Microfoongeschiktheid Wat Begrijpt een man van mode? OnsCourantenverhaal De microfoonproef voor solisten. Voor het radiogerechtshof. Als men de oogen zou sluiten zou men kunnen droomen thuis te eijn. Stem van den omroeper: „Mejuffrouw X. zal de Aria uit Tosca zingen" een paar accoórden op de vleugel en dan hoort men de zangeres de eer ste tonen uitgalmen. Maar met geopende oogen is dat alles natuurlijk heel anders. Een klein vertrek waarin een enorme electro- dynamische luidspreker en een reusachtige tafel, overdekt met toestellen eir instrumenten, Daarbo ven een dubbel, geluidsdicht venster, dat uitkomt in de groote, bijna geheel leege zendstudio. In het midden daarvan staat de vleugel en een paar pas daar van daan de zangeres, die hier „geëxamineerd wordt. De mivrofoon staat ongeveer drie meter van haar af opgesteld. Zij stelt alles in het werk om haar stem voordeelig te doen uitkomen, want deze aria en dan nog een tweede zal beslissend zijn voor haar optreden voor de radio. Microfoonproef en eerste omroep-optreden, een „voldoende" of een „onvoldoende" een engagement bij de grootste der Omroepmaatschappijen en vandaar een engagement en geregeld optreden bij alle andere zenders, of een teruggang in het armoe-levenaje van menige artis te en de kwelling van het „onbekend-zijn." Hoeveel hoop is gevestigd op deze proefminuten, hoeveel voorbereidingen zijn ervoor getroffen hoe lang is ervoor gestudeerd en gewerkt, hoeveel angst en wanhoop; Het begin is steeds een brief, met het verzoek te mogen optreden. Ik ben kunstfluitist, ik ben dra maticus, ik ben xylofoonvirtuoos, ik ben liedjeszan ger, levensliedjesvertolker, pianist, conférencier, op aanbeveling van dokter zoo-en-zoode u welbekende zangeres mevrouw Zus-en-Zoo heeft mij attent gemaakt zoo komen er dagelijks honderd of meer brieven bij de Omroepmaatschappij bin nen. Honderden? Duizenden! Doel: Proefzingen. Proefspreken Proefspelen. Hoe komt men bij den Omroep? Hoe gaat dat eigenlijk precies? Hoe wordt de beslissing amtrent' microfoongeschiktheid enz. genomen Moet men ge luk hebben, of protectie misschien? Dat zijn allerlei vragen, die onmiddellijk voor de hand liggen. Wij zullen ze een voor een bespreken. Daarom nemen wij plaats in het kleine luidspreker vertrek en hooren, hoe de dramaticus zijn gedich ten voordraagt, hoe de pianist een stuk van Pade- rewski vermoordt, hoe de zangeres aria op aria ver slindt Alle kunstenaars die wij vandaag te hooren krij gen het zijn er meer dan twintig hebben een brief aan de directie van de Omroepmaatschap pij geschreven, zij hebben alle de vragenlijst over studian, leeraren, engagementen die zij daarop per post ontvangen hebben, ingevuld en ingezonden, en zij hebben allen gewacht, totdat de kaart kwam, waar zij zoo naar hebben verlangd, de uitnoodiging j tot het zoo sterk verlangde en toch zoo gevreesde j proefoptreden. Deze vragenlijst was de eerste proef. De Omroep- maatschappij neemt principieel geen solisten, geen zangers en geen instrumentalisten, in haar pro- I gramma op als deze niet minstens een studie- j periode van drie jaar achter den rug hebben. Zeer terecht beschermt zij op deze wijze de commissie j van Onderzoek voor een oneindige stroom sollicitan- j ten, voornamelijk dilettanten, die in familiekringen i zeer worden gewaardeerd, dikwijls zelfs bewonderd, doch wier prestaties de toets der publiciteit niet i zouden kunnen doorstaan. „Uw dochter speelt toch zoo heerlijk piano, waarom treedt zij niet eens op voor den Omroep?" De uitnoodiging voor het proefoptreden is aan gekomen, de eerste proef is dus geslaagd. Nu wach ten in het wachtvertrek, totdat de naam van den betreffenden kunstenaar wordt afgeroepen. Dan plotselingstaan zij in de groote leege zendzaal en spreken met den Correpetitor, die hen zal bege leiden, Natuurlijk denken zij niet eraan, dat reeds nu ieder woord van het gesprek wordt opgevangen en door den luidspreker in het kleine vertrek wordt gedragen waar vier dirigenten en stemij deskundigen een critisch oordeel zullen vellen. Zij zijn allen vermoeid en nerveus en het is roerend te hooren, hoe ieder betuigt, dat hij, juist vandaag, niet zeer gedisponeerd en eenigszins verkouden i.s Reeds na de eerste maten hoort men of de stem in principe geschikt is voor microfoonontvangst. En dat is niet ieders stem. Er bestaan zangers van naam. kunstenaars, van wereldvermaardheid, wier orgaan in den luidpsreker blikachtig onmogelijk klinkt. Daarentegen zijn er stemmen, die nooit een concertzaal zouden kunnen vullen, doch die voor den microfoon aan de hoogste eischen voldoen. Vier dirigenten vormen de jury. Het is een moei lijk en nauwgezet examen. Iedere examinant zingt, speelt of spreekt minstens twee stuken, naar zijn eigen keuze. Dan wordt de eindindruk van de jury op de vragenlijst van de betreffende ingevuld. Er staat, wat er werd voorgedragen en hoe het kionk Was het in orde dat wordt de gelukkige gestuurd naar de specialistenafdeeling, bv. de opera- of con- certafdeeling, de cabaretafdeeling of de literaire af deeling. Dat beteekent een tweede laatste proef. Zijn er goede punten in zijn voordracht aanwezig 1 doch voldoet het geheel niet, dan wordt de candi- daat teruggesteld, d.w.z. hij mag zich n aeen half jaar weer aanmelden, waarbij de eerste proef voor hem vervalt en hij direct tot de tweede wordt toe- gelaten. De verschillende conservatoriums voor mu- j ziek hebben tegenwoordig allen een afdeeling, waar de zangers met de geheimenissen en de eischen van het optreden voor den microfoon worden be kend gemaakt. De rest wordt door de vier Meister- sanger in het luidsprekerskamertje genadeloos ver oordeeld. Meer dan twintig zangers, zangeressen en instru mentalisten stonden gereed voor de proef toen wij op een schoone zomermiddag het juryvertrek betra den. Wij hebben ze alle gehoord en ik moet zeggen dat ik de vier mannen, die hier naar hun geweten te rade gingen en zoo goed mogelijk hun moeilij ke taak ten uitvoer brachten, niet benijdde. Zij moesten met alle strengheid het kaf van het koren i scheiden. Het aantal kunstenaars is te groot. Dat i bewijst het volgende getallenvoorbeeld: reeds meer dan tweehonderd sopraanzangeressen hebben voor j het eerstvolgend halfjaar een engagement gekregen Terwijl ik dit feit nog zit te bepeinzen, hoor ik plotseling een schoone, volle bariton, door den micro foon weerklinken. Deze stem, doet een herinne ring in mij opkomenjaren geleden, een an dere zangproef, een halfdonker tooneel. een gapende zwarte leege schouwburgzaal, "het eenzame lichtje op den lessenaar van den intendant, het schemeri ge gezicht van een baardige impressario op de eer ste rij, en een vermolmde ontstemde piano met een even vermolmde even ontstemde oude pianist, Daar werd niet iederen zanger den tijd gegeven om twee aria's te zingen. In het belang van den kunstenaar is het van voor deel als vele slagen voor de microfoonproef, dat vele in de gelegenheid worden gesteld een bewijs van hun kunnen te geven. Want tegenwoordig beteekent voor menigen jongen kunstenaar een engagement bij den Omroep twee weken volop eten. Maar zelfs onder deze omstandigheid moet de kwaliteit der prestatie gehandhaafd blijven, daar zorgt de proefcommissie voor. Men kan ervan verzekerd zijn, dat bij deze rus tige. vriendelijke en zakelijke wijze van beoordeeling geen talent verborgen blijft. Begrijvt een man iets van mode? Volgens mij niet. Eigenlijk durf ik het niet goed te schrijven, want dan zou ik het voor goed bij hen verrbuien En dat wil ik toch ook niet Maar het is toch heusch zoo, de werkelijke man heeft geen faluwe notie van Mode. Nee, dat is toch ook niet heelemaal goed, een beetje weet hij er nog wel van. Hij weet precies wat een vrouw goed staat, of ze knap is charme heeft en smaakvol gekleed gaat. Ja, dat weet hijen daarnaar gedraagt hij zich dan ook. Maar „waarom" de vrouw goed gekleed is: „waarom" ze nu juist een roode japon moet dragen en geen groenen; „waarom" ze liever een plissé-rokje kiest en „om 's hemels wil geen plooi en op de heupendaar weet hij niets van. Een man zal ook nooit begrijpen, waarom een japon zoo duur moet zijn, maar als zijn vrouw een slecht zittende jurk draagt, vindt hij het afschu welijk. Oh, ja, hij maakt wel verschil. Want, hoewel hij dan geen verstand heeft van de Mode, hij heeft een goeden smaak en hij heeft zoo veel verstand vanvrouwen. Hij zal echter zelden of nooit de japon beoordeelen maar het uiterlijk van de vrouw die ze draagt. DH is het groote verschil. Nu zal men direct zeggen, maar de mode-ontwer- perstian?" Daar zijn gelukkig niet veel mannen bij. Een man die alle geheimen kent, is zonler i.iusies en een ieder, die zich intensief bezig houdt met de vermooüng der vrouw, wordt een streng criticus. Wij vrouwen vinden het niet meer interessan;, als een man werkelijk verstand heeft van de mode. Dat interesseert ons absoluut niet. Alle vrouwen zijn blij. wanneer ze bewonderaars vinden, kortom echte mannen. En het is ruim voldoende wanneer de mannen zooveel de Mode begrijpen, dat ze de rekeningen betalen, zonder al te veel mopperen. JEANNE DE PL. HET AVONTUUR VAN KAPITEIN BOBBINS. Of ik bang ben uitgevallen, vroeg kapitein Bobbins, mij verbaasd aanziende. Hij schudde zijn grijzen kop en joeg groote rookwolken de gelagkamer in. Nee, nee. voor zoover ik mij kan herinneren ben ik maar één keer bang geweest in mijn leven, maar die eene keer had ik het ook danig te pakken. Wanneer ik jullie er een pleizier mee doe, wil ik je dat avontuur wel eens vertellen. „Wij, dat waren de overige leden van de stamtafel, die kapitein Bobbins presideerde, schudden gretig van ;a en schoven belangstellend wat naderbij. Kapitein Bobbins nam een stevige teug whiskey stopte een versche pijp en stak van wal: „Het is al heel wat jaartjes geleden, dat ik op een stikdonkeren avond op doorreis naar Londen, waar mijn boot lag, een kleine matrozenherberg te Plymouth binnenviel, om daar te overnachten, Nu weten jullie wel mannenbroeders dat ik in het ge heel niet verwend ben, maar zoo'n schoeljepatrouille als daar in dien herberg voor anker lag, had ik nog nimmer in mijn leven bij elkaar gezien. Zeker de een of andere zeeroover, die binnengaats is geko men, dacht ik meteen en stapte op de waard toe, die tusschen haakjes gezegd ook niet bepaald een geruststellend uiterlijk had om hem te vragen of hij nog een kamer vrij had. Geen kamer meer vrij, luidde het antwoord en daar ik dien avond reeds verscheidene malen mijn ueus gestooten had, be sloot ik zijn aanbod te aanvaarden, en m ijn bivak op zolder op te slaan. „Een piekfijn bed," zeide de waard „en een ge zond luchtig vertrek" Ik grijnslachte en zette mij aaneen tafeltje neer om den inwendigen mensch weer wat op streek te brengen. Ik was goed en wel bezig een reus van een ommelette soldaat te maken Tot groote ergernis van zijn heer wierp hij zich in een leunstoel en liet zijn hoed op het tapijt vallen. „Naar je gedrag te oordeelen schijnt het dat je in een kroeg geweest bent en gedronken hehbt." zeide lord Montheron boos „Ik heb je onbeschaamdheid long genoeg verdragen en ben van plan je te ont slaan." „Zeg niet te veel" antwoordde Renard kalm maar waarschuwend. „Je mocht er eens berouw van krij gen, versta je dat? Die praatjes over ontslag passen niet tusschen ons: Laat ons eens ernstig over de zaken spreken. Ik heb van den vluchteling niets meer gezien." „Hij zal Engeland weer verlaten hebben.' „Dat geloof ik niet. Gisteren was ik weer bij 't hotel, waar zooals je weet, mijn broeder hem ont dekte. Tot mijn verbazing zag ik miss Strange er uit komen." „Ben je zeker dat zij het was?" „Heel zeker. Ik huurde een rijtuig en volgde haar naar lady Wolga. Zij bleef daar bijna drie-uren en ging toen naar een ander hotel. Ik vernam dat mrs. Ingestre daar logeerde en dat beiden er den vorigen avond waren aangekomen. „Dat is nieuws." „Ik had een plan beraamd om miss Strange uit den weg te ruimen," hernam Renard, „en ging heden morgen in de vroegte naar het hotel, teneinde hier aan gevolg te geven Daar vernam ik echter dat de dames reeds vertrokken waren. Zij zijn slechts één dag te Londen geweest." „Wat kwamen zij hiér doen?" „Miss Strage had een doel. Zij wilde haar vader spreken en om daarna haar moeder mede te deelen dat hij nog leefde. „Dat verduiveld meisje" riep de markies.. „Mijn zwagerin is doll, anders zou zij niet met haar mee gaan. Ik zal haar onderhanden nemen, zij moet het meisje wegzenden." „Dat zich dan naar lady Wolga zal begeven en alzoo buiten ons bereik komt. Je bent een genie, mr. Roland Ingestre. Het meisje bevindt zich juist op haar plaats. Zij schijnt zeer gevaarlijk te zijn, Zij ziet alles en is wantrouwend, Ik geloof dat er iets buitengewoons gebeurd moet zijn en zij daarom naar Londen is gekomen. Zij kwam om lady Wolga het verblijf van haar vader in Engeland mede te deelen. of zij heeft in het kasteel iets ontdekt De markies verschrikte. „Wat zou zij kunnen ontdekken?" vroeg hij. „Ik weet het niet, maar miss Strange is sluw" antwoordde Renard. „Zij kan een voorwerp gevon den hebben dat mij ontgaan is. Ik kan wel niet be grijpen wat zij zou ontdekken, maar zoolang het meisje leeft ben ik niet gerust. De markies verbleekte. „Walmeer jij ongerust wordt, dan mogen anderen wel vreezen,' mompelde hij. „O, ik gevoel mij nog meester van den toestand, wat het meisje beterft," zeide Renard. „en vrees ook lord Stratford Heron niet. Hij verkeert in zoo groot gevaar, dat hij niet kan optreden. Maar wel licht betrekken zij beiden lady Wolga in de zaak. Misschien overtuigt hij de aldy dat hij onschuldig was. De lady is aan het Hof goed gezien en bezit veel invloed Wanneer zij de zaak aanpakt zoude :i wij - :na i* je 'oeg ijpt mij omde Mer. zou een nieuw onderzoek k'.t.nen beginnen." „Dat eindigen zal als het vorige." „Misschien. Maar je weet het zoo goed als ik, hij was onschuldig. En als er een Voorzienigheid be staat, kon zijn onschuld wel eens aan het licht ko men." „Dat is onzin. Hij was schuldig." riep de markies „Iedereen heeft hem daarvoor gehouden, inweerwil van zijn rijkdom en van zijn rang." „Wanneer ik in jou plaats was,' zeide Renard „zou ik van lady Wolga willen weten, wat het meisje te Londen kwam doen." „Ik zal het beproeven. Nog heden zal ik haar bezoeken." „En ik' zeide Pierre „ga morgen vroeg naar Mont heron. Ik moet het meisje in het oog houden. Ik „En haar vader?" „En haar vader?" „Jean zal hier blijven. Hij is een echte vos en zal hem wel -vinden als hij hier verblijf houdt Wanneer OuvnlforCum5oufaaehaDde vluch e niiltlongegtef. de vluchteling nog leeft en de komst van het meisje naar heir bewijst dit, zal hij zich zeker weer naar Mont Heron begeven. Wanneer ik het meisje slechts bespied, zalik hem vinden. Ik zal tegelijk naar va der en dochter zien. En jij, maak spoed met je hu- wefijk." Des middags bracht de markies lady Wolga het beloofde bezoek. Zij was van een rijtoertje terugge keerd en zag er vroolijker dan anders uit. Een nieuwe hoop lichtte uit haar oogen en kleurde haar wangen meteen zacht rood. De marikes bood haar de hand, en zij reikte hem de hare toe doch trok ze even haastig terug. Lord Montheron nam plaats en begon met over stadsnieuwtjes te praten. Eindelijk zeide hij onver schillig: „Mijn zwagerin bezocht je hier, niet waar? Zij is hedenmorgen weer vertrokken." Lady Wolga toonde izch niet verrast en antwoordde niet. „Miss Strange was bij haar," vervolgde de markies „ik vind het zonderling dat zij zooveel van een meis je houdt, van wie niemand weet wie zij is noch van waar zij komt.' „Lord Kingscourt leerde haar in Griekenland ken nen" antwoordde lady Wolga kalm, „en is over haar antecedenten zoo tevreden, dat hij haar gaarne zou huwen.' De markies trok de schouders op. „Een jongensstreek Kingscourt heeft geen ouders meer doch het zalhem berouwen." .toen ik plotseling iemand op mijn schouder voel de bikken. Ik keek verbaasd om en staarde in een ongure tronie, waarin twee rijen zwarte tanden mij luguber toelachten. De man keek schichtig om zich heen boog zich toen nog verder naar mij over en gaf mij in ge broken Engelsch den waarschuwenden raad om dien nacht niet op zolder te gaan slapen. Ik knikte als teeken van begrijpen, stopte hem een paar zilver stukjes in de hand en dacht over die zonderlinge waarschuwing na. Ik verkeerde in zwaren tweestrijd of ik dien raad op zou volgen of niet, maar er werd mij geen tijd gelaten' om een beslissing te nemen,want het volgend oogenblik schoof de waard naderbij en vertelde me dat mijn bagage al boven was gebracht. Nu was het voor mij een uitgemaakte zaak dat ik hier moest bivakkeeren, tenzij er op de derde verdieping nog een gaatje zou zijn, om er tusschen uit te knijpen. Doch geen zorgen voor den tijd, docht ik, zooals de piraat zei, wiens voet jes gespoeld zouden worden en toen ik den waard een fijne Havanna had gepresenteerd, kwam ik van hem te weten, dat er een Grieksch koopvaardij- I schip was binnengeloopen. Dat had ik al onmid- dellij k gedacht, mompelde ik, wantouwend in het j rond loerend. Toen ik daarna plotseling den waard j aankeek, bemerkte ik, dat hij mij met een satans- I lachje begluurde en om jullie de waarheid te zeg- 1 gen, verwenschte ik van ganscher harte het oogen- j blik, dat ik mijn hand in dit wespennest had ge- i stoken. Een dollemanstroep, die de whiskey als water door de keelen liet stroomen, een waard, die rijp i was voor de galgenra, de waarschuwing van dien zonderlingen kerel, nee. het waren niet bepaald j rooskleurige gedachten, die mij op mijn tocht naar mijn kooi vergezelden. De waard ging mij voor een krakende vermolmde trap op en het schamele licht van een druipende kaars verlichtte spookachtig de klamme muren waar langs griezelige torren zich met vlugge pootjes in veiligheid brachten. Toen wij den zolder bereikten, stoof een gezelschap muizen naar alle windhoeken uiteen. Een beetje vertier is niet onaardig, zei de waard mij in dat spookhol alleen achterlatend. Tot mijn schrik bemerkte ik dat de deur aan den achterkant werd afgesloten, ik stond een oogenblik in tweestrijd of ik een drastische maatregel zou nem en en de deur aan splinters zou rammeien, doch ik besloot ter kooie te gaan en kalm en rustig dp komende gebeurtenissen af te wachten. Voor alle securiteit legde ik mijn Colt onder mijn hoofdkussen en dood moe van een lange reis was ik binnen drie tellen onder zeil. Ik moest reeds me er dan een uur hebben gesla pen, toen ik plotseling wakker schrok Het was pik donker om mij heen. Ik voelde ónder mijn hoofd kussen, mijn trouwe kameraad was nog aanwezig. Het was nu doodstil in het huis, heel in de verte drensde een zangerige stemPlotseling schoot ik overeind, alsof een kaaiman mij bij mijn been had gegrepen en luisterde. Heel langzaam en heel zachtjes schuifelden vootstappen de krakende trap op. Voor mijn deur hielden zij stil, de knop werd langzaam omgedraaid en een flikkerende kaars voor zich uithoudend, stapte de waard den zolder op. Plotseling stokte mijn adem, het angstzweet brak mij van alle kanten uit. Als een geestverschij ning sloop hij met de kaars in de eene en een groot blinkend mes in de andere hand naar mijn bed. Ik lag als verlamd ea vergat zelfs mijn revolver te grijpen. Steeds dichter steeds dichter kwam hij na derbij. Ik had wel kunnen gillen van angst, maar als betooverd door het waggelende lichtje bleef ik zoo stom als een visch. Nog een paar stappen en mijn doodvonnis was ge teekend. Hij stond voor mijn bed. de blaker werd geruischloos op een stoel gezet het flikkernde mes ging de hoogte in en En? vroegen wij allen in uiterste spanning. En vervolgde de kapitein Bobbins met een iro nisch glimlachje, met forsche houwen sneed de waard een reep van een zijde spek, die boven mijn hoofd hing. Wij barstten in luid gelach los. Kapitein Bobbins had nog de meeste schik. Maar waarom heeft die kerel je dan gewaar schuwd? informeerde ik. Om een paar shillings rijker te worden," zei ka pitein Bobbins eenflinke teug whiskey door het keelgat wippend. „Dat geloof ik niet. Miss Strage wil daarenboven niets van een huwelijk weten." „Dat is koket" lachte de markies. „Weet je iets van haar vader?" vroeg hij verder. „Heeft zij je haar volle vertrouwen geschonken?" Lady Wolga was verrast. „Ik weet alleen, dat haar vader een Engelsch gent leman en zij van hooage geboorte is" antwoordde zij De markeis begreep dat lady Wolga het geheim van het meisje niet kende. „Weet je iets van mr. Strange?" vroeg de lady vermoedende dat zijn vragen iets te beteekenen hadden „Ik kan niet zeggen dat ik iets met zekerheid weet maar uit de woorden van lord Kingscourt heb ik mijn gevaolgtrekkingen gemaakt antwoordde de markies. „Het is duidelijk dat mr. Strange voor schulden is gevlucht een verkwister die naar Grie kenland trok, om daar te leven van het klein ver mogen dat hij aan de speeltafel heeffc gewonnen." „Dat komt niet overeen met wat de graaf mij van hem vertelde" zeide lady Wolga. „Maar het kan toch wel zijn. Ik kan mij geen'goeden, liefhebbenden vader denken die zijn dochter alleen naar Engeland laat gaan om een plaats te zoeken, zonder er zeker van te wezen, dat zij er vrienden en een dak zal vinden. Wat zou er van haar geworden zijn, als zij niet op Mont-Heron was gekomen?" Lord Mont-Heron loosde een zucht van verlichting „Ik hoop dat zij zoo goed is als je denkt" zeide hij. „Maar zij is te geheim en dat bevalt mij niet. Naar mijn begrippen van fatsoen past zij je niet, Ik acht het mijn plicht je mede te deelen, dat Pierre Renard mij gezegd heeft, dat het meisje laatst niet tusschen de klippen was gevallen, maar zich met een man in den tuin bevond. Pierre loog om haar te redden." „Miss Strage zeide mij zelf dat zijn vertelseltje niet waar was. en zij een onderhoud had gehad met een man. De markies verbleekte.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 10