Twee en dertig nieuwe Kardinalen
SINT STEPHANUS
de eerste martelaar
wondere Ongekende, dat hun
was beloofd.
Dan praatten ze er over en
Maria wist, dat het komen ging
en daarom glimlachte ze en had
teen hinder van de vlucht en het
oude verdriet.
Hoog in de lucht bromden de
machines steeds maar door en
menig piloot dacht aan thuis, aan
het Kerstfeest en aan de blije
herinneringen van de voorbije
jaren. Als hij zoo dacht, moest hij
norsch alles van zich afgooien,
want onder zijn kist hing de dood
en zocht de plek, waar hij zou
neervallen: de oogst van verdriet
en vele tranen.
De onbegrijpelijke plicht van
een jongen piloot.
Zoo dacht ook Johnny Richards,
terwijl hij vloog over de witte
aarde, boven hem belichtten de
sterren den koers naar het on
bekende land. Nu in dezen Kerst
nacht hoog in de lucht te hangen,
wat zou dat goed zijn als alles
gewoon was. Niet als soldaat,
maar als mensch, die droomt van
de diepte van Kerstmis.
Johnny had wel even vreemd
gekeken, toen ze het bevel kre
gen een vlucht te maken naar
vijandelijk gebied. En ook zijn
collega's keken elkaar aan. Het
was toch Kerstmis. Maar verder
niets. Gedachten worden niet al
tijd goedgevonden en zeker niet
van een soldaat.
Daarom waren ze stil in hun
vliegtuigen gekropen en hadden
alles wat met oorlog te maken
had gevloekt. Maar wat hielp het
En nu trokken ze door de ein-
delooze sterrenlucht en dachten.
Soms zeiden Johnny en zijn
tweede piloot wat tegen elkaar.
Een paar onbelangrijke dingen,
die de stemming nog meer be
koelden en dan rookten ze een
cigaret of kletsten over de laatste
films en bals. Alles, om die
vreemde gedachten van zich te
kunnen afzetten. Het lukte niet.
Steeds weer kwamen ze op het
Kerstfeest terug.
„Wat zou jij doen als je thuis
was?"
„En jij?"
„Och, precies als ieder jaar.
Een nachtdienst en dan het ge
zellige familiefeestje er achter
aan met een gevoel van een rijk
bezit."
„En straks, als je terugkomt,
Johnny, gaan we het dan nog
vieren?"
„Tuurlijk met punch en cham
pagne, weet je wel. Maar laten
we niet aan straks denken. Ik
wou, dat ik hier kon blijven zwe
ven en niets meer met dien hee-
len rommel te maken had. Over
een paar minuten gooien we
weer de ellende over de mensch
en dan lachen we en zeggen: alle
doelen getroffen. Dan vinden we
ons zoo flink en dapper. Een prfar
gaan er naar beneden als een
vuurpijl. Je kijkt, wie het zijn en
zegt: jammer voor ze. Maar zoo
lang als je er zelf niet bij bent
geloof je het wel, vliegt rustig
naar huis en probeert te ver
geten."
„Ja kerel, zoo is het, maar wat
heb je er aan, om er over te
zaniken. Straks nemen ze ons te
grazen en dan lachen zij."
„Het is even goed hopeloos, dat
we juist dezen nacht moesten
gaan, je weet net hoe gevoelig ik
voor dit soort dingen ben, een
soort kinderachtige idee van me."
In de verte hingen de licht-
kogels in de lucht en zagen ze
de branden, die hun voorgangers
al gemaakt hadden. Die richting
uit dus. Oké.
IN HET BLOED van den hei-
ligen leviet Stephanus „wijdt
de Kerk de eerstelingsvrucht
van het martelaarschap" aan
den Koning van de martelaren
toe. Bisschop Fulgentius (533)
spreekt er van in het brevier:
Om de kroon van zijn.naam te
bemachtigen, streed Stephanus
met de wapenen der liefde en
behaalde overal de overwin
ning. Door de liefde tot God
werd hii door de woest drei-
ge_nde Joden niet overwonnen,
door de liefde tot zijn naasten
bad h(j voor hen, die hem stee-
nigden. Door de liefde ver
maande hij de dwalenden, dat
zij zich zouden bekeeren, door
de liefde bad hij voor hen, die
hem steenigden, dat zij niet
zouden worden gestraft. Steu
nend op de macht van de lief
de overwon hij den razenden
Saulus en die op aarde zijn
vervolger was geweest, werd
in den hemel zijn metgezel.
En beneden in den stroom van
Vluchtelingen en bedroefden trok
ken Maria en Joseph van huis
tot huis, waar niemand meer een
klein plaatsje had. Ieder was blij
ergens te kunnen binnenkomen.
Tot het paar eindelijk een klein
schuurtje kon binnengaan, dat
voor vee werd gebruikt en waar
de kippen hun vergaderplaats
hadden.Hier hadden ze tenminste
onderdak en konden ze rustig af
wachten. Want Maria had in een
stil gefluister het heilig oogen-
blik voor haar aan Joseph ver
teld en dejarom was hij blij hier
te kunnen rusten.
Zij baden, omdat het hun werd
ingegeven want het uur naderde.
Het uur, dat voor iedere moeder
het grootste is van haar leven en
dat ook Maria was voorzegd in
vele woorden en schrifturen.
De vliegtuigen trokken verder.
Steeds meer branden kwamen er
en steeds meer vuurpeilen zag
Johnny naar omlaag schieten. En
in zijn melancholieke stemming
kon hij niets anders denken dan:
Zalig Kerstmis, boys.
Met een moedeloos gezicht zat
hij achter het stuurbord, gaf aan
wijzingen door de microfoon en
hoorde de gegevens van zijn
waarnemer. Ze kwamen dichter
bij, dus was het opletten. Hier en
daar hoorden ze 't geluid van
schietende jagers en om zich
heen spatten de lichtkogels uit
elkaar. Er waren granaten bij,
de tweede meldde kanonvuur.
„Ga je gang", bromde Johnny.
Hij was afwezig en dacht aan
Kerstmis.
Steeds meer jagers in de buurt,
het schieten werd duidelijker en
intenser. Nu ook op de kist vóór
de hunne.
Peter, geef de lui achter een
seintje", verzocht Johnny.
„Goed, we zullen ze wel ont
halen op een frisch bad."
Nog even en dan moest hij het
commando aan den waarnemer
doorgeven, om te gooien. Nu al
les maar wegslikken en alleen
denken aan zijn werk. Maar wat
moesten die kerstboomen vóór
hem beteekenen, allemaal kaars
licht en vlammetjes. „Stel je niet
aan", vloekte hij bij zichzelf. En
daar die figuren, die zweefden
in de lucht. „Idioot, zooals een
mensch het op zijn zenuwen kon
krijgen. Was het maar vast af-
geloopen."
Nu waren ze er, Johnny helde
over naar de microfoon, om be
ter te kunnen praten, toen ineens
een schreeuw achter hem. „We
zijn geraakt, branden, we moeten
er uit. Good luck, boys."
Maar Johnny merkte niets, want
op hetzelfde oogenblik voelde hij
een kleine prik in zijn borst en
zakte zachtjes voorover. Een ver
geroezemoes van stemmen en een
windvlaag van een opengetrok
ken', cabinedeur. „Ze springen",
dacht Johnny nog, „Zalig Kerst
mis". Dan niets meer, maar voor
hem zweefden figuren, hij keek
scherper. Zie je wel, allemaal
engelen, die zongen met een blij
en gelukkig gezicht. En overal
licht en zon en vele zingende
stemmen, die een Kerstlied ju
belden. Johnny hoorde en lachte.
Hij voelde zich hooger zweven
en opgenomen in de groote scha
re van zingende engelen en
hoorde zichzelf het Gloria in
excelsis Deo neuriën. Dan niets
meer, afgeloopen, Johnny ging
den vrede binnen.
Beneden in een kleine schuur
lag Maria met een verheerlijkten
glimlach op haar lippen en zacht
jes bad zij om de groote ver
rukking, die zij mocht ontvangen
bij het kleine wezentje, het lang
verwachte Kerstkindje. Joseph
bad voor allen, die bedroefd wa
ren en vluchtten. Hij bad om den
Kerstvrede.
TON VAN DEN HOUTEN
BIJ DE KERSTPLAAT
Bij de Kribbe van Bethlehem, de
Drie Koningen komen het God
delijk Kind aanbidden. Reproduc
tie naar het schilderij van
Bernardino Luini.
Aan Zijne Eminentie Kar
dinaal Dr. J. de Jong.
Onze eerbiedige hulde bren
gen wij, in blijde dankbaarheid
nu wij in U weer mogen be
groeten „Onzen" Kardinaal.
In Uwe Eminentie heeft de H.
Vader ook Nederland, het Epis
copaat en heel de Kerkprovin
cie een blijk gegeven van Zijn
hooge tevredenheid. Wij zullen
het ons waardig toonen door
onze eerbied en getrouwheid
aan Paus en Bisschoppen.
G. KUIJS,
Deken van Schagen
LIET COLLEGE VAN KARDINALEN is weer voltallig. Het
Consistoriedat Zondag in Vaticaanstad is gehouden, was
wel een gebeurtenis van zeer bijzonderen beteekenis, zoowel
door het groote aantal benoemingen als door den aard daar
van. Een bijzondere gebeurtenis aan den vooravond van het
Kerstfeest! Meer dan vroeger nog zal in het bestuur der Kerk
uitkomen, hoe de Katholieke Kerk niet alleen een universeelen
plaats inneemt in de familie aller volkeren, maar ook hoe het
Wereldcentrum Rome leeft in het hart van „alle volken, stam
men en talen." Met belangstelling wachten wij af, wat de H.
Vader in Zijn Kerstboodschap over de beteekenis van deze
benoeming zal zeggen.
VOOR DE EERSTE MAAL zal
het College van Kardinalen
weer voltallig zijn en derhalve uit
70 leden bestaan Voor het eerst
ook zal een kleurling van het
college van kardinalen deel uit
maken: het is de Chineesche pre
laat Mgr. Thomas Tien, aposto
lisch vicaris van Tsingtao. Zon
der precedent ook is het in de an
nalen van de kerk, dat slechts
vier Italiaansche kardinalen zijn
benoemd tegen 28 niet-ltalianen.
Niet minder dan elf prelaten
van het Amerikaansche continent
ontvangen een kardinaalshoed
vier leden van het Episcopaat der
Vereenigde Staten, een van Ca
nada, twee van Brazilië, een van
Argentinië, een van Chili, een
van Cuba en een van Peru. Voor
het eerst in zijn historie zal Ca
nada nu twee kardinalen hebben
en hetzelfde is het geval in Bra
zilië en Argentinië Voor de eer
ste maal ziet Cuba het hoofd van
zijn Episcopaat tot kardinaal ver
heven. Ook Australië kreeg een
„Prins der Kerk".
Het nabije Oosten zal nu twee
kardinalen tellen t.w. Mgr. Ag-a-
gianiian, de Armeensche patriarch
en Kardinaal Tappouni, patriarch
van Syrië.
Frankrijk heeft nu zeven kar
dinalen. Duitschland vier, en ook
Spanje vier Bijzondere genegen
heid toont de Paus jegens Polen,
Z. H. PAUS PIUS XII,
heeft met de benoeming
van 32 nieuwe kardina
len een daad van we
reldomvattende betee
kenis gesteld, die in het
huidige tijdsgewricht de
positie van de Kerk in
de wereld meer dan in
één opzicht versterkt en
verstevigd.
dat nu in kardinaal Hlond en
Mgr. Sapiha twee „Prinsen der
Kerk" zal hebben, alsmede je
gens Hongarije, welks nieuwe
primaat terstond al den kardi
naalshoed krijgt. Nederland, dat
sinds den dood van kardinaal van
Rossum, prefect voor de ,J?ropa-
gande Fide", geen nieuwen kar
dinaal meer gehad heeft, zag die
waardigheid toegekend aan zijn
eminent-en aartsbisschop Mgr. de
Jong
ZONDAG VOOR KERSTMIS
is het Heilig College van
Kardinalen in consistorie bijeen
geweest. Hierin heeft Z. H. de
Paus de benoeming van twee en
dertig nieuwe kardinalen bekend
gemaakt.
Verdeeld over zestien
landen.
Een extra-editie van de „Os-
servatore Romano" meldt, dat de
nationaliteit der 32 nieuwe kar
dinalen als volgt is verdeeld: de
Ver. Staten van Noord-Amerika
vier, Frankrijk drie, Duitschland
drie, Spanje drie, Brazilië twee
en Italië vier.
Voorts een kardinaal voor elk
der volgende landen: Neder
land, Canada, Hongarije, Ar
gentinië, China, Polen, Austra
lië, Chili, Portugal, Cuba, Peru,
Engeland en de Patriarch van
Armenië. De benoemingen zijn
verdeeld over zestien landen.
Op 18 Februari 1946 zal een
consistorie worden gehouden,
waarin deze benoemingen zullen
worden bevestigd.
De door den Paus benoem
de Nederlandsche kardinaal
is mgr. Johannes de Jong,
aartsbisschop van Utrecht.
Tot de nieuw benoemde kardi
nalen behooren verder:
De aartsbisschop van Santiago
de Chile Ajose Caro Rodriguez
De aartsbisschop van Havanna
mgr. Emanoel Arteaga Belan-
court.
De aartsbisschop van Rio de
Janeiro mgr. Jaques Debarros
Camara.
De Franschen]
De nieuwe Fransche kardina
len zijn: de aartsbisschop vanl
Toulouse mgr. Jules Saliege; dej
aartsbisschop van Rouaan mgr-
Piërre Petit Julleville; de aarts
bisschop van Rennes mgr. Emile
Roques.
In zijn Kerstboodschap van
heden zal
senis van d
;en uiteenze
Tot de ni
ïalen beho
man, de aai
York.
De Chine
mgr. Thoma
ricaris van
De drie n
iinalen zijn
lartsbisscho
donrad von
ran Berlijn
Salen de be
Minister.
De Hong:
mgr. Josef
chop van E
De nieuw
is mgr. Ad:
schop van F
De nieuw
naai is mg
schop van
In vier
het grool
mingen v:
len, die e
verricht,
annalen
nis van d<
dinalen
in de mini
De drie ni
Iinalen zijn
rado y Gare
Jranada; m
liel, aartsbi
ngr. Emma:
•ena, Aarts1
tona.
De twee
tan Brazilic
lebarros C,
fan Rio de
ie Cascence
chop van S;
De nieuw
ladeesche
fames Chf
lartsbisscho
eruviaansc'
[uan Ualbe
nsschop va:
Voorts w-
tregorius
aeensch pa
"heodosius
Jisschop va,
IPortugeesel
"mtonius C
ksario in
is een oud
zuiver-teere
de keizer
1 een kind g
>n eenzame
\emelen hint
oude man e\
len vroom-
taren verjat
.adden „gee
i de wondei
en Engelen
was een bli
zoeten zani
niélden her
ebben een i
i de eenzav
lichtend go
kwamen ei
■he, wierooi
kwamen er
ie arme kri'
oude man e
den dicht t
inden aan 't
iegden het
ver de berg
blij en juich
eeën en mer
foegen het