Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier ZATERDAG 24 JUNI 1933 42e Jaargang Derde blad Raedpraet schakee- tervleugels emaal zoo NO 74 TELEFOON INTERCOMMUNAAL NU. 52 NIEUWE LANfilDIJKER COURANT DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG DONDERDAG en ZATERDAG. Abonnmentsprfjs: per 3 maanden ƒ1.15. Mitpave: firma 1. H. KEIZER .Bedaclenf 1. H. KEIZER. Dursel Noordscharwoude. AD VERTENTIEN Van 15 regels 75 cent; elke regel meer 15 cent GROOTI5 LETTERS NAAR PLAATSRUIMTE. SINT PANCRAS. WAAR BLEVEN DE KLANTEN? MARTELGANG NAAR HET GEMEENTEHUIS „TE LICHT" BEVONDEN? EEN PROBAAT MIDDEL, OM ZUIDSCHARWOLDE OVER TE HALEN DE TWUYVERWEGPLANNEN TE LATEN GOEDKEUREN. IN NAAM VAN VAN KAMPEN DE BENEDENWEG MOET GOED? Het heeft ons, eerlijk gezegd, waarlijk verwonderd, dat de Sintpancrasseneezen niet op een rijtje voor het raadhuis stonden te wachten, en wij hadden bij voorbaat al een kopje thee extra genomen, omdat wij stellig dachten dezen avond hier wel van ge speend te zullen blijven, omdat veldwachter de Boer wel handen vol werk als verkeersregelaar zou heb ben. Wij mochten dit denken, omdat op deze raads zitting een besluit genomen kon worden, dat een paar duizend dure guldentjes per jaar meer uit de gemeentelijke schatkist graaien, kon beteekenen. En waar is de rechtgeaarde Vronelaar zuiniger op dan op zijn centen? al heeft hij het dan zelf mis schien niet, de tribune had méér dan uitverkocht moeten zijnniets van datLéég, hopeloos leeg, en het was werkelijk den vroede vaderen aan te zien, dat zij het betreurden deze werkelijke gala voorstelling te moeten geven voor onbezette stoe ien en banken. Want de Pers telt op een raadszitting natuurlijk niet mee, wat wel bleek uit het feit, dat omtrent de overdrachtplannen den verslaggevers geenerlei cijfer- en ander materiaal werd verstrekt, zoodat zij maar moesten raden waarover het ging, wat speciaal voor de Alkmaarsche collega's het vol gen der debatten niet prettiger maakte. Het conterfeitel van Z.M. Koning Willem III was nog niet opnieuw gepassepartout, en had nu het genoegen een pendant te hebben in een plaat van een jongmensch dat met zeer langen arm een ma laria mug doodslaat, en opwekt „hem te aanzien." Aan den eenen kant hygiëne, aan den anderen de mottenEnfin Wij aanzagen „den jongen man, zoo juist uit bed gesprongen" en aanhoorden de notulen, die de bur gemeester steeds van a tot z voordraagt, en steeds in gepasten eerbied beluisterd worden. Een rijstebrijberg van ingekomen stukken de burgemeester sprak nota bene nog van „de slappe tijd" moest doorgeworsteld worden. Er waren weer tal van die stiekume meevallertjes, waarvan Sint Pancras alleen het geheim schijnt te bezitten, en die de geachte Voorzitter, ook altijd even stie- kum nadrukkelijk (hoe hij dat doet precies is eigenlijk geen definitie van te geven) naar voren brengt. Trouwens, deze Burgemeester schijnt steeds de zonzijde te willen zoeken, want er klonk zelfs een vreugdevolle toon in zijn stem, toen hij mede deelde, dat de arbeider in de Wieringermeer „bij flink werken" de somma van één kwartje en twéé centen, zegge zeven en twintig koperen penningen per uur verdienen kon. En gestrengelijk werd de ironische opmerking van den heer Lek: „Zoo, zoo een flink loon toch, voor hard werken" gepareerd, door een zeer koele, maar natuurlijk afdoende op merking: „Daar hebben wij niets over te zeggen". Triest deed de geschiedenis met den armvoogd aan, die niet op het raadhuis wilde komen uitkee- ren, naar aanleiding van een verzoek van den Neu tralen Bond, waar de gang van vele tuinders zoo zwaar is, en er dan een officieel tintje aan zou komen. De opmerking van den heer Lek, dat zij zich voor hun armoe niet hebben te schamen, ge tuigt, naar onze bescheiden meening niet van een aanvoelen van de mentaliteit van een groot deel van zijn mede-inwoners. Kent meneer Lek dan de kliekjes en horretjes geest niet. En weet meneer Lek dan niet hij moge in den grond der zaak gelijk hebben, dat armoe geen schande is dat juist het, wat zal die wel zeggen, als ikenz., en de vrees voor „onderend' aange zien te worden, de menschen weerhoudt, en ze liever krepeeren van den honger, platvrij uitgedrukt? Wij noemen het een treurig verschijnsel, dat een arm voogd je zich zoo armvoogd voelt, dat hij niet, maar dan ook beslist niet, zooals de voorzitter zeide zich gedrongen voelde, mede te werken. En de chris telijke naastenliefde, heeft nog altijd een zinspreuk van de linker- en de rechterhandMen noemt de wereld tegenwoordig „schijn" waarom dan deze „schijn" niet bewaard? En wij hopen van harte, dat wat Wethouder van Kampen „mis" scheen te hebben, nog eens „raak" zal worden, namelijk, dat een gemeentebestuur, in dergelijke kwesties, die voor velen levenskwesties zijn, niet meer afhankelijk is van het willen of niet willen van één persoon, en in het algemeen ook dien persoon de functie van armvoogd zal toebedeelen, die toont den geest van de bevolking in goede, maar vooral in kwade tijden aan te voelen en daarnaar te handelen. Tusschen haakjes of treft den armvoogd géén blaam, en hebben B. en W zélf meegewerkt, de zaak zou te laten, omdat de gang den „te licht" zou worden, en de gemeentelijke spoeling van veel varkens te dun is? Menig hartig woordje zal den laatsten- tijd den Twuyverweggebruiker, die harder pleegt te gaan, dan 5 Km. per uur, ontvallen zijn, en de ingewij den zullen de Zuidscharwouder Edelachtbaren be paald toegewenscht hebben, eens een paar uur op dezen klinkerbaan te moeten rondploeteren. Ja, Gedeputeerden zullen nog eens zelf aandrin gen, St. Pancras Burgemeester zal nog eens beleefd, vooral beleefd vragen, maar waarom het heele Zuidscharwouder Edelachtbaar gezelschap, niet eens staande een vergadering ontvoerd, en drie keer heen-en-weerom in een oude Ford-vrachtwagen van Broek op Langendijk naar St. Pancras, vice versa, laten hobbelen? Als dan in den wagen nog een radio-installatie was aangebracht, en de Raad van St. Pancras vanuit zijn tot studio ingerichte raads zaal in beurtzang en solo met bromstemmen bij voorbeeld, den collega's toegefluisterd had: Rijden, rijden, rijden, in een wagentje.. Is die weg nou goed, of niet, dat vraag ik je. afgewisseld door: Zit den wagen volgeladen, Vol met Edelachtbaren, Die, toen zij op 't raadhuis kwamen, Tegen een nieuw wegje waren Nooit zullen ze in hun levensdagen Zooiets nog méér te durven wagen Een beetje gas Dan was al die soesah niet noodig geweest, en we reden nu al, zooals we dat over een paar jaar zullen doen. Want het gaat bai maai en memelik om, eer zooiets voor elkaar pleegt te zijn. Men moet roeien met de riemen, die men heeft, zegt een goed Nederlandsch spreekwoord, maar het is te hopen, dat de riemen van het gemeentelijke roeibootje een gnappe prais heb die Klaas Bruin maakt, twuntig golden en zoo'n heel ding kost tachtig zeide m'n vriend J. lang genoeg blij ken te zijn, de hengelaars te achterhalen, en andere landelijke of slootelijke overtredingen te helpen vaststellen. Een advertentie, waarin het gemeente bestuur prijsopgave vraagt van het leveren van een zuidwester, oliejas en baggerlaarzen, ten behoeve van den politiedienst van de gemeentelijke riolen en vaarten en kikkerslootjes hebben wij nog niet aangetroffen. Misschien onderhandsche aan besteding geweest? Er heeft een exercitie van de brandkranen plaats gehad, zeide meneer Kroonenburg. Achteraf hebben wij er ons ook al over verwonderd, waar die Duit- sche muzikanten vandaan kwamen, die we Maandag op een ongelegen uur in St. Pancras tegen kwamen. Maar die hebben natuurlijk de water-en-vuurmarsch geblazen. Het zal een leuk gezicht geweest zijn, die stram in de houding staande brandkraantjes, en naar wij vernamen was de „schlager" van 1929, „Anneke, Anneke, zet de kraan maar open" dezen avond zeer populair. En wellicht krijgen we aanstonds nog naast de bekende composities „Parade de Zinnsoldaten", „Streichholzwachtparade", en andere muzikale illu straties van houterige bewegingen, de „Parade der Pancrasser Feuerbahnen" te hooren. Jan Kooy, de bekende Pancrasser leverancier van neutjes kolen, korte en lange turf en gros et detail, wil een schuurtje bij zijn huis zetten. Maar al draagt het boekje met de gemeentelijke bouw verordening in zijn omslag de groene kleur der hoop, de inhoud bevat een bepaald artikel, dat ver biedt enzoovoort. Vroeger was er al eens gezondigd, en schaamde de burgemeester zich niet, zich even in het boetekleed te hullen, dat eigenlijk den gewe zen veldwachter zoo te hooren, had moeten sieren. Maar nu was het ook uit met de pret, en Jan zijn schuur wordt wel gezet, flink en net, maar 6 M. uit de as, daar wordt opgelet. Zoo waren we zoetjes aan, met wat vallen en op staan gekomen tot het kardinale punt, den Bene- denweg, waar, men weet het reeds straks het eerst weer ergeren moet, wil het beteren. De Bur gemeester en de Wethouders waren hier da voge laars, die de argelooze raadsmuschjes aan hun lijm stokken vastplakken wilden, willen we althans me neer Duyf gelijk geven. Meneer Lek had op een warmen achtermiddag steenen geteld en bekeken, en wilde de zaak maar wat oplappen. Niet uit be krompenheid, al zei meneer Van Kampen een vinnigheid je, dat moest laten uitkomen, dat de heer Lek wel eens een eng standpunt had ingenomen. De brief van B'. en W. aan den Raad geeft veel in ernstige overweging, vraagt hiermede rekening te willen houden en daarop te letten, en bij opper vlakkige lezing klopt alles als een bus, en hebben de leden de zoo smakelijk toebereide pudding alleen maar op te happen. Maar blijkbaar is de Burgemees ter, of misschien meneer Van Kampen want die bedoelde meneer M. Duyf toch natuurlijk als antor intellectualis van den opzet wat te hard van stal geloopen, want enkele berekeningen kloppen niet. We weten nu al dat f2130.per jaar aan het Hoogheemraad betaald moet worden. In eigen be heer, zei meneer Kroonenburg, moet het kosten f25000.in 15 jaar af te lossen met f1700.Dit staat ook in den brief. Ook staat er, dat er dan ongeveer f850.— per jaar aan rente bijkomt. Nu zijn we in rekenen altijd nogal zwak geweest, en daarom kunnen we ons vergissen. Echter na een kwartier ingespannen cijferen (heusch, een mensch vergeet die schoolsommetjes) komen we tot een gansch ander resultaat. 15 maal 850 is 12750, en wij konden nooit hooger komen dan ruim 9000 gulden rente in 15 jaren (naar jaarlijksche kapitaalafschrijving van 1700 berekend) dus maar even 3750 gulden totaal of 100 rijksdaal ders per jaar minder. Wij laten in het midden of de zoo groote verbe tering noodig is, en verantwoord, er is veel vóór en véél tegen, wat ook wel de uitslag der stemming 4 tegen 3 bewijst, maar het plan van den heer C. Duyf, eerst nog eens zelf het zaakje na te pluizen, leek ons direct de oplossing. Men had dan nog altijd kunnen zien. De indruk wil bij ons niet weg, dat de Raad zich heeft laten overrompelen, en zoo wij hoorden, is de instemming, ook in het dorp niet algemeen. Enfin, de brief zinspeelt op nieuwe bewoners dus als straks de Rolls Royces van de IJmuiedr vischboeren en de Hispano's van de meelmolen langs de Benedenrenbaan suizelen, en steeds meer rijk- geworden Langedijker exporteurs, en tuinders vanaf het Waarland tot aan den Speketer, zich in het villadorp St. Pancras, zullen hebben gevestigd, om in hunne laatste levensdagen het onvergelijkelijk schouwspel der Sintpancrasser raadszittingen .te kunnen genieten, dan is alle leed vergeten Maar zonder gekheid, ook wij hopen met den Bur gemeester, dat dit besluit den gemeenteraad nooit zal berouwen, en hing niet de crisiswolk héél laag boven Sint Pancras, wij zouden de initiatiefnemers van harte gefeliciteerd hebben, met het welslagen van hun plannen. Nu kunnen we slechts „hopen" en „vertrouwen" We schreven zoo even „onvergelijkelijk schouw spel", en dat is zoo. Want waar wordt de meest gemoedelijke stemming plottseling zóó verstoord door harde, zure en bitse opmerkingen, dan in Sint- Pancras? Nu weer, een gezellig heibeltje, omrede enkele leden niet schijnen te weten, wat „comité vergaderingen" zijn. Het komt méér voor. Laatst nog in Oudkarspel. En dan zeggen ze nog, dat vrouwen geen geheim kunnen bewaren. Enfin, de heeren trokken weer bij, en de Burgemeester zal voortaan zonder aanzien des persoons straffen, diegenen, die den euvelen moed hebben, de grage ooren van bui tenstaanders vol te blazen met mededeelingen, die alleen bestemd zijn voor hen, de kleine schare uit verkorenen aan wie onze belangen en belasting gelden (als we ze hebben) worden toevertrouwd. En nadat meester het den stouten kinderen nog eens goed onder het oog gebracht had, sloot meneer de Boer de deuren, en werd den verslaggevers de aangename taak gelaten, deze wederwaardigheden in een getrouwelijk relaas hun lezers, te vertellen. De geschiedenislessen van meester Weettewel (IN HET JAAR 2000) DE BROSJURE DUYS. Duys was z'n naam, Jan Duys, hij was een volleksmenner Zooals men vroeger zei, hij was een fijne kenner Der nooden van het volk, en als Jan Duys goed zin had, Vong vele zieltjes hij, (wat anders soms wat in had) En stond hij op 't tooneel men hing hem aan z'n lippen En nergens was de mensch, die slechts aan hem kon tippen Wat praten aanbelangt ook was hij sjoviaal 't Zij baggerbaas of klerk, kameraden.allemaal! Hij voerde in z'n schild een stuk of twintig leuzen. Daar was voor elk wat wils, en ieder had z'n keuze. Z'n vlijmendscherpe spot trof vaak d'oranjeklanten En lag het aan Jan Duys, men zou vandaag nog planten De revolutievaan, en 't vloot-en-leger-hussie, De steun der boerzwazie, was met een heel klein Naar huis te jagen, dusgij ziet het nu wel in. Dat meester Jan W. Duys, een man was naar de zin Van velen in het land, menigeen die met hem dweepte Omdat hij striemend-raak de kaaptalisten zweepte! En zeker was hij nog, wel president geworden Als niet bij Michelbuur, het hoofd der bruine horden Op weinig elegant' maar radikale wijze Het schip der S.D.P. finaal had doen kapseizen. Toen belde Meester Jan z'n dassenleevrancier, En sprak: „M'n goeie vrind, breng jij es even hier Wat dassen niet meer rood, daar dat 't em niet meer doet Maar witte, rood-wit-blauw, Oranjespikkels.goed, Je stuurt maar watja bruin, waar 'k laatst al eens naar keek, Mag óók er nog wel bij, zoo'n beetje voor de breek. En nu ving Meester Jan eens fiks te schrijven aan En heeft hij om de beurt z'n dassen aangedaan Maar niet alleen dat hij zich zelf de das om deed, Hij hulde al z'n maats in 't grauwe boetekleed En sprak zijn kindren aan, vermanend als een vader, Maar dezen scholden hem voor arbeidersverrajer, En Lou en David Wijnkoop, zij waren hóóg gezeten, En riepen: „Zie je wel, 'k heb 't altijd wel geweten, Die knecht der boerzwazie, die kaaptalistenvoetveeg, En wie 't drinken wil, die drink' zijn drankje zoet leeg." En al wat anti-was, al tóónde hij geen vreugde Hij vond er toch iets in, dat hem oprecht verheugde, Maar, wat ook logisch was, er kon iets achter steken Want, deze looze vos, hij kon de passie preeken Zoo schreven zij, en zoo, helaas van uur tot uur, Maakt' men van Meester Jan een droeviger figuur, Had hij het goed bedoeld? Och ja, wie zal het weten, Maar als je eens iets ZEGT, heb je het gauw gevten Dit is dan de moraal, die deze les is rijk, En op een andre keer, komen we aan den Langendijk. G. volgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 7