomde op haar neer en het meisje moest zich wanhopig aan de sten vastklemmen, om niet omlaag te storten. Ieder oogenblik kon ze echter vallen. lietYn"'dezen heVigen"crisisnood^'eens" 5e' vraae i De P®fnsch€ «nNoorsche paling die hier te lande j g. per paard en rijtuig 80 kilometer. ui-.A "IT" T k g 1 wordt ^gevoerd, wordt, voor zoover zij hier te lande h. per kano 30 kilometer, bhjit echter natuurlijk, waar de bezuiniging niet wordt verbruikt of verwerkt, weer uitgevoerd. i. per zeilboot 30 kilometer. Ook bij de behandeling voor het hof te Am sterdam beriep verdachte zich öp 'nooldweer.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 6