TQIEEDE H
Zwerftochten
Nieuwsblad v. Moll.Noorderkwartier
No 107
ZATKRDkg
SEPTEMBER
.«stew I. (Mi.
aiertle blad
In de gangen van het
iierechtsgebouw
Soiiijndoad kan vastgesteld worden
Vacantie
TELEFOON INTERCOMMUNAAL, Nf
üajè
DEZE COURANT VERSCHIJNT
DINSDAG DONDERDAG
en ZATERDAG.
Aüermmentsprijs:
per 8 maanden ƒ1.18.
Oilgm: Firma 1.1 (Mi
ëiireel Noordscharwoude.
ADVERTENTTEN:
Vaa 1—8 regel» 75 cent;
elke regel meer 15 cent
GROOTE LETTERS
NAAR PLAATSRUIMTE.
2.
I VERZAMELING VAN MENSCHEN .,DIE HET
NIET NEMEN
I RECHTER VÓÓR, EN TIJDENS HET GEBRUIK
DE STAMGAST MET DE PEPERMUNTJES.
STORMEN IN GLAZEN WATER.
We hebben er ons vroeger*altijd over verwonderd,
we zoo eens langs den Alkmaarscnen Geester-
gel wandelden, ten tijde als Vrouwe Justitxa den
igeiijkscnen arbeid zou aanvangen, zoo tegen een
oi tien dus, hoeveei gegaaigaen voor het gebouw
bange vrees of blijde hope heen en weer kuierden,
van het aantal dat in het aangrenzend perceei
iwaara" werd, nog maar niet te spreken.
Verwonderd zijn we nog, maar meer over het feit,
de „beklaagden" en „verdachten" de „eischers
ie „gedaagden" niet in een rij staan over een
tand van de Broekerbrug tot het Noordeinde
Oudkarspel, gezien de monster-bibliotheek van
derlandsche wetboeken, die de firma Schuurman
Jordens in de welbekende editie de wereld in
onden heeft en die al dan niet voor de statie
ieder geval zeer demonstratief de boekenkast van
advocatenkantoor of gemeentesecretarie plegen
te vroolijken. De brave vaderlander heeft eigen
zijn leven enkel te richten naar „dat mag" en
it mag niet" en nu is het maar zoo beroerd
wat „mag" op een half velletje post geschreven
worden, en „wat niet mag" een groot gedeelte
de interessante bibliotheek „voornoemd" be
at. Voorts is bij den Nederlander het besef
it hoef je niet te nemen" bijzonder ontwikkeld,
al tracht bijvoorbeeld de handel, wat logisch
zooveel mogelijk „te nemen", aan den anderen
t „neemt" zij ook heel weinig. Niet op tijd
ialde vorderingen bijvoorbeeld. En Jan neemt
niet. dat Piet zijn kippen de eieren in zijn tum
althans de vernielde viooltjes of margrietje
De eieren stiekum vermoedelijk wel, want zoo
we nou eenmaal. En daarom is het ons wer-
ijk niet duidelijk, dat nog niet meerEnfin,
den anderen kant het aantal dat aan de balie
bonden is, of in de buurt daarvan zijn bedrijf
efent deze heeren natuurlijk niet te verwar
met baliekluivers is ontstellend groot, en Jan
liek goochelt tegenwoordig met de rechtbanic-
nische vocabulaire als de best geschoolde pres-
gateur van het zuidelijk of noordelijk halfrond,
willen het vandaag niet hebben over de drama's,
neel- en kluchtspelen, die zich in de zalen met
groensaaien gordijnen, de staande lampen, en de
|erse „bankjes" afspelen, althans niet In het bij-
der. Wie ooren heeft om te hooren, en oogen
te zien, vindt in de gangen van het 'gerechts-
ouw véél, zeer veel, om te onthouden, en
les verzamelaar, als we zijn, ontstonden uit een
rtier antichambreeren. driemaal herhaald, en
een zitting bij den politierechter en bij de
oomes, benevens .nog eens een civiel zaakje
(eerlijk, en misschien verwonderlijk) als out-
eeh serie aanteekeningen, merkwaardig genoeg
een «schetsje voor onze zwerftochten uit samen
lansen.
en hooge gang, officieel, met officieele tegels,
Weele banken en officieele deuren, waarop netjes
"hilderd officieele titels. Dikke titels, waarvan
a elk rechtbankverslag eenige terug te vinden
Verboden te rooken staat er ook. Verbeeld je
1® het in je dwaze hoofd zou krijgen in deze
te róóken. In een kamer zijn de dienaren van
heiligen Hermandad, de heeren rijksveldwach-
met een reusachtigen majoor aan het hoofd.
de banken zitten wat bangelijke menschjes, I
allen voor „civiele" zaakjes derwaarts getogjen
Daar schrijdt een waardig personage door de
gang. Krulgebold, groot gesnord en gekleede jas. Op
een van de revers hangt een eigenaardig sieraad,
waar rood in schittert en koper in glanst. Het is
nog niets. „Slechts" deconcierge, die een zeer om
vattende werkkring heeft, schijnbaar de steun is en
toeverlaat van alle mindere goden in dit Walhalla
en misschien ook nog wel van de grootsten onder
de grooten. Daar komt een deftig heer in zwarte
toga, folianten onder den arm, die zooeven nog een
klein meneertje was, in een blauw colbertje, zonder
vest. MetamorphoseUit de klerkenkamer komen
af en toe jonge lieden. Met of zonder folianten. Met
of zonder afspiegeling van rechterlijke althans deur-
waarderlijki^-waardigtaeid-(in-iheit-ver schiet op de
blozende aangelaten. Eindelijk nog de deürwaarder-
nimself, die in het gewone leven een uiterst ge
moedelijk mensch is, en er ook niets aan doen kan,
dat hij evenals een krantenman een gedeelte
van zijn boterham, zijn leuningstoel, zijn glaasje
dit-of-dat en zijn bioscoopje of schouwburgje moet
halen uit de perikelen waarin zijn medeburgers
geraakt zijn.
Zoo zitten we dus en wachtenEen belletje
klinkt, geheimzinnig bevelen, een veldwachter schiet
als een duveltje uit een doosje uit zijn kamer, loopt
aaastig-nochtans-waardig door den corridor en ver
dwijnt langs een trap naar beneden. Ergens tikt
monotoon een schrijfmachine. Ruststilte
stilterustEen gesprek hier over de dage
lij ksche dingen vlot niet. Hier spreekt men slechts
in naam der Koningin, hier wordt bevel gedaan,
gerequireerd, ten aanzien van feiten gehandeld, ont
zegd en toegewezen, gepersisteerd, overwogen, gere
pliceerd. gedupliceerd, op betrekKelijk wetsartikelen
gelet, rechtgeaaan (we willen het aiiemaai hopen) De Amerikaansche geleerde Tonelli maakt een
veroordeeld. Nota's geschreven worden er óók. Dit gewisse, betrouwbare manier bekend, die door hem
laatste niet zoo zuinig, want de Kadi en zijne die- reeds jaren met succes toegepast en waarmede het
naren kunnen ook niet van den wmd leven. Niet mogelijk is, den dood, terstond na zijn intrede vast
voor niets zeggen onze voorvaderen „Wie procedeert te stellen. Bijzondere beteekenis moet aan zijn
om een koe, geeft er één toe." methode worden toegekend omdat zij het mogelijk
Er komt een habitué aanstappen. ïjjn stamgast, maakt met volkomen zekerheid te cor.stateeren of j
die hier thuis is. Het is de rechtbankverslaggever, men bij het overlijden van een mensen inderdaad j
dig „rust" noemen gestoord werden, ontstak zicht
baar in toorn. Een dergelijk gebeurtenisje is maar
een zuchtje, vergeleken bij de levensgeschiedenissen
die hier in de stile kamers ontrafeld worden. En
tranen? Waar zóóveel geschreid wordt
De juffrouw werd op de bank gedeponeerd, en gaf
tegen twee meewarige buurvrouwen, die er achter
aan» waren komen sukkelen een gefluisterde reprise
van de voorstelling die zij zooeven in de veldwach
terskamer gegeven had.
Nieuwe personen, een „eischer" en een „gedaag
de". Ze zijn toevallig gelijk binnengekomen. Zeggen
niets tegen elkaar, meten elkaar met vijandige blik
ken. Ze loopen heen en weer, tien pas afstand en
lezen papieren. Dure papieren met zegels. Ze zullen
het aanstonds wel eventjes vertellen. De deurwaar
der zet ze op een bankZóóU, er tusschen
in zitten, mag u op de heeren passen. De heeren
snuiven kwaadaardig en blijvan nadrukkelijk in
hun papieren lezen. Er klinkt een belletje.Jansen
tegen Pietersen" roept de deurwaarderEn twee
patiënten verdwijnen achter de deurVrouwe
Justitia gaat spreken
J
Sensationeele ontdekking van een Amerikaansch
geleerd.
De pupil als bewijs.
dat zich al zijn proeven die hij in deze richting
met gestorven personen genomen heeft, steeds on
miskenbaar hebben bewezen. De proef, die hij tot
het vaststellen van den dood toepast, is zoo een
voudig mogelijk en voor een leek begrijpelijk. Men
behoeft slechts met den vinger op den oogappel te
drukken en dan te zien of de ronde vorm van den
pupil verandertt. Word de pupil na den vingerdruk
ovaal- of sikkelvormig, dan kan met zekerheid ge
zegd worden, dat de dood is ingetreden. Blijft echter
de pupil na de ndruk in zijn origineelen (ronden
vorm, dan heeft men met een schijndoode te doen,
dien nog hulp verleend kan worden. Zijn lichaam is
wel verstijd en onbeweegbaar, zijn hart klopt niet,
maar zijn leven is niet geweken; het sluimert en
behoeft slechts weder opgewekt te worden.
Zooals 't zoo dikwijls met geniale ontdekkingen
gaat, verwondert men zich ook hier, dat men reeüs
niet lang deze eenvoudige en duidelijke aanwijzing
neeft gevonden. In elk geval is het zeker, dat met ae
proef van den Amerikaanschen geleerde de genees
kundige wetenschap een zegenrijk hulpmiddel aan
de hand is gedaan, dat nog velen het leven redden
en de menscnheid van de nachtmarrie des schijn
doods bevrijden kan.
Troost
Bemint ge een meisje, waag het.
Aarzel niet. maar vraag net.
Zegt ze neen, beklaag net;
Doet 't u leed, zoo draag het.
't Best is: Drink een goed gias wijn,
En denkaat er meer nog zijn.
i.oeveei vsn haar seven staat
een viutiw voor een spiegel
met een meer dan dertigjarigen staat van dienst.
Ziet, hoort en weet alles, en hij klopt, en hij veegt
en hij zuigtrespectievelijk jonge advocaatjes
voor hun eerste pleidooi gemoedelijk op .den schou
der, veegt oimonders die op de publieke tribune
mee gaan babbelen den mantel uit, en zuigt peper
muntjes. waarvan in vele zakken groote-kwantitei
ten voorradig zijn, en die ter kaïmeering van de
zenuwen voor liefhebbers gratis voor niemendal dis
ponibel zijn. Hij verdwijnt weer in een der onna
speurlijke hoeken van dit gebouw.
RuststtiltestilterustDe zitting
moest om half elf aanvangen, 't Is half twaalf
Daneen incidentEen burgerjuffrow van het
overbekende type, staatt in de gang. Plotseling zon
der eenige voorbereiding. En over de zeenewe heen,
zooals burgerjuffrouwen dat meer en veelvuldig
plegen te zijn, om de kinders, de buren, de slager,
de vriendin, of over „die kerel". Haar papkoontjes
bibberen van ingehouedn huilenen haar
neus snuift van Ingehouden woede. Voor de mén-
schen, voor de mènschenmaar andersHet
„anders" KWAMNatuurlijkdat komt bij
zenuwachtige juffrouwen altijdOf ze hier aan
het hoofdkantoor was, zei ze. De Majoorveldwachter
vond van wel, wenkte alvast om een klas water, en
zijn oogen speurden naar een leeg plekje op-de
naastbij zijnde bank om het armzalig hoopje mensch
op neer te vleien, in afwachting van een flauwte,
of een explicatie van het geval. Toen zei ze hikkend,
dat het „die kerel" was. En de zeer menschkundige
deurwaarder, die ter hulp en bijstand naderbij ge
komen was, vroeg „lakoniek": „Echtscheiding?" Een
prop schoot de dame blijkbaar -uit de keel, en haar
geprangd gemoed ontvlood een woordenstrom, meer
luid dan duidelijk. Die kérel „was de commensaal"
en de commensaal die had van der man,, en der
man zei tegen haaren toen zij juffrouw Jansen
óóken der broer zei óók dat ze gelijk had, en
toen had ze de pelisie op straat gevraagd, maar die
kenne alleen maar kleine jongen naar et bero slee
pen, maar.ze NAM HET NIET, EN ZE NAM HET
NIET, NOG VOOR DE HEELE WERELD NIET....
en nou wou ze de rechtbankcommissaris spreke
Uit de kamers kwam géén hoofd om de deur en
géén der eerbiedwaardige heeren die, zou men zoo
denken, in hun neen, laten We het niet boosaar-
met den dood of wel met een geval van schijndood Een vrouwenspotter heeft eens gezegd; „De spie-
te doen heeft. gel is aneen voor het zwakke gesiacnt gemaakt!"
De vrees, levend begraven te worden, is oerouc. Het is natuurlijk waar, dat vrouwen gaarne haar
en zeker niet geheel ongegrond, zij het dan ook, evenbeeld in den spiegel zien; maar daar tegenover
dat vele gruwelgeschiedenissen, omtirent gevallen zijn er ook genoeg ydeie mannen. Daar wil een man
van schijndood verteld worden, tot het rijk der echter nooit aan nerinnerd worden,
sprookjes behooren. Maar het phaenomeen is langEen Zweed neeft zich zelfs met de vraag bezig
niet zoo zeldzaam als gewoonlijk wel wordt aan- gehouden, hoeveel tijd een vrouw dagelijks voor
genomen. i den spiegel doorbrengt. Hij kwam tot het resultaat
Het is echter niet te verwonderen, dat velen, die dat een vrouw van 7i) jaar ongeveer 6.660 uur, dus
anders niet tot de bijgeloovigen behooren, in hun 250 dagen voor den spiegel had gezeten. In hoeverre
testament bepalen, dat op hun doodsbed de aderendeze bewering goed is, kan men natuurlijk niet con-
geopend of hun hart doorboord moet worden.
De electrische schijndood.
Vooral bij electrische ongevallen treedt dikwerf
schijndood in. Het groote gevaar voor den betrok
ken persoon bestaat echter niet in het levend be
graven worden, maar in het werkelijk den dood in
te gaan, tarwijl hij slechts schijndood is en men
hem niet tijdig met kunstmatige ademhaling, hart
en longen prikkelende middelen etc. te hulp komt.
Levend begraven te worden is tegenwoordig bijna
niet meer mogelijk, omdat geen lijk mag ter aarde
besteld worden, dat niet onweerlegbaar de onbedrie-
gelijke doodskenmarken: verstijving en doodsvlek-
ken vertoont. Deze zijn echter pas eenige uren
nadat de dood is ingetreden waar te nemen. Daar
echter de eerste, teekenen van schijndood en die
van den werkelijken dood stilstaan van het hart
en het ophouden der ademhaling; de spiegel die
den doode wordt voorgehouden beslaat niet, de
donsveder, die op den mond gelegd wordt, beweegt
niet hetzelfde zijn, is reeds bij menige schijndoode
het leven werkelijk geweken, wiens leven nog gered
had kunnen worden. De wetenschap was daarom
reeds lang op zoek naar een symptoom, waarbij
de dood terstond na zijn intrede onbedrieglijk vast
gesteld kon worden.
Het onbedriegelij.ie teeken in de oogen.
De Amerikaan Tonelle heeft dit symptoon gevon-
troleeren. Maar we stellen ons tevreden met het
vermoeden, dat deze Zweed minstens over evenveel
vrijen tijd beschikte als zijn vrouw.
(Nadruk verboden).
Septemberde vacantiekoek
Is op, we gaan weer sjokken
We slaan weer lekker om ons heen,
En vechten om de brokken,
De badnimf met 't gravingebaar,
Staat in Mokum weer met „varsche waar"
De tange-held van 't dansparket,
Bezorgt weer koe- en varkensvet,
Mama's met zeven onderkinnen,
Zijn weer Moeders-dweil vorstinnen,
Papa's met Rockefellergeuren
Bieden zes percent hun crediteuren,
We hossen weer mee in die bonte rij
En volgend jaardan zijn we weer vrij!
Twee menschen zijn er, die vonden het larie.
Die kon de vacantie niks schelen
De fiscus, was de eerste er van
Stuurde evengoed dwangbevelen,
De ander had ook geen behoefte eraan
Ze konden van hem (stippelstippel)
Wat is vacantie toch voor een paskwil,
den. Hij verklaart, dat men aan de oogen onbetwist-Als je drie jaren werkeloos tippel?
baar den dood of den schijndood kan vaststellen en'