Sportoverzicht FEUILLETON Het witte doek Langs Dwaalwegen "Wat hei Leven Verwoest Buitenland Bal bo in Ostia gedaald. Onder de oorverdoovende toejuichingen van. een menigte van 2Ó0.000 personen heeft gene raal Balbo zijn tweede trans Atlantische eskader vlucht volbracht ,zegt de 'Tiel. Ejnkele minuten voor zes verschenen de uit 23 vliegbooten bestaande luchtarmade boven Ostia het Lido di Bpma. Om halfzeven streek als eer ste het toestel van generaal Balbo neer, waarna in snelle opeenvolging de overige machines volg den. Om kwart over zeven waren alle 23 vlieg booten veilig gedaald de tocht van omstreeks 20000 kilometer was ten einde. In totaal heeft de reis die in 13 etappes werd afgelegd, 43 dagen geduurd en werd er gedurende honderd uur ge vlogen. Bij de officieele begroeting vroeg Balbo als belooning, dat Italië, wanneer het noo- dig was hun leven zou opeischep, terwijl Mussoli ni verklaarde dat zulk een prestatie alleen onder fascistisch regiem mogelijk was. Roemenie betaalt niet meer. Tri den gistermiddag gehouden Rpemeenschen ministerraad is besloten de schuldbetalingen aan het buitenland met ingang van 15 Augustus op te schorten. Dit besluit "zal heden officieel wor den gepubliceerd. Land- en Tuinbouw DE IEPENZIEKTE. De iepenziekte doet dit seizoen weer veel van zich spreken en, mochten we in Noord-Holland boven Alkmaar ons nog verheugen in het feit, dat die ziekte tot verleden jaar niet of slechts sporadisch voorkwam, nu worden ook onze iepen danig geteis terd; wat jammer is. Vooral in ons deel, dat toch nogal boomloos is kan dit een ramp worden. In andere provinciën of streken heeft men veelal zeer verschillende hoo rnen aangeplant doch bij ons vindt men bij de boerenhoeven iepen en ook op de wegen iepen. Ieder die prijs stelt op het behoud van dat weinigje natuurschoon moet het dus belang in boezemen, op welke wijze de iepenziekte te voorkomen of te be strijden is. Over dit onderwerp is reeds vele malen in ver schillende bladen geschreven geworden, vooral in verband met de onderzoekingen uitgevoerd door of namens „het comité inzake bestudeering en bestrij ding van de iepenziekte". Uit die onderzoekingen, die in het begin namens ren Plantenziektenkundigen dienst door Mej. Spierenburg zijn uitgevoerd is vast komen te staan, dat de iepenziekte veroorzaakt wordt door een zwam, welke zwam hoofdzakelijk verspreid wordt door de onder den bast levende iepenspintkever. Deze gevers vliegen in het voorjaar van boom tot boom en brengen zoo de besmetting tot stand. Het is niet de bedoeling, hier diep op deze theoretische dingen in te gaan, maar het zal ieder duidelijk zijn, dat men zonder die spintkever geen of een zeer geringe en wellicht zeer plaatselij ke besmetting zou hebben. Verder is bekend, dat een directe bestrijding van de ziekte tot nu toe en met de tegenwoordig ten dienste staande middelen nog onuitvoerbaar is. Ook een directe bestrijding va nde iepenspintkevers is nog niet te doen. In hoofdzaak bestaat de bestrijding op het oogen- nog in het tijdig opruimen van die boomen, die een besmettingshaard vo:or de omgeving kunnen vor- mten; dus niet alleen de boomen, die werkelijk 'te hebben van de iepenziekte, maar ieder boom, waarin spintkevers voorkomen. Rooien van zulke boomen en zorgen, dat de kevers die zich onder den bast bevinden, niet kunnen uit vliegen is dus de hoofdzaak. Men kan de kevers slechts beletten uit te vliegen, door de boomen te ontschorsen en dan de schors te verbranden; dooden van kevers met chemische middeln is wel uitvorbaar maar wordt zeer weinig uitgevoerd. De echte iepenzoekte is nu op dit oogenblik zeer duidelijk te herkennen. In hoofdzaak komen de verschijnselen hierop neer, dat de boomen boven in den top (niet altijd) plotseling beginnen af te ster ven, zoo soms, dat mmen den indruk krijgt, dat de bliksem er in geslagen is. De bladeren van die af stervende twijgen worden zwart en hangen veelal tamelijk langen tijd nog aan den boom; ten slotte buigen die twijgen zich heel dikwijls naar beneden om." De top is dus gebogen. Zaagt men uit zulke boomen een tak, die niet te dun mag zijn, dan ziet men op doorsnede bruine verkleuringen, die men in een gezonden boom niet vindt. Zelfs in boomen, die door andere oorzaken gestorven zijn vindt men deze verkleuringen niet. Wie zulke boomen op zijn erf vindt ruime dus tijdig op en hij bedenke tevens, dat hij daartoe ge dwongen kan worden door het Koninklijk besluit van 17 April 1930 No. 141. Voor hulp bij het herkennen van de iepenziekte kan men zich vervoegen bij het staatsboschbeheer en b ij ondergeteekende, de ambtenaar van den Plan- tenziktenkundigen dienst van Herwijnen, Sint Pancras. zich niet accoord verklaard met het rapport Kips wat betreft de amateursbevalingen. De algemeene vergadering die over eenige weken bijeenkombt, zal zich hierover moeten uitspreken, veel kans geven wij Kips c.s. niet. Het verluidt ook, dat de overschrijvingsbepalingen de zgn. overgangsbepalingen Valkema zullen worden gewijzigd en min of meer verzacht zullen worden. Nog even wachten blijft hier de boodschap. De kapitein schreed zwijgend naast hem voort en richtte een onderzoekenden blik op den baron. Hij begreep de schijnbare kalmte -van den baron niet. „Hij zal zich toch naar uw wil moeten voegen, ook al verzet hij zich op het oogenblik daar tegen," sprak hij. „Ik houd hem voor een eigenzinnig en schrander man, slim en handig, doch hij zal natuur lijk tot de overtuiging komen, dat u machtiger bent en zal tenslotte stilzwijgend gehoorzamen." „Je kent hem niet, hij zal zich niet naar mijn wil voegen!" riep de baron geërgerd. „En nu verder zwijg; ik wil er op het oogenblik niets meer van hooren." Hij versnelde zijn pas, hij liep zóo vlug, dat de kapitein nauwelijks in staat was hem te volgen. De predikant keerde langzaam naar zijn woning terug, spoedig de hem aangedane beleediging ver getende. De zorgen van zijn kind echter hielden hem bezig. Hij beschouwde haar liefde voor Horst als hopeloos en kon toch niets doen, om haar haar leed te ontnemen. De ontmoeting met den baron verzweeg hij haar. Horst bevond zich in een droevige, zeer sombere stemming. De smart over den dood zijner geliefde moeder, was nog niet geheeld, de liefdeloosheid zijns vaders had hem ook voor zijn gevoel geheel van het ouderlijk huis verbannen, terwijl zijn be roep hem eveneens geen bevrediging schonk. Hij beproefde den raad van zijn vaderlijken vriend te volgen en lag zich met vollen ijver op zijn studie toe. Dan vergat hij zijn leed. doch alleen gedurende den tijd, dat hij studeerde. Niet zoodra echter had hij zijn boeken terzijde gelegd, of hem overviel weer dezelfde verlatenheid. Alles om hem heen scheen hem leeg en troosteloos toe, hij had geen vriend, Wat velen hadden verwacht, wat talloozen hadden gehoopt is dus thans werkelijkheid geworden: bij de wielerwedstrijden om het wereldkampioenschap te Parijs is de Hollander van Egmond wereldkampioen der amateurs geworden. En wat meer zegt: zelden zal iemand dit kampioenschap meer hebben ver diend dan hij. Van Egmond heeft zijn titel niet aan een gelukje te danken, niet aan een minder gelukkigen dag van een of anderen concurrent, maar hij heeft zich overtuigend de meerdere ge toond der andere amateurs en in zijn rit tegen den Deen Andersen, die de eenige was, diehethemmoei- lijk maakte, heeft hij te vens den snelsten tijd gemaakt van amateurs en profs beide nl. 12 1 vijfde seconde ever de laatste 200 meter. Van Egmond heeft thans bij zijn Olympischen titel den wereldti tel gevoegd, hetgeen ongetwijfeld een schitterende prestatie mag worden genoemd. Van cc andere Hollandsche amateurs, was het al leen B: leene, die uitstekend werk verrichtte. Van Dijk en van der Linde lieten hte leelqx liggen enr.a dat zij hun eersten rit reeds hadden vciloten wisten *1« ook in de l-erkansingen zich niet te praatten. Leene verloor eveneens zijn eersten rit maar in de herkansing won hij twee keeren en eerst m de kwart finale werd hij geslagen en wel door den Deen Andersen, die even later, in de demi finale het van Egmond zoo moeilijk maakte. Deze rit tusschen van Egmond en Andersen was, zooals wij reeds opmerkten, de snelste en waar schijnlijk ook de mooiste van deze kampioenswed strijden. Slechts op het kantje af wist de lange Haarlemmer zijn concurrent te kloppen, een band dikte bleef de Deen achter. TT1 De finale ging tusschen van Egmond en Ulrich en was van heel wat minder gehalte. De Franschman kreeg zooals dat heet, geen voet aan den grond. In den eersten rit werd hij regelmatig geklopt en wel met een lengte voorsprong. In den tweeden trachtte hij van Egmond te verrassen door onver wachts er vandoor te gaan. De Hollander had hem echter spoedig te pakken en toen Ulrich stopte, zette de eerste door en was met liefst veertig meter V<D^fwyhi het profnummer minder succes zouden hebben viel te verwachten. Sinds Moeskops een dag je ouder is geworden hebben we eigenlijk in dit nummer geen schijn van kans meer Moeskops werd in zijn eerste rit tegen den Engelschman Coyens gedistanceerd wegens hinderen, terwij lB Leene tegen Steffens wist te winnen. In de herkansing won ook Moeskops van Steffens, maar in detweede ronde sneuvelden zoowel Moeskops als Leene. De eerste tgen Michard, de tweede tegen Schei ens. De laatste werd tenslotte wereldkampioen. Een titel welke hij ook het vorig jaar behaalde. In het stayersnummer sloegen de Hollanders al een heel droevig figuur. De Graaf, eenig Hollandsch kampioen, gaf reeds na dertig ronden op en van der Wulp volgde in den tweeden rit na 40 küometeite hebben gereden en 8 ronden achterstand te hebben, dit voorbeeld. Het was wel een heel poover figuur. De atletiekwedstrijd Nederland!- België, welke te Amsterdam werd gehouden, werd door de Neder landers gewonnen. Op de korte afstanden waren de Hollanders in het voordeel (Berger won natuurlijk het 100 meter nummer en Jansen werd op de 4„0 meter no. 1 in den zeer goeden tijd van 49.5 sec.» maar op de 800 1500 en 5000 meter waren onze Zuiderburen ver in de meerderheid. Hordenloop, koeelstooten, polsstokhoogspringen, verspringen met aanloop, hoogspringen met aanloop, discuswerpen en 4 maal 100 meter estafette waren evenwel weer in het voordeel van Nederland, dat tenslotte met 72.5 punt won tegen Belgie 56.5 punt. Het bestuur van den Kon. Ned. Voetbalbond heeft aan wien hij zijn vertrouwen kon schenken, en de zoogenaamde kameraden, die hem genegen waren, schenen wel uiterlijk zijn vrienden te zijn, maar geen enkele was er bij, dien hij als een waren vriend kon beschouwen. Veelal vatten zij het leven even luchtig als licht op. Hij leefde geheel afgezonderd, zocht alleen zijn vreugde in de herinnering aan het verblijf inde pastorie, en verkeerde dan in den geest met den predikant en Hedwig. Hij hield van Hedwig, doch zonder hartstocht, zonder diepe innigheid, het was eene genegenheid van broeder en zuster of van vriend en vriendin. Een stukje erfdeel zijns vaders, hartstochtelijke uitingen waren hem vreemd, inner lijke verlangens of begeerten eveneens. Wellicht sluimerde dez eeigenschappen nog in hem, maar zij waren nog niet tot uiting gekomen, hoewel, on bewust, deze leegte blijkbaar toch een geest van onvoldaanheid in hem deed ontwaken. Hij miste de kracht en bezieling geenszins, maar het ontbras hem aan een doel. Daar trof hem het bericht van het overlijden van zijn grootvader, den Overste v. Sambouw. De oude heer aan wien hij zooveel te danken had, had hem in zijn testament tot zijn eenigen erfgenaam van het tamelijk groot vermogen gemaakt. Horst had nooit aan geld geehangen en toch had hij 't nu kun nen uitjubelen, nu hij in het bezit van een tamelijk groot vermogen was gekomen. Thans was hij vrij en onafhankelijk, thans kon hij het beroep, dat hem zoo weinig bevrediging schonk, verlaten en geheel raar zijn verlangen leven. Reeds schilderde zijn fan tasie hem allerlei lievelingsstudiën voor, nog droom de hij van toekomstplannen, die hem bevrediging zouden schenken, toen hij van zijn superieuren do me de deeling ontving, dat hij als geleider van een der prinsen van het vorstelijk huis voor een lange reis was uitverkoren. Horst zou wellicht voor deze eer hebben bedankt, om geheel vrij te zijn, waarnaar hij zoo had ver langd, maar na ernstinge overweging, meende hij, meende hij, met het oog op de schitterende voor uitzichten. zich hieraan niet te mogen onttrekken; hij zou niet alleen andere landen leeren kennen, maar de mogelijkheid hierdoor hoogere rangen te zullen verwerven, was zeker niet uitgesloten. Zijn tegenwoordig beroep bleef toch in elk geval nog voor hem over. Gaarne had hij Hedwig of haar Ik hel de Vreugden LI Moederschap gekend ...dubbel vreeselijk zou mijn lijden zijn toen mijn baby mij ontnomen werd! Een groote tragedie achter een klein gemengd berichtje - een groote, menschelijke, diep aangrij pende film- CL paramount Qicture -•» t m.r WYNNE GIBSON FRANCES DEE OUDKARSPEL. De eerste kermis aan den Langendijk, die van Noordscharwoude is nauwelijks achter den rug, of de tweede staat alweer voor de deur, nl. die in on ze eigen gemeente. Of wij veel van de kermis zullen moeten en kunnen verwachten is een vraag, waarop niet moei lijk een antwoord valt te geven. De tijdsomstandighe den zijn niet van dien aard, dat er van een kermis vieren kan worden gesproken. Niettegenstaande dit echter zal er toch eenige ont spanning worden genomen, om de dagelijksche zor gen eens te verzetten en een oogenblik in een an dere wereld te vertoeve. En wij veronderstellen dat deze verstrooiing het best kan worden gezocht in de bioscooptent, van de comb. Centraal Biscoop-N.H. Cinema, waar de mooiste en beste geluidsfilms zullen worden gegeven. Den eersten dag van kermis komt men met de zoo zeer geroemde en bekende film „Love me To night" waarin Maurice Chevalier en Jeanette Mac Donald de hoofdrollen, vervullen. Maandag komt men met „Wat het leven verwoest" een aangrijpend levensdrama en iDnsdag met „Een moderne Bruidsschat" een operttefilm. Een programma waarin een lach en een traan el kander afwisselen. maar tevens een programma waarvan genoten kan worden, omdat het films zijn die ïeeds eerder in groote stadstheaters volle zalen hebben getrokken. Wij twijfelen er dan ook niet aan of ook hier zal men deze films weten te waardeeren en te bewon deren. Wij vinden hte niet onaardig om eens een korte levensbeschrijving van de geliefde spelers Chevalier en Jeanette MacDonald te plaatsen. Het eerst die van Maurice: Maurice Chevalier de ster van „Love me Tonight die zich door zijn films en door zijn persoonlijk op treden in Nederland een zelfs bij benadering niet te schatten aantal warme vrienden gemaakt heeft, werd geboren in een van de achterbuurten van Pa rijs: Menilmontant. Als kleine jongen was hij leerling in een fabriek van draadnagels, doch zijn hart ging uit naar de ramantiek van plankenland. Hij maakte zijn debuut vader geraadpleegd, maar de hem daarvoor gegeven tijd v/as eigenlijk te kort, en voorts wist hij, dat men zijn besluit zou billijken. Reeds na weinige dagen meldden de bladen zijn benoeming tot begeleider van den prins en het groote erfdeel, dat hem te beurt was gevallen. Horst had dispensatie gekregen voor zijn verdere dienstvervulling om zich op zijn reis te kunnen voorbereiden. Hij had dezen tijd echter niet verlangd maar het was hem toch hoogst aangenaam hier over te kunnen beschikken. Slechts één gedachte was hem onaangenaam, dat het niet mogelijk zou zijn Hedwig en haar vader voor zijn vertrek nog te spreken en van hen afscheid te nemen. Het was hem trouwens ook niet vergund, waar zijn vader hem het huis had geweigerd. Daar ontving hij een brief van Ebers. Uit den inhoud klonken zulke oprecht gemeende woorden van innige vreugde over het hem te beurt geval len geluk, en zulk een trotsch over de hem ten deel gevallen onderscheiding, dat die vreugde in het gemoed van Horst als een echo naklonk. „Ik moet je zien. nog voordat je je reis ga onder- nemene", schreef Ebers. „Aangezien je niet tot mij kan komen, zal ik naar jou toekomen. Wel overvalt mij een zeker gevoel van onrust, iets onbehaaglijKS bij de gedachte, dat ik mijn huis en mijn dorp ver laat, maar daar wil ik niet over tobben, mijn doel is jou nog vóór je vertrek te spreken. In de krant heb ik gqiezen, dat de reis, die de prins zal onder nemen, ongeveer twee jaar kan duren gedurende welken tijd wij elkander niet zullen zien! Hoe ouder ik word, des te meer dringt de gedachte bij mij naar voren, dat ik elk oogenblik kan worden opgeroepen. En dit zou kunnen gebeuren in den tijd, dat je op reis waart en in verre landen vertoeft. Des te har telijker moet ik je daarom nog vó-r dien tijd de hand drukken en nog eenmaal in de oogen zien. Hedwig kan je niet meer zien. Ik heb haar dit nog niet gezegd, daar ze het nog steeds te vroeg zal ver nemen. Naar de residentie kan en durf ik haar niet meenemen, omdat zij het leven daar niet kent en ik vrees, dat de indrukken, die zij daar van het leven zou ontvangen, een schaduw op haar stil, be scheiden en trvreden levensloop zou werpen. Ik noem haar dikwijls schertsend, mijn stille „heide bloempje" en ik weet, dat zulk een bloem slechts in stille aarde bloeit. Laat de residentiesfeer haar als zanger in een café waar men hem drie francs per" 1,Vond betaalde. Hij was toen dertien jaar. Na lange jaren van bittere ellende maakte hij eindelijk naam toen Mistinguett hem uitkoos als danspart ner in de Folies Bergère. G Gedurende den oorlog werd hij gewond door een granaatscherf en door de Duitschers gevangen genomen. Hij ontsnapte en werd de lieveling van het Fransche publiek In tallooze revues trad hij op met Mistinguette met Yvonne Vallée, tot voor kort zijn vrouw en met Elsie Janis. In 1928 engageerde Jesse L. Jask hem voor Paramount en in Hollywood maakte hij achtereenvolgens „Inncents of Paris", De Liefdesparade Paramount op Parade De Groote Vijver Het Cafétje De Lachende Lui tenant en Een uur met jou JEANETTE MACDONALD. Jeanette MacDonald heeft carrière gemaakt op het operettetooneel, waar zij bekend stond als „het meisje met het rood gou den haar en de zeegroene oogen. Zij werd in Philadelphia geboren doch verhuisde al vroeg met haar ouders naar New York, waar zij muziek studeerde en dansles kreeg. Haar eerste engagement was in een revue van Ned Wayburn. Zij maakte al spoedig carrière, en speelde een hoofd rol na de andere. In 1929 engageerde Lubitsch haar voor Paramount en gaf haar de hoofdrol in De Liefdesparade Sinds dien tijd speelde zij in The Vagebond King Monte Carlo en Eén uur met jou. Wij willen hier den korten inhoud van Love me Tonight laten volgen: Maurice Courtelin is de beste kleermaker van heel Frankrijk, maar aangezien niemand het weet brengt zijn vakkennis hem weinig op. Hij is dan ook dplblij" als op een goeden dag de graaf de Varèze zijn winkel binnenstapt en hem een order geeft voor zestien costuums. De graaf staat bekend als de best gekleede man van Frnakrijk, en Maurice is overtuigd dat zijn bescherming hem rijk en beroemd zal maken. De graaf moet op een anderen minder goeden dag plotseling vluchten uit het boudoir van een van zijn dameskennissen, als hij gestoord wordt door de thuis komst van een vertoornd echtgenoot. Hij is slechts schamel gekleed in onderbroek en hooge hoed en ijlt naar Maurice's winkel om zijn costuum te ha len. Als Maurice hem verlegen vraagt wanneer hu geld zal krijgen zegt de graaf met een luchthartig gezicht dat dat wel in orde komt en wil Maurice intusschen zoo goed zijn hem honderd francs te leenen? Hij zal het wel terug krijgen van zijn oom den Hertog. Maurice is echter achterdochtig geworden en in formeert eens naar het crediet van den graaf. Het blijkt hem dat de graaf behalve als de best geklee de man van Frankrijk, ook nog een reputatie heeft op te houden als de slechtste betaler, en het ziet er naar uit of Maurice moeite zal hebben zijn duit jes uitbetaald te krijgen. Hij is woedend en gaat on middellijk op weg naar het kasteel van den Hertog vastbesloten om niet zonder geld te vertrekken. Onderweg ontmoet hij een allercharmantste jon gedame, die weliswaar koel blijft onder zijn avances doch hem toch niet uit de gedachten wil. Als hij in het kasteel aankomt, ontdekt hij dat zij de prinses Jeanette is, een nichtje van den graaf. De graaf is erg geschrokken van Maurices plot selinge verschijning en stelt hem aan het gezelschap voor als een baron, omdat de hertog hem anders on verwijld de deur uit zou smijten. In deze gedaante neemt Maurice het geheele gezelschap voor zich in en niet in het minst drie oude tantes die over het heil van de prinses moeten waken. Doch de prinses is niet zoo gemakkelijk te winnen, al blijkt ook na een paar dagen dat zij even verliefd op hem is als hij op haar. Dan ontstaat er een minder aangename situatie voor den kleermaker. Hij wordt op heeterdaad be trapt als hij Jeanette omhelst en voor vrouwen verleider uitgekreten. Om zijn goeden naam en aen harte te beschermen, verzint hij een uitvlucht dat hii juist bezig was haar een nieuw costuum aan te passen Als de familie zich niet laat overtuigen, vraagt hij twee uren om het costuum te voltooien. Maurice maakt het costuum tot ieders tevreden heid in orde, doch daarmede gooit hij olie op het vuur. Immers nu blijkt zijn ware identiteit en ieder een is gechoqueerd over het feit dat een doodgewone kleermaker het gewaagd heeft verliefd te zijn op "Met een gebroken hart stapt Maurice in den trein naar Parijs Maar als hij na een oogenblik uit het raampje kijkt ziet hij Jeanette te paard achter den trein aanrennen, en roept hem toe uit den wagon te springen. Hij weigert. Zij smekt en bidt, maar Maurice weet van geen toegeven. Met een uiterste inspanning weet zij den trein voor te komen en blijft midden op de rails staan. De machinist moet wel stoppen en Jeannette sleept Maurice uit den trein. „Je blijft bij mij." comman deert zij. De machinist haalt lachend zijn schouders op. „C'est l'amour" zegt hij. vreemd blijven!" Horst las den brief nog eens over. Het deed hem zooveel genoegen, dat zijn vaderlijke vriend zich zoo hartelijk verheugde in zijn- geluk, maar daarbij deed het hem zoo innig leed, dat hij de vriendin van zijn jeugd, zijn speelmakkertje, vóór zijn vertrek niet meer zou zien. Hij hield den brief van den predikant in zijn hand en zijn oogen zagen nog eens naar de woorden: „ik noem haar zoo dikwijls mijn „heidebloempje". Ja, Hedwig gelijkt een bloem, die midden in de wijde, stille heide eenzaam bloeit. Haar donkere bruine oogen hebben een blik, alsof zij steeds iets willen vragen. Haar kinderlijk ver trouwen, haar somtijds op den voorgrond tredende naïviteit had hem steeds in hooge mate aangetrok ken. Hij geloofde haar lief te hebben, maar dit gevoel van toegenegenheid was zonder innigen gloed. Hij had met Hedwig uren lang in het prieel kunnen zitten en hare hand in de zijne houden, zonder in hem een ander gevoel dan vriendschap te hebben opgewekt. Hij zou haar verteld kunnen hebben van zijn leven en verwachtingen, hij zou haar alles, alles op de meest vertrouwelijke wijze hebben kun nen mededeelen. zonder haar naar zich toe te trek ken, zijn arm om haar heen te leggen of haar hoofd tegen hem aan te vlijen. Terwijl hij Ebers' brief brief nog in de hand hield, werd er aan de deur geklopt; eenigszins ontstemd over deze storing, riep hij: „Binnen!" „Ah! Warberg!" riep Horst opspringend terwijl hij den binnentredende tegemoet ijlde. „Ik kom je zeker ongelegen," sprak dr. Leo War berg, Horst's eenige vriend. ,Neen, neen!" antwoordde Horst eenigszins ver strooid. „Sinds dagen heb ik er naar verlangd je te zien en te spreken." „En toch klonk het „binnen" eenigszins stug! Ik heb uit deze paar woorden onmiddellijk de stem ming geraden." „Kon ik dan weten, dat jij het waart?" „Je hebt gelijk," gaf Warberg ten antwoord, die nauwelijks eenige jaren ouder was dan Horst. „Maar in de eerste plaats mijn hartelijke gelukwensch! Een rijke erfenis en begeleider vand en prins wat kan je hart nog meer verlangen?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 4