De Regeering over
DE ANARCHIE OP JAVA
KIESWETWIJZIGING
VAN MOOK EN SOEKARNO
Nieuw NoordKollandscH Dagblod
3
in verregaanden staat van voorbereiding
De financieele verhouding
tusschen Rijk en gemeenten
De zuivering van
kunstenaars
En de positie van het
Britsche bezettingsleger
Donderdag 13 December 1945
Er zijn geen teekenen, dat de republi
keinen in staat- zijn, maatregelen tegen
over den algemeenen nood te nemen.
QE TOESTAND OP JAVA heeft zich thans zoo ontwikkeld,
dat achter de intellectueele leiders van de Republiek In
donesia de door de Japanners ideologisch bewerkte en gemili
tariseerde jeugdbeweging in handen is gevallen van de meest
extreme groepen en deze, gedreven door radicale, sociale en
radicale instincten, een toestand van anarchie heeft geschapen,
die tot dusverre telkens aan de controle van het regime is
ontsnapt, zegt de Regeering in haar Nota aan de Tweede
Kamer. De Japansche wapenvoorraden zijn vootal in Midden-
en Oost-Java practisch volledig aan de Indonesiërs overge
dragen en voor het meerendeel in handen van extremisten en
rampokkers geraakt. De gevolgen voor de over vele plaatsen
verspreide krijgsgevangenen- en interneeringskampen werden
in hooge mate dreigend; die voor de in vrijheid verspreid
levende Indo-Nederlanders en ook wel andere groepenzeer
ernstig en soms fataal.
Dat de nationalistische vrij
heidsdrang practisch alle ontwik
kelden en een groot deel van het
volk beheerscht, is al wel dade
lijk duidelijk geweest. De verove
ring van Java, de wegvaging van
alle Nederlanders uit het openba
re leven, het betrekkelijk zelf
standig rondwerken der Indone
siërs in openbaren dienst en par
ticulier bedrijf, hebben de gees
ten diep en blijvend beïnvloed. De
onbevredigende gang van zaken
bij de herbezetting heeft boven
dien veroorzaakt, dat de noch
tans bij'velen bestaande begeerte
om bij het herstel weder de lei
ding der Ned.-Indische regeering
te aanvaarden, niet tot uiting kon
komen of is verdwenen.
Niet zoo dadelijk is een goed in
zicht verkregen in de diepgaande
sociale omwenteling
die onder het Japansche beheer
is in gang gezet en nog steeds
verder doorvreet. De Japanners
hebben door talrijke maatregelen
het gezag van vorsten en prijajies
en zelfs van de dorpshoofden on
dermijnd. De algemeene nood
heeft de dorpsbevolking op drift
doen slaan, het rooverswezen
kreeg daardoor ongekende uit
breiding. De militaire jeugdorga
nisaties schuiven alle gezag opzij
ook dat van de republiek en
leven op kosten van den boer die
zelfs het planten gaat verzuimen.
Zeer ernstig is ten slotte, dat
de stuurloosheid der jeugd en
de wanhoop der armoede niet
alleen in nationalistische ex
cessen zich ontlaadt, maar
ook in religieuze. In Bantam
en Cheribon met name heeft
de revolutie 'n fel Moslimsch
karakter. Christenvervolgingen
komen over het geheele land
voor.
Het bestuursapparaat. reeds
door de Japanners van zijn beste
elementen beroofd, viel in vele
streken b.v. Bantam en Java's
Noordkust zoo goed als weg.
Elders mist het alle gezag over
de extremistische vrijscharen.
De Britsche bevelhebber had de
bevoegdheid om ter bescherming
der geïnterneerden en krijgsge
vangenen en om redenen van
menschelijkheid zijn 'strijdkrach
ten zoo noodig ook buiten de
„perimeters" dpr kustplaatsen aan
te wenden. Van medio October af
is zulks geschied.
De eigenaardige situatie
te Batavia vereischt afzonderlijke
bespreking. Behalve enkele ge
bouwen, welke door de Neder-
landsche en de Britsche autori
teiten zijn geoccupeerd, bevinden
zich de regeeringskantoren nog
steeds in handen van personen
uit den kring der „republiek In
donesia". Hetzelfde geldt voor de
openbare diensten, incl. telefoon
dienst. Overneming daarvan zou
alleen tot gevolg hebben desertie
van het inheemsche personeel het
welk het niet zou kunnen wagen
aan het werk te blijven wegens
de extremis.ischa terreur.
De onveiligheid manifesteert
zich hierbij in een van haar
schadelijkste gedaanten, haar
meest tragische uitdrukking
vindt zij echter in de verdwij
ningen van ruim 600 personen,
die gemeld zijn. Het is begon
nen met het wegvoeren van
een aantal Indonesiërs. Later
werden Europeanen het slacht
offer, zoowel kinderen als ou
deren, en ook een groot aantal
Japanners.
Zoodoende is het contact met
Indonesiërs dan ook buitenge
woon moeilijk, omdat dit door
de extremisten als compromit-
teerend voor de betrokken In
donesiërs wordt aangemerkt en
zij hen openlijk of bedekt be
dreigen met roof, moord en
brandstichting bij elke aanra
king met de Nederlanders.
De moeilijkheden zijn
nog verzwaard
door de minder gunstige voedsel
positie, waartoe ook de voedsel-
boycot zijn deel bijdraagt die door
extremistische terreur in gang
wordt gehouden. Er wordt met
den komenden oogst een groot
rijsttekort verwacht.
Er zijn geen teekenen, dat de
-epublikeinen in staat zijn maat
regelen tegenover den algemeenen
nood te nemen. Het geldwezen
blijft in schromelijke verwarring.
Van een ordelijke belastingheffing
of van een geordend financiewe
zen in het algemeen kan onmoge
lijk sprake zijn-
Van de toestanden op de bui
tengewesten kan nog geen aan
eengesloten beeld worden gegeven
doch wel kan in algemeenen zin
worden vastgesteld, dat de situa
tie niet dermate ontwricht is ge
raakt, als zij op Java is geworden
en dat met name ernstige ongere
geldheden, zooals in de afgeloo-
oen weken op Java hebben plaats
gehad, daar niet zijn voorgeko
men.
Verrader ter dood
veroordeeld
De Belgische krijgsraad heeft
den 83-jarigen Beljaers uit St.
Truiden ter dood veroordeeld
Beljaers was een Nederlander,
die de Belgische nationaliteit ver
wierf. Hij was reeds activist tij
dens den vorigen oorlog en oefen
de tijdens de bezetting in een ko
lenmijn te Genk een waar schrik
bewind uit Hij verraadde 16 Bel
gen en werd als lid der SS door
zijn omgeving ten zeerste ver
dacht.
A AN HET SLOT van de Nota aan de Tweede Kamer doet de
Regeering eenige mededeelingen over de kieswet, de nood-
gemeenteraden, de Provinciale Staten, e.d. Het wetsontwerp tot
wijziging van de kieswet, zoo wordt gezegd, is in verregaande staat
van voorbereiding. Gehoopt en verwacht wordt, dat dit voor
het einde van het jaar aan de Tweede Kamer kan worden aan
geboden.
zins mogelijk, den dag voor de
stemmingen voor de Provinciale
Staten te doen samenvallen met
dien voor de Tweede Kamer. De
bijeenroeping van de Provinciale
Staten zal met inachtneming van
de in de Provinciale wet gestel
de termijnen zoo spoedig moge
lijk te verwachten zijn.
In art. 15 van het besluit van
12 April 1945, houdende vast
stelling van het besluit tijdelijke
voorziening gemeenteraden is
onder verantwoordelijkheid van
het vorige kabinet een taakver-
deeling aangegeven tusschen den
Raad en B. en W. De regeering
is van meening, dat de wensche-
lijkheid tot wijziging van dit
artikel zich niet aanstonds doet
voelen.
De hierbedoelde delegatie van
bestuursbevoegdheden was in
hoofdzaak reeds mogelijk in de
gemeentewet, zooals deze luidde
voor 10 Mei 1940. Behoudens de
delegatie van bestuursbevoegd
heden van den Raad aan B. en
W. zijn de bevoegdheden van
den Raad dezelfde als vroeger.
Provinciale Staten
Volgens de 'in voorbereiding
zijnde wijzigingen van de kies
wet en de Prov. wet is de dag
der candidaatstelling voor de
verkiezing van de leden der
Provinciale Staten de tweede
Dinsdag van April 1946.
Beoogd wordt indien eenigs-
Gemeentefinanciën en
financieele verhouding
Het behoeft geen uitvoerig be-
tooog, dat het niet mogelijk is,
een als duurzaam bedoelde her
ziening van de financieele ver
houding tusschen het Rijk en de
gemeenten tot stand te brengen
zoolang onzekerheid bestaat ten
aanzien van de vraag niet alleen
welke belastingen uiteindelijk
ten behoeve van de financiering
van de publieke huishoudingen
zullen worden geheven, maar
ook welke opbrengsten deze be
lastingen zullen afwerpen.
Behalve op de belastingin
komsten moet ook volle nadruk
gelegd worden op de gemeente
lijke uitgaven. Na vijf jaren be
zetting en gedwongen verwaar-
loozing eischen tal van zaken
dringend voorziening.
De Regeering is overtuigd
van het eminente belang van
een spoedige gezondmaking
van de gemeentefinanciën als
conditio sine qua non voor
herstel van een normaal ge
meentelijk leven, hetgeen
mede in de troonrede tot uit
drukking kwam. Binnenkort
kan de instelling van een
commissie worden tegemoet
gezien, welke de regeering
te dezen aanzien zal hebben
te adviseeren.
Zoolang de arbeid dezer com
missie niet tot resultaat heeft
geleid, is de regeering voorne
mens de gemeenten de behulp
zame hand te blijven bieden, bij
het overbruggen van de tekorten.
De nood van 's rijks schatkist
dwingt hier intusschen tot be
perkingen. Sedert 1941 is het
dan ook niet langer mogelijk
gebleken de tekorten der ge
meenten in beginsel integraal
voor rekening van het Rijk te
nemen.
KI ADAT de Regeering eenige
1 mededeelingen heeft gedaan
over het vervoer, zij koestert
plannen voor eenig vervoermono-
polie en over de scheepvaart,
releveert zij in haar Nota aan
de Tweede Kamer een en ander
over de zuivering. Binnenkort zal
een voorstel inzake wetttelijke
regeling met betrekking tot de
zuivering van kunstenaars wor
den ingediend
VOLKSVERZEKERING
INZAKE de sociale verzekering
deelt de Regeering in haar No
ta aan de Tweede Kamer mede.
dat gewerkt wordt aan voorstel
len tot herziening en uitbreiding,
op den grondslag van een volks
verzekering, uit te voeren door
gewestelijke sociale raden. Over
leg met belanghebbenden is gaan
de De commissie, welke hieraan
werkt, betracht den meest mo-
gelijken spoed.
Het vraagstuk van de po
sitie van de ouden van dagen
heeft hierbij de bijzondere
aandacht
De Luitenant Gouverneur Ge
neraal (dr. van Mook red.)
heeft uiteraard geen gelegen
heid verzuimd om bij de Brit
sche autoriteiten begrip te
wekken voor het Nederland-
sche standpunt, dat de op Java
en elders ontstane situatie meer
effectieve actie, daadwerkelijke
handhaving der orde in Bata
via en het bezetten van meer
dere plaatsen in het binnen
land vereischte, zoo zet de Re
geering in de Nota verder
uiteen.
Bij de voorbereiding van het
contact met de voornaamste
nationalistische leiders had de
Luitenant Gouverneur Gene
raal uitdrukkelijk doen weten
aan ir. Soekarno, dat hij voor
ons onaanvaardbaar was en
dus overleg met hem onvrucht.
baar
Een verdere toespitsing van
ons standpunt leek over het doel
heen te schieten en bovendien
onder de omstandigheden van het
oo'genblik men zat midden in
de zeer ernstige moeilijkheden
te Soerabaja onaanvaardbaar
voor den militairen bevelhebber.
Daarom heeft dr. van Mook, toen
ir. Soëkarno op 31 October on
aangekondigd toch ter conferen
tie verscheen, zich niet gerech
tigd geacht hem terug te wijzen
en daarmede het contact te doen
afspringen. Hij heeft echter geen
actief aandeel aan de bespreking
genomen.
Een uitvoerige regeeringsver-
klaring, die bestemd was in de
licht verbeterde condities in Ba.
tavia het algemeen te bereiken
en niet slechts de leiders, ver
scheen op 6 November.
Voor de Regeering ligt het pro.
bleem aldus, dat vooreerst zij er
van is uitgegaan om met een ge
zond Indonesisch nationalisme
samen te werken en zij daartoe
bereid blijft, vervolgens dat nog
steeds geen eervolle poging mag
worden verzuimd om de blinde
machten te beteugelen, die Java's
lot en dat onzer weerlooze land-
genooten in handen hebben ge
nomen en voorts dat noodzake
lijk de voorwaarden moeten wor
den geschapen, die den Britschen
bondgenoot tot doeltreffend han_
delen tegen extremistische exces
sen in staat moeten stellen.
Bij de beoordeeling van de
voor ons stellig niet geheel
bevredigende situatie is het
noodig rekening te houden
met de positie der Britsche
regeering tegenover het
eigen volk en de publieke
wereldopinie. Door den loop
der gebeurtenissen is het
zij herhaald het probleem
van de liquidatie van den
oorlog tegen Japan vervloch
ten geraakt met in aanleg
interne staatkundige moei
lijkheden van Ned. Indië,
waarin het voor onze bond-
genooten uiterst ongelegen
komt betrokken te raken.
Uit het feit, dat onze Britsche
bondgenooten niet geaarzeld
hebben onder voor hen bijzon
der moeilijke omstandigheden
hun in Nederlandsch Indië in te
zetten troepenmacht tot het hui.
dige niveau op te voeren, blijkt,
dat zij voornemens zijn zooals
trouwens de heer Bevin in zijn
rede voor het Lagerhuis deed
uitkomen de hun door het ge
allieerde opperbevel toebedeelde
taak tot het einde toe uit te voe
ren. De op 6 December te Sin
gapore gevoerde besprekingen
onder leiding van Lord Louis
Mountbatten zullen, naar wij
hopen, blijken van groot prac
tisch nut te zijn. Het is echter
niet in 's lands belang daarom
trent gedetailleerde mededeelin
gen te doen.
Wat de politieke gedrags
lijn betreft
is de regeering niet te schokken
in haar streven om de deur open
te houden voor constructief over-,
leg met die personen uit de Indi.
sche samenleving, die met de
Indische regeering een nieuw
tijdperk willen ingaan van poli
tieke, economische en sociale
ontwikkeling, waarbij gerecht,
vaardigde Indonesische aspira
ties ten volle bevrediging zullen
vinden.
Omtrent de militaire vooruit
zichten meent de regeering zich
op dit oogenblik niet te mogen
uitlaten. Wel moge de Kamer
zich realiseeren, dat het militaire
probleem zwaar is.
,De evacuatie.
Het evacuatie-vraagstuk groeit
snel in afmetingen en urgeiï-
tie. De omringende landen
zullen relatief weinigen kun
nen opnemen. Repatrieering
naar Nederland zal in hoofd
zaak en zeker voor vrouwen
en kinderen de oplossing moe
ten -zijn, waarvoor nu alle
krachten worden ingespannen.
Omtrent hetgeen te dier zake
reeds gedaan of in voorberei
ding is, moge het volgende
worden medegedeeld.
Gerekend wordt thans op de
thuisbrenging van 50.000 per
sonen tot einde Februari 1946.
De regeering ziet de repatriee-
rina als een regeeringszaak,
waarbij zij uiteraard volgaarne
de meest mogelijke medewer
king van particuliere zijde
aanvaardt.
De organisatie van het trans-
oort Ned. IndiëNederland is
opgedragen aan den Repatriee-
ringsdienst van het Militair
Gezag, welke intusschen in
verband met de voorgenomen
opheffing van het Militair Ge
zag is overgegaan naar het de
partement van Overzeesche
Gebiedsdeelen.
De verdere verzorging der
gerepatrieerden valt onder de
taak van het Centraal Bureau
voor de verzorging van oor
logsslachtoffers (C.B.V.O.).
De minister ontveinst zich
geenszins, dat het beeld, in de
ze Nota geteekend, over hei
algemeen nauwelijks voldoen
de bevrediging kan brengen.