Het witte doek Van alles en nog wat Nieuwstijdingen MOORDAANSLAG TE BREDA. DOOR EEN 70-JARIGE? Gistermiddag omstreeks half een heeft te Breda de 70-jarige wafelbakker W. M. in een café in de van Bergenstraat, een moordaanslag gepleegd op de 26-jarige vrouw van den caféhouder de H. De oude man bracht vermoedelijk uit wraak over een geschil van finantieelen aard, de vrouw onver wachts met een zwaren hamer een slag op het ach terhoofd toe. Hevig bloedend uit een zware hoofd wonde liep de vrouw gevolgd door den man de straat op. Op haar gegil nam de man de vlucht. Door eeni- ge voorbijgangers werd hij gegrepen en aan de poli tie overgeleverd. De vrouw werd door den genees kundigen dienst verbonden. Haar toestand is niet levensgvaarlijk. De man is in verzekerde bewaring gesteld. De waarnemend gemeente-secretaris heeft gewei gerd deze vergadering bij te wonen ofschoon hem dit door een der wethouders is bevolen. Op last I van den wethouder heeft daarop de tweede ambte naar ter secretarie als secretaris gefungeerd. GIFT VAN H. M. DE KONINGIN. H. M de Koningin heeft een belangrijke bijdrage geschonken aan den Nederlandschen Militairenbond diezi chdeoprichting oijkkkkkko-ijij ijónrijibgo die zich de oprichting van tehuizen ten doel stelt Voorts deed H. M. de Koningin een belangrijke gift toekomen aan de koloniale school voor meisjes en vrouwen teneinde het voortbestaan van deze nu:ti_e instelling te helpen verzekeren. EEN HANDIGE SMOKKELAAR. Op toevallige wijze is de politie te Herzogenrath een deveizensmokkelaar op het spoor gekomen, zegt de Tel. Een in Zuid Limburg wonende mijnwerker die meermalen per dag met eenautode grens pas seerde stond reeds geruimen tijd onder verdenking zich aan deviezensmokkelarij schuldig te maken. Toen nu dé smokkelaar aan het grenskantoor te Herzogenrath voorreed, ontdekte een toevallig aan wezig zijnde politieman dat een der lampen van zijn auto niet brandde. Bij nader onderzoek bleek dat de lamp uit den lantaarn was genomen, terwijl daarin 250 mark aan bankpapier was geborgen. Het onderzoek bracht voorts aan het licht dat de smokkelaar dienzelfden morgen 950 mark bij een bank te Aken had afgehaald. De auto werd in be slag genomen, terwijl de smokkelaar is gearresteerd Het vermoeden bestaat dat de aangehoudene zich op deze wijze reeds geruimen tijd met deviezen- smokkelaren heeft bezig gehouden. HET RAADSEL TEj MEGEN OPGELOST? VADER VAN DEN BEWONER GEARRESTEERD. In verband met de brandstichting te Megen wordt nader bericht, dat de oude Benkers, die te Veghel een café en bioscooptheater exploiteert, ook eige naar van de bakkerij was. Hij verkeerd den laatsten tijd in finantieele moeilijkheden en heeft toen het plan opgevat de bakkerij en maalderij te Megen die flink verzekerd waren in brand te doen steken ten einde de verzekeringssom te bemachtigen. Op den bewusten avond heeft hij zijn zoon en diens familie naar Veghel ontbonden, onder voorwendsel dat hij ziek was. Twee manne zijn daarna het pand binnengegaan en hebben de brandstichting op hun gemak voorbereid. Doordat het in huis vertoevende meisje door het gerucht ontwaakt was is zij met den knecht, die op het laatste oogenblik kon worden gered, aan den dood ontsnapt. De verzekeringsmaatschappij weigerde de verzeke ringssom na den brand uit te keeren en royeerde de verzekering van het café en het bioscooptheater te Veghel. Benkers is dezer dagen vooVr de justitie te den Bosch geleid en daar in het huis van bewaring opgesloten. Hij heeft nog niet volledig bekend, doch er zijn aanwijzingen verkregen omtrent de mannen, die op zijn last den brand hebben gesticht. De arres tatie wordt binnenkort verwacht. GEZELLIGE VERHOUDINGEN IN DIDAM. Te Didam is gisteravond weer een nieuwe kwestie voorgekomen tusschen den burgemeester en de bei de wethouders. De burgemeester die niet tijdig ter vergadering van B. en W. kon zijn, heeft toen deze vergadering afgelast, waarmede de beide wethouders geen ge noegen namen. Be Noordhollandsche Cinema en de Centraal Bioscoop komen in combinatie,, zooals wij reeds eerder vermeldden, gedurende liet Concours van den Noordhollandschen Zangersbond, dus Zon dag a.s. des avonds eenige voorstellingen geven in de groote tent, welke standplaats heeft ge kregen op de Oosterstraat alhier. Voor dit avondprogramma heeft men beslag gelegd op een bijzonder mooi filmwerk, en wel TiIJG ER hlAAI een product van Warner Bros First National Pictures Inc., waarin de hoofdrol wordt vervuld door Edward G. Robinson, met RRichard Arlen en Z.ita Johann. Dé regie is van Howard Hawks. Het Scenario van Wells Root, naar een verhaal van Houston Branch. RRegie.assistent Richard Hosson Fotografie van Tony Gaudio. In de hoofdrollen: Mike (Edward G. Robinson) Quita (Zita Johann) Pipes (Richard Arlen) Manuel (William R.icciardi.) Captain Mike Mascarena is de beste visscher j van de heele Stille Oceaan. D|at is niet alleen zijn eigen meening, doch die van alle inwoners van San Diego een klein visschersplaatsje aan de kust van Mexico. Hij is een veleischend werk- i gever doch een trouw kameraad voor de man nen die met hem de gevaren van de woeste zee trotseeren. Hij is een opgeruimd en goed mensch doch zijn levensvreugde wordt vergald door het feit dat geen vrouw zich met hem in wil laten. De reden hiervan is de ijzeren haak, die bij Mike het gemis van zijn rechterhand moet goed maken, een grimmig souvenir aan de schipbreuk van Mike's oude schoener, toen hij zijn vriend „Pipes" Boley ten koste van zijn eigen hand uit het van haaien wemelende water redde. Sinds dien dag zijn de twee mannen onaf scheidelijke kameraden geweest, hoewel Pipes de Don Juan van het dorp is, en de favoriet I van alle mooie meisjes. I Pp een van hun reizen sterft Manuel, een lid van de bemanning. Hij laat geen familie na, i "slechts een arme wees, die hij- als kind tót zich genomen had, en die in zijn huis tot een schoo- ne jonge vrouw is opgegroeid. Bij de thuiskomst I brengt Mike haar een bezoek, en redt het meisje van den dood als zij in haar ellende zelf moord wil plegen. Zij hecht zich spoedig aan hem door zijn onzelfzuchtige pogingen om haar I te beschermen. Als Mike op een goeden dag den moed vindt om haar ten huwelijk ten vragen kan net meisje haar weldoener niet weigeren. S Zij vertelt Mike Üat zij hem niet lief heeft, I doch deze is zoo tot over de ooren verliefd, dat I hij haar tegenwerpingen nauwelijks ernstig op- neemt. Het huwelijk wordt in het kleine plaats- j je met veel feestvreugde gevierd, j Pipes Boley heeft met tegenzin deelgenomen 1 aan het feest. Hij verkeert in de meening dat het meisje zijn vriend alleen om zijn geld getrouwd heeft. Eöch wanneer zij hem vertelt van alles wat Mike voor haar gedaan heeft en van haar dankbaarheid voor haar man ziet Pipes de vrouw van zijn vriend in een ander licht. Met de twee menschen die hij ter wereld het liefste heeft in zijn nabijheid is Mike volmaakt gelukkig. Het leven heeft hem alles gegeven wat hij verlangen kan. Hij, die de twee jonge men schen blindelings vertrouwt, ziet niet hoe bei den langzaam maar zeker op elkaar verliefd worden. Zij willen dit geen van heiden aan el kaar bekennen en dragen liever hun geheim met zich dan Mike een oogenblik van droefheid te geven. l Als het schip van een nieuwe reis thuiskomt wordt Pipes in zwaar gewonde toestand aan land gebracht. Hij is door een ongeluk getroffen en verkeert in levensgevaar. Mike laat den ge wonde naar zijn huis brengen en staat erop dat zijn vrouw den jongen verpleegt. Pipes geneest snel, en probeert, meer dan eens het huis te verlaten, waar zijn trouw aan zijn vriend op zulk een zwaren proef gesteld wordt Doch thans is het Quita die hem niet wil laten gaan. En eens komt de dag waarop Mike beiden in een innige omarming verrast. Oogenblikkelijk verandert de liefde die de kapitein voor deze twee gekoesterd heeft in een doodelijken haat. Hij zweert dat hij Pipes zal te- rugg brengen naar de haaien uit wier vreeselijke kaken hij hem gered heeft. Hij sluit beiden op aan boord van zijn schip en kiest zee om aan zijn ontzettende bedreiging uitvoering te geven. Mike slaat Pipes 'neer en werpt hem in een kleine boot. Dlan doorboort hij den bodem van het bootje met een speer, om het tot zinken te brengen. Opnieuw werpt hij een harpoen in den rug van een geweldigen haai. 'Terwijl de gewonde haai wegzwemt, raakt Mike met zijn been verward in het touw van dé harpoen en wordt over boord getrokken. De op het rumoer toegesnelde matrozen redden Pi pes en halen Mike uit het water, doch het, (is te laat. Hij is zoo zwaar gewond,, dat hij in de armen van zijn vrouw 'den geest geeft. Pi pes voelt thans niet langer zijn geweten be zwaard als hij met het meisje een nieuw leven begint. De molenaar was aan zijn werk toen Alexa naderde. Zijn vrouw en dochters waren nergens te zien en de knaap de trots en hoop zijns vaders zette zijn kostbaar leven op het spel, door zich te dicht langs den kant van het water te bege ven. Op dit oogenblik kwam de vader aan de deur en zag het gevaar, waarin zijn hoopvolle spruit verkeerde. In zijn schrik liet hij een schreeuw, welke de catastrofe, die hij vreesde, tot zekerheid 'maakte. De knaap verschrikte^ zagg op niet wetende wat er gebeurde, verloor het evenwicht en stortte in het water De molenaar stond als verlamd. De schrik had hem zijn tegenwoordigheid van geest be nomen. Alexa snelde naar de plaats des onheils. Een blik op het snelvlietende water en het in volle werking zijnde rad was voldoende om te zien dat het kind in levensgevaar verkeerde en dit gaf haar den moed, die tot redding van den klei ne noodig was. Zij wierp hoed en mantel af en sprong van'den hoogen oever in den stroom. Eeni ge krachtige en vlugge bewegingen brachten haar bij het kind, dat zij vastgreep om daarna met haar last naar den oever te zwemmen. De molenaar was inmiddels derwaarts gespoed en nam het kind aan .terwijl een molenaarsknecht die op het geroep van den vader eveneens ter hulp snelde, Alexa uit het water trok. Nu kwamen ook de vrouw en de dochter van den molenaar klagend en weenend aangeloopen. Dp vrouw viel Alexa om den hals en dankte haar in roerende woorden. Dé man stamelde wee nend zijn dank, kuste Alexa's hand en verzocht haar op een of andere wijze zijn erkenelijkheid te mogen betuigen. Die dochters echter verzoch ten Alexa- binnen te komen, zich te warmen en droge kleeren aan te trekken wat het moedige meisje dadelijk aannam. Het kind was ongedeerd. Zijn moeder nam de noodige foorzorgsmaatregelenom een mogelij ke verkoudheid te voorkomen, terwijl Alexa in een kamer gebracht werd en haar nat pak met dat van de oudste dochter des huizes een aardig meisje van zeventien jaren verwisselde Toen dit geschied was, volglde Alexa de meis jes in de groote huiskamer, waar haar de eere plaats aan den haard werd aangewezen en de familieleden zich rondom haar drongen om nog maals hun dank te betuigen voor den grooten dienst ,dien zij hun bewezen had en haar moed en tegenwoordigheid van geest te prijzen. Zonder u miss, ware ons kind verdronike^:" zeide de molenaar. „Ik was als van den bliksem getroffen en stond verlamd, in den geest het kind reeds door het rad verpletterd ziende tot dat ik u hem na zag springen." ,jWij zullen uw kleeren drogen, miss" zeide mrs. Gregg. „Die van Marie moeten u niet gemakkelijk zitten, daar zij groeft en u zoo klein is. Marie maak voor de dame een glas warmen wijn gereed opdat zij een beetje kan opknappen" Alexa was eindelijk zoo warm geworden, dat zij voor geen nadeelige gevolgen van haar koud DE TROPISCHE VLINDERS. Wie nog nooit de tropische vlinders heeft gezien, kan zich niet de betooverende pracht en den rijd- dom aan kleuren en vormen van deze insecten voorstellen. De taal is niet rijk genoeg aan woorden om de schoonheid naar waarheid uit te drukken. Allen, die het voorrecht hadden, de vinders in den glans der tropische zon te zien rondfladderen, zijn het met elkaar eens, dat het schouwspel overweldi gend is. De in het Inisch-Australisch gebied voor komende Ornithoptere met hun sterke, als uit zijde gesneden vleugelen en de Morphe, met hun als uit hemelsblauwe zijde geweven vleugels worden als de mooiste geroemd. De Engelsche onderzoeker R. Sen- non spreekt van onvergelijkelijke schoonheid der Ornithoptere soorten, die hij in Nieuw-Guinea om de kruinen der boomen fladderen zag. Hij verge leek ze met edelgesteenten, die zich door toover- kracht in de lucht verhieven. En de bekende Wal lace, de onderzoeker, die ook in Oost-Indië onder zoekingen heeft gedaan, zegt van een ander soort, die hij op het eiland Batjan aantrof; „De schoon heid en de glans van deze insecten zijn niet te beschrijven en slechts een natuuronderzoeker kan de ontroering begrijpen, welke deze dieren in mij veroorzaakten. Als ik ze uit het nest haalde en de prachtige vleugels ontvouwde, begon mijn hart heftig te kloppen en hetb loed steeg me naar het hoofd." Naast deze onbajschrijvelijke kleurenpracht en vormenrijkdom nemen onze schoonste inheemsche vlinders een zeer bescheiden plaats in. Daaruit mag niet worden opgemaakt, dat alle tropische vlinders zoo mooi zijn. Ook daar zijn er, die zich van de onze weinig of niet onderscheiden. Ook in groottet overtreffen de tropische vlinders de onze vele malen. De Indische atlasvlinder heeft vaak vleugels mett een spanwijdte van 25 centi meter. Deze behoort tot de groep van de „nacht- pauwoagen", die <^en groot aantal verschillende vormen biedt. De in Suriname levende Semiramis- bad meer had te vreezen. Mrs. Gregg en de beide oudste dochters deden voortdurend alles, om het haar zoo aangenaam mogelijk te maken. Dé molenaar zat aan den anderen kant van den haard met zijn zoon op zijn knie. Eensklaps vroeg hij aan wien hij het leven van zijn kind te danken had." is waarschijnlijk een vreemdelinge en woont in het dorp Montheron, miss?" vroeg hij. ,,lk ben miss Strange, een gast van 'mrs. Tn- gestre op het kasteel Montheron," antwoordde Alexa. De molenaar zag haa roplettender aan. „Is u een lid der familie Montheron, miss?" vroeg hij verder. „U gelijkt veel op hen. Uwe oogen en uw haar herinneren mij vooral aan lord Stratford Heron." „(Het is mij reeds door anderen gezegd gewor den dat ik op lord Stratford Heron gelijk" ant woordde Alexa kalm en verheugd dat zij over het doel kon spreken waarvoor zij gekomen was.,' Men zegt dat hij den moordenaar van den laatsten markies was, niet waar?" en haar onverschrokken oogen waren uitvorschend op den molenaar gericht. .,-iMen zegt stamelde Jacob Gregg, van kleur veranderende. „Neen, hij was de moordenaar." „(Geloof je werkelijk dat lord Stratford He ron zijn broeder vermordde?" vroeg het meis je, nog altijd dé oogen op hem vestigende De molenaar werd' doodsbleek onder den scher pen blik en de vraag van het meisje. Zijn plotse- "vlfirder met zijn zachte kleuren, in een schakee ring van bruin en geel. bezitt aan de achtervleugels twee dunne staartachtige punten, die driemaal zoo lang zijn als het lichaam. Vooral zijn het de kleuren, waardoor zich de tro pische vlinders onderscheiden. Bij onze inlandsche soorten zijn de kleuren meest dof: bruin of wit. Sterk uitkomende kleuren als rood, blauw of groen komen hier bijna niet voor. De blauwe kleur is bij de vlinders in de tropen domineerend. De schoonste vertegenwoordigster van het blauw vindt men onder de morpho, waarvan het vaderland Zuid-Amerika is. Daaronder zijn soorten, bij wie het blauw slechts als een breede streep over de vleugels is getrokken, weer anderen, bij wie het blauw als een azuurblauwe sluier het geheele dier omgeeft. De kleur is een zoodanige, dat het tot nu toe niet is gelukt, ondanks dn vooruitgang der techniek, om natuurgetrouwe weergave tet verkrijgen. MIEREN DOODEN REUZENSLANG. Een aanzienlijk gedeele van het groote eiland is in cultuur gebracht. In de moerassige rijstvelden trekt de buffel de ploeg en op de tabaks- en rubber plantages zamelen tallooze arbeiders, Battakkers, Maleiers, Javanen, Menangkabauers, Chineezen enz. den oogst in. Toen ik op een morgen met mijn vriend aan den rotsachtigen oever van de rivier Ajer Medidi stond, zagen wij, hoe zich aan den anderen kant In het heete zand aan den zoom van het oerwoud een vreeselijke strijd afspeelde. Een zooeven nog sla pend op den grond liggende reuzenslang, die den naam van Python draagt, was door een zich op marsch bevindend leger van roode mieren over vallen geworden. In eenige seconden was de slang geheel met mieren bedekt; zij snelde voorwaarts; razend van pijn trachtte zij mett groote snelheid den stroom te bereiken. Nog zie ik het haar anders bont schubbenlijf, thans met mieren bedekt, zich in de rivier storten. De slang zwom in het water, verdween voor eenige oogenblikken in de diepte op dan weer aan de oppervlakte te verschijnen. Twee dicht bij ons staande inlanders waren zoo opgewonden, als ik bij de anders zoo stoicijnsche Aziatenzelen heb beleefd. Iedere keer, als het dier weer opdook, riepen zij„De slang is weer boven." Nu verliet de gepijnigde Pythan de rivier weer. Wij zagen, dat zij zich woedend om een gladden boomstam wond. De mieren zaten haar nog altijd op de huid; inhet bijzonder op den hoekigen plat ten kop waren zij als in klompen samengebald. Zij vraten aan de oogen en waren ongetwijfeld in me nigte in den mond gedrongen; heele stukken had den zij reeds uit het slangenlijk geknaagd. Oe Oost- Indische mieren zijn grooter dan de bij ons voor komende soorten. De „bloedmieren", zooals de in- landr ze noemt, hebben ongeveer de lengtte van een vingernagel. Zij zijn hoogst volhardend in hun doen, en dat beteekent het einde van de slang. Eensklaps schoot de Python weer de rivier in. Voor wij wisten wat er gebeurde, vloog zij er aan onzen oever weer uit, geen tien meter van ons af. Een oogenblik later had zij haar enorm lichaam om den romp van een daar grazenden buffel gewon den. Woedend beet zij in de flanken van het heftig snuivende dier. Ik heb zelden zulk een opwindenden, spannenden strijd gezien als deze slang tegen zijn onzichtbare vijanden streed, zonder echter in wer kelijkheid tegenstand te kunnen bieden. Want ik neem aan, dat dit anders zoo gevaarlijk reptiel, van zijn gezicht beroofd, niet meer wist wat te doen om zich misschien nog te kunnen redden. De buffel, door de tot waanzin gebrachte slang zoo goed als doodgedrukt, viel met krampachtige bewegingen ter aarde. Dan vloog hij weer op en kwam in zijn doodsangst op ons af. Wij vluchtten, omdat we ongewapend waren. Den anderen dag ging ik met een troepje Ma leiers naar de plaats waar de strijd zich had afge speeld. Wij vonden de doode slang; zij was, gedeel- tetlijk ot op de ruggewervels afgeknaagd. Op andere plaatsen van haar lijf bevond zich nog wat vleesch. De schedel was volkomen blank gevreten. En ver der was er niets te zien dan de sporen van den weg die de voorttrekkende bloedmieren genomen had den. lingo onrust en het draaien zijner oogen over tuigden Alexa dat hij meer van het drama wist dan iemand geloofde. „(Dtat is een zonderlinge vraag, miss" zeide hij gedwongen lachend. „Iedereen gelooft het en waarom zou ik er aan twijfelen?" „Ik heb gehoord dat je ten tijde van den moord tuinman op het kastael was,' 'zeide Alexa „en dat je je in den nacht, toen de misdaad be gaan werd, op het kasteel bevond. Ik dacht dat je iets gehoord of gezien kon hebben." ,;Ik missO, neen, ik hoorde of zag niets" ,i(Op welk uur verliet je dien nacht het kas teel?" vroeg het meisje schijnbaar onbevangen. „Om elf uur. Ik herinner mij dat, 'toen ik over het terras ging, juist de torenklok sloeg. Heeft iemand gezegd dat ik iets van den moord gehoord of gezien heb?" „(0, neen, niemand heeft hierover in het open baar gesproken. Men heeft mij de geschiedenis dikwijls verteld en deze boezemt mij groot be lang in. Daar je juist van lord Stratford Heron begogn te spreken dacht ik, dat je soms een beetje meer licht in de zaak kon brengen.' .„(Zoo," riep de molenaar op gerusten toon uit „Ik dacht dat de menschen met te veel vrijheid gebruik gemaakt hadden van mijn naam die tot nu toe op geenerlei wijze met de treurige zaak in verbinding werd gebracht." [Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 6