Sportoverzicht
FEUILLETON
Het witte doek
Langs Dwaalwegen
"Wat hei Leven
Verwoest
Buitenland
Bal bo in Ostia gedaald.
Onder de oorverdoovende toejuichingen van.
een menigte van 2Ó0.000 personen heeft gene
raal Balbo zijn tweede trans Atlantische eskader
vlucht volbracht ,zegt de 'Tiel.
Ejnkele minuten voor zes verschenen de uit 23
vliegbooten bestaande luchtarmade boven Ostia
het Lido di Bpma. Om halfzeven streek als eer
ste het toestel van generaal Balbo neer, waarna
in snelle opeenvolging de overige machines volg
den. Om kwart over zeven waren alle 23 vlieg
booten veilig gedaald de tocht van omstreeks
20000 kilometer was ten einde. In totaal heeft de
reis die in 13 etappes werd afgelegd, 43 dagen
geduurd en werd er gedurende honderd uur ge
vlogen. Bij de officieele begroeting vroeg
Balbo als belooning, dat Italië, wanneer het noo-
dig was hun leven zou opeischep, terwijl Mussoli
ni verklaarde dat zulk een prestatie alleen onder
fascistisch regiem mogelijk was.
Roemenie betaalt niet meer.
Tri den gistermiddag gehouden Rpemeenschen
ministerraad is besloten de schuldbetalingen aan
het buitenland met ingang van 15 Augustus op
te schorten. Dit besluit "zal heden officieel wor
den gepubliceerd.
Land- en Tuinbouw
DE IEPENZIEKTE.
De iepenziekte doet dit seizoen weer veel van zich
spreken en, mochten we in Noord-Holland boven
Alkmaar ons nog verheugen in het feit, dat die
ziekte tot verleden jaar niet of slechts sporadisch
voorkwam, nu worden ook onze iepen danig geteis
terd; wat jammer is.
Vooral in ons deel, dat toch nogal boomloos is
kan dit een ramp worden. In andere provinciën of
streken heeft men veelal zeer verschillende hoo
rnen aangeplant doch bij ons vindt men bij de
boerenhoeven iepen en ook op de wegen iepen.
Ieder die prijs stelt op het behoud van dat weinigje
natuurschoon moet het dus belang in boezemen, op
welke wijze de iepenziekte te voorkomen of te be
strijden is.
Over dit onderwerp is reeds vele malen in ver
schillende bladen geschreven geworden, vooral in
verband met de onderzoekingen uitgevoerd door of
namens „het comité inzake bestudeering en bestrij
ding van de iepenziekte". Uit die onderzoekingen,
die in het begin namens ren Plantenziektenkundigen
dienst door Mej. Spierenburg zijn uitgevoerd is vast
komen te staan, dat de iepenziekte veroorzaakt
wordt door een zwam, welke zwam hoofdzakelijk
verspreid wordt door de onder den bast levende
iepenspintkever. Deze gevers vliegen in het voorjaar
van boom tot boom en brengen zoo de besmetting
tot stand. Het is niet de bedoeling, hier diep op
deze theoretische dingen in te gaan, maar het zal
ieder duidelijk zijn, dat men zonder die spintkever
geen of een zeer geringe en wellicht zeer plaatselij
ke besmetting zou hebben.
Verder is bekend, dat een directe bestrijding van
de ziekte tot nu toe en met de tegenwoordig ten
dienste staande middelen nog onuitvoerbaar is. Ook
een directe bestrijding va nde iepenspintkevers is
nog niet te doen.
In hoofdzaak bestaat de bestrijding op het oogen-
nog in het tijdig opruimen van die boomen, die een
besmettingshaard vo:or de omgeving kunnen vor-
mten; dus niet alleen de boomen, die werkelijk 'te
hebben van de iepenziekte, maar ieder boom, waarin
spintkevers voorkomen.
Rooien van zulke boomen en zorgen, dat de kevers
die zich onder den bast bevinden, niet kunnen uit
vliegen is dus de hoofdzaak. Men kan de kevers
slechts beletten uit te vliegen, door de boomen te
ontschorsen en dan de schors te verbranden; dooden
van kevers met chemische middeln is wel uitvorbaar
maar wordt zeer weinig uitgevoerd.
De echte iepenzoekte is nu op dit oogenblik zeer
duidelijk te herkennen. In hoofdzaak komen de
verschijnselen hierop neer, dat de boomen boven in
den top (niet altijd) plotseling beginnen af te ster
ven, zoo soms, dat mmen den indruk krijgt, dat de
bliksem er in geslagen is. De bladeren van die af
stervende twijgen worden zwart en hangen veelal
tamelijk langen tijd nog aan den boom; ten slotte
buigen die twijgen zich heel dikwijls naar beneden
om." De top is dus gebogen. Zaagt men uit zulke
boomen een tak, die niet te dun mag zijn, dan ziet
men op doorsnede bruine verkleuringen, die men in
een gezonden boom niet vindt. Zelfs in boomen,
die door andere oorzaken gestorven zijn vindt men
deze verkleuringen niet.
Wie zulke boomen op zijn erf vindt ruime dus
tijdig op en hij bedenke tevens, dat hij daartoe ge
dwongen kan worden door het Koninklijk besluit
van 17 April 1930 No. 141.
Voor hulp bij het herkennen van de iepenziekte
kan men zich vervoegen bij het staatsboschbeheer
en b ij ondergeteekende, de ambtenaar van den Plan-
tenziktenkundigen dienst van Herwijnen, Sint
Pancras.
zich niet accoord verklaard met het rapport Kips
wat betreft de amateursbevalingen. De algemeene
vergadering die over eenige weken bijeenkombt, zal
zich hierover moeten uitspreken, veel kans geven
wij Kips c.s. niet.
Het verluidt ook, dat de overschrijvingsbepalingen
de zgn. overgangsbepalingen Valkema zullen worden
gewijzigd en min of meer verzacht zullen worden.
Nog even wachten blijft hier de boodschap.
De kapitein schreed zwijgend naast hem voort
en richtte een onderzoekenden blik op den baron.
Hij begreep de schijnbare kalmte -van den baron
niet.
„Hij zal zich toch naar uw wil moeten voegen, ook
al verzet hij zich op het oogenblik daar tegen,"
sprak hij. „Ik houd hem voor een eigenzinnig en
schrander man, slim en handig, doch hij zal natuur
lijk tot de overtuiging komen, dat u machtiger
bent en zal tenslotte stilzwijgend gehoorzamen."
„Je kent hem niet, hij zal zich niet naar mijn
wil voegen!" riep de baron geërgerd. „En nu verder
zwijg; ik wil er op het oogenblik niets meer van
hooren."
Hij versnelde zijn pas, hij liep zóo vlug, dat de
kapitein nauwelijks in staat was hem te volgen.
De predikant keerde langzaam naar zijn woning
terug, spoedig de hem aangedane beleediging ver
getende. De zorgen van zijn kind echter hielden
hem bezig. Hij beschouwde haar liefde voor Horst
als hopeloos en kon toch niets doen, om haar haar
leed te ontnemen. De ontmoeting met den baron
verzweeg hij haar.
Horst bevond zich in een droevige, zeer sombere
stemming. De smart over den dood zijner geliefde
moeder, was nog niet geheeld, de liefdeloosheid
zijns vaders had hem ook voor zijn gevoel geheel
van het ouderlijk huis verbannen, terwijl zijn be
roep hem eveneens geen bevrediging schonk. Hij
beproefde den raad van zijn vaderlijken vriend te
volgen en lag zich met vollen ijver op zijn studie
toe. Dan vergat hij zijn leed. doch alleen gedurende
den tijd, dat hij studeerde. Niet zoodra echter had
hij zijn boeken terzijde gelegd, of hem overviel weer
dezelfde verlatenheid. Alles om hem heen scheen
hem leeg en troosteloos toe, hij had geen vriend,
Wat velen hadden verwacht, wat talloozen hadden
gehoopt is dus thans werkelijkheid geworden: bij de
wielerwedstrijden om het wereldkampioenschap te
Parijs is de Hollander van Egmond wereldkampioen
der amateurs geworden. En wat meer zegt: zelden
zal iemand dit kampioenschap meer hebben ver
diend dan hij. Van Egmond heeft zijn titel niet
aan een gelukje te danken, niet aan een minder
gelukkigen dag van een of anderen concurrent,
maar hij heeft zich overtuigend de meerdere ge
toond der andere amateurs en in zijn rit tegen den
Deen Andersen, die de eenige was, diehethemmoei-
lijk maakte, heeft hij te vens den snelsten tijd
gemaakt van amateurs en profs beide nl. 12 1 vijfde
seconde ever de laatste 200 meter. Van Egmond
heeft thans bij zijn Olympischen titel den wereldti
tel gevoegd, hetgeen ongetwijfeld een schitterende
prestatie mag worden genoemd.
Van cc andere Hollandsche amateurs, was het al
leen B: leene, die uitstekend werk verrichtte. Van
Dijk en van der Linde lieten hte leelqx liggen enr.a
dat zij hun eersten rit reeds hadden vciloten wisten
*1« ook in de l-erkansingen zich niet te praatten.
Leene verloor eveneens zijn eersten rit maar in de
herkansing won hij twee keeren en eerst m de
kwart finale werd hij geslagen en wel door den Deen
Andersen, die even later, in de demi finale het van
Egmond zoo moeilijk maakte.
Deze rit tusschen van Egmond en Andersen was,
zooals wij reeds opmerkten, de snelste en waar
schijnlijk ook de mooiste van deze kampioenswed
strijden. Slechts op het kantje af wist de lange
Haarlemmer zijn concurrent te kloppen, een band
dikte bleef de Deen achter. TT1
De finale ging tusschen van Egmond en Ulrich
en was van heel wat minder gehalte. De Franschman
kreeg zooals dat heet, geen voet aan den grond.
In den eersten rit werd hij regelmatig geklopt en
wel met een lengte voorsprong. In den tweeden
trachtte hij van Egmond te verrassen door onver
wachts er vandoor te gaan. De Hollander had hem
echter spoedig te pakken en toen Ulrich stopte,
zette de eerste door en was met liefst veertig meter
V<D^fwyhi het profnummer minder succes zouden
hebben viel te verwachten. Sinds Moeskops een dag
je ouder is geworden hebben we eigenlijk in dit
nummer geen schijn van kans meer Moeskops werd
in zijn eerste rit tegen den Engelschman Coyens
gedistanceerd wegens hinderen, terwij lB Leene
tegen Steffens wist te winnen. In de herkansing
won ook Moeskops van Steffens, maar in detweede
ronde sneuvelden zoowel Moeskops als Leene. De
eerste tgen Michard, de tweede tegen Schei ens.
De laatste werd tenslotte wereldkampioen. Een titel
welke hij ook het vorig jaar behaalde.
In het stayersnummer sloegen de Hollanders al
een heel droevig figuur. De Graaf, eenig Hollandsch
kampioen, gaf reeds na dertig ronden op en van der
Wulp volgde in den tweeden rit na 40 küometeite
hebben gereden en 8 ronden achterstand te hebben,
dit voorbeeld. Het was wel een heel poover figuur.
De atletiekwedstrijd Nederland!- België, welke
te Amsterdam werd gehouden, werd door de Neder
landers gewonnen. Op de korte afstanden waren de
Hollanders in het voordeel (Berger won natuurlijk
het 100 meter nummer en Jansen werd op de 4„0
meter no. 1 in den zeer goeden tijd van 49.5 sec.»
maar op de 800 1500 en 5000 meter waren onze
Zuiderburen ver in de meerderheid. Hordenloop,
koeelstooten, polsstokhoogspringen, verspringen met
aanloop, hoogspringen met aanloop, discuswerpen
en 4 maal 100 meter estafette waren evenwel weer
in het voordeel van Nederland, dat tenslotte met
72.5 punt won tegen Belgie 56.5 punt.
Het bestuur van den Kon. Ned. Voetbalbond heeft
aan wien hij zijn vertrouwen kon schenken, en de
zoogenaamde kameraden, die hem genegen waren,
schenen wel uiterlijk zijn vrienden te zijn, maar
geen enkele was er bij, dien hij als een waren vriend
kon beschouwen. Veelal vatten zij het leven even
luchtig als licht op.
Hij leefde geheel afgezonderd, zocht alleen zijn
vreugde in de herinnering aan het verblijf inde
pastorie, en verkeerde dan in den geest met den
predikant en Hedwig. Hij hield van Hedwig, doch
zonder hartstocht, zonder diepe innigheid, het was
eene genegenheid van broeder en zuster of van
vriend en vriendin. Een stukje erfdeel zijns vaders,
hartstochtelijke uitingen waren hem vreemd, inner
lijke verlangens of begeerten eveneens. Wellicht
sluimerde dez eeigenschappen nog in hem, maar
zij waren nog niet tot uiting gekomen, hoewel, on
bewust, deze leegte blijkbaar toch een geest van
onvoldaanheid in hem deed ontwaken. Hij miste de
kracht en bezieling geenszins, maar het ontbras
hem aan een doel.
Daar trof hem het bericht van het overlijden van
zijn grootvader, den Overste v. Sambouw. De oude
heer aan wien hij zooveel te danken had, had hem
in zijn testament tot zijn eenigen erfgenaam van
het tamelijk groot vermogen gemaakt. Horst had
nooit aan geld geehangen en toch had hij 't nu kun
nen uitjubelen, nu hij in het bezit van een tamelijk
groot vermogen was gekomen. Thans was hij vrij
en onafhankelijk, thans kon hij het beroep, dat hem
zoo weinig bevrediging schonk, verlaten en geheel
raar zijn verlangen leven. Reeds schilderde zijn fan
tasie hem allerlei lievelingsstudiën voor, nog droom
de hij van toekomstplannen, die hem bevrediging
zouden schenken, toen hij van zijn superieuren do
me de deeling ontving, dat hij als geleider van een
der prinsen van het vorstelijk huis voor een lange
reis was uitverkoren.
Horst zou wellicht voor deze eer hebben bedankt,
om geheel vrij te zijn, waarnaar hij zoo had ver
langd, maar na ernstinge overweging, meende hij,
meende hij, met het oog op de schitterende voor
uitzichten. zich hieraan niet te mogen onttrekken;
hij zou niet alleen andere landen leeren kennen,
maar de mogelijkheid hierdoor hoogere rangen te
zullen verwerven, was zeker niet uitgesloten. Zijn
tegenwoordig beroep bleef toch in elk geval nog
voor hem over. Gaarne had hij Hedwig of haar
Ik hel de Vreugden
LI Moederschap
gekend
...dubbel vreeselijk zou mijn lijden
zijn toen mijn baby mij ontnomen
werd! Een groote tragedie achter
een klein gemengd berichtje - een
groote, menschelijke, diep aangrij
pende film-
CL paramount Qicture -•» t
m.r WYNNE GIBSON FRANCES DEE
OUDKARSPEL.
De eerste kermis aan den Langendijk, die van
Noordscharwoude is nauwelijks achter den rug, of
de tweede staat alweer voor de deur, nl. die in on
ze eigen gemeente.
Of wij veel van de kermis zullen moeten en
kunnen verwachten is een vraag, waarop niet moei
lijk een antwoord valt te geven. De tijdsomstandighe
den zijn niet van dien aard, dat er van een kermis
vieren kan worden gesproken.
Niettegenstaande dit echter zal er toch eenige ont
spanning worden genomen, om de dagelijksche zor
gen eens te verzetten en een oogenblik in een an
dere wereld te vertoeve.
En wij veronderstellen dat deze verstrooiing het
best kan worden gezocht in de bioscooptent, van
de comb. Centraal Biscoop-N.H. Cinema, waar de
mooiste en beste geluidsfilms zullen worden gegeven.
Den eersten dag van kermis komt men met de
zoo zeer geroemde en bekende film „Love me To
night" waarin Maurice Chevalier en Jeanette Mac
Donald de hoofdrollen, vervullen.
Maandag komt men met „Wat het leven verwoest"
een aangrijpend levensdrama en iDnsdag met „Een
moderne Bruidsschat" een operttefilm.
Een programma waarin een lach en een traan el
kander afwisselen. maar tevens een programma
waarvan genoten kan worden, omdat het films zijn
die ïeeds eerder in groote stadstheaters volle zalen
hebben getrokken.
Wij twijfelen er dan ook niet aan of ook hier zal
men deze films weten te waardeeren en te bewon
deren.
Wij vinden hte niet onaardig om eens een korte
levensbeschrijving van de geliefde spelers Chevalier
en Jeanette MacDonald te plaatsen. Het eerst die
van Maurice:
Maurice Chevalier de ster van „Love me Tonight
die zich door zijn films en door zijn persoonlijk op
treden in Nederland een zelfs bij benadering niet
te schatten aantal warme vrienden gemaakt heeft,
werd geboren in een van de achterbuurten van Pa
rijs: Menilmontant.
Als kleine jongen was hij leerling in een fabriek
van draadnagels, doch zijn hart ging uit naar de
ramantiek van plankenland. Hij maakte zijn debuut
vader geraadpleegd, maar de hem daarvoor gegeven
tijd v/as eigenlijk te kort, en voorts wist hij, dat men
zijn besluit zou billijken.
Reeds na weinige dagen meldden de bladen zijn
benoeming tot begeleider van den prins en het
groote erfdeel, dat hem te beurt was gevallen.
Horst had dispensatie gekregen voor zijn verdere
dienstvervulling om zich op zijn reis te kunnen
voorbereiden. Hij had dezen tijd echter niet verlangd
maar het was hem toch hoogst aangenaam hier
over te kunnen beschikken. Slechts één gedachte was
hem onaangenaam, dat het niet mogelijk zou zijn
Hedwig en haar vader voor zijn vertrek nog te
spreken en van hen afscheid te nemen. Het was
hem trouwens ook niet vergund, waar zijn vader
hem het huis had geweigerd.
Daar ontving hij een brief van Ebers. Uit den
inhoud klonken zulke oprecht gemeende woorden
van innige vreugde over het hem te beurt geval
len geluk, en zulk een trotsch over de hem ten deel
gevallen onderscheiding, dat die vreugde in het
gemoed van Horst als een echo naklonk.
„Ik moet je zien. nog voordat je je reis ga onder-
nemene", schreef Ebers. „Aangezien je niet tot mij
kan komen, zal ik naar jou toekomen. Wel overvalt
mij een zeker gevoel van onrust, iets onbehaaglijKS
bij de gedachte, dat ik mijn huis en mijn dorp ver
laat, maar daar wil ik niet over tobben, mijn doel
is jou nog vóór je vertrek te spreken. In de krant
heb ik gqiezen, dat de reis, die de prins zal onder
nemen, ongeveer twee jaar kan duren gedurende
welken tijd wij elkander niet zullen zien! Hoe ouder
ik word, des te meer dringt de gedachte bij mij naar
voren, dat ik elk oogenblik kan worden opgeroepen.
En dit zou kunnen gebeuren in den tijd, dat je op
reis waart en in verre landen vertoeft. Des te har
telijker moet ik je daarom nog vó-r dien tijd de
hand drukken en nog eenmaal in de oogen zien.
Hedwig kan je niet meer zien. Ik heb haar dit nog
niet gezegd, daar ze het nog steeds te vroeg zal ver
nemen. Naar de residentie kan en durf ik haar niet
meenemen, omdat zij het leven daar niet kent en
ik vrees, dat de indrukken, die zij daar van het
leven zou ontvangen, een schaduw op haar stil, be
scheiden en trvreden levensloop zou werpen. Ik
noem haar dikwijls schertsend, mijn stille „heide
bloempje" en ik weet, dat zulk een bloem slechts in
stille aarde bloeit. Laat de residentiesfeer haar
als zanger in een café waar men hem drie francs
per" 1,Vond betaalde. Hij was toen dertien jaar. Na
lange jaren van bittere ellende maakte hij eindelijk
naam toen Mistinguett hem uitkoos als danspart
ner in de Folies Bergère.
G Gedurende den oorlog werd hij gewond door
een granaatscherf en door de Duitschers gevangen
genomen. Hij ontsnapte en werd de lieveling van
het Fransche publiek In tallooze revues trad hij op
met Mistinguette met Yvonne Vallée, tot voor kort
zijn vrouw en met Elsie Janis. In 1928 engageerde
Jesse L. Jask hem voor Paramount en in Hollywood
maakte hij achtereenvolgens „Inncents of Paris",
De Liefdesparade Paramount op Parade De
Groote Vijver Het Cafétje De Lachende Lui
tenant en Een uur met jou
JEANETTE MACDONALD. Jeanette MacDonald
heeft carrière gemaakt op het operettetooneel, waar
zij bekend stond als „het meisje met het rood gou
den haar en de zeegroene oogen.
Zij werd in Philadelphia geboren doch verhuisde
al vroeg met haar ouders naar New York, waar zij
muziek studeerde en dansles kreeg. Haar eerste
engagement was in een revue van Ned Wayburn.
Zij maakte al spoedig carrière, en speelde een hoofd
rol na de andere. In 1929 engageerde Lubitsch haar
voor Paramount en gaf haar de hoofdrol in De
Liefdesparade Sinds dien tijd speelde zij in
The Vagebond King Monte Carlo en Eén uur
met jou.
Wij willen hier den korten inhoud van Love me
Tonight laten volgen:
Maurice Courtelin is de beste kleermaker van heel
Frankrijk, maar aangezien niemand het weet brengt
zijn vakkennis hem weinig op. Hij is dan ook dplblij"
als op een goeden dag de graaf de Varèze zijn winkel
binnenstapt en hem een order geeft voor zestien
costuums. De graaf staat bekend als de best gekleede
man van Frnakrijk, en Maurice is overtuigd dat zijn
bescherming hem rijk en beroemd zal maken.
De graaf moet op een anderen minder goeden dag
plotseling vluchten uit het boudoir van een van zijn
dameskennissen, als hij gestoord wordt door de thuis
komst van een vertoornd echtgenoot. Hij is slechts
schamel gekleed in onderbroek en hooge hoed en
ijlt naar Maurice's winkel om zijn costuum te ha
len. Als Maurice hem verlegen vraagt wanneer hu
geld zal krijgen zegt de graaf met een luchthartig
gezicht dat dat wel in orde komt en wil Maurice
intusschen zoo goed zijn hem honderd francs te
leenen? Hij zal het wel terug krijgen van zijn oom
den Hertog.
Maurice is echter achterdochtig geworden en in
formeert eens naar het crediet van den graaf. Het
blijkt hem dat de graaf behalve als de best geklee
de man van Frankrijk, ook nog een reputatie heeft
op te houden als de slechtste betaler, en het ziet
er naar uit of Maurice moeite zal hebben zijn duit
jes uitbetaald te krijgen. Hij is woedend en gaat on
middellijk op weg naar het kasteel van den Hertog
vastbesloten om niet zonder geld te vertrekken.
Onderweg ontmoet hij een allercharmantste jon
gedame, die weliswaar koel blijft onder zijn avances
doch hem toch niet uit de gedachten wil. Als hij in
het kasteel aankomt, ontdekt hij dat zij de prinses
Jeanette is, een nichtje van den graaf.
De graaf is erg geschrokken van Maurices plot
selinge verschijning en stelt hem aan het gezelschap
voor als een baron, omdat de hertog hem anders on
verwijld de deur uit zou smijten. In deze gedaante
neemt Maurice het geheele gezelschap voor zich
in en niet in het minst drie oude tantes die over het
heil van de prinses moeten waken. Doch de prinses
is niet zoo gemakkelijk te winnen, al blijkt ook na
een paar dagen dat zij even verliefd op hem is
als hij op haar.
Dan ontstaat er een minder aangename situatie
voor den kleermaker. Hij wordt op heeterdaad be
trapt als hij Jeanette omhelst en voor vrouwen
verleider uitgekreten. Om zijn goeden naam en aen
harte te beschermen, verzint hij een uitvlucht dat
hii juist bezig was haar een nieuw costuum aan te
passen Als de familie zich niet laat overtuigen,
vraagt hij twee uren om het costuum te voltooien.
Maurice maakt het costuum tot ieders tevreden
heid in orde, doch daarmede gooit hij olie op het
vuur. Immers nu blijkt zijn ware identiteit en ieder
een is gechoqueerd over het feit dat een doodgewone
kleermaker het gewaagd heeft verliefd te zijn op
"Met een gebroken hart stapt Maurice in den trein
naar Parijs Maar als hij na een oogenblik uit het
raampje kijkt ziet hij Jeanette te paard achter den
trein aanrennen, en roept hem toe uit den wagon
te springen. Hij weigert. Zij smekt en bidt, maar
Maurice weet van geen toegeven.
Met een uiterste inspanning weet zij den trein
voor te komen en blijft midden op de rails staan.
De machinist moet wel stoppen en Jeannette sleept
Maurice uit den trein. „Je blijft bij mij." comman
deert zij.
De machinist haalt lachend zijn schouders op.
„C'est l'amour" zegt hij.
vreemd blijven!"
Horst las den brief nog eens over. Het deed hem
zooveel genoegen, dat zijn vaderlijke vriend zich
zoo hartelijk verheugde in zijn- geluk, maar daarbij
deed het hem zoo innig leed, dat hij de vriendin van
zijn jeugd, zijn speelmakkertje, vóór zijn vertrek
niet meer zou zien. Hij hield den brief van den
predikant in zijn hand en zijn oogen zagen nog
eens naar de woorden: „ik noem haar zoo dikwijls
mijn „heidebloempje". Ja, Hedwig gelijkt een bloem,
die midden in de wijde, stille heide eenzaam bloeit.
Haar donkere bruine oogen hebben een blik, alsof
zij steeds iets willen vragen. Haar kinderlijk ver
trouwen, haar somtijds op den voorgrond tredende
naïviteit had hem steeds in hooge mate aangetrok
ken. Hij geloofde haar lief te hebben, maar dit
gevoel van toegenegenheid was zonder innigen gloed.
Hij had met Hedwig uren lang in het prieel kunnen
zitten en hare hand in de zijne houden, zonder in
hem een ander gevoel dan vriendschap te hebben
opgewekt. Hij zou haar verteld kunnen hebben van
zijn leven en verwachtingen, hij zou haar alles,
alles op de meest vertrouwelijke wijze hebben kun
nen mededeelen. zonder haar naar zich toe te trek
ken, zijn arm om haar heen te leggen of haar hoofd
tegen hem aan te vlijen.
Terwijl hij Ebers' brief brief nog in de hand hield,
werd er aan de deur geklopt; eenigszins ontstemd
over deze storing, riep hij: „Binnen!"
„Ah! Warberg!" riep Horst opspringend terwijl
hij den binnentredende tegemoet ijlde.
„Ik kom je zeker ongelegen," sprak dr. Leo War
berg, Horst's eenige vriend.
,Neen, neen!" antwoordde Horst eenigszins ver
strooid. „Sinds dagen heb ik er naar verlangd je
te zien en te spreken."
„En toch klonk het „binnen" eenigszins stug!
Ik heb uit deze paar woorden onmiddellijk de stem
ming geraden."
„Kon ik dan weten, dat jij het waart?"
„Je hebt gelijk," gaf Warberg ten antwoord, die
nauwelijks eenige jaren ouder was dan Horst. „Maar
in de eerste plaats mijn hartelijke gelukwensch!
Een rijke erfenis en begeleider vand en prins
wat kan je hart nog meer verlangen?"
(Wordt vervolgd).