OUD NIEUWS Hoe „Hekkie" uit zijngrafverrees Linnen, de groote mode Mode voor de kinderen Waar vrouwen graag van lezen. Uit ons nummer van li Juni Rob de Avonturier Al, droo Sb Aria de v ste Mi heel Ee dym oven ven in d midc daar wore haar haar aria ,.onv Omr en g terui te ei Hc hoev lang en v He mog< mati ger, aant welb attei of n nen. Proe Hc eigei mier luk Da hanc Daai verti ten rews slind AI gen een Pij f stud post zij I waai tot proe Deze maa zang grari perli terei van zoo vooi D. vall< een lord long slaa „2 waa gen. niet zakt mee „I „Da hot< dek' uit „I „I mrs vori J „1 EEN DROEVIGE HISTORIE MET EEN VROOLIJK EINDE. Een kwajongensstreek en appelflappen van tante Daatje toe! Door MART. Wat te doen? Uit de kracht van den slag had Hekkie al wel l^merkt, dat tante dien middag goed uitgerust was en dus flink haar wapen hanteeren konEn hij streek even over zijn broek, als voelde hij de slagen al. Nee, hij wist het! Hij zou pewegloopen! Voor goed! Zich verdrinken! Zich ophangen! Zich doodschieten en dan in het water springen! En dan zouden ze allemaal om hem treu ren en mooie dingen van hem vertellen, net als van „blauwe Keessei", die verleden week gestorven was van de drankzucht en toen had zijn broer, die eerst nog zoo op hem had gescholden, een pracht van een redevoering gehouden, die de tranen uit je oogen perste Dat zou hij doen! En hij sloop voorzichtig uit den tuin. zocht een paar kameraden op, die dezelfde ervaringen hadden opgedaan en zoo besloten zij tenslotte zich te ver stoppen en nèt te doen, alsof zij dood waren. Maar dat was gemakkelijker gezegd dém gedaan. Waar moesten zij zich verstoppen?! En Harry wist raad! „Jongens," zei hij, „aan het einde van de Oranjelaan staat immers een oude schuurv an mijn oom Krelis! Daar komt nooit iemand meer; laten we daar gaan slapen. Stroo en hooi is er genoeg!" Zoo gezegd zoo gedaan. En voorzichtig trok het vier tal, want ze waren met hun vieren, door de Oranje laan. Tante Daatje was intusschen al wat gekalmeerd. Dat wil zeggen: ze had haar eerste gedachten aan bestraffing wat laren varen en was daarvoor in de plaats ongerust geworden. Om 8 uur was Hekkie nog niet thuis en om 10 uur was er nog niets van hem te bespeuren! Dat was toch te bar! Als er meer niets gebeurd was! Rrrrrrrrt! Daar ging de huis bel. Voor de deur stonden drie jammerende moe ders„Is jouw Hekkie al thuis?" informeerde buurvrouw Haaks zenuwachtig. „Neen", schudde tante daatje. En toen ineens „die drommelsche kwa jongen is er nog niet! Maar ik zal hem."E ndan ineens zachter": Als hem maar niets ergs over komen is!" „Dat is 't 'em juist", hielden de buur vrouwen in koor," mijn Harry, mijn Gijs, mijn Dolfie, is óók nog niet thuis! Wat moeten we doen? Als ze maar niet verdronken zijn. want Pietje Mols zei. o.at ze vanmiddag stiekum waren gaan vis- schtn'in de vijver van baas Hobbel!" Tante Daatje werd doodsbleek. Maar ze hield zich góed en sloeg haar mantel om. „Kom mee", zei ze tegen de buurvrouwen," we gaan den veldwachter waarschuwen". En zoo kwamen ze op het bureau. Veldwachter Janus was dadelijk bereid mee te gaan. Dat overkwam hem niet iederen dagdrie jongesn vermistdat zou hem wel eens een goede aanteekening kunnen bezorgendat zaakje zou hij wel eens gauw opknappen. Hij hing zijn dreg om en stapte op zijn rijwel. De vergunning van baas Hobbel was weldra verkregen en gewapend met een paar groote lampen ging Janus aan het dreggen. Maar behalve een aantal ouwe schoenen, groentenblikjes, vodden, een par kapote stoelen en een oude matras haalde hij niets op. Dat wil zeggen iets levends bracht hij toch op het droge! In de oude matras zat een baars, een dikke vette baars. En Janus bond het beest dadelijk aan zijn fiets, ondanks de scheele blikken van baas Hobbel, die het maar half goed maar niets tegen de politie durfde te zeggen. En Janu likte zijn snorrepunten af bij het vooruitzicht van een heerlijk vischschoteltje dat hem wachtte. Maar hoe hij ook dregde, geen jongens werden er gevonden, tot een zekere geruststelling van tante Daatje en de buurvrouwen, Janus trommelde de tweede politieagent, de inspecteur, de commissaris en de burgemeester uit hun bed en organiseerdevan de Uitgeversmaatschappij„De Mijlpaal" te mete en paar boeren een onderzoekingstocht door Amsterdam, postbox 175. en om het dorp. Om vier uur 's nachts keerden zij Toezending zal geschieden na ontvangst van^het alle slaapdronken terug. De commissaris had bo- bedrag, dat kan worden voldaan in postzegels,"per vendien een verdacht kleurtje op zijn neus en zijn postwissel of per postgiro 41632. zak puilde uit alsof hij een flesch cognac had mee- De lezeressen worden vriendelijk verzocht naast genomen. Maar zoo'n nacht op stap is ook alles het nummer van het patroon ook de verlangde maat H<Jt liefste dr men mooie weefsel niet. Dus deed de burgemeester maar alsof hij niets (borst-, heup- en taillewijdte) op te geven, benevens jjieurjg En vooral mantelpakjes ervan zag. Maar hij rook des te meer en nam zich voor den leeftijd van het jongetje, voor wie het patroon Men 0Qk y ^teis van dit mate-ia thuis ook nog even te kijken of er nog iets onder de bestemd is. j pastelkleuren. de linnen hoed heef dan d> kurk was. j 1 05 Tante Daatje deed natuurlijk geen oog dicht. Den Gelieve verder naam en adres duidelijk te ver- volgenden morgen werd er overal gevraagd of zij melden. Men voorkomt daarmee vertraging in dem!L,j e_ de jongens misschien gezien hadden, maar niemand toezending Het grove handgeweven linnen is dit seizcea geliefd. Het vertoont zich in alle etalages. niemand wist ook maar iets van hen af. Zoo verliep de dag In angst en droefenis. Tante Daatje twijfelde er niet aan of Hekkie en zijn vrienden waren door kinderroovers gestolen en vermoord en zij stak dit vermoeden dan ook niet onder stoelen of banken, tot groote troost voor de drie andere buurvrouwen. Zoo naderde de avondDe buurvrouwen zaten bij tante Daatja thuis en trachtten elkaar wat op te beuren. Maar erg goed gelukte hen dat niet. Maar we keeren eerst even naar de jongens terug. (Wordt vervolgd). Ons Wekelijksch Knippatroon. Na Moeder, groote Zus en kleine Zus. moet de kleine jongen toch ook in een nieuw pak gestoken worden. Het is werkelijk niet meer moeite een pakje voor hem te maken, dan een jurk voor Uzelf. Me vrouw. En het loont heusch de moeite, want een gekocht pakje is nog niet zoo erg goedkoop. Boven dien is het dan ook nooit zoo origineel, als wanneer U het zelf vervaardigt. No. 307: dit pakje is geschikt voor jongens van 5 tot 10 jaar. Als materiaal doet men het beste don kerblauwe of beige stof te nemen. Het kraagje en de manchetjes zijn van witte zijde gemaakt. Benoodigd: 2 meter stof van 100 cM. breedte en 80 c.M zijde, eveneens van 100 cM. breed. Het voorjaar is het juiste seizoen voor de ver nieuwing van de kinder kleertjes. In den herfst en den winter dienen ze alleen om te beschutten voor koude en regen; verder de doelmatige schoolkleedlng en iets voor een feestelijke gelegenheid. Heel anders wordt dit, wanneer het mooie weer een verblijf in de open lucht mogelijk en zelfs nood zakelijk maakt. Wat heerlijk is het niet, de kinde ren zoo aardig mogelijk te kleeden, dat hun kleer tjes, die uit peadagogisch oogpunt en we kunnen in deze tijden wel zeggen uit zuinigheid, heel eenvou- dig zijn, onder de vroolijk-lachende zon op hun best uitkomen. Mei is de seizoensheropening nog meer i voor de kleinen, dan voor de grooten. Mei staat vast; maar het weer van deze voorjaarsdagen allesbehalve Het wisselt van temperaturen, die het jurkje zonder mouwen in het gelijk stellen of een flinke regenjas noodzakelijk maken. Voor beide gevallen moet men voorzorgen nemen. Laten we eerst het onaangenaamste geval nemen: regen. Tegenwoordig is men niet meer alleen aange wezen op het leelijke gummi. Een heele serie andere stoffen, zooals crêpe de Chine, satijn en fluweel zijn waterdicht gemaakt. Hoe trots stapt het kleine zes jarige meisje niet in haar waterdicht gemaakt man teltje naar school. De coupe is zeer eenvoudig, rag- lanmodel, knoopensluiting in het midden, schuin ingeknipte zakken en een smal kraagje. Hierbij hoort de van voren omgeslagen Zuidwester. Een iets ouder meisje draagt een mantel van zandkleu rig kasha met een pelerinetje over de schouders. „Groote" zus komt voor den dag in een kersrooden mantel van geprepareerde crêpe de Chine; om haar hals heeft zij een shawl van bedrukte crêpe de Chine; zwart op rood. Voor de komende warme da- gen is een*gebloemd crêêpe-jurkje, met bijbehoorend jasje zeer aan te bevelen; het jasje heeft dan kleine epauletten. Het effen voilejurkje heeft 'n pelerine, naturelkleurige mantel moet een blond vroun I passen; haar geheele verschijning wordt am J een beetje vaal. Bij licht haar doet men dan beter sprekende kleuren te kiezen, De vormen zijn sportief en vlot. De mantel j liefst los gedragen en heeft korte vleugelmouwtji De meer gezette dame doet beter geen japon of mantels van linnen te dragen. Het recht h I voor blijft gereserveerd voor jeugdige slanke fi tjes. Evenzoo het lichte linnen mantelpakje, aaardig staat hierbij een kleurige, bonte shawl Het linnencomplèt in donkere kleuren is gesel voor iederen leeftijd en voor ieder figuur, en vo als reiscostuum zeer aan te bevelen Het kiescollege der gemeente Benningbroek (classis Hoorn)en de stemgerechtigde der gemee te Niibbikwoud formeerden heden het volgen alphabetisch gestelde twaalftal van H.H. predik, ten: P. Beets, te Sybekarspel; W. J. Boelman die"op den TinkeVschoudër'"^tooopV wordtT'ls'he't j Venhuizen; dr. A Bruining, te Grootebroek; Ph, jonge meisje sportlievend, dan krijgt het een ten- ling' te Limmen PLAATSELIJK NIEUWS. De heer A. Stramrood van Oudkarspel heeft goed gevolg het candidaats-examen in de Th« gie te Amsterdam afgelegd. BERICHTEN. Bij den landbouwer J. Duin in den Legmeerp der bij Aalsmeer, hebben onbekenden op echt ka baalsche wijze onder de schapen huisgehouden. Een schaap wordt vermist, een tweede waren ooren afgesneden, weer een derde is een oog gestoken, bij een vierde hing het vel er bij en vijfde werd meer dood dan levend op het land vonden. De politie stelt een diepgaand onderzoek H van der Hoeven, nis jurk van wit piqué; de diepe stolpplooien in den rok zorgen voor de noodige wijdte, Maagh, Kniphuizen, te Oudorp; E Ludwig, te Zuidscharwoude; dr. F. Pyper, te Be Is het spel uit, dan wordt een driekwart jas van hout; p- A- Riedel> te Krommenie, W. Schuurm roode wollen stof aangetrokken. te Hauwert, J. H. Stramrood, te Oudkarspel No. 308: dit jongenspakje is speciaal geschikt voor de warme dageix Het wordt vervaardigd van donker blauwe tussor. Het blousje, dat er onder wordt ge dragen is van shantung. Dit patroon is voor den leeftijd van3 tot 10 jaar. Bij iederen leeftijd passend, zijn de overgooiers, j ZeSers> te Aartswoud. waaronder de zoo moderne blouses gedragen wor- den In den Haag wonen met minder dan 35000 Voor meisjesjurken zijn kraagjes van wit glas- sonen op hofjes. (Hoe het nu is, weten wij batisten nikkelen knoopen de aangewezen gamee- Red-) Den Haag dus niet alleen 6611 hofsfcad 1111 ring ook een hof jesstad. Heel kleine meisjes zien er schattig uit in matro-1 zenjurkjes; een aardig geheel maakt ook een rokje I liberale kiesvereniging te Egmond aan van Schotsche ruit met een wit blousje, een effen Hoef- heeft tot candidaat gesteld voor het lidnu schap der Tweeed Kamer den heer K. Cz. de Bn van Assendelft. jasje en een alpinomuts. De mode schudt haar heele zak bonte en bekoor lijke kleederdracht voor ons uit en het is de taak. van ons, moeders, om datgene uit te kiezen, wat het Benoodigd: 1.30 Meter tussor en 1.50 meter shan- beste geschikt is voor on2e kleinen, tung van 70 cM. breedte. Beide patronen zijn tegend en prijs van 0.40 cents j per stuk te verkrijgen bij de „afd. Knippatronen" ADVERTENTIE. Een kind kan de wasch doen. Waschmachi „Combination". Past op ieder keukenfornuis, spaart drievierde tijd, zeep enz. Agent voor Langn dijk en omstreken, Jn. Visser, te Oudkarspel. 64. „Als we haar niet dadelijk helpen, verongelukt ze," schreeuwde Rob. Onderwijl stortte het water In stroomen op het arme meisje neer. Rob holde naar voren en greep Luly's hand, juist toen ze op het punt stond de steen los te laten. i. Maar het meisje was zwaar en de steen glad en nog steeds stroomde het water met kracht omlaag. Dit alles maakte het Rob onmogelijk, z'n evenwicht te bewaren. Knarsetandend probeerde hij met z'n voet houvast te kregen tegen de rots, maar ver- geefsch!" Vlug Daan hijgde hij, „ik glij!" 66. Maar Daan had het gevaar, waarin Rob en het meisje zich bevonden, al gezien. Op handen en voe ten klauterde hij over de steen en greep Robs enkels, terwijl Rob z'n armen om Luly's schouders sloeg en ze voor vallen behoedde. liL .kil 67. Ouwe Daan schuifelde voorzichtig vooiwaa- en hielp Rob, Luly omhoog te trekken en op de steen te zetten. „Nu zoo gauw mogelijk naar de overzij," hijf1 Rob, „voor we alle drie naar beneden storten- Het meisje wierp een dankbare blik toe en terde heel voorzichtig naar den overkant De and«' volgden. J spr< dat „1 zwagerin is doll, anders zou zij niet met haar mee gaan. Ik zal haar onderhanden nemen, zij moet het meisje wegzenden." „Wanneer ik in jou plaats was,' zeide Renard „zou ik van lady Wolga willen weten, wat het meisje te Londen kwam doen." De markies trok de schouders op. „Een jongensstreek Kingscourt heeft geen ouders meer doch het zalhem berouwen." niet waar was. en zij een onderhoud naa genaa met een man. De markies verbleekte.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 12