1 Binneniandsch Overzicht FEUILLETON Langs Dwaalwegen Tuinders naar Canada Nog eens De Troonrede. Millioenen- nota. Graancentrale. Zujder- zeedijk. Wij hebben bij het schrijven van ons vorig week overzicht de tekst van de Troonrede nog niet onder de oogen gehad en ons uit de voorlezing in de radio een oordeel over dit staatsstuk moeten vor men. Bij nalezing bleek ons, dat ons een belangrijk punt is ontgaan, waardoor een onjuistheid in ons artikel is geslopen, welke wij hierbij herstellen. Wij zeiden n.l., dat de regeering zwijgt over het platte land en geen nieuwe maatregelen voor onze boeren aankondigt. De Troonrede echter stelt in het voor uitzicht voorzieningen op het gebied van executie- recht „welke in de bijzondere tijdsomstandigheden geboden zijn". Welnu dit is een maatregel, welke in de eerste plaats bedoeld is voor de agrarische bevolking. Bestaat er voor ons platteland een meer gehaat instituut dan de executies wegens schuldvorderin gen? Met vreugde zal men daarom vernomen, dat de regeering deze thans zooveel mogelijk wil te gengaan Maar de schuldeischers dan, kunnen deze met dezen nieuwen maatregel accoord gaan? Waarschijnlijk zullen zij ten bate van het ge- meene-best ook wel wat varen moeten laten, 't Mag hun echter tot troost strekken, dat „door bijzon dere middlen, er voor zal worden gewaakt, dat schuldeischers niet onredelijk worden benadeeld." De regeering is dus uiterst voorzichtig bij de aan kondiging van haar nieuw voorstel. Dat zij daarbij de kool, zoowel als de geit hoopt te sparen, blijkt duidelijk uit de bewoordingen, waarin het plan wordt aangekondigd. In elk geval weet men nu hoe de zaken er voor staan Dat de regeering met groote voortvarendheid heen zit achter de plannen tot uitvoering op ruime schaal van productieve werken, teneinde werkver ruiming in het leven te roepen, blijkt wel uit het feit, dat een drietal ministers daags na de plechtig heid in de Ridderzaal een bezoek aan Rotterdam hebben gebracht, dat ongetwijfeld met deze plan nen in verband moet worden gebracht. Algemeen neemt men aan, dat hier moet worden gedacht aan de uitvoering van den bouw van een tunnel onder de Maas, voorwaar een object. Nu de Scheldestad over zulk een moderne oever verbinding beschikt, mag onze Maasstad natuurlijk daarvoor niet onder doen. De verwachting is, dat met het werk binnen af- zienbaren tijd zal worden aangevangen. Onmiddellijk aansluitend op de Troonrede is de Millioenennota verschenen. Wat leeren ons de be- grootingscijfers voor het volgende dienstjaar1' De gewone dienst wijst een tekort aan van niet minder dan 267 millioen. Hoe denkt de regeering dit gat te stoppen? Zij zal dit doen door een aantal tijdelijke heffin gen, die met Nieuwjaar zouden afloopen, te ver lengen. Het nadeelig saldo, dat dan overblijft, is dan 190 millioen. Minister Oud heeft nieuwe mid delen geprojecteerd ter dekking tot een bedrag van 19G millioen. Nieuwe heffingen en belastingen dus (met inbegrip van de omzetbelasting). Er zal een verkeersfonds worden gesticht, dat 9 millioen heeft op te brengen. Er blijft dan over een tekort van 75 millioen. We gaan dan besparen en becijferen een direct over 1934 werkende besparing van 27 millioen. Het resteerende nadeelige saldo ad 47 millioen wordt door niet-aflossing van leeningen teruggebracht tot SG millioen. Dit laatste bedrag hoopt de regeering tenslotte weg te werken door spoorwegfinancieruig. Met belangstelling zal men ongetwijfeld de radio rede beluisteren van minister Oud over dit inge wikkelde begrootingsvraagstuk, waarop wij t.z.t. nog wel terugkomen. Laat men in elk geval de cijfers noteeren. Dat vergemakkelijkt het volgen van de beschouwingen, welke in de toekomst aan een en ander zullen worden gewijd. Een nieuwe maatregel voor het platteland, welke past in het geheel van steeds grooter overheidsbe moeiing, is dezer dageh tot stand gekomen. Wij bedoelen de stichting eener graancentrale, in na volging van de vele andere „centrales", welke in den loop der laatste jaren het levenslicht hebben aan schouwd Deze Nederlandsche Graancentrale nu, zal wor den geleid door het bestuur van de Centrale Tar- weorganisatie, waardoor thans alle graanorgam- saties onder een en hetzelfde bestuur zijn vereenigd. Door deze stichting zal o.m. worden geregeld de steun aan de in Nederland verbouwde granen voor zoover deze niet vallen onder de Tarwewet of rog- gesteunwet. Het ligt in de bedoeling zoo weinig mogelijk in te grijpen in de gewone wijze van verkoop van die granen. De volgende weg is hier voor gekozen. Wederom hadden zij den nacht bij een nabij wonenden landheer met spel en wijn doorgebracht en keerden pas naar huis terug als de nieuwe dag was aangebroken. Buschbeck had veel gedronken; zijn hoofd gloeide en hij had weinig lust zijn huis binnen te gaan. De frissche morgenlucht deed hem goed en terwijl Plösznitz zich ter ruste had bege ven, liep hij het park in. Hij had echter geen oog voor den heerlijken schoonen morgen en de mil- lioenen dauwdroppels, die als diamanten schitter den op de grashalmen en als parels hingen aan de bladeren der boomen. Hij wist zelf niet hoe de gedachte aan zijn verloren levensgeluk zoo plot seling bij hem opkwam. Hij had op een zonnigen levensavond aan Dora's zijde gehoopt, doch bitter was hij teleurgesteld. Zij was zijn gade maar zij was hem geen stap nader getreden en haar hart bleef voor hem gesloten. Een gevoel van bitterheid steeg in hem op. Hij begreep Dora niet. Zij had hem haar hand geschonken, doch zij had hem nog nimmer vertrouwelijk en vriendelijk toegelachen. Zijn trots en zijn eergevoel waakte op in zijn binnenste. Had zij dan geen gevoel van dank baarheid, dat hij haar tot zijn stand had verheven? Was de naam, dien zij thans droeg, haar dan onverschillig? Hij staarde voor zich heen en lachte bitter op. Hij liep doelloos een zijlaan in en stond verrast en verwonderd stil toen hij Dora plotseling vlak voor zich zag staan. Eenigszins verbijsterd en inwendig van ergernis vervuld, staande hij haar aan. Zij was gekleed in een licht morgentoilet, om haar hoofd had zij een zwart kanten doek gewikkeld en donkerder blikten haar groote, ernstige oogen daar uit. Zij scheen minder verrast te zijn dan hij en in haar oogen lag iets verachtelijks. Haar blik verbitterde hem nog meer. „Hoe kom je hier?" vroeg hij heftig. Zij, die tot nu toe hun werk er van maakten van de landbouwers t% koopen of die voor hun landbou wers als vermaleïs van voor eigen verbruik be stemde voergranen optraden kunnen door de cen trale als zoodanig worden erkend. Tegelijkertijd wordt de als gevolg van de roggesteun plaats heb bende erkenning van roggehandelaren stop gezet. De Ned. graancentrale zal met haar arbeid aan vangen zoodra een voldoend aantal handelaren en verwerkers, molenaars, coop, maalbedrijven, men gers enz. zijn erkend. Vermoedelijk zal dit eind dezer of begin der volgende maand kunnen geschieden. Aan de handelaren en molenaars zal voor de aanbieding van in het binnenland verbouwde gra nen een zeker€ denaturatie-vergoeding worden ge geven. Het bedrag van deze vergoeding zal alsnog worden bekend gemaakt. Voorloopig geldt deze be paling alleen voor rogge. Met het oog op overgangs omstandigheden moet de regeling voor gerst nog eenigen tijd worden uitgesteld. Omtrent gerst zullen bepaalde overgangsmaatrgelen binnenkort worden bekend gemaakt. De regelingen, in verband met de tarwewet blij ven ongewijzigd. Ten aanzien van haver wordt voor alsnog geen nadere regeling getroffen. Voor de landbouwers, die van den hoogeren prijs willen profiteeren blijft de regeling heel eenvoudig. Zij kunnen hun granen verkoopen, voorloopig dus alleen rogge, aan de erkende handelaren en molenaars en ontvangen dan van dezen automatisch een hoogeren prijs. Het was Maandag 25 September, een belangrijke dag in de geschiedenis van de afsluiting en droog making der voormalige Zuiderzee: De afsluitdijk is vrijgegeven aan het verkeer, een feit, dat met offi- cieele plechtigheid gepaard is gegaan, waarbij een monument is onthuld, dat de beteekenis van het werk, op fraaie wijze symboliseert. Wij laten hieronder ter herinnering, de historie der afsluiting „in a nutshell" volgen: 14 Juni 1918: Wet tot afsluiting en gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee tot stand gekomen. 29 Juni 1920 te 12.05 uur: Eerste bak voor de afsluiting van de Zuiderzee gestort in het Amsteldiep. 31 Juli 1924 te 20 uur. Amsteldiep afgesloten Begin 1926. Verkeer over den Arüsteldiepdijk opengesteld, waardoor Wieringen met den vasten wal werd verbonden. Januari 1927. Begonnen met de afsluiting tusschen Wieringen en Friesland. 22 November 1931: Sluitgat in de Middelgronden dichtgemaakt. 28 Mei 1932 te 13.02 uur. Sluiting van het laatste sluitgat van den afsluit- i dijk, in den Vlieter. 23 Januari 1933. Weg over den afsluitdijk Wieringen-Friesland voor beperkt verkeer opengesteld, tegen bealing van f 1,00 en bae van het Nat. Crisis Comité. 25 September 1933 tet 17 uur: Plechige opening van den afsluitdijk. Aanbieding van het monument door de Maatschappij tot Uit voering van Zuiderzee wierken aan de Rereering. Aanbieding van plaquettes in de uitwaterings- I sluizen in den afsluitdijk door het Comité tot j oprichting van een gedenkteeken op den afsluit- dijk der Zuiderzee. B&aiieraïa&itl 'De aardbeving. 'Over de ramp die Midden Italië heeft getrof fen, melden de bladen het volgende: (Langzamerhand kan men zich een beeld vor men van den omvang van de aardbeving in de Abruzzen. Het ergst getroffen is het zuidelijk gedeelte van het hoofdgebergte nl. de Gr an Sasso in de Majellagroep. De nondom de Ma- .jellagroep liggende kleine dorpen schijnen groo tendeels te zijn verwoest. Uit Lama dei Pelignie worrden zes dooden en verscheidene gewoniien, gemeld. Ten Oosten van Sulmona zijn veel per sonen gewond. De telefoon en spoorwegverbin ding naar het Oosten is verbroken. Dora zweeg, doch koel en vastberaden zag zij hem aan. „Hoe kom je hier?" herhaalde Buschbeck zijn vraag nog luider. „Ben ik je rekenschap schuldig?" antwoordde) Dora op den meest kalmen toon. „Kan ik dezelfde vraag niet tot jou richten?" „Ik wil een antwoord op mijn vraag!" riep Busch- Een honende trek speelde om Dora's lippen. „Vraag ik dan. waar jij van nacht geweest bent?" antwoordde zij. „Ik wil een antwoord op mijn vraag!" riep de baron nog luider. Dora bleef volkomen rustig; dat zij geen vrees kende verrieden hare oogen duidelijk genoeg. „Ik zal je het antwoord geven, niet omdat je het verlangt, maar omdat ik geen reden heb, je de waarheid te verzwijgen", sprak zij. „Ik kon niet slapen, omdat ik van uur tot uur je terugkomst- verwachtte De morgen brak aan, het werd mij te benauwd en te eng in de kamer, ik verlangde naar buiten, naar de frissche morgenlucht en ging naar het park. De dienaar had je kunnen zeggen, waar ik was, wanneer je 't hem gevraagd had. Heb je t hem gevraagd?" „Neen," antwoordde Buschbeck. niet zonder een gevoel van verlegenheid, want hij wilde hij niet zeggen, dat hij den geheelen nacht was weggeweest en het huis nog niet had betreden. Hij stond echter den rustigen blik zijner vrouw uit. „Wensch je nog iets? vroeg Dora. Hij antwoordde niet direct en de jonge vrouw wilde verder gaan om zich naar huis te begeven. „Dora, blijf nog een oogenblik!" riep Buschbeck. De jonge vrouw bleef staan en zag den baron vragend aan. „Wat wil je?" vroeg zij koud. De toon waarop zij dat vroeg sneed hem door de ziel, zijn roes verdween. Hij had.haar zoo innig lief gehad en hij beminde haar nog. „Je vraagt niet, waar ik geweest ben?" sprak hij. „Waarvoor? Je hadt mij gistermiddag toch kun nen zeggen waar je heen ging; je hebt het niet gedaan, en je zult er dus wel een reden voor heb ben gehad, dat je dit niet hebt gedaan." „Ik had er geen reden voor. Weet je wat mij het De stormramp. Honderden dooden en gewonden. In veertig jaar is het land niet door zulk een grroote ramp getroffen als thans het Noord- Oosten van Mexioo. Orkaan en overstroomingen xhebben verwoestingen van onge kenden omvang xaangericht. Voor het economische leven van Mexico is het een zware slag, dat vooral de zeer groote pe- troleumhaven Tampico in het centrum van het geteisterde gebied ligt. Bij de instorting van het ziekenhuis dat overvol was, zijn niet minder dan 87 personen om het leven gekomen. De stad vormt een ware ruine en daar de verbindingen/ slechts langzaam hersteld kunnen worden, is het moeilijk een goed overzicht van den omvang der ramp te geven. i De voorsteden van Tampico zijn al evenmin gespaard gebleven als het nabijgelegen gebied. De leden van twintig huisgezinnen, die tot aan den hals in het water stonden hebben zich door het woeststroomende water van de buiten haar oevers getreden rivieren Panuco en Tamesi een weg moeten banen. Zij hadden een zware wor- steling te doorstaan doch konden tenslotte ge- ree worden en naar Tampico worden overge- I bracht. (Het staat thans officieel vast, dat twee trei nen met passagiers en twee goederentreinen., die op weg waren van Cardenas naar Tampico, zijn verdwneen. Men is er tot nu toe niet in geslaagd een spoor van deze treinen te vinden. Alle ste-< den langs de rivieren Panupo en Tamesi en 'het Carpinteromeer zijn vernield. Militairen en bur gers trachten de honderden te red]ten die zich in nood bevinden. Men acht het steeds waarschijn lijker dat duizenden zijn omgekomen en gewond Volgens een bericht uit Vera Cruz bedraagt het aantal dooden en gewonden te Tampico circa vijfhonderd. Pipppp^: Een copie van hat Kremlin voor de film. De Engelsche filmtechniek gaat met rassche schreden vooruit en begint reeds groote films te fabriceeren. Thans is een Engelsch filmgezelschap er mede belast, een copie van het Kremlin (Mos kou) op te bouwen voor een film over Czaar Peter IH en Katharina II, in welke Douglas Fair banks Jr. de rol van den Czaar vervullen zal. Hier boven ziet men den bouw van het Kremlin voor de film. ^ieiiwsfljciiEigen Onder een auto geraakt. Gistermiddag is de heer P. A. Erkens, te de Bildt, schilder van beroep en oud ongeveer 55 huis uitdreef en mij zoolang deed wegblijven?" „Hoe zou ik dat kunnen weten?" „Jij jij!" riep Buschbeck bewogen en opgewon den. „Ik?" vroeg Dora zeer verwonderd. „Ja jij je koelheid, je afgetrokkenheid, je je liefdeloosheid. Nog heb ik geen vriendelijk lachje van je ontvangen, geen enkele warme blik, steeds harde, bijna hatelijke trekken op de gezicht, zoo dikwijls als ik je zag, van het oogenblik af. dat je de mijne werd, elke kleine attentie die ik je bewees, ontving je met koelheid en onverschillig heid; elk vertrouwelijk gesprek smoorde je door je ironische en honende trekken, die zich op je gelaat vertoonden. Met een diep gevoel van innige liefde voor je jubelde het op in mijn hart toen ik je als de mijne mijn. huis binnenleidde; ik droomde van geluk, doch deze droom is een waanzinnige dwaas heid geweest, een leugen, anders niet. Ik weet, dat ik mij niet bedrieg en die zekerheid jaagt mij voort en deed den drang in mij ontwaken mijn vergetelheid in den wijn te zoeken. Dat is het dat is het Hij had deze woorden in hoogst opgewonden stem ming geuit en wilde daarna Dora's hand vatten, doch zij trok deze terug. „Je hebt mij gedwongen je vrouw te worden en ik ben die geworden." antwoordde zij. „Heb je recht mqpr te verlangen? Geen woord van verwijt is nog over mijn lippen gekomen, maar je kunt toch niet van mij verlangen, dat ik zoo snel ver geet." „Ik heb je niet gedwongen de mijne te worden riep Buschbeck. „Uit vrijen wil heb je mij je hand geschonken." Een spottende lach wer dop Dora's gezicht zicht baar. „Noem jé dat uit vrijen wil, wanneer je bij mijne weigering dreigde mijn vader in het verderf te storten?" „Je vader in het verderf te storten? Ik begrijp je niet." „Je schijnt een slecht geheugen te hebben. „Dora, ik begrijp je niet! Spreek! Spreek!" Zoo drong Buschbeck opgewonden aan. „Ik kan niet zeggen, wat mij zoovele droevige oogenblikken heeft bezorgd." iaaf' «a® gereden door een auto niet het nood lottig gevolg dat E. aan de bekomen wonden is overlieden. f Erfcens reed per fiets op den U trSchtscchen weg en stak volgens ooggetuigen plotseling zonder het daarvoor noodzakelijke verkeersteeken te ge ven, den weg over om de Kierklaan in te rijden. De man bekwam een schedelbreuk en is tijdens het transport per ziekenauto naar de Rdjksklinie ken te Utrecht overleden. Op de begrooting van het Departement van Sociale zaken komt een post voor, uitgetrokken tor uitvoering van plannen, welke reeds in ver- gevorderden staat van voorbereiding zijn, om tuinders naar Canada te doen emigreeren. Het be treffende bedrag is 19.000 gulden groot. Het „Handelsblad" schrijft omtrent deze be- grootingspost het volgende: Deze begrootingspost heeft de aandacht ge trokken en omdat in de Memorie van Toelich ting tot de begrooting van genoemd departe ment geen nadere mededeelingen dienaangaanjde worden gedaan, hebben we ons licht eens opge stoken en we vernamen toen het volgende Op vorige begrootingen kwam de laatste ja ren een verzamelpost voor emigratie voor welke het vorige jaar nog aanzienlijk grooter was dan thans de verschillende desbetreffende posten te zamen. Teneinde evenwel de leden van de Staten Generaal een zoo zuiver mogelijk inzicht in de begrooting voor 1934 te geven, heeft de minister zooveel mogelijk gespecificeerd. Hierdoor komt op do begrooting ook deze post vöor emigratie naar Canada tot uiting. Dienaangaande vernamen we, dat het 'een rege ling betreft welke in vrij vergevorderden staat van voorbereiding is. Ze omvat een groot plan, tot het in exploitatie brengen van een veenpolder, niet ver van Toronto gelegen, waarop door de stichting Landverhuizing optie is verkregen voor het bezetten van 150 bedrijven in den loop der jaren. Deze polder is ca. 3000 ha. groot. Se dert enkele jaren bevinden zich eenige Nederland sche tuinders op deze gronden en die hebben tiaar oen bedrijf kunnen stichten hetgeen hen tot op dit oogenblik een behoorlijk bestaan verzekert. Wanneer de uitwerking van de plannen naar tevredenheid verloopt, zal het waarschijnlijk mo gelijk zijn het volgend jaar dus in 1934, 19 fami lies naar Canada te doen emigreeren. Aanvanke lijk was voor het beoogde doel een veel grooter bedrag aangevraagd, doch de noodzakelijke be zuiniging deed ook hierop korten. Do bedoeling is fntusschen in 1935 22 fami lies of zoo mogelijk nog meer te doen emigree- rren. Een en ander hangt niet alleen af van de afzetmogelijkheden in Canada, maar bovendien van de zekerheid, welke men hier te lande moet hebben dat de emigreerende tuinders in Canada een bestaan zullen hebben. Het zal wel duidelijk zijn, dat de emigratie- kosten aanzienlijk hooger zijn dan het bedrag,' dat thans op de begrooting is uitgetrokken. Men hoopt dan ook, dat tuinders, die zou)ten willen emigreeren, zelf het benoodigde geld zoo veel mogelijk kunnen fourneeren. De stand van zaken ten deze is op het oogenblik zoo, dat tus schen N ederland en Canada nog onderhandelingen gaande zijn en dat anderzijds o.a. in Noorlihollanjd poolshoogte wordt genomen naar gegadigden. Uit deze uiteenzetting blijkt wel, dat men zich van de emigratiemogelijkheden van Neder landsche tuinders naar Canada geen gouden ber gen moet voorstellen. Uiteraard zijn de mogelijk heden ook daar beperkt, doch die er zijn openen een gunstig perspectief, zoo "deelde men ons te bevoegder plaatse mede. Vandaar, dat men 'ie gelegenheid ook niet voorbij laat gaan. „Ik verlang het! Spreek!" ,,Noem je dat dan geen dwang toen je dreigde mijn vader in de gevangenis te zullen doen opslui ten omdat je een door hem vervalschten wissel in handen had?" „Ik begrijp je nog steeds niet, riep de baron met de rechterhand over zijn voorhoofd strijkende. „Ik heb nooit een wissel van je vader in handen ge had ik heb nooit een dergelijke dreiging geuit! Dora, wie heeft je dit gezegd?" De jonge vrouw was bleek geworden. Het vermoe den kwam bij haar op, dat zij bedrogen was bedrogen door haar eigen vader. Zij moest alle krachten en haar zelfbeheersching inspannen om niet in onmacht te vallen. „Wie heeft je dit gezegd?" herhaalde de baron zijn vraag. „Mijn vader," antwoordde Dora bijna onverstaan baar. „Hij hij!" sprak Buschbeck over zijn geheele lichaam bevende. „Hij heeft je kunnen bedriegen? Hij heeft het gewaagd mij te belasteren en te be driegen? Deze huichelarij en valsche streek had ik hem niet toegedacht. Maar ik zal hem reken schap vragen over die onmenschelijke daad; in mijn tegenwoordigheid zal hij tegenover jou moeten ver klaren, dat alles gelogen is, dat ik nooit één woord met hem heb gesproken om je jawoord af te dwin gen!" „Plösznitz was bij hem," verzekerde Dora om haar vader te verontschuldigen. „Ik vrees, dat hij „Dat hij je vader tot die schurkenstreek heeft verleid!" zoo onderbrak Buschbeck zijn vrouw. „Ha! Hem hem heb ik in mijn macht! Het ziet hem aan, dat hij daartoe in staat is, maar hij heeft zich intusschen verrekend! Ik zal hem vragen, en wanneer, wanneer Hij voleinde den zin niet en wilde zich snel ver wijderen. Dora legde haar hand op zijn arm en hield hem terug. „Ga niet te ver," bad zij. „Te ver! Kan ik tegenover een schurk te ver gaan? Doch wees gerust, ik zal niet verder gaan, dan hij verdiend heeft! O, nee nu begrijp ik zoo veel, hetgeen mij duister toescheen!" (Wordt vticolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Langedijker Courant | 1933 | | pagina 4