Microfoongeschiktheid
Wat Begrijpt een man van mode?
OnsCourantenverhaal
De microfoonproef voor solisten.
Voor het radiogerechtshof.
Als men de oogen zou sluiten zou men kunnen
droomen thuis te eijn.
Stem van den omroeper: „Mejuffrouw X. zal de
Aria uit Tosca zingen" een paar accoórden op
de vleugel en dan hoort men de zangeres de eer
ste tonen uitgalmen.
Maar met geopende oogen is dat alles natuurlijk
heel anders.
Een klein vertrek waarin een enorme electro-
dynamische luidspreker en een reusachtige tafel,
overdekt met toestellen eir instrumenten, Daarbo
ven een dubbel, geluidsdicht venster, dat uitkomt
in de groote, bijna geheel leege zendstudio. In het
midden daarvan staat de vleugel en een paar pas
daar van daan de zangeres, die hier „geëxamineerd
wordt. De mivrofoon staat ongeveer drie meter van
haar af opgesteld. Zij stelt alles in het werk om
haar stem voordeelig te doen uitkomen, want deze
aria en dan nog een tweede zal beslissend zijn voor
haar optreden voor de radio. Microfoonproef en
eerste omroep-optreden, een „voldoende" of een
„onvoldoende" een engagement bij de grootste der
Omroepmaatschappijen en vandaar een engagement
en geregeld optreden bij alle andere zenders, of een
teruggang in het armoe-levenaje van menige artis
te en de kwelling van het „onbekend-zijn."
Hoeveel hoop is gevestigd op deze proefminuten,
hoeveel voorbereidingen zijn ervoor getroffen hoe
lang is ervoor gestudeerd en gewerkt, hoeveel angst
en wanhoop;
Het begin is steeds een brief, met het verzoek te
mogen optreden. Ik ben kunstfluitist, ik ben dra
maticus, ik ben xylofoonvirtuoos, ik ben liedjeszan
ger, levensliedjesvertolker, pianist, conférencier, op
aanbeveling van dokter zoo-en-zoode u
welbekende zangeres mevrouw Zus-en-Zoo heeft mij
attent gemaakt zoo komen er dagelijks honderd
of meer brieven bij de Omroepmaatschappij bin
nen. Honderden? Duizenden! Doel: Proefzingen.
Proefspreken Proefspelen.
Hoe komt men bij den Omroep? Hoe gaat dat
eigenlijk precies? Hoe wordt de beslissing amtrent'
microfoongeschiktheid enz. genomen Moet men ge
luk hebben, of protectie misschien?
Dat zijn allerlei vragen, die onmiddellijk voor de
hand liggen. Wij zullen ze een voor een bespreken.
Daarom nemen wij plaats in het kleine luidspreker
vertrek en hooren, hoe de dramaticus zijn gedich
ten voordraagt, hoe de pianist een stuk van Pade-
rewski vermoordt, hoe de zangeres aria op aria ver
slindt
Alle kunstenaars die wij vandaag te hooren krij
gen het zijn er meer dan twintig hebben
een brief aan de directie van de Omroepmaatschap
pij geschreven, zij hebben alle de vragenlijst over
studian, leeraren, engagementen die zij daarop per
post ontvangen hebben, ingevuld en ingezonden, en
zij hebben allen gewacht, totdat de kaart kwam,
waar zij zoo naar hebben verlangd, de uitnoodiging j
tot het zoo sterk verlangde en toch zoo gevreesde j
proefoptreden.
Deze vragenlijst was de eerste proef. De Omroep-
maatschappij neemt principieel geen solisten, geen
zangers en geen instrumentalisten, in haar pro- I
gramma op als deze niet minstens een studie- j
periode van drie jaar achter den rug hebben. Zeer
terecht beschermt zij op deze wijze de commissie j
van Onderzoek voor een oneindige stroom sollicitan- j
ten, voornamelijk dilettanten, die in familiekringen i
zeer worden gewaardeerd, dikwijls zelfs bewonderd,
doch wier prestaties de toets der publiciteit niet i
zouden kunnen doorstaan. „Uw dochter speelt toch
zoo heerlijk piano, waarom treedt zij niet eens op
voor den Omroep?"
De uitnoodiging voor het proefoptreden is aan
gekomen, de eerste proef is dus geslaagd. Nu wach
ten in het wachtvertrek, totdat de naam van den
betreffenden kunstenaar wordt afgeroepen. Dan
plotselingstaan zij in de groote leege zendzaal
en spreken met den Correpetitor, die hen zal bege
leiden, Natuurlijk denken zij niet eraan, dat reeds
nu ieder woord van het gesprek wordt opgevangen
en door den luidspreker in het kleine vertrek wordt
gedragen waar vier dirigenten en stemij deskundigen
een critisch oordeel zullen vellen. Zij zijn allen
vermoeid en nerveus en het is roerend te hooren,
hoe ieder betuigt, dat hij, juist vandaag, niet zeer
gedisponeerd en eenigszins verkouden i.s
Reeds na de eerste maten hoort men of de stem
in principe geschikt is voor microfoonontvangst. En
dat is niet ieders stem. Er bestaan zangers van
naam. kunstenaars, van wereldvermaardheid, wier
orgaan in den luidpsreker blikachtig onmogelijk
klinkt. Daarentegen zijn er stemmen, die nooit een
concertzaal zouden kunnen vullen, doch die voor
den microfoon aan de hoogste eischen voldoen.
Vier dirigenten vormen de jury. Het is een moei
lijk en nauwgezet examen. Iedere examinant zingt,
speelt of spreekt minstens twee stuken, naar zijn
eigen keuze. Dan wordt de eindindruk van de jury
op de vragenlijst van de betreffende ingevuld. Er
staat, wat er werd voorgedragen en hoe het kionk
Was het in orde dat wordt de gelukkige gestuurd
naar de specialistenafdeeling, bv. de opera- of con-
certafdeeling, de cabaretafdeeling of de literaire af
deeling. Dat beteekent een tweede laatste proef.
Zijn er goede punten in zijn voordracht aanwezig 1
doch voldoet het geheel niet, dan wordt de candi-
daat teruggesteld, d.w.z. hij mag zich n aeen half
jaar weer aanmelden, waarbij de eerste proef voor
hem vervalt en hij direct tot de tweede wordt toe-
gelaten. De verschillende conservatoriums voor mu- j
ziek hebben tegenwoordig allen een afdeeling, waar
de zangers met de geheimenissen en de eischen
van het optreden voor den microfoon worden be
kend gemaakt. De rest wordt door de vier Meister-
sanger in het luidsprekerskamertje genadeloos ver
oordeeld.
Meer dan twintig zangers, zangeressen en instru
mentalisten stonden gereed voor de proef toen wij
op een schoone zomermiddag het juryvertrek betra
den. Wij hebben ze alle gehoord en ik moet zeggen
dat ik de vier mannen, die hier naar hun geweten
te rade gingen en zoo goed mogelijk hun moeilij
ke taak ten uitvoer brachten, niet benijdde. Zij
moesten met alle strengheid het kaf van het koren i
scheiden. Het aantal kunstenaars is te groot. Dat i
bewijst het volgende getallenvoorbeeld: reeds meer
dan tweehonderd sopraanzangeressen hebben voor j
het eerstvolgend halfjaar een engagement gekregen
Terwijl ik dit feit nog zit te bepeinzen, hoor ik
plotseling een schoone, volle bariton, door den micro
foon weerklinken. Deze stem, doet een herinne
ring in mij opkomenjaren geleden, een an
dere zangproef, een halfdonker tooneel. een gapende
zwarte leege schouwburgzaal, "het eenzame lichtje
op den lessenaar van den intendant, het schemeri
ge gezicht van een baardige impressario op de eer
ste rij, en een vermolmde ontstemde piano met een
even vermolmde even ontstemde oude pianist, Daar
werd niet iederen zanger den tijd gegeven om twee
aria's te zingen.
In het belang van den kunstenaar is het van voor
deel als vele slagen voor de microfoonproef, dat vele
in de gelegenheid worden gesteld een bewijs van hun
kunnen te geven. Want tegenwoordig beteekent voor
menigen jongen kunstenaar een engagement bij den
Omroep twee weken volop eten. Maar zelfs onder
deze omstandigheid moet de kwaliteit der prestatie
gehandhaafd blijven, daar zorgt de proefcommissie
voor. Men kan ervan verzekerd zijn, dat bij deze rus
tige. vriendelijke en zakelijke wijze van beoordeeling
geen talent verborgen blijft.
Begrijvt een man iets van mode? Volgens mij
niet.
Eigenlijk durf ik het niet goed te schrijven, want
dan zou ik het voor goed bij hen verrbuien
En dat wil ik toch ook niet
Maar het is toch heusch zoo, de werkelijke man
heeft geen faluwe notie van Mode. Nee, dat is toch
ook niet heelemaal goed, een beetje weet hij er nog
wel van. Hij weet precies wat een vrouw goed staat,
of ze knap is charme heeft en smaakvol gekleed
gaat. Ja, dat weet hijen daarnaar gedraagt
hij zich dan ook. Maar „waarom" de vrouw goed
gekleed is: „waarom" ze nu juist een roode japon
moet dragen en geen groenen; „waarom" ze liever
een plissé-rokje kiest en „om 's hemels wil geen plooi
en op de heupendaar weet hij niets van.
Een man zal ook nooit begrijpen, waarom een
japon zoo duur moet zijn, maar als zijn vrouw
een slecht zittende jurk draagt, vindt hij het afschu
welijk.
Oh, ja, hij maakt wel verschil. Want, hoewel hij
dan geen verstand heeft van de Mode, hij heeft
een goeden smaak en hij heeft zoo veel verstand
vanvrouwen.
Hij zal echter zelden of nooit de japon beoordeelen
maar het uiterlijk van de vrouw die ze draagt. DH
is het groote verschil.
Nu zal men direct zeggen, maar de mode-ontwer-
perstian?"
Daar zijn gelukkig niet veel mannen bij.
Een man die alle geheimen kent, is zonler i.iusies
en een ieder, die zich intensief bezig houdt met de
vermooüng der vrouw, wordt een streng criticus.
Wij vrouwen vinden het niet meer interessan;, als
een man werkelijk verstand heeft van de mode.
Dat interesseert ons absoluut niet. Alle vrouwen
zijn blij. wanneer ze bewonderaars vinden, kortom
echte mannen.
En het is ruim voldoende wanneer de mannen
zooveel de Mode begrijpen, dat ze de rekeningen
betalen, zonder al te veel mopperen.
JEANNE DE PL.
HET AVONTUUR
VAN KAPITEIN BOBBINS.
Of ik bang ben uitgevallen, vroeg kapitein Bobbins,
mij verbaasd aanziende. Hij schudde zijn grijzen kop
en joeg groote rookwolken de gelagkamer in. Nee,
nee. voor zoover ik mij kan herinneren ben ik
maar één keer bang geweest in mijn leven, maar
die eene keer had ik het ook danig te pakken.
Wanneer ik jullie er een pleizier mee doe, wil ik
je dat avontuur wel eens vertellen. „Wij, dat waren
de overige leden van de stamtafel, die kapitein
Bobbins presideerde, schudden gretig van ;a en
schoven belangstellend wat naderbij.
Kapitein Bobbins nam een stevige teug whiskey
stopte een versche pijp en stak van wal:
„Het is al heel wat jaartjes geleden, dat ik op
een stikdonkeren avond op doorreis naar Londen,
waar mijn boot lag, een kleine matrozenherberg te
Plymouth binnenviel, om daar te overnachten, Nu
weten jullie wel mannenbroeders dat ik in het ge
heel niet verwend ben, maar zoo'n schoeljepatrouille
als daar in dien herberg voor anker lag, had ik nog
nimmer in mijn leven bij elkaar gezien. Zeker de
een of andere zeeroover, die binnengaats is geko
men, dacht ik meteen en stapte op de waard toe,
die tusschen haakjes gezegd ook niet bepaald een
geruststellend uiterlijk had om hem te vragen of hij
nog een kamer vrij had. Geen kamer meer vrij,
luidde het antwoord en daar ik dien avond reeds
verscheidene malen mijn ueus gestooten had, be
sloot ik zijn aanbod te aanvaarden, en m ijn bivak
op zolder op te slaan.
„Een piekfijn bed," zeide de waard „en een ge
zond luchtig vertrek" Ik grijnslachte en zette mij
aaneen tafeltje neer om den inwendigen mensch
weer wat op streek te brengen. Ik was goed en wel
bezig een reus van een ommelette soldaat te maken
Tot groote ergernis van zijn heer wierp hij zich
in een leunstoel en liet zijn hoed op het tapijt
vallen.
„Naar je gedrag te oordeelen schijnt het dat je in
een kroeg geweest bent en gedronken hehbt." zeide
lord Montheron boos „Ik heb je onbeschaamdheid
long genoeg verdragen en ben van plan je te ont
slaan."
„Zeg niet te veel" antwoordde Renard kalm maar
waarschuwend. „Je mocht er eens berouw van krij
gen, versta je dat? Die praatjes over ontslag passen
niet tusschen ons: Laat ons eens ernstig over de
zaken spreken. Ik heb van den vluchteling niets
meer gezien."
„Hij zal Engeland weer verlaten hebben.'
„Dat geloof ik niet. Gisteren was ik weer bij 't
hotel, waar zooals je weet, mijn broeder hem ont
dekte. Tot mijn verbazing zag ik miss Strange er
uit komen."
„Ben je zeker dat zij het was?"
„Heel zeker. Ik huurde een rijtuig en volgde
haar naar lady Wolga. Zij bleef daar bijna drie-uren
en ging toen naar een ander hotel. Ik vernam dat
mrs. Ingestre daar logeerde en dat beiden er den
vorigen avond waren aangekomen.
„Dat is nieuws."
„Ik had een plan beraamd om miss Strange uit
den weg te ruimen," hernam Renard, „en ging heden
morgen in de vroegte naar het hotel, teneinde hier
aan gevolg te geven Daar vernam ik echter dat de
dames reeds vertrokken waren. Zij zijn slechts één
dag te Londen geweest."
„Wat kwamen zij hiér doen?"
„Miss Strage had een doel. Zij wilde haar vader
spreken en om daarna haar moeder mede te deelen
dat hij nog leefde.
„Dat verduiveld meisje" riep de markies.. „Mijn
zwagerin is doll, anders zou zij niet met haar mee
gaan. Ik zal haar onderhanden nemen, zij moet het
meisje wegzenden."
„Dat zich dan naar lady Wolga zal begeven en
alzoo buiten ons bereik komt. Je bent een genie,
mr. Roland Ingestre. Het meisje bevindt zich juist
op haar plaats. Zij schijnt zeer gevaarlijk te zijn, Zij
ziet alles en is wantrouwend, Ik geloof dat er iets
buitengewoons gebeurd moet zijn en zij daarom
naar Londen is gekomen. Zij kwam om lady Wolga
het verblijf van haar vader in Engeland mede te
deelen. of zij heeft in het kasteel iets ontdekt
De markies verschrikte.
„Wat zou zij kunnen ontdekken?" vroeg hij.
„Ik weet het niet, maar miss Strange is sluw"
antwoordde Renard. „Zij kan een voorwerp gevon
den hebben dat mij ontgaan is. Ik kan wel niet be
grijpen wat zij zou ontdekken, maar zoolang het
meisje leeft ben ik niet gerust.
De markies verbleekte.
„Walmeer jij ongerust wordt, dan mogen anderen
wel vreezen,' mompelde hij.
„O, ik gevoel mij nog meester van den toestand,
wat het meisje beterft," zeide Renard. „en vrees
ook lord Stratford Heron niet. Hij verkeert in zoo
groot gevaar, dat hij niet kan optreden. Maar wel
licht betrekken zij beiden lady Wolga in de zaak.
Misschien overtuigt hij de aldy dat hij onschuldig
was. De lady is aan het Hof goed gezien en bezit
veel invloed Wanneer zij de zaak aanpakt zoude :i
wij - :na i* je 'oeg ijpt mij omde Mer. zou
een nieuw onderzoek k'.t.nen beginnen."
„Dat eindigen zal als het vorige."
„Misschien. Maar je weet het zoo goed als ik, hij
was onschuldig. En als er een Voorzienigheid be
staat, kon zijn onschuld wel eens aan het licht ko
men."
„Dat is onzin. Hij was schuldig." riep de markies
„Iedereen heeft hem daarvoor gehouden, inweerwil
van zijn rijkdom en van zijn rang."
„Wanneer ik in jou plaats was,' zeide Renard
„zou ik van lady Wolga willen weten, wat het meisje
te Londen kwam doen."
„Ik zal het beproeven. Nog heden zal ik haar
bezoeken."
„En ik' zeide Pierre „ga morgen vroeg naar Mont
heron. Ik moet het meisje in het oog houden. Ik
„En haar vader?"
„En haar vader?"
„Jean zal hier blijven. Hij is een echte vos en zal
hem wel -vinden als hij hier verblijf houdt Wanneer
OuvnlforCum5oufaaehaDde vluch e niiltlongegtef.
de vluchteling nog leeft en de komst van het meisje
naar heir bewijst dit, zal hij zich zeker weer naar
Mont Heron begeven. Wanneer ik het meisje slechts
bespied, zalik hem vinden. Ik zal tegelijk naar va
der en dochter zien. En jij, maak spoed met je hu-
wefijk."
Des middags bracht de markies lady Wolga het
beloofde bezoek. Zij was van een rijtoertje terugge
keerd en zag er vroolijker dan anders uit. Een
nieuwe hoop lichtte uit haar oogen en kleurde haar
wangen meteen zacht rood.
De marikes bood haar de hand, en zij reikte
hem de hare toe doch trok ze even haastig terug.
Lord Montheron nam plaats en begon met over
stadsnieuwtjes te praten. Eindelijk zeide hij onver
schillig:
„Mijn zwagerin bezocht je hier, niet waar? Zij is
hedenmorgen weer vertrokken."
Lady Wolga toonde izch niet verrast en antwoordde
niet.
„Miss Strange was bij haar," vervolgde de markies
„ik vind het zonderling dat zij zooveel van een meis
je houdt, van wie niemand weet wie zij is noch van
waar zij komt.'
„Lord Kingscourt leerde haar in Griekenland ken
nen" antwoordde lady Wolga kalm, „en is over haar
antecedenten zoo tevreden, dat hij haar gaarne zou
huwen.'
De markies trok de schouders op.
„Een jongensstreek Kingscourt heeft geen ouders
meer doch het zalhem berouwen."
.toen ik plotseling iemand op mijn schouder voel
de bikken. Ik keek verbaasd om en staarde in een
ongure tronie, waarin twee rijen zwarte tanden mij
luguber toelachten.
De man keek schichtig om zich heen boog zich
toen nog verder naar mij over en gaf mij in ge
broken Engelsch den waarschuwenden raad om dien
nacht niet op zolder te gaan slapen. Ik knikte als
teeken van begrijpen, stopte hem een paar zilver
stukjes in de hand en dacht over die zonderlinge
waarschuwing na. Ik verkeerde in zwaren tweestrijd
of ik dien raad op zou volgen of niet, maar er
werd mij geen tijd gelaten' om een beslissing te
nemen,want het volgend oogenblik schoof de waard
naderbij en vertelde me dat mijn bagage al boven
was gebracht. Nu was het voor mij een uitgemaakte
zaak dat ik hier moest bivakkeeren, tenzij er op
de derde verdieping nog een gaatje zou zijn, om
er tusschen uit te knijpen. Doch geen zorgen voor
den tijd, docht ik, zooals de piraat zei, wiens voet
jes gespoeld zouden worden en toen ik den waard
een fijne Havanna had gepresenteerd, kwam ik van
hem te weten, dat er een Grieksch koopvaardij-
I schip was binnengeloopen. Dat had ik al onmid-
dellij k gedacht, mompelde ik, wantouwend in het
j rond loerend. Toen ik daarna plotseling den waard
j aankeek, bemerkte ik, dat hij mij met een satans-
I lachje begluurde en om jullie de waarheid te zeg-
1 gen, verwenschte ik van ganscher harte het oogen-
j blik, dat ik mijn hand in dit wespennest had ge-
i stoken. Een dollemanstroep, die de whiskey als water
door de keelen liet stroomen, een waard, die rijp
i was voor de galgenra, de waarschuwing van dien
zonderlingen kerel, nee. het waren niet bepaald
j rooskleurige gedachten, die mij op mijn tocht naar
mijn kooi vergezelden.
De waard ging mij voor een krakende vermolmde
trap op en het schamele licht van een druipende
kaars verlichtte spookachtig de klamme muren waar
langs griezelige torren zich met vlugge pootjes in
veiligheid brachten.
Toen wij den zolder bereikten, stoof een gezelschap
muizen naar alle windhoeken uiteen.
Een beetje vertier is niet onaardig, zei de waard mij
in dat spookhol alleen achterlatend. Tot mijn schrik
bemerkte ik dat de deur aan den achterkant werd
afgesloten, ik stond een oogenblik in tweestrijd
of ik een drastische maatregel zou nem en en de
deur aan splinters zou rammeien, doch ik besloot
ter kooie te gaan en kalm en rustig dp komende
gebeurtenissen af te wachten. Voor alle securiteit
legde ik mijn Colt onder mijn hoofdkussen en dood
moe van een lange reis was ik binnen drie tellen
onder zeil.
Ik moest reeds me er dan een uur hebben gesla
pen, toen ik plotseling wakker schrok Het was pik
donker om mij heen. Ik voelde ónder mijn hoofd
kussen, mijn trouwe kameraad was nog aanwezig.
Het was nu doodstil in het huis, heel in de verte
drensde een zangerige stemPlotseling schoot
ik overeind, alsof een kaaiman mij bij mijn been
had gegrepen en luisterde. Heel langzaam en heel
zachtjes schuifelden vootstappen de krakende trap
op. Voor mijn deur hielden zij stil, de knop werd
langzaam omgedraaid en een flikkerende kaars
voor zich uithoudend, stapte de waard den zolder
op. Plotseling stokte mijn adem, het angstzweet
brak mij van alle kanten uit. Als een geestverschij
ning sloop hij met de kaars in de eene en een groot
blinkend mes in de andere hand naar mijn bed. Ik
lag als verlamd ea vergat zelfs mijn revolver te
grijpen. Steeds dichter steeds dichter kwam hij na
derbij. Ik had wel kunnen gillen van angst, maar
als betooverd door het waggelende lichtje bleef ik
zoo stom als een visch. Nog een paar stappen en
mijn doodvonnis was ge teekend. Hij stond voor mijn
bed. de blaker werd geruischloos op een stoel gezet
het flikkernde mes ging de hoogte in en
En? vroegen wij allen in uiterste spanning.
En vervolgde de kapitein Bobbins met een iro
nisch glimlachje, met forsche houwen sneed de
waard een reep van een zijde spek, die boven mijn
hoofd hing.
Wij barstten in luid gelach los. Kapitein Bobbins
had nog de meeste schik.
Maar waarom heeft die kerel je dan gewaar
schuwd? informeerde ik.
Om een paar shillings rijker te worden," zei ka
pitein Bobbins eenflinke teug whiskey door het
keelgat wippend.
„Dat geloof ik niet. Miss Strage wil daarenboven
niets van een huwelijk weten."
„Dat is koket" lachte de markies. „Weet je iets
van haar vader?" vroeg hij verder. „Heeft zij je
haar volle vertrouwen geschonken?"
Lady Wolga was verrast.
„Ik weet alleen, dat haar vader een Engelsch gent
leman en zij van hooage geboorte is" antwoordde zij
De markeis begreep dat lady Wolga het geheim
van het meisje niet kende.
„Weet je iets van mr. Strange?" vroeg de lady
vermoedende dat zijn vragen iets te beteekenen
hadden
„Ik kan niet zeggen dat ik iets met zekerheid weet
maar uit de woorden van lord Kingscourt heb ik
mijn gevaolgtrekkingen gemaakt antwoordde de
markies. „Het is duidelijk dat mr. Strange voor
schulden is gevlucht een verkwister die naar Grie
kenland trok, om daar te leven van het klein ver
mogen dat hij aan de speeltafel heeffc gewonnen."
„Dat komt niet overeen met wat de graaf mij van
hem vertelde" zeide lady Wolga. „Maar het kan
toch wel zijn. Ik kan mij geen'goeden, liefhebbenden
vader denken die zijn dochter alleen naar Engeland
laat gaan om een plaats te zoeken, zonder er zeker
van te wezen, dat zij er vrienden en een dak zal
vinden. Wat zou er van haar geworden zijn, als zij
niet op Mont-Heron was gekomen?"
Lord Mont-Heron loosde een zucht van verlichting
„Ik hoop dat zij zoo goed is als je denkt" zeide
hij. „Maar zij is te geheim en dat bevalt mij niet.
Naar mijn begrippen van fatsoen past zij je niet,
Ik acht het mijn plicht je mede te deelen, dat Pierre
Renard mij gezegd heeft, dat het meisje laatst niet
tusschen de klippen was gevallen, maar zich met een
man in den tuin bevond. Pierre loog om haar te
redden."
„Miss Strage zeide mij zelf dat zijn vertelseltje
niet waar was. en zij een onderhoud had gehad met
een man.
De markies verbleekte.