OUD NIEUWS. I De feestelijke herdenking van het Drie honderd-jarig bestaan van den Hoe lijgors worden overwonnen Rob de Avonturier Pnlrler ünhrmper" stand waren gekomen en de welvaart van de Scher- meer hadden bevorderd. Mett moed vooruit, dat was zijn wachtwoord, niettegenstaande de donkere tijden. Met een welkom aan den heer Commissaris der Koningin besloot hij zijn rede, die een luid applaus inoogstte. Was het feest begonnen met klokgelui en kerk diensten, waarna de opening van het terrein plaats vond, des avonds om acht uur begonnen de avond feesten. Maar toen waren wij reeds vertrokken. Wij hadden genoeg gezien en genoten, hetgeen wij ook anderen, voor zoover mogelijk, aanraden te gaan zien en te bewonderen. Het is de moeite waard. zwaar getroffen. Onmiddellijk daarop snelde Idle woesteling de raadszaal binnen en schoot nog maals. Nu werden getroffen burgemeester de Raedt en den wethouder Hottentot. Ook deze hoeren werden zeer ernstig gewond, de burgemees ter onder het hart, de wethouder in den buik. De dader werd terstond overweldigd en in ver- Va Nooi rijwi had zou de f< gere om elk tem Nooi gew< Ee At over Het gen, Schc paar te rr. die Ni gran wam ons kleir lend En t were cieel gehe boer Een Tetji He met een vel's De Oud-, tafel' zette sche broo en b brav groo dron het vriex eir. 4 zijne Eere Dan spon meei crisi, dit i feest (Ap| De C. K tren voer med bove door lach Je dit „J uitg „I len, -I ond wijz zioni D „i J arm ,J te „1 :j moe D den J zeei bar DIERENTEMMER EEN GEVAARLIJK BEROEP. Maar als de oude moordlust ontwaakt. Hoe ik door Atyr overvallen werd. Door HANS BRICK (Dierentemmer) Klaarmaken wil in ons beroep zeggen: een dier zoover dresseeren dat men het in een voorstelling kan laten optreden. Atytr was een prachtige Sibi- rische tijger en reusachtig groot. De kennismaking met hem dankte ik eigenlijk aan mijn anderen vier- voetigen vriend, den mandril, dien de natuur de prachtigste azuurblauwe en koperroode kleuren over het gezicht had gegoten. Hij was de buurman van den tijger in de menagerie „Miarin" in Noord- Afrika. Ofschoon ik dadelijk bij mijn eerste bezoek in de roofdierenafdeeling Atyr zag, beschouwde ik hem niet met buitengewone interesse, want mijn werk bestond volgens mijn contract uit het dres seren van zes mandrils en een chompensee. Toen ik nu weder op zekeren dag bij mijn pupillen in de menagerie kwam en den mandril de lekkere brokjes bracht, wieirp de tijger zich opeens bliksemsnel naar voren tegen de staven van het hok en probeerde mij met zijn machtige, staalharde klauwen te pakken. Maar wanneer men zich steeds tusschen zulke die ren beweegt, dan is men voortdurend op gevaar bedacht en een goed gerichte, bliksemsnel en krach tig toegebrachte slag -met een zware leeren zweep, trof den tijkger precies op zijn' neus, zoodat hij zich sissend en tandenknarsend in den achtersten hoek van zijn kooi verborg. Ik ging korten tijd daarna uit de barak en dacht niet verder na over dit bij roofdieren dagelijks voorkomend voorval. Een vijfvoudige misdEidiger1. De zaak kwam er geheel anders voor te staan, toen ik den volgenden ochtend om zeven uur mijn mandril wilde bezoeken. Zoodra ik de menagerie binnenkwam, velrhief de tijger zich sissend en tan denknersend en liep naar de nachtersten hoek van zijn kooi. Hij had mij herkend. Geïnteresseerd door dezen geheugenproef van den tijger, keek ik het arglistige dier toch wat nauwkeurig® aan en stelde vast, dat het een prachtig beest was. Vooral viel men aandacht op de goudkleurige omrande pupillen en den uiterst verstandigen blik, Bij Ferdinand Zuggli, een Zwitser en eerste knecht van de mena gerie. vroeg ik om nadere inlichtingen. Wat ik van hem te hooren kreeg, wekte in mij het verlangen met het dier in nauwe contact te komen, iets wat elk temmer ondervindt, als aan een dier bijzondere igenschappen worden toegeschreven. Dadelijk ging ik naar den directeur en kreeg toe stemming dit dier te dresseeren. Deze keek mij ver wonderd aan en lachte. Toen ik van mijn voor nemen niet was af te brengen, werd hij eerst ern stig en zei me: „Blijf er met uw handen af. Dit dier is het vorige jEiar in Rotterdam gekocht. Nu is het vier jaar oud en heeft al vijf knechts een houw door de tralies gegeven. Hij is zeer wild en niet te temmen." Ondanks dit vermanende woord herhaalde!' ik mijn verzoek en tenslotte gaf de directeur toe. Ik had reeds van tevoren het zekere gevoel, dat ik mij met het dier zeer goed zou verdragen. Ten eerste had in zijn oogen iets bijzonder verstandigs gelegen en ten twede zijn deze dieren dikwijls slechts daarom zoo boosaardig, omdat men ze voor wild houdt. Na heel veel pogingen en oneindig geduld, was ik ook dezen tijger te baas geworden. Atyr was klaar voor de voorstelling, en zou, met zijn schitterende 11- chaambouw, en het feit dat hij een volstrekt onge- temden indruk maakte, zeker een succes in mijn nummer worden. Een eerste voorstelling voor de dieren in het publiek is te vergelijken met een pre miere van een tooneelspel. Zenuwachtige circus, zenuwachtige knechten, die de dieren ook van de wijs brengen, en daartusschen moet he temmer zijn kalmte bewaren, want kalmte is een eerste ver- eischte om te slagen. Het is op de repetities goed gegaan, maar op de slotrepetitie werd Atyr onrustig. <ügd van dikke, wollen geruite stof, zeer zeker zal Ik adviseerde den directeur het optreden uit te stel- voxdoen. De jas heeft breeae revers met een aan- len, maarAtyr stond levensgroot aangekondigd eengexnipten Kraag, loopt iets klossend uit, heeft op de affiches, en het publiek eischte „den gevaar- ieuke opgestikte zakken en een grooten oversiagi lijken koningstijger". Genoegdaar schetterden i De mouw is zeer eenvoudig en gedistingeerd en reeds de eerste tonen van de openingsmarsch, en loopt eveneens iets wyd uit. De koopen zyn groot een verwend publiek volgde vrij lusteloos de hors en in een afstekende kleur, terwijl de ceintuur van d'oeuvre van paardrijdsters, clowns en acrobaten.dezelfde stof is, of van leer in dezelfde kleur der Het wachtte op mijn nummer, de clou van de voor stelling. Ik had succes met mijn andere tijgers, Fanny en Ferdinand werkten onberispelijk. Toen kwam mijn hoofdnummer, een groots pantomime Atyr scheen nog lastiger en onhandelbaarder dan anders en bekommerde zich niet in het minst om mijn bevelen. Op het oogenblik, dat Atyr in de pantomime moest optreden, weigerde hij te ge hoorzamen en moest ik hem met een houten stok aanporren. Toen ging hij in een hoek liggen met den bekenden starren, angstigen blik, die tijgers hebben vóór zij een sprong nemen. Ik moest den onttroonden jakob spelen en zoowel Atyr als de tijgerin moesten de lansen der mij vervolgende sol- daten stukbijten. Ik begreep het gevaar, dat ik trachtte te bezweren door Atyr zooveel mogelijk .met rust te laten en riep Fanny de tijgerin. Doch deze volgde het voorbeeld van haar gemaal en wilde ook niet aan mijn bevel gehoorzamen. Nu haalde ik een verborgen gehouden zweep te voorschijn en dreigde Fanny daarmede om haar te dwingen. Met deze beweging ontketende ik de catastrophe. Atyr geloofde dat ik zijn wijfje leed wilde doen, kende mij in zijn woede niet meer en wierp zich met een geweldigen sprong op mij. Dit oogenblik was uiterst kritiek, want ik moest in mijn rol op den grond liggen en gaf Atyr zulk een geweldigen klap op zijn neus, dat ik mijn elleboog en drie vingerkoontjes brak. Het beest ging terug, doch viel mij dadelijk weer aan. Op dit oogen blik voelde ik een razende pijn in mijn linkerknie. De tijger hield mijn been in zijn bek en me de ge weldige krach zijner tanden beet hij toe. Ditmaal gaf ik alle hoop op, want ik voelde mij verloren. Ik "kon slechts één ding doen, het dier voor den laatsten maaal bij zijn naam noemen. Daarom schreeuwde ik in den hoogsten nood nog eenmaal Atyr! Bij dezen vertwijfelden kreet zag ik in zijn moordzuchtige oogen iets oplichten. De tijger had mij weer herkend en ging angstig terug. De Etahval van woede was voorbij. Nu greep ik den massieven berkenhouten knuppel en strompelend jaagde ik het dier in zijn afdeeling. De voorstelling werd een half uur onderbroken. Toen ik verbonden weis, maakte ik een buiging tus schen den directeur en Ferdinand ^hangend en over al mijn ledematen trillend. Het publiek klapte ais bezeten. Vier maanden lang heb ik voor deze ver wonding in het ziekenhuis gelegen en groote lid- teekens aan mijn linkerknie doen me dit avontuur nog steeds levendig herinneren. Later kreeg ik ongenoegen met de directie en verliet deze menagerie, maar ik had de voldoening, dat nieman anders met Atyr kon werken. Hij was weergeven wild als voorheen. Na achttien maanden zag ik hem terug en mij liepen de tranen over de wangen, toen ik de vreugde van het dier zag, dat mij herkende. Ik ging direct in zijn kooi en het had niet veel gescheeld of ik was onder zijn wat al te hardhandige liefkoozingen gestikt. knoopen. Benoodigd materiaal: 3 a 3.50 M. van 140 c.M. breedte en 4 knoopen. Voering is bij dikke stof niet noodzakelijk. No. 311: mooie meisjesmantel van diagonaalstof. Deze mantel kan men ook uitstekend van water dichte stof maken. Het modelletje is eenigszins ge tailleerd en heeft geen ceintuur. Benoodigde stof: 2,50 a 3 M. van 140 c.M. breedte. Beide patronen zijn tegen den prijs van 0.50 ets. per stuk te verkrijgen bij de „Afd. Knippatronen" van de Uitgeversmaatschappij „De Mijlpaal", post box 175 te Amsterdam. Toezending zal geschieden na ontvangst van het bedrag, dat kan worden voldaan in postzegels, per postwissel, of wel per postgiro 41632. De lezeressen worden vriendelijk verzocht naast het nummer van het patroon ook de verlangde maat d.w.z. boven-, taille- en heupwijdte op te geven. Gelieve verder naam en adres duidelijk te ver melden. Men voorkomt daarmee onnoodige vertra ging in de toezending. Waar vrouwen graag van lezen. ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. Langzamerhand is de zomer al weer voorbij en we moeten ons helsias wennen aan het denkbeeld dat over hoogstens vier a vijf weken de herfst er is met gure dagen en regen. Een inspectie van onze garderobe egt, dat een mantel geen overbodige luxe zal zijn. We geven hier eenige apEfrte modellen, die onze lezeressen zeker zullen bevallen. No. 177: keurige sportieve mantel, die, vervaar- Zoo zool'Heb je je vrouw zoo geslagen? dat wordt 3 weken gevangenisstraf! Maar,'mijnheer de rechter, dat kunt U toch niet doen! Midden in onze wittebroodsweken? Smakelijk eten WITTE RAGOUTSOEP. Benoodigd 1 L. bouillon van kalfsvleesch (500 Gram), 50 gr boter, 50 gr. bloem, zout. peper, 1 dl. melk, 2 eier dooiers, halve d.L. witte bordeauxwijn 1 klein blikje champignons (Wijn en champignons niet noodza kelijk; maar wel aan te bevelen). Bereiding: Boter en bloem op de kachel vermengen, lang. zaam, al roeréhde den kokenden gezeefden bouillon toevoegen, de soep al roerend 10 minuten koken dan de melk toevoegen, het zout en de peper. D» champignons uit het blikje nemen, overlangs door- snijden en. met het nat bij de soep doen, daarna den wijn. De soep afmaken met de eierdooiers in de soep. terrine te kloppen en langzaam de soep er bij voe- gen. Uit ons nummer van 10 Sept. 189 KENNISGEVING. De burgemeester van Noordscharwoude en Oud karspel brengt bij dezen ter kennisse van het al meen, idat het verboden is uien te werpen in grachten of gemeentevaarten op een boete van ƒ3 tot ƒ10.Een ieder wachtte zich dus voor schade, BERICHTEN. (Plaatselijk nieuws) Aan den op j.l. Woensdag gehouden kolfwed- strijd, ten lokale van den heer K. Bood, alhier, na men 22 liefhebbers deel. De prijs werd gewonnen door Jb. Slotemaker, te Oudkarspel met 119 j>., le premie door N. Pronk, te Oudkarspel met 116 de 2e premie door A. Kist, te Zuidscharwoude, n 115 p., De serieprijs won K. van Kleef te Zuidschar woude. Den 5en September j.l. is te Oudkarspel wethouder herbenoemd de heer C. Eecen Pz., en tot Ambtenaar van den Burgeiijken Stand de heer de Boer Pz. Op denzelfden datum te Noordscharwoude 1 wethouders benoemd de heeren K. Slotemaker en de Geus Dz., laatstgenoemde wegens periodieke af treding, tot Ambtenaar van den Burgerlijke Stand de heer K. Slotmaker. Zuidscharwoude. Op den 5 dezer gehoudei raadszitting werden de herkozen en nieuw benoem de leden, de heeren Boon* Zeeman en K. de Boer Gz, beëedigd en geïnstalleerd. Tot wethouders werden gekozen de heeren K. Zeeman, in de plaats van periodiek aftrédende, P. Berkhouwer, die in Juli als raadslid ontslag had genomen en J. Boon, als raadslid periodiek was afgettreden en herkozen OMTREK NIEUWS. De gemeenteraad van Sint Pancras heeft, na he bedanken van mej. de Vries te Beneden-Knype de bestaande voordracht toit onderwijzeres aan di openbare school benoemd mej. J. C. L. du Crocq, te Enschade. De benoemde heeft bereids hare be trekking aanvaard Ttot wethouder der gemeente herbenoemd de heer J. Swaag. H. Waard Te half vier in den namiddag van den 7 dezei verbrandde aan den Veenhuizer Middenweg te Heer- hugowaard de boerenplaats, bewoond door 1 sius. MARKTBERICHTEN. Noordscharwoude niet vermeld. Broek op Langendijk: Bloemkool ƒ3,5.7,-; 12,50; 13,—; 14.—; Lichte ƒ0.40; 1.50; 2,50; 3,# Reuzen ƒ6,8,9,12,00; Roode kool ƒ3,50- 4,50; Witte kool ƒ6.00—7,00; Gele kool ƒ4,00—6.00 wortelen ƒ1,50—2,80—3,30; Uien ƒ3.50; Nep ƒ1,00 Bieten ƒ910. 114. Daan en Rob zetten koers naar het zendelin genstation, na een vaarwel toegeroepen te hebben aan de beide achterblij venden die onbezorgd, het zich op het dek van het schip gemakkelijk maakten. 115. Het werd avond en nacht, en terwijl de machi ne zich in de donkere avond verder spoedde, gin gen Lorma en kapitein Smit aan boord van de schoener onaangename oogenblikken toegemoet. De inboorlingen van het eiland hadden de vervolging niet opgegeven. Ze waren woedend dEit de blanken ontsnaptt waren, en wilden hun hoofdman niet onder de oogen komen. 116. Met hun scherpe oogen hadden ze de vliegma chine gevolgd, vanuit hun bootjes, en ze hadden gezien, dat zij, als een stipje aan de horizon ge daald was. En toen het nacht werd, waren zij de 117. Vlug daalden ze neer aan het strand en rende naar de bungalow, waar hij vlug zijn verba1 deed aan de verbaasde en verheugde vader vS schoener genaderdInmiddels hadden Rob en Mary, die reeds zeer ongerust was over het w# ouwe Daan de woonplEiats van hun klein bescher-blijven van zijn dochter, melinge gevonden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 2