OUD NIEUWS.
He
Hoe de Knollenburgsche Indianen
slag leverden
Waar vrouwen graag van lezen.
Oe vroolijke kant.
Uit ons nummer van 16 Juli 189
Rob de Avonturier
Er z
daden,
energie
troon
pen. zi
roer ia
daardo
Zoo'a
Itaiiaa
van ej
r.am h
tijdlan
gevang
hij all.
socialif
In Ita
Lotto
Bij he
voor d
de zie
Popoic
werd
Toen
roeern
de Co
in Ita
brugei
Presid
heele
en ko:
geerin
ment
slager
hij dc
ter bf
beugé
aanva
Zijr
doen
die a
zoowe
zijn v
den a
1.
zooge
weeld
goedl
torrij
eens
het
deze
er n
Mi
were
der
geks
gekc
M
wat
sche
zijn
die
Dit
der
aan
offi
die
raa
ker
die
per
g e
de wijze Havik en de Witte Adelaar, om van daar
uit de bleekgezichten te bespieden. Om half vier
werden de eerste bleekgezichten gezien. Ze slopen
voorwaarts, maar de Havik en de Adelaar, die een
groot deel van het bosch konden overzien, hadden
hen al gauw in de gaten. Dadelijk klommen zij naar
beneden. „Niemand het hoofd boven zijn dekking
uitsteken. Niets bewegen of laten zien, wachten op
mijn „ayayay!" en dan allen tegelijk opspringen en
de bleekgezichten overrompelen!" was het wacht
woord, waarna zij weer in den boom klommen. Zoo
twachtten zij allen doodstil, totdat de bleekgezichten
tot op ongeveer tien meter genaderd waren. „Ayi Ay!
Ay! klonk het opeens en de bleekgezichten sclirok-
zich haast ee nongeluk, want van alle kanten spron
gen, gillende duivels over de heuveltjes, renden op
hen in, slingerden lasso's bonden he nvast aan hoo
rnen en dansten als bezetenen om hen heen. Alles
Alels ging zóó vlug, dat Piet Eutgers geen tijd had
om zijn mannen te verzamelen of terug te trekken.
In enkele minuten was het heele leger bleekgezich
ten aan boomen gebonden. De Wijze Havik trad op
den Vorst der Bleekgezichten toe: ..Bleekgezicht, ge
zijt in mijn macht! We zullen je braden, villen, roos
teren en daarna een vreedespijp roken! Maar oo's
kun je dadelijk de vredespijp gaan rooken! Echter
op een voorwaarde: De bleekgezichten beloven nooit
meer op onze jachtvelden te komen, net zoo man als
wij roode jagers, op hun gebied komen! Is dat goed?
Ik heb gezegd! Howgh!"
„Mijn roode broeder kan mij losbinden, ik geef
gaarne toe!" zei de Vorst der Bleekgezichten," en
vast "en ^ek~er~ van* hun* vader haTden 5 «f»Mbl« zulk, een
dapper en slim opperhoofd de vredespijp te kun-
rooken Dat hij leve! Howgh!"
Weldra zat het heele gezelschap bij elkaar, rood
huiden en bleekgezichtenknabbelden zij aan
de chocolareepen, die Piet had meegebracht.
MET KLOMPEN OP HET OORLOGSPAD!
Een jongensverhaal.
Door MART.
De „Witte Adelaar" en de „bliksemstraal" liepen
voorzichtig, sluipend, door het kreupelhout, scherp
spiedend naar elke verdachte verschijning, scherp
luisterend, naar elk geluid, dat uit de wildernis van
het Koningsbosch opsteeg. Plotseling bleef de Blik
semstraal met een schok stilstaan. „Hoort mijn
roode broeder niet dat gekras van den gier?" vroeg
hij, „dat is het teeken van onze vijanden. Laten wij
op onze hoede zijn. Ik heb gezegd. Howgh!'
En inderdaad hoorde De Witte Adelaar even later
een zacht gefluister, dat uit een boschje kwam,
dichtbij. „Gijs." fluisterde hij, uit z'n rol vallend,
„pas op". Daar zitten ze! Sluip jij er om heen en
wacht totdat ik „Ay!" heb geroepen. Dan springen
we allebei boven op ze!"
Zoo gezegd, zoo gedaan. Beide kropen ze onhoor
baar door de struiken. Even gluurde Kruima door.
de takken en warempel daar zaten twee bleekge-
zichten bij elkaar en probeerden een vredespijp te
rooken. die
„geleend". „Wel bekome het je!" bromde Kees, die
al eens slechte ervaringen met pijprooken had opge
daan." nu zal Gijs d'r wel zoowat zijn." Ayyyyy!,
gilde hij en meteen deed hij een sprong naar de
open plek, waar de beide bleekgezichten tegen mis
selijkheid zaten te vechten. Ook Gijs sprong er een
op zijn hoofd. Zoo verschrikt waren ze, dat ze aan
geen geweer dachten en weldra lagen ze, stevig ge
bonden door de beide indianen op den grond. Kees
nam de grootste den prop uit zijn mond en zei
dreigend: „Bleekgezicht, als ge niet fluistert, zijt
ge een kind des doods. Antwoordt mij. Waar zijn
de bleekgezichten en wat willen zij van ons." Maar
het „bleekgezicht grinnikte, trok even krampachtig
met zijn gezicht, toe de pijptabak zich deed gelden,
en zei: „Loop nou gauw! Ik ben geen verrader. Zoek
maar tot je ze vindt!" Maar de Witte Adelaar liet
zich niet uit het veld slaan! „Bleekgezicht," zei hij
dreigend, gij speelt met uw leven. Denk aan uw
squaw, die later om u zal weenen. Denk om Uw scalp
die aan mijn gordel zal bengelen (hier gaf hij een
flinke ruk aan de haren van het bleekgezicht), denk
aan de martelpaal, waar gij alle kwellingen, die er
bestaan, aan den lijve zult ondervinden!" En toen
het „bleekgezicht" niet antwoordde, draaide hij hem
op zijn rug en begon hem flink te kietelen. „Aaauw!
gilde het jeugdige bleekgezicht, houdt op! Ik kan
niet meer! Ik kankankan niet tegen krie-!
beien. Schei uit. Aaaaaauw!"
„Wil het bleekgezicht dadelijk naar de eeuwige j
jachtvelden, dat het zoo gilt", zei de onbarmhartige j
roodheid, „ik heb gezegd alleen te fluisteren! Is het
bleekgezicht thans bereid de plaats te noemen, waar
zijn bleeke broeders zich bevinden?" En hij kietelde
nog even door, hetgeen een gil van zijn slachtoffer
tengevolge had.
„Ja ze zitten bij de waterput en moeten hier
langs komen!" steunde het slachtoffer. Hijgend van
inspanning. „Howgh". zei de roodheid. „Wij zullen
hen verdelgen!" En toen tot Gijs: „Mijn roode broe
der, de Bliksemstraal, ga naar de Wijze Havik en
bericht hem ten spoedigste, dat de Witte Adelaar
hier is met twee gevangenen en dat de Bleekgezich
ten op weg zijn naar dit punt! Ga in vrede! Howg!
Tien minuten later was het heele indianenlege
om hem heen verzameld. De gevangenen werden
aan een boom gebonden en een tweetal bewakers
met getrokken bowie-messen hielden bij hen de
wacht. Toen stelde de wijze Havik zijn mannetjes
op. In een groote boog werden zij achcter boschjes
in kuilen en achter heuveltjes geplaatst. En boven
in een hoogen boom met dichte bladeren klommen
Beide patronen zijn tegeftden prijs van 0.50 oents
per stuk te verkrijgen, bij de „Afd. Knippatronen"
van de Ulttgeversmij. „De Mijlpaal", postbox 175 te
Amsterdam. Het bedrag kan worden overgemaakt
in postzegels, per postwissel of per postgiro 41632.
Toezending zal geschieden na ontvangst van het'
bedrag.
De lezeressen worden vriendelijk verzocht bij het
nummer van het patroon ook de verlangde maat op
te geven: d.w.z. boven taille- en heup wijdte.
Gelieve verder naam en adres duidelijk te ver
melden. Men voorkomt daarmee vertraging in de
toezending.
De oorzaak.
„Is er ook een lift in uw huis?"
.„Ja, maar die gebruik ik nooit."
..Waarom niet, dat begrijp ik niet!
„Ik woon gelijkvloers."
tekoi
preken en
nog en
Wat doet men het eerst, Jansen, ais men ee aiien te h
Voorzichtig.
geweer schoon maakt?'
„Men kijkt naar het nummer."
„Waarom?"
„Om niet het geweer van een inder schoon
maken."
en thans
10.000 pe:
an het z
Ons Wekeljjksch Knippatroon.
We brengen onze lezeressen weer eens een paar
keurige jurkjes, een voor de wandeling of voor be
zoek, terwijl het andere een aardig huisjurkje is,
dat vooral met de hondsdagen goede diensten zal
bewijzen.
No. 147: huisjurkje van aardig bewerkt katoen of
mousseline. Grappige opgestikte zakjes en gemak
kelijk-vallende, ruim-zittende klokrok.
Benoodigd: 4.75 M. van 90 c.m. breed, voor het
effen kraagje 30 c.M.
Smakelijk eten
Zalmsla.
Benoodigd:
1 blik zalm, 1 lepel azijn. 2 lepels olijfolie^ peper,
zc-ut, 2 kropjes sla, 2 hard gekookte eieren, mayon
naise.
Bereiding.
Leg de zalm 15 minuten met peper en zout be
strooid in de olie, doe er dan den azijn bij. Na een
half uur legt men de zalm op een slaschotel, bedekt
ze met mayonnaise en legt er om heen gele blaadjes
sla, gegarneerd met schijfjes en partjes hardge
kookt ei.
Meervoud.
De onderwijzer vraagt: „Nu, Frits, wat is nu het
meervoud van man?"
Mannen.
En van vrouwen?
Vrouwen.
En van kind?
Tweelingen.
Tevredenheid.
Of zij de woorden kende?
Ja, kijkt u eens, mevrouw Bakker, zoo kan
niet langer! Die student Sprot moet verhuizen, JilACHINI
ik zeg u met den eersten mijn kamer op. Ik bedan
ervoor om iederen avond zijn vunze liedjes te moe
ten hooren!
Maar, juffrouw Heilbot, meneer Sprot kan hee
lemaal niet zingen!
Nee, maar hij fluit ze.
„Is de onderwijzer over je tevreden,
No. 161: aardiig eenvoudig wandel toilet je, dat
echter juist, door dezen eenvoud een zeer gedistin-
geerden indruk maakt. Het mouwtje kan naar ver
kiezing gemaakt worden van een in de lengte loo-
pende streep, of geajourd worden. Een derde moge
lijkheid is er galonnetjes, bij wijze van streepen, op
te stikken.
Benoodigd: 4Meter van 100 c.M. breedte.
Vader
Frits?"
Frits: „Ja, vader."
Vader: „Heeft-ie dat gezegd?"
Frits: „Nee. dat niet. Maar hij dacht, dat als
alle jongettjes waren zooals ik, de school wel kon
worden gesloten."
Een Optimist.
„Wat zie jij er gelukkig uit," zei een kennis van
den boer, die op een boomstronk zat.
„Ja, dat zal wel uitkomen," luidde het antwoord,
„ik was bezig dezen boom om te hakken, toen er
onweer kwam opzetten en de bliksem mij het werk
uit de handen nam."
„Dan heb jij het getroffen, maar waar wacht je
dan nu op?"
„Nu wacht ik op een aardbevinkje, dat voor mij
de aardappelen rooit."
„Waarom zit je daar met vuile vingers piano te
spelen?
PLAATSELIJK NIEUWS.
Te Oudkarspel treden als raadsleden af di
heeren: C. Eecen Pz. en F. de
Te Noordscharwoude de heeren: K. Slotemakei
en C. Opperdoes.
Te Zuidscharwoude de heeren: P. Berkhouwer
K. Zeeman en J. Boon
UIT DEN OMTREK:
Wegens het heerschen der mazelen is de open
bare school te Koedijk gesloten.
Aan de harddraverij, den llen dezer aan
Hengstman te Heer Hugowaard gehouden, namen
11 paarden deel. Den prijs won het paard van
heer K. Kruyer, Heer Hugowaard. de le premie
van den heer Jasper Smit, Opmeer, de 2e premie
dat van den heer J. C. Hofdijk, Heer Hugowaard
Simon Groot was bij die gelegenheid voor de vijf
tigste maal als bode daarbij werkzaam, zonder een
enkele maal in die lange jaren op zijn post te heb
ben ontbroken.
BERICHTEN.
Onlangs werd in de gemeente Wonseradeel in den
grond gevonden en brilledoos van koper, die, hoewel
er geen jaartal op is vermeld, van ouden datum
schijnt te zijn en die de volgende gedichtjes te lezen
geeft:
Hij doet seer wijselijk
Die niet een vrouw trouwt
Hij doet seer prijselijk
Die hem eerlijk houdt.
Die geen vrouw trouwt
Is dwaes en sot.
De duivel haalt degeen, die weder soekt te trouwen.
Maar die het sijn eerste is, die is onschuldigd te
houden,
Omdat hij nog de list der vrouwen niet en kent,
Want trouwen is gewis een armoe sonder end.
Een verrassing. In het perceel Donkersteeg te
grond te
uw had
jarige Ki
m- H'j
langzaam
i de plJ
Zonder
hoe heht
door de i
ik t°Ch alleen maar de zwarte toetsenLeiden tapte de dienstbode uit de duinwaterleiding
twee volwassen bloedzuigers.
•- -"p
Veelbelovend. BUITENLAND.
Te Monte Carlo heeft een Fransche dame van
Isidoor de beste rekenaar der klas, blijft bij de les 28 jaar> na 265000 frcs aan de speeltafel verloren
van vandaag het amtwoord schuldig. Verwonderd te hebben, hare twee kinderen van vier en vijf jaar
zegt de onderwijzer:"
geworgd en vervolgens zich zelf van het leven be-
„Hoeveel rente geven 50 gulden tegen 21/2 pet. in een r00fd
in een halfjaar? Dat is toch niet zoo'n moeilijke
som!" GROENTENVEILING.
„Moeilijk niet," antwoordt Isidoor,,, maar bij een Aardappelen f0.80, f 1.00 fl.10 per mand. Bloem
bankdisconto van 5 pet. interesseert 2V2 pet. mij kool f 4.00, f 6.00, f 7.50, f 9.50 f 13.00, lichte f 1.60,
niet!" j f 2.80. f 3.25. Wortelen f 2.80, f 3.25 f 4.10 per 100 bos.
84. De inlanders namen er niet de minste notitie
van. Ze dreigden hen met hun speren en dwongen
hen zoo, terug te keeren naar de oude Hoofdman,
die aan de ingang van z'n hól zat. Opgewonden
vertelden ze hem. hoe ze de gevangenen belet
hadden, zich bij de „vogelmenschen" te voegen.
85. Zwijgend luisterde de Hoofdman toe, terwijl hij
z'n voorhoofd fronste. Toen wendde hij zich tot de
mannen en beval hun, Rob en Ouwe Daan in het
hol te brengen, waar ze geslapen hadden en daar op
te sluiten. Natuurlijk gebeurde dit dadelijk.
86. Onderwijl naderde het vliegtuig, waarin zich
Kapitein Smith, een vriend van Rob, en Lorma,
Robs zuster, bevonden, snel het strand. Kapitein
Smith keek onderzoekend naar de wildernis, toen
een luide kreet van Lorma maakte, dat hij z'n ver
rekijker naar het strand richtte.
87. Dadelijk was nu het geheim van de verdwijning
van Rob en Ouwe Daan opgelost, want daar op het
strand lag de vernielde machine, waarin de beide
avonturiers hen verlaten hadden. Het volgende
oogenblik daalde het vliegtuig op het water.
wi
te!
Tl
ke
ui
va
dl
Z'j7j Tvurnti..^..,.
kwam hem niet in het hoofd. Was lord Stratford
Heron niet schuldig bevonden aan den moord op
zijn bioeaer en veroordeeld geworden? Er zou geen
tweede verhoor plaats hebben maar het vroegere
vonnis onmiddellijk worden uitgevoerd. Zijn wraak
zucht en het bewustzijn van zijn veiligheid dreven
QOOrZOCIrc-^v..^.-i---- —L - tail-.
vereefs - verzoek. Alexa bleek» ej angsu^tresKr-u vw-_
„(Hij is in het altaarkabinet verdwenen "mom oiitrWsften haar.
pelde hij. „Voor vandaag lo'opt hij vrij, maar j „Ie <i ziek:?" 5niss Strange?" vroeg zij deel
morgen zal hij mij niet ontsnappen. Ik zal po- 1 nemend.
meisje toe te staan, gedurende mijn verblijf in
het slot, in mijn kamer te slapen."
j;Ik zal de deur van de nevenkamer openen en