Jaarverslagen
Onschuldig verbannen.
De Economische
toestand van Nederland
Binnenland.
Een Tuindersgedschte in 1933
DE VALSCHE RENTEZEGELS.
Het blijkt dat tal van menschen. onwetend valsche
rentezegels gekocht hebben, en wordt de politie van
Rotterdam onophoudelijk hierover opgebeld. Er zijn
nu reeds 12 arrestanten.
Het onderzoek in deze zaak wordt nog met kracht
voortgezet en het is niet uitgesloten dat na de
arrestatie van de twaalf menschen, waaronder zich
ook de hoofddaders bevinden, nog meer personen in
hechtenis zulllen worden gesteld. De valsche zegels
zijn blijkbaar in een groot aantal plaatsen van Ne
derland verkocht, daar de politie uit alle oorden
van het land wordt opgebeld door menschen die
zegels in hun bezit hebben, die zij tegen lagen prijs
kochten.
BRANDEN
Een zware brand is uitgebroken op de Veluwe
nabij Radio Kootwijk. Reeds zijn 75 Hectare bosch
en heide aan het vuur ten prooi gevallen, terwijl
de brand op het moment, dat wij dit seinen, met
onverminderde kracht voortwoedt. De brand is ont
staan ter hoogte van de spoorlijn Apeldoorn—Assel,
bij wachtpost 77. in de bosch en heidevelden toe-
behoorende aan het Kroondomein en de nheer Wes
terwoud uit Overveen.
Te Utrecht heeft een zware scheepsbrand ge
woed. Het motorschip „Sonja" is bijna geheel uit
gebrand. De oorzaak is onbekend.
DE LIEFDE
DE REVOLVER.
In den afgeloopen nacht is op den drie-en-twin
tig-jarigen herbergier R., uit de Arnhemschestraat
een moordaanslag gepleegd op de Varkensmarkt. Er
werden vier schoten op hem gelost, doch R. werd
slechts licht gewond en kon, na aan het hoofd
bureau van politie verbonden te zijn, weer huis
waarts keeren.
Als verdacht van dit misdrijf zijn twee jonge
mannen aangehouden. Het wapen is waarschijnlijk
in een der grachten geworpen. Het vermoeden is,
dat een liefdeskwestie de oorzaak is van den twist.
Zoowel R. als de beide verdachten zijn goede be
kenden van de politie. Hbld.
MOTORRIJDER GEDOOD.
Naar de Tel. mededeelt heeft gisteravond om half-
elf op den nieuwen rijksweg van Rijswijk naar
Delft, ter hoogte van de hoeve „Iepenburg", een
ernstige botsing plaats gehad tusschen motorrijder,
genaamd A. v. d. W„ uit Rotterdam en een auomabiel
bestuurd door den student B. H. J„ te Delft. De
motorrijder reed den auto, welke naar Delft ging,
tegemoet. De auto passeerde op dat oogenblik een
tractor met aanhangwagen en haalde zooveel mo
gelijk naar links uit. Daarbij botste hij zoo hard
tege nden motorrijder, dat diens been vrijwel werd
versplinterd.
De geneesheeren Kemme en Greup verleenden
onmiddellijk hulp: de man is nog bij bewustzijn per
ziekenauto van de politie naar het R.K. ziekenhuis
in Den Haag .vervoerd.
Het been is hedennacht geamputeerd, doch om zes
uur gistermorgen is de ongelukkige overleden. Hij
was kapitein op een stoombootje van de reederij
Van der Schuyt. dertig jaar oud en gehuwd.
Naar de schuldvraag wordt een onderzoek inge
steld. De auto is voorloopig in beslag genomen; de
linkerzijde daarvan is geheel ingedrukt. Waarschijn
lijk zijn motorrijder en autobestuurder verblind ge
worden door elkanders lichten.
Wij ontvingen het jaarverslag der Centrale com
missie van Bezuiniging over 19321933 dat in zijn
sobere uitvoering een „bezuinigingscommissie"waar-
dig is. De commissie vangt in het verslag aan, het
plan Welter warm te verdedigen, en beklaagt zich
over de haars inziens onredelijke critiek hieromtrent
Ten opzichte van den toestand merkt het verslag
°PHoe langer de verlaging der Overheidsuitgaven
wordt uitgesteld, des te meer ellende zal er het
gevolg van zijn, des te grooter „afbraak" zal ten
slotte onvermijdelijk zijn. Op het oogenblik liggen
nog tal van bezuinigings- en reorganisatievoorstel
len. van de commissie Welter en van anderen, als
het ware gereed voor toepassing. Snel en krachtig
handelen is hier vereischt.
Uiteraard zal de bezuiniging slachtoffers vergen
in iederen kring, maar die zijn onvermijdelijk en
oneindig beter is het toch om tijdig door afsnijden
van wat desnoods nog wel gemist kan worden, het
behoud van de voornaamste voorzieningen door de
Overheid te verzekeren, dan het gevaar te loopen
FEUILLETON
Zijn edel gelaat was uitgeteerd en had een
kommervolle uitdrukking. Hij scheen in den
laats ten tijd met armoede gekampt te hebben
en door te groote ontroering geschokt te zijn.
Zijn oogen blauw als saphyr, lagen diep in het
hoofd en zijn voorhoofd was gerimpeld, iets
wat zij vroeger nooit had opgemerkt.
Zij luisterde opmerkzaam toe 'toen hij ver
telde hoe hij haar gered had. Zij beproefde op
te staan, maar viel, zwak als een kind, weer in
haar kussen terug. Haar hoofd gloeide en haar
teeder lichaam beefde.
,jWaar zijn wij vroeg zij.
„In het altaarkabinet," antwoordde haar va
der. „Ik voerde je hierheen dewijl ik niet wist,
waarheen ik je anders brengen zoude. Ik heb
npj reeds sedert veertien dagen hier verkorf
gen gehouden. Lig stil Alexa, je hebt een kleine
wonde aan het hoofd, die ik verbinden moet."
Hij bracht koud water, wiesch de wonde af,
en verbond haar met een zakdoek. Toen dit
geschied was, ging hij naar een bak, schonk een
glas wijn in en bracht het Alexa, die het met-
dat straks ook voor het meest noodige niet voldoen
de middelen meer beschikbaar zijn. Dan zou veel
verloren moeten gaan wat nu, bij tijdig ingrijpen,
nog gered kan worden. Dan zou zelfs een zoodanige
verstoring van de finantieele verhoudingen dreigen,
dat het niet meer mogelijk zou zijn de goud waarde
van onze munt te handhaven, met al de ernstige
gevolden die daaruit voor breede kringen der be
volking moeten voortvloeien.
De nieuwe regeering wacht hier een zware taak
en niet minder een verantwoordelijke, waarbij zij
zeker aanspraak mag maken op steun en medewor
king van allen, wien het behoud van onze volkshuis
houding ter harte gaat.
Bijzondere aandacht heeft de commissie geschon
ken aan de gemeentelijke indeeling ten plattelande.
Sterk heeft zij geageerd voor bezuiniging bij den
keuringsdienst voor w:|reji, waardoor thans 175
duizend gulden minder hiervoor uitgegeven wordt,
door verlaging van salarispeil. Ook op het Lager
Onderwijsgebied heeft de commissie haar bemoeiin
gen uitgestrekt.
Het verslag eindigt met een opwekking de commissie
in haar werk te steunen.
Ons werd gezonden het verslag van de werk
zaamheden der commissie voor de malariabestrijding
door de bevolking in Noordholland over 1932. Na een
overzicht over de werkijwze, organisatie en statistiek
behandelt het verslag speciaal de werkzaamheden
in den Wieringermeerpolder en de volksvoorlichting
en propaganda. In de uitgaven der commissie wordt
voorzien door subsidies van het Rijk, de provincie
Noordholland en verschillende gemeenten, dezer pro
vincie. De rekening en verantwoording sluit in uit
gaven en nkomsten op f 14.113,08.
DE LUTINE.
Dat is het geldschip, in het laatst der zeventiende
eeuw bij Terschelling gezonken. Het heeft, zoo men
weet, een twaalf millioen goudstaven aan boord en
dat is de jacht naar het goud. We hebben er
reeds meer van verteld.
Terschilling verkeert in hoogspanning en de eilan
ders de honderden (of zijn het duizenden?) landge-
nooten, die hetzij met baar geld, hetzij door naar
stig rooken van Lutinecigaretten zich in het bezit
van aandefelen stelden.
De wind waait uit het Zuid-Oosten, de zee is
vrij kalm en als het briesje nog iets afneemt is het
groote oogenblik daar, dat Beckers met zijn toestel
len naar het wrak vertrekt.
Men rekent er op, dat het er Zaterdagmorgen van
gaat komen.
3? werjjlt mjefe|ï! gebouwd, inaar ovjerjgenjs nog
wpinjg lichtpunt™.
Het bezoeken door militairen van 't „Marine-
Bondsgebouw" te Den Helder is Donderdagmiddag
door den Commandant der Marine ten strengste
verboden. Het gebouw wordt door militaire politie
bewaakt. Vermoedelijk, aldus „Het Volk" houdt dit
verbod verband met het feit, dat het Hoofdbestuur
van den Bond voor Minder Marine-Personeel de
exploitatie in handen heeft gesteld van een stich
ting, die zich ten doel stelt, het gebouw' zijn oude
karakter te doen behouden.
Het hoofdbestuur van den Bond voor Minder Ma
rine-Personeel heeft niet langer de verantwoorde
lijkheid voor de exploitatie van het Marine-Bonds-
gebouw willen dragen, gezien de verhouding tot
de militaire autoriteiten. Een aantal oud-marine
mannen. dat van zeer dichtbij deel heeft genomen
aan het werk in de organisatie en zich daaraan
nog altijd sterk verwant gevoelt, heeft gezamenlijk
gevormd een Stichting, die den naam draagt „Het
Marine-Bondsgebouw".
Een aantal oud-marineschepelingen o.w. A. G. A.
Verstegen, burgemeester van Koog aan de Zaan,
A. W. Michels, lid van Ged. Staten van Noord-Hol
land e.a. heeft ook de redactie ter hand genomen
van „Het Anker", weekblad, gewijd aan de belangen
van het minder marinepersoneel. Dit weekblad zal
in de plaats komen van het „Algemeene Marine
Weekblad".
KWADE DROES.
Kwade droes en huidworm vormen een besmet
telijke ziekte welke onder paarden, ezels en hun
bastaardvormen heerschend voorkomt, maar ook
kan worden overgebracht op den mensch en de
vleescheters. Runderen zijn daarvoor bijna geheel
onvatbaar.
Uit Ierland nu arriveerden Woensdag te Nieuw-
Millingen pl.m. dertig paarden, welke door de le
gerleiding waren gekocht. In Nieuw-Millingen wer
den zij in quarantaine gehouden, ver van de overige
paarden, 's Avonds omstreeks elf uur, aldus „De
Telegraaf", reageerde een der paarden op maleine-
indruppeling. Onmiddellijk nam de commandant
van het remontedepot te Nieuw-Millingen, overste
H G J G. van Stockum, de noodige maatregelen,
welke met het oog op de uiterst gevaarlijke ziekte
(kwade droes) wenschelijk werden geacht. Twee
honderd militairen, onder wie vijf en twintig offi
cieren en tweehonderd paarden, op doortocht van
Ede naar Oldebroek, waar oefeningen gehouden zul
len worden, en die te Nieuw-Millingen zouden over
nachten, werden uit hun nachtrust gewekt en ver
trokken in den nacht naar Oldebroek. Het reagee-
rende paard, benevens de overige, welke uit Ierland
kwamen, werden met de hun begeleidende man
schappen in quarantaine gehouden. Donderdagmid
dag zou worden uitgemaakt of van besmetting
sprake was
j „(Die Nederlandsche Conjunctuur" de driemaaii
delijksche 'publicatie van het Centraal Bureau
voor de Statistiek bevat een oveïzicht van den
economischen toestand, dat den bedrijfstoestand
van Nederland op het einde van Junt in die vol
gende bewoordingen schetst:
j „(Feiten welke zouden kunnen wijzen op ee-
nige verbetering in het Nederlandsche bedrijfs
leven, zijn schaarsch.
Die loop der cijfers van in- en uitvoer Weer
spieegif, nog steeds den algemeenen achteruit-
ggang van den wereldhandel, en het is begrij
pelijk, dat voor het bedrijfsleven, voor zoover
het met dezen wereldhandel nauW verband'
houdt, de moeilijkheden nog weinig of niet zijn
verminderd. Ben uitzondering moet gemaakt
Worden voor den doorvoer, die in vergelijking
met verleden jaar is toegenomen, in overeen
stemming waarmede een stijging in den omzet
van goederen in onze havens valt waar (te
nemen.
*ooral de uitvoer van onbewerkte voedings
middelen was gedaald, evenzoodie van fabri
katen, zoowel die welke behooren tot de voe
dingsmiddelen en dranken als de overige. Belang
rijke posten, .waarvan de uitvoer over de eer
ste vijf maanden van 1933 in vergelijking met
die van 1932" noemenswaard gestegen was, waren
er niet. j
Bij den invoer valt tegenover een algemeene
vermindering de toeneming op van het inde'x-
cijfer voor .het invoersaldo van grondstoffen voor
de industrieën, die productiemiddelen leveren,
dat ook (hooger is dan een jaar geleden.
Verder vertoont het bedrag der aanbestedin
gen in den laatsten tijd, ondanks die daling der
bouwkosten, een stijging', zoowel de aanbestedin
gen voor rekening van particulieren als voor re
kening van anderen in hoofdzaak overheids
lichamen. Ook voor fabrieksbouw is in den
laatsten tijd meer aanbesteed.
De werkloosheid .onder de ^metaalbewerkers
is de .laatste maanden te oordeelen naar de
voorloopige cijfers vrij" belangrijk afgenomen
en is thans niet grooter meer dan een jaar ge
leden; in de bouwvakken geven de voorloopige
cijfers zelfs een verbetering te zien ten opzich
te van verleden jaar.
Het zeer groote aantal woningen, met den
bouw waarvan in de eerste maanden van dit
jaar een .aanvang is gemaakt, en dat de over
eenkomstige cijfers yan de laatste jaren ook
die van .hoogconjunctuur overtreft, moet ech
ter voor een deel in samenhang gebracht wor
den met de stagnatie, welke verleden zomer
ten gevolge van de toen heerschende credietmoei
lijkheden in dit bedrijf heerschen, zoodat moet
worden afgewacht, of in dit speciale bedrijf
op 'de toeneming der laatste maanden van
2.223 woningen in Juli_1932 tot 6.272 in Mrt.
1933 niet een reactie zal volgen. Het in verge
lijking 'met vorige jaren vrijwel normale cijfer
van A.pril schijnt in deze richting te wijzen."
smaak uitdronk en er zich door gesterkt ge
voelde. Zij kon nog niet opstaan en lag kalm op
haar bed, de oogen' liefdevol op haar vader
gericht. f j
,jAls u mij niet gevonden had, vader," ze.ide
zij plotseling, „zou ik bij het ontwaken van
hei vooruitstekende punt afgestort zijn, en was
dan zeker verloren geweest. De man, die er mQ>
inslingerde was ongetwijfeld Pierre Renard."
„|Hij was het."
„Hoe wonderlijk, dat u mijn schreeuw hoor
de en mij kwam redden."
„lederen nacht ben ik op het terras geweest
in 'de hoop er je aan te treffen, Alexa. Dikwijls
kwam ik vroeger en dikwijls ook later maar ik
kon je niet voor hedenavond vinden. Ik begon
reeds te vreezen, dat je het slot verlaten hadt.
„.Ik ben drie dagen afwezig geweest voor
een reis naar Londen met mrs. Ingestre. Maar
zeg mij vader, waar haalde u dit bed en deze.
levensmiddelen."
l(t)p een nacht .verschafte ik_ mij toegang op
het kasteel door een toevallig niet gesloten ven
ster. Ik sloop in een logeerkamer en nam daar
de dekens. Ik ging voor de tweede maal terug
en haalde de matrassen. Den volgenden nacht
bracht ik door middel van hetzelfde venster,;
waarop men niet scheen te letten, een bezoek
aan de spijskamer en dei? kelder, om mij van
eten en dranlk! te voorzien. Die dagen heb*ik hier,
de nachten buiten doorgebracht. Op den gezel
schapsavond, toen de ruinen verlicht waren, be
vond ik mij in de kapel. Ik zag en hoorde
mijn lady Wolga, hoewel zij mijn tegenwoor
digheid niet vermoed kan hebben.'
En mrs. Strange zuchtte diep.
Alexa drukte liefdevol zijn hand. Terneerge
slagen en bekommerd zag hij er uit, als een man
die den beker 'des lijdens tot aan den bodem ge
ledigd heeft en nu, nog slechts op den verlos
sing brengenden dood wacht.
Benige minuten lang heerschte er een diepe
stilte in het onderaardsch vertrek, dan vroeg mr.
Strange:
„jWaar is lady Wolga nu?"
;,[Te Londen, vader," antwoordde Alexa zacht
„zij zal de volgende week naar Clyffebourne
terugkeer en."
„{En Roland Ingestre, lord Montheron? Is hij
ook in Londen?"
,)Ja, vader. Hij vergezelt haar altijd, en als
zij naar Clyffebourne terugkeert, zal hij op
Montheron komen."
,,|Zal het huwelijk spoedigg plaats hebben?"
,jOver een maand" zeide mrs. Ingestre. „maar
geloof mij vader, lady Wolga bemint hem niet,
zij heeft het mij zelf gezegd. Het is waar, dat
zij er aan denkt hem te huwen, en hem beloofd
heeft zijn vrouw te worden, maar bnder voor
waarde dat hij uw naam rechtvaardigt en den
INGEZONDEN
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
We leven in een Taren tijd, een tijd
waaj we eerst de -boel gaan planten, zetten,
En als het eenmaal 'klaar is, weer weg gaan
gooien»
Wat niemand ons kan of wil beletten.
In en na den grooten oorlog toen hadden
onze naburen gebrek, toen zaten zij in nood,
Voor hun gezin en kinderen hadden
zij gec-n dekking, hadden 'zij geen brood.
Wii hebben toen hun kinderen gevoed,
gehuisvest 'en gekleed, dat was onze plicht;
Maar nu, nu Wij in nood verkeeren,
Gooien (deze zelfde gevoedde kinderen idle
grenzen dicht.
Zijn zij hun pleegouders soms vergeten?
Is dat nu dankbaarheid, is dat het bescheid?
Euitschland moet twee dingen nog leeren,
Eat is: rechtvaardig zijn en barmhartigheid.
,'t Is wel treurig in de veiling, tegenwoordig,
Die het ziet en doet begrijpt be,t wel:
Eir zijn dagen dat er wel 'twintig wagens
aardappelen gaan naar het Oosterdel.
Op een akker neergesmeten, een heele groote
hoop;
Daar ligt nu met 'elkaar al een heelq bom,
Maar straks zullen de 'menschen er naar
knakken,'
Straks dan huilen vrouwen en kinderen er öm.
't Is anders stil onder de tuinders.
Wie in het begin der crisis nog 'lachten,
Laten zich nu, zonder morren of klagen,
Maar kalm en gedwee afslachten.
Nu al drie jaren van werken, van' 'veilen
var. piepeTs, kool, uien of 'p«en,
Als men dan een beetje ;maakta, dan
zeiden ze vast tegqn elkaar: waar moeit dat
heen?"
Diat we naar den ondergang 'toe gingen
Dlat werd door velen bijna ,niet gevoeld,
Hoewel er v£le, velqi malen
BOor enkelen op is gezinspeeld e|n gedoeld.
Steeds wordt er gehoopt en gez»gd, de
regeering zal het wel wat met ons maken;
Hebt daar niet teveel vertrouwen in vrind,:
Een ding is nog mogelijk: we moeten stak©(n|.
Niet een, of twee, slechts nifet een
groepje,, of een joaar maai',
niet 'de kastanjes uit het vuur laten
halen door een enkeling, pea allegaar.
Laten de ambtenaren dan zelf maar piepers
rooien, totdat zij ook eens smerige handen
krijgen,
Misschien dat dan hun pogen ook eens open
gaan,f
Dan zullen zij in het vervolg wel over de
bóeren zwijgen.
't Liefst zou ik willen veranderen en dan wei
Als Tuinders met 'de geheelei troep,
Elat wij dan eens ambtenaren werden,
E-at we eenvoudig eens ruilden van beroep.
In het eerst zou het wel wat vreemd zijn,
Misschien raakte pns bruine nek in het -
boordje in de knel„
Maar een gemakkelijker, leven, sti'l en rustig
zitten,
Alsmaar zeggen dat we het druk hadden, dat
wende wel.
Ee tuinder, arbei/der, 'neringdoende: en
rentenier,
We raken met 'elkander aan,
We 'worden allen tezamen, niemand
uitgezonderd
Zoo arm als een mier.
Ik vind, dit wterken, dit sloven, dit word je
nu toch in al deez' 'jaren zat «n moe,
Wp moesten het bijltje er maar bij neer gaan
En gaan gezamenlijk naar crisiiscomite's of
werkverschaffing toe.
Een ding wfl ik nu nog gaarne zieggen,
Dit is dan het laatste, waar ik mee besluit:
Laat elk voor zich, voor zilch zelf zijn eten
gaan telen.'
En laten we dan niet langer martelen,
en schei er uiit.
St. Pancras Juli 1933. 'N.
moordenaar van mijn oom aan het gerecht over
levert.,"
,Ak weet het. Ik vernam het uit haar eigen
jnond. Zij bemint mij nog Alexa, zij heeft nooit
aan mij getwijfeld en nooit opgehouden, mij te
beminnen. Ik hoorde dat 'zij dit Roland Ingestre
zeide. Ik hoorde haar verklaren, dat zij gaarne
mijn lot wilde deelen, dat z'ij voor mij vaderland
©er en alles prijs geven wildie dat onize schei
ding niet op haren aandrang geschiedde en dat
zij met vreugde mij in mijn ballingschap ge
volgd zou hebben. Maar zij kon niet. Onverge
lijkelijke liefde, die rijkdom, eer en alles wat de
wereld verbindt, wil opofferen. O, Alexa, wij
hebben een groote fout begaan met naar En
geland te komen. Als ik wist dat Wolga booa
was en mij haatte, zou ik mijn lot beter kunnen
dragen dan nu. Ik beminde haar zoozeer dat ik
mijn ziekelijk© jaloerschheid verdragen kon, zoo
lang ik haar gelukkig waande. Maar te weten,
dat zij mij bemint, dat onze scheiding haan
smart veroorzaakte, dat zij om mij heeft ge
weend, dat zij om nRj sfapelooze nachten en ban
ge dagen doorleefde, dat zij evenals ik geleden
heeft, dat kan Lk niet verdragen,. Waarom ben
ik zoo smadelijk miskend. Waarom moet ik voor
de miStiaad van een ander boeten
Hij verborg zijn gelaat in beide handen.
Alexa kon slechts met liefkozingen, antwoor
den. Zij trok hem tot zich en bedekte zijn, ge
zicht met kussen.