wapenen oer vrouw Nieuwsblad v. Holl. Noorderkwartier No 110 ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1033 Derde blad Sterren in haar banen TELEFOON INTERCOMMUNAAL Nf. 52 42 Jaargang NIEUWE m aj (III HUT DEZE COURANT VERSCHIJNT DINSDAG DONDERDAG en ZATERDAG. Abonnmentsprlja: per 8 maanden L15. Uitgave: firma I. H. KEIZER AD VERTEN TIEN: Van 1—5 regels 75 cent; eIke re«el meer 15 cent .Redacteur I. H. KEIZER. Bureel Noordscfiarwoude. GROOTE LETTEBS HOE GROOT IS ONZE KETEN VAN UNIVERSUMS? De eminente Engelsche geleerde en natuurkundige r James Jeans, heeft een in Amerika uitgegeven boek geschreven, dat in het bijzonder bestemd is voor hen, die geen speciale kennis van de sterren kundige wetenschap bezitten. Het boek is een uit nemende inleiding tot de moderne astronomie, tot de wonderen ons onthuld door de natuurkundige wetenschap en de reusachtige telescopen. Sommige menschen stellen alleen belang in het geen op hun eigen stoep gebeurt. Anderen zijn iets ruimer van blik en interesseeren zich voor hetgeen er in hun straat voorvalt. Nog weer anderen strek ken hun belangstlling uit over hun dorp of stad, hun provincie, je zelfs geheel het land, doch slechts betrekkelijk weinig menschen zijn geïnteresseerd in alle landen der wereld. En inderdaad zeer gering is het aantal dergenen die van een 'waarachtige be langstelling in het heelal hun levenswerk maken, het heelal, waarvan onze aarde maar een oneindig klein stipje is; slechts een cosmisch atoom in ons zonnestelsel met zijn zonnen, planeten, manen en kometen. Zelfs de Melkweg, waarin ons zonnestelsel niet meer dan een spikkeltje licht vormt en wat wij geloofden de geheele wereld, „het universum" te zijn, is thans geclassificeerd als slechts één te midden van de stergroepen verspreid in de ruimte zooals steden zijn verspreid over een haast onmete lijk land. In „The Stars in their Courses" loodst de eminente schrijver u binnen in dat hoogst belangwekkende, eerbiedig overpeinzenswaardige gebied, „het cosmi- sche universum". Wij leven, om zoo te zeggen, op een draaimolen- aarde, die voortdurend ronddraait om haar eigen 6, dat wij, terwijl zij draait, door het oog van den telecoop de ruimte in alle richtingen kunnen waarnemen en bestudeeren, en langzamerhand lee- ren, welke andere schepen er met het onze, op den Oceaan der ruimte varen. Er was een tijd dat de menschen geloofden, dat de lichten in het hemelruim „lampen" waren, die te hunner behoeve dicht bij de aarde waren opgehangen. De menschen dachten, dat zij alleen belangrijk waren. Thans weten zij, dat zij van nie tigheid en onbeduidenheid gespaard blijven, alleen lijk door de hun geschonken bekwaamheid en het daardoor ontwikkelde talent om hetgeen wat buiten „hun eigen heelal" ligt, te kunnen waarnemen en bestudeeren. Het hemellichaam, dat het dichtst bij ons is, maar dan toch altijd nog op een afstand van ongeveer 239.000 mijl, is de maan, die om onze zon draait. De zon is circa 93 millioen mijl ver weg en groot. Gij zult u een voorstelling van haar kolossale grootte kunnen vormen als ge weet, dat een millioen drie honderd duizend lichamen als onze aarde in de zon zouden gepakt kunnen worden. Maar die grootte wordt weer klein, wanneer ge in Jeans' boek leest, dat er andere zonnen zijn, in ieder waarvan gemak kelijk meer dan een millioen zonnen zooals de onze een plaats zouden kunnen vinden. Onder de ster zen (niet te verwarren met planeten! die onze buren zijn en die ook om de zon draaien, is de meest dichtbije ongeveer 270.000 maal verder van ons verwijderd dan zijn, of circa 25 millioen maal millioen mijl ver van ons vandaan. Een millioen maal vijf en twintig millioen mijl is een getal, dat men zich onmogelijk kan voorstellen toch is het in de sterrenkunde met een buurtverkeergetalletje! De sterren die schijnen stil te staan, bewegen zich duizenden malen sneller dan de snelste aero- Plaan; alleen de afstand doet ze stationnair schij nen. Gij kunt geen beweging ontwaren in de dis tante objecten, zooals de Groote Nevelvlek in Andromade, een van de meest interessante der cosmische „sterrensteden", welke ongeveer 5.300.000.000.000.000J)0(J mijl van de aarde verwij derd is. Ons zwak brein kan zich zelf nog geen één millioen voorstellen; het is dus nutteloos te trachten zich den afstand van die nevelvlek voor te stellen, het geen toch nog maar een bescheiden cijfer in de sterrenkunde is. Jeans neemt u mede op een denkbeeldige tocht van de aarde naar de zon, waarbij onderweg even gestopt wordt om een blik op de maan te werpen. Ge moet de aarde verlaten met een snelheid van 7 mijl per seconde, om aan haar „aantrekkingskracht te kunnen ontsnappen. Met die snelheid dan van 7 mijl per seconde, zoudt ge na een reis van onge veer 10 weken op de zon aankomen. Het licht, dat reist met een snelheid van 186.000 mijl per seconde komt in 8 minuten van de zon tot de aarde. Van de verst-bekende nevelvlek zou het licht 145 millioen lichtjaren noodig hebben om de aarde te bereiken. Op een onlangs te Chicago gehouden natuurweten schappelijk congres kondigde een der geleerde heeren een nieuwe nevelvlek aan, 350 millioen jaren van ons verwijderd, hetgeen de veronderstelde diameter van het universum verdubbelt. Sir James Jeans' reizigers naar de zon voelen bij hun landing geen schok. Zij zinken eenvoudig in een bol van gas, buitengewoon heet; een tem peratuur van circa 10.000 graden een weinig bin nenin de groote ster, loopt op tot ongeveer 40 mil lioen graden, zou men dieper naar-binnen komen.- Om een denkbeeld te krijgen van zulk een hitte, moet u dit lezen: „Indien wij een gewonen halven gulden nemen en dien verhitten konden tot de temperatuur va het middelpunt der zon, dan zou elk ding dat leeft in den omtrek van duizejnden meer te doen. Bij het opbreken van haar atomen mijlen van dien aldus verhitten halven gulden, ver- waarbij zij electrons bij afstraling de ruimte in- schrompelen." slingert, verliest de zon aan actueel gewicht, iedere Gij weet: gedurende onze omwandeling op de minuut 250 millioen ton. Zij is zóó groot, dat zij aarde weerstaan wij een atmosfeerdruk (de druk- kan vooortgaan dit schrikwekkend verlies aan ma king dus van den dampkring op ons lichaam) van het menschdom begonnen, dat van af het Steenen Tijdperk nog slechts 12,000 jaar „Jong" is. Wij hebben nog duizenden van millioenen jaren vóór ons, voordat de aarde te koud wordt om voor menschelijke wezens zooals wij thans zijn, bewoonbaar te zijn. Indien ge veel grond bezit, of anderszins veel belang in deze planeet stelt; dan zal het u inte resseeren te veten, dat nauwkeurige metingen en berekeningen aangetoond hebben, dat de aarde ongever 6 gevolgd door 21 nullen ton weegt, d.w.z. dat zou zij wegen als zij uit massief ijzer bestond. Het centrale gedeelte der aarde, waar alles stijf gepakt is tengevolge van de zware drukking, weegt meer per kubieke meter dan het buitenste, lossere gedeelte. Bestuurders en aandeelhouders van electra-maat- schappijen, die licht en kracht verkoopen, zouden „droomen kunnen droomen en vizioenen zien" van groote winsten en vette dividenden, na lezing van Jeans' verklaring met betrekking tot het aantal „kaars", dat de zon gebruikt om onze aarde te verlichten op een afstand van 93 millioen mijl. De zon giet over onze en de andere planeten licht uit, tot een aequivalent van 3, 29 nullen „kaars", spreekt n het getal maar uit! Als u van groote getallen houdt, hier is er een voor u! Al het geld en rijkdom der wereld zou, tot den usanti- eelen prijs dat licht niet voor slechts één enkele minuut kunnen koopen. De zon heeft haar licht gedurende duizenden millioenen van jaren uitgestraald en zal voortgaan met zulks voor millioenen millioenen van jaren een te verwaarloozen kleinigheid, meer dan 1 kg per 1 vierk. cm. hetgeen wij dan één atmosfeer noemen. In het ccentrum der zon bedraagt die druk onge veer „40 duizend millioen atmosfeeren". Jeans vertelt U, dat deze aarde en andere pla ten die met ons om de zon draaien, eenmaal, vóór zij hun zelfstandige reizen begonnen, een met de zon waren. Een andere ster, die binnen de baan der zon ge raakt was, schuurde met zulk een gigantische kracht langs den zonnekant heen, dat zij een kolossaal stuk van de zon, dat de vorm van een sigaar had, meesleurde. Dit fragment van de zon brak in klei nere stukken, die de onderscheidene planeten van verschillende grootten gingen vormen. Door der zonne aantrekkingskracht in toom gehouden, ble ven zij om de moederzon heen dwarrelen en koel den geleidelijk af, waardoor hun oppervlakten vast, massie fwerden. En wij, kleine schepselen, leven nu op die stevige rotsoppervlakte, die vroeger gas- of dampvormig en later gloeiend heet was. Diegenen, die nog altijd gelooven, dat ons heelal en alle andere universums daarbuiten speciaal zijn gemaakt voor ons gewichtige menschenkinddren, zijn wél optimistisch. Jeans gelooft, dat daar onze aarde een klein gedeelte der zon is, afgescheurd door een anderen reiziger door de ruimte, onze kleine maan vroeger deel van de aarde uitmaakte, en dat hetzelfde het geval is met andere planeten die een maan hebben. Jupiter en Saturnus hebben elk negen manen. Uranus, die op deze twee in grootte volgt, heeft er vier. Wij hebben er slechts een, die ons een gedeelte van den tijd maanlicht schenkt. Maar op den een of anderen dag zal, volgens de wetenschap, onze maan in kleine rotsachtige stuk ken breken en in plaats van één maan zullen wij een soort „Maanring" rondom de aarde hebben, met helderen maneschijn, iederen nacht. Jeans kan u dat bewijzen. Ongelukkig genoeg zullen er nu en dan „rotsstukken" van de maan op de aarde vallen en dit kan gevaarlijk zijn. U zult niet lang genoeg leven om het te zien, u, noch het jongre geslacht, noch wat wij „onze be schaving" noemen, zal er getuige van zijn. De tijd teriaal gedurende eindeloze millioenen van jaren te verduren. N.B. de zon is op het oogenblik, dat u dit leest 1.000 millioen ton lichter, dan 4 mi nuten geleden. Tracht dit feit nu meer eens te verwerken! De grootste telescoop toont ons ongeveer twee millioen „sterrensteden" of buiten-het-onze-univer- sums, waarvan sommige grooter, andere kleiner zijn dan ons, als een horlogeglas gevormd heelal, dat wij den „Melkweg" noemen. Zullen wij ooit infor matie krijgen over deze universums, dan zal dat moeten geschieden door een of andere oogenblik- kelijke overbrenging van gedachte met het oog op de afstanden. De radio, die zevenmaal in één seconde rond de wereld gaat, zou twee millioen jaar noodig hebben om van de eene „sterrenstad" naar de andere te komen een 300 millioen jaar om van onze aarde naar de het verst verwijderde, nu bekende „sterrenstad" te komen. Zeer stoutmoedig (om het beleefd te zeggen) zijn de natuurphilosofen, de groote Einstein niet uitgezonderd, die beweren, dat de grootte begrensd is van het heelal, waarbij, terwijl wij noge slechts op den drempel der cohmische wetenschap staan, reeds zulke onuitspreekbare getallen noodig zijn. Vooralsnog is van het al of niet oneindige van het heelal niets bekend. Niet ten onrechte is wel eens gezegd: Het Heelal is een bol, waarvan het middelpunt overal en de oppervlakte nergens te vind enis. Onze natuurkundigen kunnen thans met jhun beste telescopen en sterrenfotografie nog maar 300 millioen lichtjaren de ruimte in reizen. Mogelijk gaan ze verder, maar, zegt Jeans: „De geest ver liest zich in zulke voorstellingen, trouwens het denkbeeld van oneindige ruimte valt eigenlijk niet binnen het bereik van ons denkvermogen. Het is ons te hoog. Vooralsnog ten minste." Als we lezen van de „Twee millioen sterrensteden in de ruimte", en verder, dat het totaal aan matrie, dat in de ruimte zweeft, op zijn minst gelijk staat mt „elf duizend millioen, millioen, milioen zonnen", dan behoeven we niet te vreezen voor een te dicht op elkaar gepakt heelal. Jeans troost ons met deze woorden: „Indien er slechts drie wespen in geheel Europa leefden, dan zou de lucht van Europa dikker volgepropt zijn met wespen dan het heelal met sterren." NAAR PLAATSRUIMTE. Koning en komiek. De koning van Beieren, Lodewijk I, hield de dramatische kunst in groote eer en steunde gaarne artisten. Toen de beroemde tooneelspeelster Cramer vijftig dienstjaren op de planken telde, wilde de koning, dat er een voorstelling te hare voordeele zou worden gegeven, na afloop waarvan de artisten haar een klein feestje aanboden in een landelijk uitspanning dicht bij München.. De koning was van dit partijtje op de hoogte en kwa mer onverwachts, midden in den nacht, naar toe. De jubilaresse, die met den rug naar de deur zat, had hem niet zien binnenkomen. Hij had trouwens aan de anderen een teeken gegeven e blijven zitten en niets te zeggen en legde de handen op de oogen van de artiste. Nu moet men weten dat hij eenigszins stotterde, en dus begon hij Gij zult mijmij niet.... kenkennen! Kom, Lorenz, zei mevrouw Cramer, 't is al goed met uw niet kenkenkennen. Iedereen weet wel, dat gij den koning uitstekend kunt na- Wawa! riep de koning uit, LLorenz kan mij nanabootbootsen? Dat wil ik hoo.hooren! Welaan, Lo.Lórenz, doe mij 't genoegen en la.laat mij hoo.hooren hoe gij dat doet! Sire, stamelde de komiek, diep beschaamd, ik smeek Uw Majesteit daar niet op aan te dringen. Wawat? zei de vorst. Nieniemendal, ik wil het! Uw ko.koning gebiedt het. De komiek moest dus wel door den zuren appel heen bijten; maar hij was even goed wegens zijn tegenwoordigheid van geest als wegens zijn naboot singtalent bekend. Hij zette zich dus aan een tafeltje en begon met de stem van den vorst: Doedoe mijn raadsheer RiRiedi.... komen. Bra.... bravo, onderbrak de koning; gij doet mij heel goegoed na. Wat verlangt Uw Majesteit? ging de andere met een eigenaardigen neustoon voort. Ah! zeer goed- riep Lodewijk uit; gij doe.... doet RiRiedi ook uitsteuitstekend na. Dat is heel goed, Lorenzi Dank u, sire. Riedi, ging de komiek voort, nu weer met de stem van den vorst, momorgen, zonder fou.... wout, zult gij, uit mijn bijzon.... zondere kas, tweehonderd floflorijnen zenden aan den ko.ko.miek Lo..renz, omdat hij zoo goegoed onze voorvoornaaamste per.. perpersosonages kan nabootsen Daarna zult gij.... Genoenoeg! riep de koning uit, gij deug. deugdeugniet! Gij zult uw tweetweehon derd floflorijnen krijkrijk:ijgen, maa.maar ge moet nu nieniets anan- cers meer vra..gen. Ge zijt een fij.fijne ko. ko Miek hebben de leden van het gezelschap niet gehoord; de vorst had een hoest gekregen. Zenuwen Staand leger. Blikken Spionnen. Glimlachen Voorposten. Vleierijen Mijnen. Lichte zuchten Vijf ponds kogels. Zware zuchten 24 ponds kogels. Verdwijnen Schijnaanval. Pruilen Langzame belegering. Hoofdpijn Uithongering der vesting. Tranen Bestorming der vesting. Kus Vredeschot. slaboonen ƒ2,20—0,60 6000 kg bieten ƒ0,60—1,90; 550 kg peen ƒ2,60 L. G. C., 16 Sept. Aanvoer: 5000 kg aardappelen schotsche muis ƒ1,70; bl eigenh ƒ2—2,30; 48000 kg roode kool ƒ12,50; 36000 kg gele kool ƒ1—1,70; 133000 kg witte kool ƒ1,30—1,90; 1500 kg bloemkool le ƒ7—9,60; 2e ƒ1,80; 24000 kg uien: gele ƒ1,90—2,10 drielingen ƒ1,10—1,20; nep ƒ2,80—3,10; 1850 kg sla boonen ƒ2,10—6,90; 6000 kg bieen ƒ0,60—1,60; 2200 kS peen 3—3,20; 3000 kg tomaten A ƒ2,00; B ƒ2,20 -2,90; C 2,00; CC 2,00. Warmenhuizen, 14 Sept. schotsche muis ƒ1,60: eigenh. ƒ2,10—2,50; gele nep ƒ2,70—2,90; uien ƒ1,70 1,80; drielingen ƒ11,20; grove ƒ1,80; roode kool ƒ1—1,80; witte kool ƒ1,60—1,70; slaboonen ƒ4,40— 5,90; snijboonen ƒ4,80—8,10. Warmenhuizen, 15 Sept. schotsche muizen ƒ1,50; eigenh. ƒ22,30; gele nep ƒ2,903,10; uien ƒ1,60 drielingen ƒ1,101,20; snijboonen ƒ5,90; witte kool ƒ1,50—1,60; slabonen ƒ4.30—5.10; peen ƒ2,30. Amsterdam, 15 Sept. Amsterdamsche veiling van Land en tuiinbouwproducten. Dir. H. J. Hout- kooper, Gem. Veilinggebouw, Marnixstraat 282, Am sterdam C. Aardappelen inclusief belasting van 2 ct. per kg. Z.bonte en blauwe ƒ55.10; Bonte eigen heimers ƒ44,20, id .blauwe ƒ4—4,10. Groenten: Tomaten A 2—3, B 2—4, C 2—3 p kg; postelein 2—5 ct; spinazie 4—7 ct; spercieboonen dubbele 4—9 ct; enkele 5—10 ct; snijboonen I 14— 22 ct; pronboonen 25 ct per kg; Gele kool 3 roode kool ƒ2—3; groene 2—3,50; een 36; sel derie ƒ2—5; pieterselie ƒ1—2; augurken fijn fijn 1428, fijn 14—18 ct basterd 7—10 ct; grove 3—5 ct. bloemkool I ƒ9—12; II ƒ4—8; per 100 stuks. Fruit: peren: Triumph de Vienne 2028 ctt; Bure de Merode 612 ct; Bure Lebruin 13—17; Harmse p ren 58 ct; Sijsjes peren 69 ct; Margaretha 14 20 ct; Lindauer 812 ct Bon Cretien 10—17, William 1220 per kg. Pruimen: Victotria's 824; 2e 810 c, p kg; Appelen blume zoet 58; zure 711 ct; Keswick 711 ct; transparant de Gronsel 13—20; Paradijs 6—8 ct p kg druiven: Frankenthalers 26 —32 ct; Alicante 2632 ct pe kg; Meloenen: suiker 1532 ct; Net 10—17; muskaat 10—20; carbonkels 1024 ct. per stuk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 7