Buitenlandsch
Overzicht
Langs Dwaalwegen
Uit den Omtrek
DE ONLUSTEN OP CUBA. DE VLIEG
TOCHT VAN BALBO EN DE DUITSCHE
LUCHTVAARTBEGEERTEN. DE TOE
STAND IN IERLAND.
Machado heeft op Cuba het veld moeten ruimen
voor twee sterke tegenstanders, nl. in de eerste
plaats voor dn Amerikaanschen geldschieter, die
eenigszins bevreesd geraakte voor zijn Cubaansche
beleggingen, zoolang dit land nog beheerd werd door
Machado, en in de tweede plaats voor de ontevre
denheid van het volk, dat door de crisis geteisterd en
door het tyrannieke bewind van Machado tot wan
hoop gedreven werd. In een onzer vorige buiten-
landsche overzichten hebben wij reeds een korte be
spreking gegeven van de ontwikkeling van den toe
stand op dat eiland tot op heden. Hieraan kan
thans het volgende worden toegevoegd. Terwijl eens
deels dit slechts een product voortbrengend eiland
zwaar onder de crisis te lijden heeft, heeft president
Machado er zich aan bezondigd om de toch reeds
labiele staatskassen nog den last op te leggen van
zeer groote buitenlandsche leeningen ten behoeve
van het aanleggen en het uitbreiden van het wegen
net. Aan den anderen kant heeft hij hiermede voor
het land een doeltreffend werk gedaan, aangezien
hierdoor het toeristenbezoek uit Amerika ten zeer
ste gestimuleerd is en hiermede dus een tweede bron
van inkomsten werd aangeboord. Intusschen is
Machado hierbij met een energie te werk gegaan
die op zijn onderdanen dezelfde uitwerking heeft
gehad als de drukkende tyrannie. Hierdoor en door
de crisis die de Amerikaansche geldbelegger angstig
maakte voor de veiligheid van zijn leeningen, is
Machado verslagen. Maar het wegennet is er.
Balbo is er in geslaagd zijn grootsche plannen
met slechts relatief resultaat en dan nog zeer ge
ringe tegenspoed te volbrengen. Over de waarde
voor de gewone luchtvaart van dezen tocht willen
en kunnen wij hier niet uitweiden. Een tweede ele
ment van deze tocht moet hier echter gememoreerd
worden, het militaire. Dat de mogelijkheid om met
een zoo groot eskader over zoo enorme afstanden
met een zoo groote mate van veiligheid tochten te
ondernemen, heeft natuurlijk in tal van landen on
gerustheid gewekt met betrekking tot de veilgiheid
des lands in uren van gevaar. Zoo gaan er geruchten
dat Engeland, bij een eventueele mislukking van
Geneve 100 nieuwe militaire vliegtuigen zou wil
len bouwen. In Frankrijk wordt ook met kracht
gewerkt aan een sterk vliegcorps. Maar waar deze
uitwerkingen wel het hevigst zijn, dat is in Duitsch-
land dat volgens het verdrag van Versailles geen
militaire luchtvaart mag hebben en dat zich thaus
in duizend bochten wringt om hieraan te ont-
komen. De sportvliegkunst wordt in Duitschland aan
gemoedigd op een wijze als nergens ter wereld. Er I
worden luchtvaarttentoonstellingen gehouden er i
wordt den volke dag voor dag opnieuw ingeblazen j
hoe gevaarlijk het is, dat Duitschland zich niet
tegen een luchtoverval zou kunnen verdedigen.
Met alle kracht van propaganda en reclame wordt I
er aan gewerkt om op het moment, waarop Duitsch
land openlijk de kans krijgt een eigen luchtmacht i
te vormen, volkomen gereed te zijn en de beschik-
king te hebben over menschenmateriaal, dat vol
komen is ingewerkt in- alle geheimen van het vak.
Met de tegenwoordige uitrusting der industrieën
is het dan een kleinigheid om binnen heel korten
tijd ook de toestellen te hebben. Een prettig voor
uitzicht voor Europa.
Wat Ierland betreft, de toestand is hier in volle
ontwikkeling. De Valera schijnt zich krachtig te
weer te willen stellen tegen het oprukkend fascis
tisch gevaar, de blauwhemden onder O'Duffy. We
hebben dezer dagen nog slechts het voorspel van
den strijd gezien en het valt te vreezen, dat Ierland i
nog van menige beroering het tooneel zal zijn in j
de naaste toekomst. Immers de soepelheid en ge-
makkelijkheid waarmede O'Duffy zijn opmarsch j
dezer dager, heeft afgelascht, wil nog niet zeggen,
dat hij zich de zwakkere van de twee voelt. Mis- I
schien zelfs het tegendeel. O'Duffy heeft zijn kruit
nog niet verschoten en de Valera verliest inderdaad
aan invloed. Het zal merkwaardig zijn de ontwik-
keling van dezen strijd te volgen. Dat de uitslag,
welke deze ook zijn zal van groot belang zal zijn
voer de verhouding tusschen Engeland en Ierland, 1
dit behoeft wel geen betoog. En het verwondert
ons dan ook met, dat de belangstelling in Engeland 1
voor Ierland titans weer veel grooter is dan eenigen
tijd geleden.
FEUILLETON
„Mijn hart heeft daar absoluut niets mede te
maken", antwoordde Horst lachend, terwijl hij de
hand van zijn vriend in de zijne hield.
„Stellig, mijn vriend, absoluut zeker! Dan bedrieg
je jezelf," antwoordde de jonge arts schertsend.
„Wanneer mij een zoo prachtig erfdeel te beurt
was gevallen, dan zou mijn hart wel degelijk ge
klopt hebben van ontroering. Het is doodeenvoudig
belachelijk te denken, dat je hart er koud onder
zou blijven, neen, neen, geld heeft wel degelijk daar
op een machtigen invloed. Ik heb mij steeds onaan
genaam gestemd gevoeld als ik over geen geld had
te beschikken en dat is maar al te veel voorgeko
men."
„Geloof je werkelijk, dat het geluk afhankelijk is
van het geld?"
„Neen, maar toch ben ik van meening, dat tot
het geluk ook geld behoort en dit wil ik je niet
alleen uit een philosophisch oogpunt maar ook ma
thematisch bewijzen, zonder daarbij duizend en één
voorbeelden aan te halen!"
„En toch geef je zelf daarvan het voorbeeld niet,
weerspreek je je zelf," antwoordde Horst. ,.Ik weet,
dat het lot je nog niet met aardsche goederen heeft
toebedeeld en toch heb ik je meermalen om je
opgewektheid en vroolijken aard beneid."
„Halt, beste vriend!" zoo viel de jonge arts in,
„je verwissel tweeërlei. Wanneer iemand met een
aangeboren humor zich over zijn misdeeld lot weet
heen te zetten, dan laat zich dat wel aardig aan
zien, maar toch heeft het zijn schaduwzijde."
„Nu, voel je je ongelukkig?"
„Je vraag is niet zuiver gesteld. Wanneer je mij
vraag, of ik mij gelukkig gevoel, zoo zou ik ant
woorden, dat ik daartoe op het oogenblik nog geen
enkele reden heb. Zie, ik ben hier in de residentie
nu twee jaren een goed practiseerend arts en mijn
gezondheid is door mijn beroep nog op geen enkele
wijze benadeeld, in tegendeel. Mijn nachtrust wordt
Sint Panera?*.
De winkeliers- en vakvereeniging „Ons Aller
Belang''' vergaderde Woensdag 16 Augustus in
het cafe van den heer Ottink, onder leiding van
'den heer Admiraal.
Het doel dezer vergadering was om te komen
tot een oplossing voor het crediet verstrekken der
neringdoenden aan de afnemers wat in hoofdzaak
geweten moet worden aan de tijdsomstandighe
den en niet meer aan hun verplichtingen kunlnen
voldoen. Dat neemt thans echter zulk een om-
vang aan, dat de neringdoenden niet meer in
staat zijn om door te gaan met het op crediet!
leveren. Toen de crisis is begonnen, werd reeds
door alle leden der vereeniging geleverd op ere- j
diet, met de gedachte dat dit wellicht gauw
terug zou komen. iSlechte jaren hebben zich af- 1
gewisseld met betere ,en dan werd de oude i
schuld weer afbetaald. Doch thans is het groot
ste percentage van de afnemers aangewezen op
steun. De goeden zijn thans geen goeden meer/ 1
en de reserve der winkeliers, bakkers enz. raken
ook uitgeput. Wij moeten strijden zegt voorz. 1
om het hoofd boven water te houden, om onze
zaken rendabel te doen blijven. Indien we zoo
doorgaan zal spoedig blijken dat de een na .den
ander gedwongen is, om uit te scheiden met
crediet verstrekken. Het is voor de afnemers
een harde slag, als zij, die altijd als goeie klan-
ten bekend hebben gestaan, moeten hooren „we
leveren aan niemand meer dan contant. Doch j
noodgedwongen zal er iets moeten gebeuren.
Een oplossing in deze chaos moet worden gezocht i
Thans zijn de neringdoenden de philantropen j
der gemeente. Er moet een weg worden- gezocht
om tot een anderen gang van zaken te komen.
Hun brood is ook ons brood,
Hun welvaart is onze welvaart,
Doch hun armoe is ook onze armoe.
Als er een opleving komt zullen de tuinders
nog tal van jaren gebukt gaan onder de oude
schuldenlasten.
Door onze vereeniging is reeds veel goed werk
verricht, bv. het incassobureau werkt uitste
kend, dus om gezamenlijk op te trekken, om iets
te bereiken zal wellicht iets worden gevonden.
Het besluit om dit echter ineens door te voeren
is van zoo ingrijpenden aard, dat het bestuur het
oordeel van de vergadering vrdagt.
De bedoeling is dan om bv. week- en maand-
klanten als contant te beschouwen.
De heer Beerse zegt dat het dan alreeds begint
Als het week- of maandbriefje wordt aangebor
den en er kan niet worden voldaan, dan zouiienr
die menschen reeds wanbetalers zijn.
De heer Keizer ziet het zoo in, dat als het
krap wordt doorgevoerd, en niet meer door de
leden aan wanbetalers wordt geleverd, zij met
de centen naar de stad gaan.
De voorzitter geeft toe dat de moraliteit der
mensehen zakt, en zijn er sommigen, die mis
bruik maken van den slechten tijd. Om thans
echter een besluit van zoo ingrijpenden aard te
aard te nemen acht spreker niet gewenscht, om
dat slechts 17 van de 70 leden aanwezig zijn.
De heer .Bruin stelt voor om een bespreking
te houden met de gemeentebesturen van Sint
Panrcas en Oudorp en ook de armbesturen en
tuinbouworganisaties. Dit wordt na breedvoe-.
rige discussies door de geheele vergadering een
parig besloten.
.Rondvraag. j
De heer Molenaar meent dat ieder zijn eigen
weg moet gaan. Ieder geval moet op zich zelf
worden beschouwd. Als een besluit woandt ge
nomen moet het ook worden uitgevoerd efa dit
dit zal wel wat te wenschen overlaten.
Op voorstel van den heer De Pee zal getracht
worden om een Sint Nioolaasattractie in het le
ven te roepen In de commissie van onderzoek
zelden, zelfs zeer zelden gestoord en op den dag heb
ik tijd genoeg voor een gezonde wandeling. De pa
tiënten, die ik niet bezit, veroorloven mij dit. Ik
ben niet bescheiden genoeg mij minder kennis toe
te kennen dan velen mijner collega's, die in een
fijne equipage hun patiënten bezoeken; ika heb
kort geleden een arme fabrieksarbeider het leven
gered, waarvoor de man hoogst dankbaar is, zijn
vrouw ook. Ik ben overtuigd, zij zouden mij vorste
lijk hebben beloond, wanneer zij rijk waren, doch
alleen omdat zij arme duivels zijn, heb ik niet alleen
niets ontvangen, maar nog bovendien mijn laatste
geld geschonken, waarvoor zij eenige versterkende
middelen konden koopen. Van een geredde fabrieks
arbeider spreekt natuurlijk geen mensch."
„En wekt een dergelijke daad niet een tevreden,
gelukkig gevoel bij je op?" vroeg Horst.
Warberg streek met de hand door het donkere
haar.
„Ik heb er geen berouw over. maar of ik mij nu
zoo gelukkig daarbij gevoelde, in dat opzicht ben
ik tamelijk gereserveerd. Die daad heeft eigenlijk
bij mij een overtuiging doen ontwaken, dat ik er
toch eigenlijk niet toe verplicht ben, mij voor ande
ren op te offeren, en aangezien ik blijkbaar hier
nog op een loonende praktijk zal moeten wachten,
zoo heb ik besloten, de ondankbare residentie den
rug toe te keeren en in een kleinere stad mijn
geluk als arts te beproeven. Een kleine stad heeft
nu juist voor mij wel geen bekoring, de menschen
zijn mij 'niet sympathiek genoeg, maar als ver
standig denkend mensch zou ik toch mijn best doen
hen in het leven zien te behouden."
,.Je wilt dus hier vandaan?"
„Ja, men beoordeelt hier de doktoren niet naar
hun kennis en wetenschap maar naar hunne equi
pages en aangezien ik die niet bezit, zal ik geen
praktijd krijgen."
„Leo. ik ben vermogend, ik wil je er een aan
schaffen," riep Horst.
„Ik dank je", antwoordde Warberg. „Ik ben een
eigenzinnig mensch en heb mij in het hoofd gezet,
dan alleen in een equipage te rijden, wanneer ik mij
zelf die heb kunnen aanschaffen."
„Wil je dan de toegestoken hand van een vriend
terugwijzen?" vroeg Horst op eenigszins verwijten
den toon.
„Neen, nimmer zal ik de hand der vriendschaap
worden benoemd de hoeren de Pee, Moidder en
Admiraal.
De heer Wit vraagt naar de zwarte lijst*
Het is reeds lang geleden dat de zwarte lijst is
geplaatst. Door den secretaris wordt medege
deeld dat de volgenidle week reeds geplaatst
wordt. Door een misverstand is het een week
opgeschort, anders had het reeds deze week ge
plaatst geweest.
Na nog eenige besprekingen van huishoude-
lijken aard sloot de voorzitter de vergadering,
een ieder opwekkende om als propagandist op
te treden om de vergadering welke zal volgen
op de besprekingen met de gemeentebesturen:
en andere corporaties bij te wonen.
Nieuwstijdingen
Geheimzinnig drama te Nieuwkoop.
Jongeman neergeschoten.
Was de veldwachter de dalder?
Een zekere van der Weijden die Dinsdag te
Nieuwkoop met een roeiboot op de uitgestrekte
ken te lichten vond men badend in zijn bloed
plassen was gaan varen, vermoedelijk om fui-
aehterover in zijn vaartuigje liggen, door een
schot hagel afgrijselijk verwond. Zijn veertien
jarige broeder die in een ander bootje in de na
bijheid was roeide hevig verschrikt in de rich
ting van zijn huis. Hij had circa vijftig meter
gevaren toen hij den 60.jarigen gepensionnee rd
majoor van de Rijksveldwaeht J. B. Tijsterman
bemerkte die op de achterbank van zijn boot
een dubbelloopsjachtgeweer had liggen. Volgens
den 14-jarigen jongen moet hij hebben opge:
merkt „dan moet hij maar van mijn fuiken af
blijven, het geweer lag voor hem klaar."
Men acht het ten huize vau den gewonde niet
onmogelijk dat de majoor erop uit is getrokken
om van der Weijden dien hij verdacht van stroo
pen eens een lesje te gevein.
Een andere lezing is van het voorgevallene
naar men mededeelde, de volgendeTijsterman
zou een geweer tusschen het riet hebben neergei,
legd op een kruishout, waarna hij de trekker
door middel van een touw met zijn fuik ver
bond. De roeiboot van van der Weijden zou dan
tegen het touw zijn opgevaren, tengevolge waar
van het schot afging en de hagel den jongeman
zoo noodlottig trof.
De officier van Justitie en de rechtercommisi-
saris uit Leiden zijn ter plaatse aangekomen om
een uitgebreid onderzoek in te stellen. Tijster
man is aanvankelijk, verdacht van het veroorza-
•ken van dood door schuld gear,resteend doch het
parket achtte geen termen aanwezig om hem
in verzekerde bewaring te houden. Hij is dan
ook later op vrije voeten gesteld.
De toestand van den gewonde is zorgwekkend
Zeker zal hij een oog, waarschijnlijk beide moe
ten missen. j
De Tel. verneemt nog nader dat de gewonJde
met stelligheid verklaard zou hebben, dat de
oudmajoor van de rijksveldwaeht een schot recht
streeks op hem gelost zou hebben'.'
Zelfmoord.
Dinsdagavond omstreeks tien uur kwam de
heer D. per motor aangereden te Veessen. Voor
de woning van zijn schoonouders, bij wie ook
zijn wouw en twee kinderen thans verblijf hiel
den, schoot de man zich, terwijl hij nog op zijn
motorrijwiel zat, in de hartstreek. Even later
zakte hij in elkaar. Nadat hem geneeskundige
hulp was verleend, werd de getroffene per zie
kenauto naar het rk. ziekenhuis te Ziwolle over
van ]e terugstooten", antwoordde de jonge arts,
Horst's rechterhand vattende, „ik wil van jou alleen
geen geld aannemen.'
„Ook niet leenen?"
„Ook dat niet, want ik houd niet van schulden.
Laat dat, laat dat, mijn vriend! Je goede wil is mij
reeds genoeg. Het besluit staat vast, dat ik van
hier ga en ik heb mij reeds met die gedachte ver
zoend. Maar, laten wij thans eens over jou spreken.
Ik verheug mé van harte over je geluk. Je zult
andere landen zien, en wanneer je op die reis wel
licht voor je zelf onaangenaamheden zult ondervin
den, dan ligt er toch ongetwijfeld een toekomst
voor je in, omdat de begeleiding van den prins je
ook latere gunsten belooft. Hoe hoog ik ook je ken
nis schat, meer dan deze is de gunst en de protectie,
die je van hooger af zult ontvangen."
„Ik moet je in vele gevallen gelijk geven, maar
toch heb ik nog getwijfeld of ik die hooge onder
scheiding zou aannemen. Nooit heb ik er zoo naar
verlangd met jou te spreken, als in deze dagen. Ik
moest echter snel besluiten en ik heb niemand meer,
wien ik.om raad kan vragen. Mijn vader heeft mij
verstooten."
„Je hadt ook zonder mij een goed besluit geno
men."
„Misschien, ik weet het zelf niet," merkte Horst
op. „Ik heb dikwijls verlangd te reizen en door de
erfenis van mijn grootvader ben ik daartoe nu in
staat gesteld en alle zorgen van mij af te werpen;
ik had dezelfde reis als een onafhankelijk man en
eigen kosten kunnen ondernemen."
„Ik begrijp, dat deze gedachte iets aanlokkelijks
voor je had," antwoordde de jonge arts ernstig, en
toch zou ik je hebben geraden te doen, waartoe je
thans hebt besloten. Je bent nog jong, je inzichten
veranderen wellicht nog en je hadt geen besluit
mogen nemen, dat je gansche leven aan banden
had geleged. Ik ben van meening. dat je blik gedu
rende je reis zal verruimen; zou het na je terug
keer nog je wensch zijn je beroep op te geven, dan
kan dat altijd nog; om deze reis wordt je door
allen beneid en dat is denkbaar. Ik zou je dit ook
gezegd hebben, wanneer ik je eerder over je ont
slag uit den militairen dienst had gesproken."
Horst reikte zijn vriend de hand.
„Ik wil je nog wat toevertrouwen," zoo ging War
berg verder. „Je weet, door welke motieven ik bij
gebracht. Naar 'het Hbld. verneemt is zijn toe-
*stasd zeer zorgwekkend. Man en vrouw leefden
sedert geruimen tijd niet meer samen.
Een droevige geschiedenis.
Te Amsterdam is een 71-jarige (vrouw gear
resteerd die ervan verdacht wordt ,haar 63-jari-
gen echtgenoot met wien zij al veertig jaren ge
trouwd was, te hebben willen vergiftigen.
Het harmonieerde niet erg in dit gezin, waar
bij onderlinge verwijten werden geuit, omtrent
misbruik van sterken drank, tekort ,aan geld
voor het huishouden enz. enz.
Toen de man des avonds thuis kwam, proef
de hij van zijn gewone avonddrankje melk en
water dat in zijn slaapkamer gereed stond, iets
vreemds en branderigs. Hij goot de in hoed in -een
fleschje en begaf zich terstond naar het politie
bureau. Aan den brigadier verzocht hij den in
houd te willen doen onderzoeken. Weer huis
waarts keerende, werd hij op straat onwel waar
Rij een braking plaats vond. Hierna gevoelde hij
zich wat beter. Thuis gekomen bleek dat de
vrouw onwel was Inmiddels was het politie-on-
derzoek al aan den gang. Bij een huiszoeking
werd een fleschje vloeistof dat gebruikt wordt
om te transpireeren, vau voeten te gaan, gevon
den. Er ontbrak vrij veel aan den inhoud. Spoe
dig kwam uit dat de vrouw getracht had haar
man ep vervolgens zichzelf van het leven te be-
rooveai en op de gedachte gekomen was, het pre
paraat dat in elke drogisterij te krijgen is, te
misbruiken. Schadelijke gevolgen heeft het ge
lukkig niet gehad. De politie zag zich genood
zaakt de 71-jarige vrouw in arrest te nemen. Zij
werd naar het bureau overgebracht en is ter
beschikking van de justitie gesteld. Pogingen
van haar echtgenoot en haar oudsten zoon om
haar terstond op vrije voeten te krijgen misluk
ten. Het oudje wfes zeer overstuur en 'had bij
voorbaat te kennen gegeven in den Amstel te
zullen springen als zij losgelaten werd.
Echtelijk drama te Rotterdam.
Mam schiet zijn vrouw neer.
To Rotterdam heeft een 25-jarig chauffeur
zijn 20-jarige vrouw die hem verlaten had, en
in een pension op den Schiedamschen Singel
woonde, neergeschoten zichzelf daarna bij de
politie aangegeven. De N.R.Crt. verneemt om-
'trent dit huiselijk drama nog de volgende bij
zonderheden 'li
De ongeveer 25.jarige Franciscus W. was se
dert 1930 met de 20-jarige A. A. Bi. gehuwd.
De man was chauffeur van beroep maar sedert
©enigen tijd werkzaam op de mijn Maurits te
Lutterade als bovengrondsche arbeider. Al ge-
ruimen tijd woonden zij gezamenlijk met zijn
ouders te Maastricht aan den Brusselscheweg
138. Reeds vroeger had de vrouw te kennen
gegeven dat zij met iWj. niet alleen door het
leven wenschte te gaan. Een viertal weken ge
leden heeft zij de echterlijke woning met haar
tweejarig kind verlaten en zij woonde sedert
dien "tijd in Rotterdam. Twee weken geleden
'heeft de man het kind echter teruggehaald. Na
haar vertrek zond de man zijnvrouw nog ge
regeld geld, ook werd er nog briefwisseling
gehouden, maar aan zijn dringend verzoek bij
hem terug te keeren gaf de vrouw, ook bij haar
laatste bezoek aan Maastricht, een achttal da-
gein geleden geen gehoor. Zij is toen weer ver
trokken. Hedenmorgen heeft de man haar in
haar pension aan den Schiedamschen Singel nog
maals zijn verzoek herhaald en op haar halsstar
rige weigering haar, gelijk gemeld, doodgescho
ten. Door middel van de politie te Rotterdam
heeft hij zijn moeder laten mededeelen, dat hij
Laar wenschte te spreken. De man stond als
een oppsasend werkman en huisvader bekend.
mijn studie werd geleid. Geheel mijn streven was
er op gericht, de academie te bezoeken, weten
schap te verkrijgen en wanneer mijn aanleg en mijn
ijver mij daarin steunden, zoo hoopte ik, dat ik mijn
wetenschap en kennis ook zou kunnen benutten. De
gedachte arts te worden had iets benauwends voor
mij. Door den dood van mijn vader, die mij geen
vermogen naliet en door de verplichting, voor mijn
moeder, die voor mijn studie alles had geofferd, te
zorgen, was ik bijna verplicht arts te worden. Ik
heb echter met dit beroep nog weinig geluk gehad,
alleen dit heb ik er mede bereikt, dat ik mij vol
komen er mede heb verzoend en mijn beroep mij
alle bevrediging geeft. Ik hoop, dat het ook jou zoo
moge gaan. Wanneer zal de reis aanvangen?"
„Waarschijnlijk zeer spoedig, de dag is nog niet
vastgesteld."
„En zij zal zoo ongeveer twee jaar duren?"
„Wellicht nog langer."
„Zal je nog van je vader afscheid nemen?"
„Ik zal hem schrijven."
„Niet persoonlijk? Zooals ik je heb leeren kennen,
zal je dunkt mij kalmer zijn, wanneer je je met
hem hebt verzoend."
„Zal mijn vader eene verzoening aangenaam zijn?"
vroeg Horst. „Ik kan het bijna niet gelooven, en
wanneer hij mijn hand terugstiet, zoo zou het mij
nog smartelijker zijn. Ik heb hem nooit aanleiding
gegeven vertoornd op mij te zijn, en toch is hij het."
„Zoo schrijf hem dan in den meest verzoenlijken
geest, het zal je rustiger stemmen."
„Ik zal het doen," verzekerde Horst.
Warberg greep naar zijn hoed op heen te gaan.
„Zullen wij nog niet een avond met elkander door
brengen?" vroeg Horst.
„Met genoegen gaarne! Gebrek aan tijd daar
voor heb ik niet."
„Heden avond?"
„Goed. Wij ontmoeten elkander zooals vroeger, in
het wijnhuis, in denzelfden hoek, waar wij zoo dik
wijls hebben gezeten. Het is toch wel goed, dat ik
h'er vandaan ga, want daar alleen te zitten zou mij
hoogst onaangenaam zijn. Wat hebben wij daar een
vroolijke avonden doorgebracht. Nu, tot heden
avond!"
De vrienden namen afscheid van elkander.
(Wordt vervolgd).