Sport in vroeger jaren
Jeugdherberg en Schoolreizen
r
Onschuldig verbannen.
NEDERLANDSCHE JEUGDHERBERGEN
IM DEZEN ZOMER.
A oeopeno
A vaRMoeoexyK oeopsno
J.H.C.
VLISSINOiM
Ee Persdienst der Ned. Jeugdherberg-Centrale
schreef ons het volgende:
Schoolreizen behoort in de wfereld van school
kinderen en onderwijzers sinds vele jaren tot
de meest aantrekkelijke bezigheden. Eekenen is
aangenaam, vooral cijferen en lezen en geschie
denis en aardrijkskunde, maar dat is alles niets,
vergeleken bij het maken van gezamenlijke uit
stapjes. Maar van de „vroegste tijden" af heeft
de school er altijd iets meer in gezien dan een
zeer begeerde afwisseling in het weieens eento
nige schoolleven. Men heeft ze ook altijd dienst
baar gemaakt aan het onderwijs. Een uitstapje
biedt een kostelijke gelegenheid den leerlingen
allerlei dingen met eigen oogen te laten zien
waarover op school alleen maar verteld kan
worden. En woorden zijn maar wooriden, niet
waar? Waar de voorstelling ontbreekt, zijn en
blijven ze gewoonlijk slechts leege kuizen; waar
het begrip afwezig blijft, is er slechts schijn
kennis en sehijn-kennis is een poover bezit.
Voorts wordt de oppervlakkigheid in de hand
gewerkt en oppervlakkigheid is er reeds genoeg
in de wereld.
Wij gelooven echter niet te veel te zeggen,
als wij beweren, dat de schoolreisjes, zooals ze
tot voor kort wfel niet anders konden worden
georganiseerd niet aan het doel hebben beant
woord. Ze waren meestal beperkt, moesten wel
tot een dag beperkt blijven, omdat reizen altijd
duur is, maar ergens overnachten daar was geen
sprake van. Dus was men gedwongen of in de
meer of minder onmiddellijke nabijheid der
woonplaats te blijven of als men verder wilde
des morgens vroeg weg te trekken, des avonds
laat thuis te komen, pm dan in een .uiteraard
eenigszins gejaagde stemming gauw eenige din
gen te bekijken.
Nu behoeft dit niet meer. Ei- is een middel
gevonden „verre reizen te maken" en toch bin
nen het dikwijls zeer beperkte budget te blij
ven. De moeilijkheid is opgelost, zelfs voor de
smalste beurzen. De verzoening van deze tegen
stelling is gebracht door de Jeugdherberg.
Ieder weet nu langzamerhand wel wat een
Jeugdherberg is. Een Jeugdherberg is een onder
dak voor de jeugd en een goed onderdiak en
wal; in dit verband van de grootste beteekenis
is, een goedkoop onderdak. Waar ter wereld
wordt men voor een luttel bedrag zoo verzorgd
verkwikt En wat is er kostelijker voor kinde
ren, vooral voor volkskinderen, voor wie het
aantal bijzondere levensgenietingen toch al niet
bijzonder groot is, met elkaar en met „meester"
uit logeeren te gaan, een paar dagen te leven in
een voor hen tot dusver onbekende wereld
Eank zij de Jeugdherbergen, ligt dit hu *on-
der hun bereik.
En in de keuze waar de reis naar toe zal gaan
is men geenszins beperkt. Integendeel, ons va
derland is na een paar jaar werkens o/an de Ne-
derlandsche Jeugdherberg Centrale reeds over
dekt met een net van Jeugdherbergen. Naar
Oost en West, naar Zuid en 'Noord kan de
jeugd uitzwermen.
Eit is de zaak van den kant van het reis-
geont bekeken. Maar er is nog een pndere zijde.
Ieder gevoelt, hoever de mogelijkheid zich nu
heeft uitgebreid om deze reizen dienstbaar te
maken aan de „studie." Wie nu met izijn ^kin
deren" eens verder op wil, landstreken pn jn-
richtingen wil bezichtigen, die volkomen vreemd
aan de jongens en meisjes zijn, kan glit rustig
doen. Eln rust is de eerste yerelschte pm de
dingen goed op te nemen. Wij verwachten (voor
de werkelijke ontwikkeling der kinderen van zul
ke schoolreizen, mits goed voorbereid en geor
ganiseerd dan ook niet weinig. Hun blik wordt
ruimer, hun kehhis degelijker. Niets gaat bo
ven eigen aanschouwing.
Wat een vreugde zal het .zijn voor kinderen
uit Noordholland, Zuidholland, Zeeland, Fries
land, om eens te zien wat Utrecht en Gelderland
voor schoonheid ein merkwaardigs bieden.
Veluwe met zijn uitgestrekte bosschen .zijn heu
vels en zandverstuivingen. De groote .rivieren
FEUILLETON
De markies verbleekte.
„Zeide zij wie die man was?" vroeg hij met span
ning.
Lady Wolga antwoordde ontkennend.
„Dat is haar geheim," voegde zij er bij. „Ik wil
het niet weten, voor aleer zij het mij zelve zegt. Ik
vertrouw haar."
„Om bedrogen te worden. Je moet alles weten
wat het meisje doet, lady Wolga. De man was een
avonturier, dien zij op hare reis leerde kennen,"
loog de markies.
„Weet je zeker, dat Pierre je de waarheid zeide?"
„Zeker."
„Dan bedriegt miss Strange mij," zeide lady Wolga
ernstig, ,maar ik kan haar niet wegzenden. Die man
bewees haar op hare reis wellicht eenige kleine dien
sten en verlangde daarvoor erkentelijkheid. In hare
onervarenheid liet zij zich intimideeren en zal zij
hem beloofd hebben te zwijgen. Ik weet dat zij niet
zoo schuldig is."
„Pierre hoorde dat zij over een brief sprak, dien
zij hem zou geschreven hebben, en waarin zij hem
haar nieuw adres mededeelde," loog de markies ver
der. „Hij was jong en schoon en dus volkomen in
staat om een meisje te misleiden."
Hij gaf plotseling aan het gesprek een andere
wending, opdat de uitwerking zijner woorden niet
door eene tegenspraak zou verzwakt worden.
„Weet je reeds wanneer je naar Clyffebourne te
rugkeert?' vroeg hij.
„Ik geloof de volgende week. Ik wil in de stad
nog eenige inkoopen doen en als ik ga, neem ik geen
gasten mede. Mijn juwelier schreef mij gisteren, dat
mijne sieraden gereed zijn. Ik heb ze heden gezien.
De diamanten zijn gedeeltelijk nieuw gezet. Ik vond
ze fraai en bracht ze in veiligheid bij mijn bankier,
dewijl ik het niet durfde wagen ze mede naar Clyf
febourne te nemen. Vooral de diadeem heeft voor
mij groote waarde, daar zij aan mijne moeder en
grootmoeder behoorde. Zulke erfstukken houdt men
in eere."
De markies stemde daarmede in. Hij begreep niet
wat zij eigenlijk meende.
„Bezit je ook niet zulke stukken van waarde?"
vroeg zij. „Ik bedoel niet de familie-juweelen van
Montheron, maar stukken welke aan de Ingestre's
toebehoorden?"
„+Z.ecr weinig" antwoordde de markies la
chend. „Zooals je weet bezat ik weinig en was
dus gedwongen mij van vele stukken van waar
de te ontdoen. W|at ik nog bezit heeft geen
waarde." j
,^Erfde je geen juweelen.
,^Neen. Zij gingen aan mijn ouderen broeder
over die ze verkocht."
„Ik meende" zeide lady Wplga, ,en zij zag
daarbij den markies scherp aan, „je droeg vroeger
een eigenaardigen ketting een langen gouden
ketting van zeer kunstig werk kleine gou
den kogeltjes verbonden met ringetjes. Eat was
toch een stuk van groote waarde. Is het niet
zoo
Het gelaat van den markies was doodsbleek,
zvelfs zijn lippen verkleurden. Hij staarde la
dy Wplga met oogen vol schrik en ontzetting
aan.
Ee lady liet niets bemerken. Zij scheen al-
een van den ketting' gesproken te hebben om
iets te zeggen.
((Misschien vergis ik mij," zeide zij, „maar
het stond mij voor dat je vroeger zulk een erf
stuk gedragen had."
Eord Montheron moest zich geweld aandoen.
^iZeker" zeide hij, ,,ik had vroeger zulk een
ketting. Ik kreeg hem van mijn vader, die hem
omstreeks vier en twintig jaar geleden in Ita
lië kocht. Maar ik heb hein te gelde gemaak<(
nu twintig jaar geleden.'
„Lady Wolga speelde onverschillig met haar
Bijn, Waal enz. Eln omgekeerd js dit .alles ook
goed mogelijk en weuschelijk.
Inderdaad, de Jeugdherberg is een uitvin
ding. Er zijn wel uitvindingen yan heel ,wat
minder waarde in de laatste tientallen van jaren
gedaan.
En nu keer en wij ons weer van de verstan
delijke ontwikkelingsmogelijkheden tot de
blijdschap, wat een vreugde voor jongens en
meisjes uit onze groote steden pm eens in een
Jeugdherberg te zijn, ver van alle groote stads
drukte, in de vrije prachtige stilte .natuur.
Uit een en ander blijkt .duidelijk, dat alle dee-
len van Nederland thans voor da Jeugdherberg
vrienden openstaan. Limburg, Brabant, Zeeland
zijn te bereiken. Noord en 'Zuidholland liggen
bezaaid met Jeugdherbergen, op de Utrecht)-
sche heuvelrij, de Veluwe en in Twente jiggen
ze verspreid en ook' het Noorden, de provincies
Groningen, Friesland en Drente hebben aanslui
ting op liet net. De .gelegenheid pm van natuur
schoon te genieten en eigen land goed te leeren
kennen staat nu practisch voor alle Holland-
sche jongeren open. Een gids, uitgevoerd met
een expressieven omslag in kleurendruk, is ver
krijgbaar bij de Nederlandsche Jeugdherberg ,Cen
trale, Plantage Eranschelaan 14 'Amsterdam ,C.
(Storting 0.35 cent op gironummer .146200.)
Bergbeklimmen in een draagstoel.
Ondoelmatige klceding.
Op oude foto's in de geïllustreerde tijdschrif
ten van het einde der vorige eeuw kan men de-
merkwaardige wezens aanschouwen, die toen be
weerden aan sport te doen. Vrouwen 'met .tamelijk
omvangrijke hoeden op het hoofd, gekleed in
blouse met kanten jabots en rokken die van bo
ven nauw aansloten en een flink eind achter de
bezitster aansleepten, speelden tennis. Em wel
het echte, letterlijke „lawn,"tennis, want het
spel op harde banen is van later datum.
Of men ziet in zoo'n tijdschrift een zeer ach-
tesnwaardig, deftig man met baard en stroohoed
die een criketbat in de hand heeft.
Bergbeklimmen was in den loop van de 19e
eeuw eeuw een steeds meer geliefkoosd 'tijdver
drijf geworden. Men beoefende deze sport met
hartstocht, maar ook hier hield men maat.
Vooral voor de dames waren draagstoel en muil
dier onontbeerlijke zaken bij een bergtocht.
Onder haar parasol en gehuld in een reismantel,
kwam zij zoo zonder zich warm te maken of haar
kapsel in de war te brengen, tot op de top en
van bergen van alleszins respectabele hoogte.
En wanneer men hoog boven op het ouderwet-
sche model fiets zat, waarvoor de naam veloci
pede snelvoeter een lichtelijk overdreven
aanduiding was en men trapte, trapte met moei
te voort, dan bleef men er toch de grootste waqr
de aan hechten, dat alles correct te doen en altijd
in staat te blijven zich in gezelschap te verton
nen. i.
Eiitzelfde beginsel speelde ook de hoofdrol, .als
de dames een verfrisschend bad buiten de baidlka-
mer wilden genieten. Het mag vreemd klinken,
maar het is zoo: dan kleedden zij zich aan en
stapten in het water. Ook bij het zwemmen droe
gen zij een keurslijf, daarover de onder kleeding,
dan als zij werkelijk „Idame," wilden zijn,
horlogeketting
„Ik geloof dat je er veel om zoudt geven als
je hem terug hadt" zeide zij.
,*0, zeker, zeker," riep de markies. „H,et helpt
echter weinig berouw te hebben over het ge
beurde, maar waarom spreek je over dien ket
ting?" j
Hij zag haar uitvorschend aan, maar haar trek
ken verrieden niets.
,|Wat is de oorzaak, dat na verscheidene jaren
ons weer oude herinneringen in de gedachte ko
men?" hernam lady Wolga lachend. „Wij kunnen
ons zelf daar geen rekenschap van geven, mar
kies, ik zoo min als jij. Het scheen mij toe alsof
di eherinneringen je pijnlijk aandeden. Je hebt je
zelf daarover zeker reeds dikwijls gekweld.'
Eie markies had altijd geroemd op zijn zelf-
beheersching. Nu echter verliet zij hem geheel i
en al. Het kwam hem voor alsof de terugkomst
van lord Stratford Heron in Engeland en de te-
genwoordigheid van Alexa, de rechtmatige erf-
gename van de titels en goederen der Montheron's 1
zijn verstand geweldig geknakt hadden, waardoor
i hij bevreesd en opgewonden was geworden. j
t Jk behoef mij om geen gouden ^ketting te
bekommeren" zeide hij met geveinsde kalmte. „Ik
kan er zooveel koopen als ik wil, waarom mij
I dan om dien enkele boos gemaakt?'? Diaar wij
juist van sieraden spreken, lady Wplga," en zijn
stem werd plotseling levendiger, „wenschte ik
je te vragen, wanneer ik je den verlovingsring
mag overhandigen?"
„(Zoodr aje bewezen zult hebben, dat lord
Stratford Heron werkelijk dood is en zoodra
je zijn naam van den smaad die er op (kleeft
zult hebben gezuiverd" luidde het bepaalde ant
woord der lady."
JHoe komt het drft je aan zijn dood twij-
fleW Heb je iets van hem gehoord?"'
een rok, waarna badschoenen, badkousen ien
hoed het „prettig zittende" toilet voltooiden. -
Zoo ploeterden ze een beetje rond in ondiep wa
ter van zwemmen was natuurlijk .geen sprake
en daarna gingen ze „opgefrischt" maar huis
alsof er niets gebeurd was.
Ontwikkeling ten golfde.
Als nu een zoo groote verandering heeft plaats
gevonden in het sportcostuum, dan is dat onge
twijfeld niet in een dag gebeurd. Een .ontwikke
ling <Iie tientallen jaren duurde, was moodig, ,om
ons tegenwoordig begrip van sport te bevestigen
Ee grootste moeilijkheid was, dat onze groot
ouders elk spel en elke sport beschouwden ,als
een zuiver gezelschapsveirschijnsel en wat in
gezelschap gebeurt, moet- correct, moet waardig
zijn. Een overblijfsel van deze opvatting vin
den wij nog in conservatieve Emgelsche tóngen
waar men met hoogen hoed en het geweer op
den schouder naar de schietbaan trekt.
Wat is nu het typeerende verschil met onze
sportkleeding Ede is haast een „beroepsklee-
ding" geworden, doelmatig en bijna uniform.
Op zekeren tijd verspreidde zich het „gerucht"
dat roeien een wondermooi iets "was. Ee mannelij
ke helft van de beschaafde wereld wijdde zich
spoedig aan deze nieuwe sport en het duurde
lang of de eerste „watersportwoman" waagden
zich ook in het schuitje. Maar oorspronkelijk
wtrei ze natuurlijk weer tip 'top gekleed. Ze za
ten in de boot met hoogen kraag, stijf keurslijf
sleeprok en grooten hoed. H,et behoeft geen
betoog dat van werkelijk roeien in zoo'n uit
rusting niets kwam, maar de hoofdzaak was,
dat men aan „watersport" deed, vooral wanneer
men op de mouw een anker en twee gekruiste
roeiriemen had gestikt.
En toch was dit borduursel op de mouw de
eerste stap op den goeden weg. Immers, het was
een gewaagde verandering aan de kleederdracht
een ietwat brutale inbreuk op de conventie en
eigenlijk werd daarmee toegegeven dat iedere
tak van sport een eigen costuum vereischt. Eie
sport kreeg een andere beteekenis. Was niet meer
uitsluitend gezelsohapsvermaak- Ee sportbeoefe
naars wilden iets presteeren, wilden uitblinken
bij het roeien, bij het tennissen, en pp alle ande
re sportgebied. En daarmede was het lot van,
de (^ude sportkleeding bezegeld. Eerst vielen
de meest belemmerende kleedingstukken, daarna
werd de dracht veranderd, vereenvoudigdDe
dames had'den plotseling dat „plotseling" al
tijd nog met een korreltje zout te .nemen geen
vrees meer voor een "bruine en serbrande jiuid.
Integendeel, een bruingebrande huid stond
chique zooals vroeger de marmerachtige adellij
ke bleekheid.
Beaetiie?
Zoo was de ontwikkeling tot op heden. Van
het ondoelmatige, overladene kwam men tot het
eenvoudige doelmatige. Ein waarschijnlijk is de
ze Verandering nog niet afgesloten, maar wij zit
ten te diep in den tegenwoordigen tijd, dan dlat
we klie voortdurende wisseling nauwkeurig zou-
nen waarnemen. Maar sla het meisje van 1932
eens voor een badpak van 1925 aan te trekken?
Zou het nu echter niet mogelijk zijn, dat er
weer 'een reactie kwam, ook in de sportkleeding
De rokken, die eenige jaren geleden zeer kort
werden 'gedragen, zijn weer veel langer geworden
en 'vertoonen zelfs neiging te sleepen. Zpuden de
zwemsters 'zich weer kleeden in plooirokken en
haar 'toilet voltooien met een grooten hoed?
Wij zijn ons bewust, dat de geschiedenis zich
herhaalt, dat het leven der 'mensehheid een slin
ger gelijkt, diezich heen en weer beweegt.
Maar desondanks durven we de 'gestelde vraag
'ontkennend te beantwoorden. D|e moderne li
chaamscultuur is wel zoo ver ontwikkeld en een
wel 'zoo belangrijke factor in het Teven geworden,
dat niets ons kan afbrengen van de moderne, ge
zonde opvatting van sport en sportkleeding.
,j(Niets sedert hij Engeland verliet."
jHpe kan je djan nog meenen, dat hij niet
dood is? Waarom twijfel je aan zijn schuldl?
Ik zeg je nog eens, Wolga, lees de gerechtsver
slagen en uit het getuigenverhoor en de geheele
bewijsvoering zul je zijn schuld kunnen zien. Ik
heb zooveel vertrouwen in je helder verstand
en gezond oordeel, dat ,als je morgen vroeg de
verslagen zult gelezen hebben, ik je morgen
avond den verlovingsring kan brengen."
Hij was geheel en al hersteld bij deze woor
den opgestaan. Hij gaf zich weer moed en ge
loofde dat al' haar middeltjes slechts koketterie
waren. Het eenige wat hem noodzakelijk scheen,
was een beetje meer stoutheid zijnerzijds, een
beetje meer zelfvertrouwen en niet zooveel toe
gevendheid voor haar luimen.
Lady Wolga stond langzaam op zonder op
zijn laatste bemerkingen te antwoorden.
Hij bracht haar hand aan zijn lippen drukte
er een kus op en verwijderde zich. Toen hij weg
was ging lady Wplga naar een tafel, goot uit
een karaf wat water op een zakdoek en wiesch
hieremde de plaats harer hand af, welke de mar
kies gekust had ,met zulk een ijver en zulk een
afschrik in haar gebaren, alsof haar hand door
dien kus ontheiligd was geworden.
Intusschen liep de markies zeer tevreden de
straat over. H;et stilzwijgen van lady Wolga bij
zijn zinspeling op den verlovingsring, hield hij
voor een toestemming.
,jMorgen zal ik den verlovingsring koopen"
dacht hij. „Ik ben zot geweest dat ik mij zoo
toegevend toonde. Die vrouwen zien gaarne een
man die wilskracht bezit en toont. Wat zou zij
toch met dien ouden horlogeketting bedoeld heb
ben? Hoe kan zij daarop gekomen zijn? Ik zou
er veel voor willen geven als ik dat wist. Was
het een bloot toeval of zweeft er onheil in de