Buitenlandsch Overzicht Langs Dwaalwegen Uit den Omtrek DE ONLUSTEN OP CUBA. DE VLIEG TOCHT VAN BALBO EN DE DUITSCHE LUCHTVAARTBEGEERTEN. DE TOE STAND IN IERLAND. Machado heeft op Cuba het veld moeten ruimen voor twee sterke tegenstanders, nl. in de eerste plaats voor dn Amerikaanschen geldschieter, die eenigszins bevreesd geraakte voor zijn Cubaansche beleggingen, zoolang dit land nog beheerd werd door Machado, en in de tweede plaats voor de ontevre denheid van het volk, dat door de crisis geteisterd en door het tyrannieke bewind van Machado tot wan hoop gedreven werd. In een onzer vorige buiten- landsche overzichten hebben wij reeds een korte be spreking gegeven van de ontwikkeling van den toe stand op dat eiland tot op heden. Hieraan kan thans het volgende worden toegevoegd. Terwijl eens deels dit slechts een product voortbrengend eiland zwaar onder de crisis te lijden heeft, heeft president Machado er zich aan bezondigd om de toch reeds labiele staatskassen nog den last op te leggen van zeer groote buitenlandsche leeningen ten behoeve van het aanleggen en het uitbreiden van het wegen net. Aan den anderen kant heeft hij hiermede voor het land een doeltreffend werk gedaan, aangezien hierdoor het toeristenbezoek uit Amerika ten zeer ste gestimuleerd is en hiermede dus een tweede bron van inkomsten werd aangeboord. Intusschen is Machado hierbij met een energie te werk gegaan die op zijn onderdanen dezelfde uitwerking heeft gehad als de drukkende tyrannie. Hierdoor en door de crisis die de Amerikaansche geldbelegger angstig maakte voor de veiligheid van zijn leeningen, is Machado verslagen. Maar het wegennet is er. Balbo is er in geslaagd zijn grootsche plannen met slechts relatief resultaat en dan nog zeer ge ringe tegenspoed te volbrengen. Over de waarde voor de gewone luchtvaart van dezen tocht willen en kunnen wij hier niet uitweiden. Een tweede ele ment van deze tocht moet hier echter gememoreerd worden, het militaire. Dat de mogelijkheid om met een zoo groot eskader over zoo enorme afstanden met een zoo groote mate van veiligheid tochten te ondernemen, heeft natuurlijk in tal van landen on gerustheid gewekt met betrekking tot de veilgiheid des lands in uren van gevaar. Zoo gaan er geruchten dat Engeland, bij een eventueele mislukking van Geneve 100 nieuwe militaire vliegtuigen zou wil len bouwen. In Frankrijk wordt ook met kracht gewerkt aan een sterk vliegcorps. Maar waar deze uitwerkingen wel het hevigst zijn, dat is in Duitsch- land dat volgens het verdrag van Versailles geen militaire luchtvaart mag hebben en dat zich thaus in duizend bochten wringt om hieraan te ont- komen. De sportvliegkunst wordt in Duitschland aan gemoedigd op een wijze als nergens ter wereld. Er I worden luchtvaarttentoonstellingen gehouden er i wordt den volke dag voor dag opnieuw ingeblazen j hoe gevaarlijk het is, dat Duitschland zich niet tegen een luchtoverval zou kunnen verdedigen. Met alle kracht van propaganda en reclame wordt I er aan gewerkt om op het moment, waarop Duitsch land openlijk de kans krijgt een eigen luchtmacht i te vormen, volkomen gereed te zijn en de beschik- king te hebben over menschenmateriaal, dat vol komen is ingewerkt in- alle geheimen van het vak. Met de tegenwoordige uitrusting der industrieën is het dan een kleinigheid om binnen heel korten tijd ook de toestellen te hebben. Een prettig voor uitzicht voor Europa. Wat Ierland betreft, de toestand is hier in volle ontwikkeling. De Valera schijnt zich krachtig te weer te willen stellen tegen het oprukkend fascis tisch gevaar, de blauwhemden onder O'Duffy. We hebben dezer dagen nog slechts het voorspel van den strijd gezien en het valt te vreezen, dat Ierland i nog van menige beroering het tooneel zal zijn in j de naaste toekomst. Immers de soepelheid en ge- makkelijkheid waarmede O'Duffy zijn opmarsch j dezer dager, heeft afgelascht, wil nog niet zeggen, dat hij zich de zwakkere van de twee voelt. Mis- I schien zelfs het tegendeel. O'Duffy heeft zijn kruit nog niet verschoten en de Valera verliest inderdaad aan invloed. Het zal merkwaardig zijn de ontwik- keling van dezen strijd te volgen. Dat de uitslag, welke deze ook zijn zal van groot belang zal zijn voer de verhouding tusschen Engeland en Ierland, 1 dit behoeft wel geen betoog. En het verwondert ons dan ook met, dat de belangstelling in Engeland 1 voor Ierland titans weer veel grooter is dan eenigen tijd geleden. FEUILLETON „Mijn hart heeft daar absoluut niets mede te maken", antwoordde Horst lachend, terwijl hij de hand van zijn vriend in de zijne hield. „Stellig, mijn vriend, absoluut zeker! Dan bedrieg je jezelf," antwoordde de jonge arts schertsend. „Wanneer mij een zoo prachtig erfdeel te beurt was gevallen, dan zou mijn hart wel degelijk ge klopt hebben van ontroering. Het is doodeenvoudig belachelijk te denken, dat je hart er koud onder zou blijven, neen, neen, geld heeft wel degelijk daar op een machtigen invloed. Ik heb mij steeds onaan genaam gestemd gevoeld als ik over geen geld had te beschikken en dat is maar al te veel voorgeko men." „Geloof je werkelijk, dat het geluk afhankelijk is van het geld?" „Neen, maar toch ben ik van meening, dat tot het geluk ook geld behoort en dit wil ik je niet alleen uit een philosophisch oogpunt maar ook ma thematisch bewijzen, zonder daarbij duizend en één voorbeelden aan te halen!" „En toch geef je zelf daarvan het voorbeeld niet, weerspreek je je zelf," antwoordde Horst. ,.Ik weet, dat het lot je nog niet met aardsche goederen heeft toebedeeld en toch heb ik je meermalen om je opgewektheid en vroolijken aard beneid." „Halt, beste vriend!" zoo viel de jonge arts in, „je verwissel tweeërlei. Wanneer iemand met een aangeboren humor zich over zijn misdeeld lot weet heen te zetten, dan laat zich dat wel aardig aan zien, maar toch heeft het zijn schaduwzijde." „Nu, voel je je ongelukkig?" „Je vraag is niet zuiver gesteld. Wanneer je mij vraag, of ik mij gelukkig gevoel, zoo zou ik ant woorden, dat ik daartoe op het oogenblik nog geen enkele reden heb. Zie, ik ben hier in de residentie nu twee jaren een goed practiseerend arts en mijn gezondheid is door mijn beroep nog op geen enkele wijze benadeeld, in tegendeel. Mijn nachtrust wordt Sint Panera?*. De winkeliers- en vakvereeniging „Ons Aller Belang''' vergaderde Woensdag 16 Augustus in het cafe van den heer Ottink, onder leiding van 'den heer Admiraal. Het doel dezer vergadering was om te komen tot een oplossing voor het crediet verstrekken der neringdoenden aan de afnemers wat in hoofdzaak geweten moet worden aan de tijdsomstandighe den en niet meer aan hun verplichtingen kunlnen voldoen. Dat neemt thans echter zulk een om- vang aan, dat de neringdoenden niet meer in staat zijn om door te gaan met het op crediet! leveren. Toen de crisis is begonnen, werd reeds door alle leden der vereeniging geleverd op ere- j diet, met de gedachte dat dit wellicht gauw terug zou komen. iSlechte jaren hebben zich af- 1 gewisseld met betere ,en dan werd de oude i schuld weer afbetaald. Doch thans is het groot ste percentage van de afnemers aangewezen op steun. De goeden zijn thans geen goeden meer/ 1 en de reserve der winkeliers, bakkers enz. raken ook uitgeput. Wij moeten strijden zegt voorz. 1 om het hoofd boven water te houden, om onze zaken rendabel te doen blijven. Indien we zoo doorgaan zal spoedig blijken dat de een na .den ander gedwongen is, om uit te scheiden met crediet verstrekken. Het is voor de afnemers een harde slag, als zij, die altijd als goeie klan- ten bekend hebben gestaan, moeten hooren „we leveren aan niemand meer dan contant. Doch j noodgedwongen zal er iets moeten gebeuren. Een oplossing in deze chaos moet worden gezocht i Thans zijn de neringdoenden de philantropen j der gemeente. Er moet een weg worden- gezocht om tot een anderen gang van zaken te komen. Hun brood is ook ons brood, Hun welvaart is onze welvaart, Doch hun armoe is ook onze armoe. Als er een opleving komt zullen de tuinders nog tal van jaren gebukt gaan onder de oude schuldenlasten. Door onze vereeniging is reeds veel goed werk verricht, bv. het incassobureau werkt uitste kend, dus om gezamenlijk op te trekken, om iets te bereiken zal wellicht iets worden gevonden. Het besluit om dit echter ineens door te voeren is van zoo ingrijpenden aard, dat het bestuur het oordeel van de vergadering vrdagt. De bedoeling is dan om bv. week- en maand- klanten als contant te beschouwen. De heer Beerse zegt dat het dan alreeds begint Als het week- of maandbriefje wordt aangebor den en er kan niet worden voldaan, dan zouiienr die menschen reeds wanbetalers zijn. De heer Keizer ziet het zoo in, dat als het krap wordt doorgevoerd, en niet meer door de leden aan wanbetalers wordt geleverd, zij met de centen naar de stad gaan. De voorzitter geeft toe dat de moraliteit der mensehen zakt, en zijn er sommigen, die mis bruik maken van den slechten tijd. Om thans echter een besluit van zoo ingrijpenden aard te aard te nemen acht spreker niet gewenscht, om dat slechts 17 van de 70 leden aanwezig zijn. De heer .Bruin stelt voor om een bespreking te houden met de gemeentebesturen van Sint Panrcas en Oudorp en ook de armbesturen en tuinbouworganisaties. Dit wordt na breedvoe-. rige discussies door de geheele vergadering een parig besloten. .Rondvraag. j De heer Molenaar meent dat ieder zijn eigen weg moet gaan. Ieder geval moet op zich zelf worden beschouwd. Als een besluit woandt ge nomen moet het ook worden uitgevoerd efa dit dit zal wel wat te wenschen overlaten. Op voorstel van den heer De Pee zal getracht worden om een Sint Nioolaasattractie in het le ven te roepen In de commissie van onderzoek zelden, zelfs zeer zelden gestoord en op den dag heb ik tijd genoeg voor een gezonde wandeling. De pa tiënten, die ik niet bezit, veroorloven mij dit. Ik ben niet bescheiden genoeg mij minder kennis toe te kennen dan velen mijner collega's, die in een fijne equipage hun patiënten bezoeken; ika heb kort geleden een arme fabrieksarbeider het leven gered, waarvoor de man hoogst dankbaar is, zijn vrouw ook. Ik ben overtuigd, zij zouden mij vorste lijk hebben beloond, wanneer zij rijk waren, doch alleen omdat zij arme duivels zijn, heb ik niet alleen niets ontvangen, maar nog bovendien mijn laatste geld geschonken, waarvoor zij eenige versterkende middelen konden koopen. Van een geredde fabrieks arbeider spreekt natuurlijk geen mensch." „En wekt een dergelijke daad niet een tevreden, gelukkig gevoel bij je op?" vroeg Horst. Warberg streek met de hand door het donkere haar. „Ik heb er geen berouw over. maar of ik mij nu zoo gelukkig daarbij gevoelde, in dat opzicht ben ik tamelijk gereserveerd. Die daad heeft eigenlijk bij mij een overtuiging doen ontwaken, dat ik er toch eigenlijk niet toe verplicht ben, mij voor ande ren op te offeren, en aangezien ik blijkbaar hier nog op een loonende praktijk zal moeten wachten, zoo heb ik besloten, de ondankbare residentie den rug toe te keeren en in een kleinere stad mijn geluk als arts te beproeven. Een kleine stad heeft nu juist voor mij wel geen bekoring, de menschen zijn mij 'niet sympathiek genoeg, maar als ver standig denkend mensch zou ik toch mijn best doen hen in het leven zien te behouden." ,.Je wilt dus hier vandaan?" „Ja, men beoordeelt hier de doktoren niet naar hun kennis en wetenschap maar naar hunne equi pages en aangezien ik die niet bezit, zal ik geen praktijd krijgen." „Leo. ik ben vermogend, ik wil je er een aan schaffen," riep Horst. „Ik dank je", antwoordde Warberg. „Ik ben een eigenzinnig mensch en heb mij in het hoofd gezet, dan alleen in een equipage te rijden, wanneer ik mij zelf die heb kunnen aanschaffen." „Wil je dan de toegestoken hand van een vriend terugwijzen?" vroeg Horst op eenigszins verwijten den toon. „Neen, nimmer zal ik de hand der vriendschaap worden benoemd de hoeren de Pee, Moidder en Admiraal. De heer Wit vraagt naar de zwarte lijst* Het is reeds lang geleden dat de zwarte lijst is geplaatst. Door den secretaris wordt medege deeld dat de volgenidle week reeds geplaatst wordt. Door een misverstand is het een week opgeschort, anders had het reeds deze week ge plaatst geweest. Na nog eenige besprekingen van huishoude- lijken aard sloot de voorzitter de vergadering, een ieder opwekkende om als propagandist op te treden om de vergadering welke zal volgen op de besprekingen met de gemeentebesturen: en andere corporaties bij te wonen. Nieuwstijdingen Geheimzinnig drama te Nieuwkoop. Jongeman neergeschoten. Was de veldwachter de dalder? Een zekere van der Weijden die Dinsdag te Nieuwkoop met een roeiboot op de uitgestrekte ken te lichten vond men badend in zijn bloed plassen was gaan varen, vermoedelijk om fui- aehterover in zijn vaartuigje liggen, door een schot hagel afgrijselijk verwond. Zijn veertien jarige broeder die in een ander bootje in de na bijheid was roeide hevig verschrikt in de rich ting van zijn huis. Hij had circa vijftig meter gevaren toen hij den 60.jarigen gepensionnee rd majoor van de Rijksveldwaeht J. B. Tijsterman bemerkte die op de achterbank van zijn boot een dubbelloopsjachtgeweer had liggen. Volgens den 14-jarigen jongen moet hij hebben opge: merkt „dan moet hij maar van mijn fuiken af blijven, het geweer lag voor hem klaar." Men acht het ten huize vau den gewonde niet onmogelijk dat de majoor erop uit is getrokken om van der Weijden dien hij verdacht van stroo pen eens een lesje te gevein. Een andere lezing is van het voorgevallene naar men mededeelde, de volgendeTijsterman zou een geweer tusschen het riet hebben neergei, legd op een kruishout, waarna hij de trekker door middel van een touw met zijn fuik ver bond. De roeiboot van van der Weijden zou dan tegen het touw zijn opgevaren, tengevolge waar van het schot afging en de hagel den jongeman zoo noodlottig trof. De officier van Justitie en de rechtercommisi- saris uit Leiden zijn ter plaatse aangekomen om een uitgebreid onderzoek in te stellen. Tijster man is aanvankelijk, verdacht van het veroorza- •ken van dood door schuld gear,resteend doch het parket achtte geen termen aanwezig om hem in verzekerde bewaring te houden. Hij is dan ook later op vrije voeten gesteld. De toestand van den gewonde is zorgwekkend Zeker zal hij een oog, waarschijnlijk beide moe ten missen. j De Tel. verneemt nog nader dat de gewonJde met stelligheid verklaard zou hebben, dat de oudmajoor van de rijksveldwaeht een schot recht streeks op hem gelost zou hebben'.' Zelfmoord. Dinsdagavond omstreeks tien uur kwam de heer D. per motor aangereden te Veessen. Voor de woning van zijn schoonouders, bij wie ook zijn wouw en twee kinderen thans verblijf hiel den, schoot de man zich, terwijl hij nog op zijn motorrijwiel zat, in de hartstreek. Even later zakte hij in elkaar. Nadat hem geneeskundige hulp was verleend, werd de getroffene per zie kenauto naar het rk. ziekenhuis te Ziwolle over van ]e terugstooten", antwoordde de jonge arts, Horst's rechterhand vattende, „ik wil van jou alleen geen geld aannemen.' „Ook niet leenen?" „Ook dat niet, want ik houd niet van schulden. Laat dat, laat dat, mijn vriend! Je goede wil is mij reeds genoeg. Het besluit staat vast, dat ik van hier ga en ik heb mij reeds met die gedachte ver zoend. Maar, laten wij thans eens over jou spreken. Ik verheug mé van harte over je geluk. Je zult andere landen zien, en wanneer je op die reis wel licht voor je zelf onaangenaamheden zult ondervin den, dan ligt er toch ongetwijfeld een toekomst voor je in, omdat de begeleiding van den prins je ook latere gunsten belooft. Hoe hoog ik ook je ken nis schat, meer dan deze is de gunst en de protectie, die je van hooger af zult ontvangen." „Ik moet je in vele gevallen gelijk geven, maar toch heb ik nog getwijfeld of ik die hooge onder scheiding zou aannemen. Nooit heb ik er zoo naar verlangd met jou te spreken, als in deze dagen. Ik moest echter snel besluiten en ik heb niemand meer, wien ik.om raad kan vragen. Mijn vader heeft mij verstooten." „Je hadt ook zonder mij een goed besluit geno men." „Misschien, ik weet het zelf niet," merkte Horst op. „Ik heb dikwijls verlangd te reizen en door de erfenis van mijn grootvader ben ik daartoe nu in staat gesteld en alle zorgen van mij af te werpen; ik had dezelfde reis als een onafhankelijk man en eigen kosten kunnen ondernemen." „Ik begrijp, dat deze gedachte iets aanlokkelijks voor je had," antwoordde de jonge arts ernstig, en toch zou ik je hebben geraden te doen, waartoe je thans hebt besloten. Je bent nog jong, je inzichten veranderen wellicht nog en je hadt geen besluit mogen nemen, dat je gansche leven aan banden had geleged. Ik ben van meening. dat je blik gedu rende je reis zal verruimen; zou het na je terug keer nog je wensch zijn je beroep op te geven, dan kan dat altijd nog; om deze reis wordt je door allen beneid en dat is denkbaar. Ik zou je dit ook gezegd hebben, wanneer ik je eerder over je ont slag uit den militairen dienst had gesproken." Horst reikte zijn vriend de hand. „Ik wil je nog wat toevertrouwen," zoo ging War berg verder. „Je weet, door welke motieven ik bij gebracht. Naar 'het Hbld. verneemt is zijn toe- *stasd zeer zorgwekkend. Man en vrouw leefden sedert geruimen tijd niet meer samen. Een droevige geschiedenis. Te Amsterdam is een 71-jarige (vrouw gear resteerd die ervan verdacht wordt ,haar 63-jari- gen echtgenoot met wien zij al veertig jaren ge trouwd was, te hebben willen vergiftigen. Het harmonieerde niet erg in dit gezin, waar bij onderlinge verwijten werden geuit, omtrent misbruik van sterken drank, tekort ,aan geld voor het huishouden enz. enz. Toen de man des avonds thuis kwam, proef de hij van zijn gewone avonddrankje melk en water dat in zijn slaapkamer gereed stond, iets vreemds en branderigs. Hij goot de in hoed in -een fleschje en begaf zich terstond naar het politie bureau. Aan den brigadier verzocht hij den in houd te willen doen onderzoeken. Weer huis waarts keerende, werd hij op straat onwel waar Rij een braking plaats vond. Hierna gevoelde hij zich wat beter. Thuis gekomen bleek dat de vrouw onwel was Inmiddels was het politie-on- derzoek al aan den gang. Bij een huiszoeking werd een fleschje vloeistof dat gebruikt wordt om te transpireeren, vau voeten te gaan, gevon den. Er ontbrak vrij veel aan den inhoud. Spoe dig kwam uit dat de vrouw getracht had haar man ep vervolgens zichzelf van het leven te be- rooveai en op de gedachte gekomen was, het pre paraat dat in elke drogisterij te krijgen is, te misbruiken. Schadelijke gevolgen heeft het ge lukkig niet gehad. De politie zag zich genood zaakt de 71-jarige vrouw in arrest te nemen. Zij werd naar het bureau overgebracht en is ter beschikking van de justitie gesteld. Pogingen van haar echtgenoot en haar oudsten zoon om haar terstond op vrije voeten te krijgen misluk ten. Het oudje wfes zeer overstuur en 'had bij voorbaat te kennen gegeven in den Amstel te zullen springen als zij losgelaten werd. Echtelijk drama te Rotterdam. Mam schiet zijn vrouw neer. To Rotterdam heeft een 25-jarig chauffeur zijn 20-jarige vrouw die hem verlaten had, en in een pension op den Schiedamschen Singel woonde, neergeschoten zichzelf daarna bij de politie aangegeven. De N.R.Crt. verneemt om- 'trent dit huiselijk drama nog de volgende bij zonderheden 'li De ongeveer 25.jarige Franciscus W. was se dert 1930 met de 20-jarige A. A. Bi. gehuwd. De man was chauffeur van beroep maar sedert ©enigen tijd werkzaam op de mijn Maurits te Lutterade als bovengrondsche arbeider. Al ge- ruimen tijd woonden zij gezamenlijk met zijn ouders te Maastricht aan den Brusselscheweg 138. Reeds vroeger had de vrouw te kennen gegeven dat zij met iWj. niet alleen door het leven wenschte te gaan. Een viertal weken ge leden heeft zij de echterlijke woning met haar tweejarig kind verlaten en zij woonde sedert dien "tijd in Rotterdam. Twee weken geleden 'heeft de man het kind echter teruggehaald. Na haar vertrek zond de man zijnvrouw nog ge regeld geld, ook werd er nog briefwisseling gehouden, maar aan zijn dringend verzoek bij hem terug te keeren gaf de vrouw, ook bij haar laatste bezoek aan Maastricht, een achttal da- gein geleden geen gehoor. Zij is toen weer ver trokken. Hedenmorgen heeft de man haar in haar pension aan den Schiedamschen Singel nog maals zijn verzoek herhaald en op haar halsstar rige weigering haar, gelijk gemeld, doodgescho ten. Door middel van de politie te Rotterdam heeft hij zijn moeder laten mededeelen, dat hij Laar wenschte te spreken. De man stond als een oppsasend werkman en huisvader bekend. mijn studie werd geleid. Geheel mijn streven was er op gericht, de academie te bezoeken, weten schap te verkrijgen en wanneer mijn aanleg en mijn ijver mij daarin steunden, zoo hoopte ik, dat ik mijn wetenschap en kennis ook zou kunnen benutten. De gedachte arts te worden had iets benauwends voor mij. Door den dood van mijn vader, die mij geen vermogen naliet en door de verplichting, voor mijn moeder, die voor mijn studie alles had geofferd, te zorgen, was ik bijna verplicht arts te worden. Ik heb echter met dit beroep nog weinig geluk gehad, alleen dit heb ik er mede bereikt, dat ik mij vol komen er mede heb verzoend en mijn beroep mij alle bevrediging geeft. Ik hoop, dat het ook jou zoo moge gaan. Wanneer zal de reis aanvangen?" „Waarschijnlijk zeer spoedig, de dag is nog niet vastgesteld." „En zij zal zoo ongeveer twee jaar duren?" „Wellicht nog langer." „Zal je nog van je vader afscheid nemen?" „Ik zal hem schrijven." „Niet persoonlijk? Zooals ik je heb leeren kennen, zal je dunkt mij kalmer zijn, wanneer je je met hem hebt verzoend." „Zal mijn vader eene verzoening aangenaam zijn?" vroeg Horst. „Ik kan het bijna niet gelooven, en wanneer hij mijn hand terugstiet, zoo zou het mij nog smartelijker zijn. Ik heb hem nooit aanleiding gegeven vertoornd op mij te zijn, en toch is hij het." „Zoo schrijf hem dan in den meest verzoenlijken geest, het zal je rustiger stemmen." „Ik zal het doen," verzekerde Horst. Warberg greep naar zijn hoed op heen te gaan. „Zullen wij nog niet een avond met elkander door brengen?" vroeg Horst. „Met genoegen gaarne! Gebrek aan tijd daar voor heb ik niet." „Heden avond?" „Goed. Wij ontmoeten elkander zooals vroeger, in het wijnhuis, in denzelfden hoek, waar wij zoo dik wijls hebben gezeten. Het is toch wel goed, dat ik h'er vandaan ga, want daar alleen te zitten zou mij hoogst onaangenaam zijn. Wat hebben wij daar een vroolijke avonden doorgebracht. Nu, tot heden avond!" De vrienden namen afscheid van elkander. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 4