MONNIKEN IN BALLINGSCHAP
V/at Nazi-horden misdeden Carthuizer
Nieuw Moordhollandsch Dagblad
Laantje
geliefdkoosd oord
der kloosterlingen
De amulette was niet
onfeilbaar
GROOTSCHE PLANNEN
VAN DE K.N.I.L.M.
Goseling en Verschuur
herdacht
BARBAARSCHE
ONDANKBAARHEID
Een Kerstboodschap van
de Ned. Herv. Kerk
DE PERSZUIVERING
Ernstige bezwaren
Donderdag 27 December 1945
PIJLSNELLE MEEUWEN scheren door de strakblauwe December-
lucht, die vorst zal baren. De natuur is mild, ongewoon mild voor
deze kuststreek, waar anders in de Adventsdagen ijzigkoude, scherpe
windvlagen van het ruwe zeeklimaat, boomen en struiken het leven
ontnemen. Verlaten is de omgeving. Rust heerscht allerwegen. Een
bord op de kloostermuur noodt mij het eigen parkeerterrein op te
rijden, maar ik schrik van het tollend geluid van den motor als ik
de poort indraai, die toegang geeft tot het klooster, de vermaarde
Abdij van Egmond, waar de historie ritselt tusschen de boomen, daar
waar eeuwen dagen worden. Opnieuw schrik ik, als de klopper valt
op de massieve deur, want ik voel mij een dief van de serene rust,
die alom heerscht en volkomen is. Even later bevangt mij de sobere
somberheid van het interieur als de pater kellenaar (econoom) mij,
bij afwezigheid van den Prior, in de spreekkamer ontvangt. De
stoelen zijn strak maar kaal, de tafel glanst, maar draagt geen kleed.
En ik voel mij eenzaam als in een cel met twee decimeter glas in
den bovenhoek. Dan vertelt pater kellenaar en zijn voorzichtig ge
kozen woorden zijn even sober als de wanden, die ons omgeven. Maar
uit zijn woorden spreekt de liefde voor het beschouwend leven.
Een JOBSTIJDING bracht de
Novembermaand van 1942. De
Reichsarbeitsdienst neemt bezit
van de abdij en de paters moeten
hals over kop verhuizen. Waar
heen? Dat kan de Duitschers niet
bommen. Weg van hier, w ij heb
ben het noocfig. Dertig paters en
broeders beginnen hun pelgrims
tocht naar een onbekende en on
zekere toekomst. Wrang is het lot,
doch zij pressen zich tot blijmoe
dige overgave. De Noordenwind
blaast om de gebouwen, doch hij
vermag niet de herinnering aan
het dierbare Egmond weg te va
gen. En nauwelijks is de laatste
monnik door de poort verdwenen,
of de door Baldur von Schirach
opgezwiepte, fanatieke jeugd,
neemt bezit van het klooster. Zij
denken er niet aan, dat zeven jaar
geleden door dertig paters hier
het werk opnieuw ter hand werd
genomen, en de nieuwe abdij tot
stand kwam.
Twee paters en twee broeders
bleven in Egmond achter, onder
gebracht bij boeren, teneinde het
Koorgebed in stand te houden en
eenfcoogje te hebben op de exploi
tatie der gronden. Eenige dagen
later strandden dertig monniken
op het kasteel Bingerden, onder
de gemeente Angerloo in den
Achterhoek. Zoo goed en zoo
kwaad als het ging. werd hier het
kloosterleven voortgezet.
Maar ook daar mochten zij niet
blijven. Daags na "Dollen Dinsdag"
werden zij ruw uit het provisorisch
klooster gezet. De almachtige Organl.
sation Todt had er beslag op gelegd.
Doesburg' werd het administratieve
middelpunt van de IJsselstelling. De
paters kwamen terecht in een leeg
staand meisjespensionaat in de stad.
Andere mogelijkheden elders waren
er niet, want Doesburg was spoedig
door de Geallieerden ingesloten.
De Maandag volgende op het feest
van den Goeden Herder zou echter de
langverbeide bevrijding brengen. De
Paters leefden op. Spoedig zouden zij
Egmond terug mogen zien. Maar
neen, het liep anders. Egmond werd
nog niet bevrijd, dat moest nog
maanden duren. Pater Prior zocht
toen naar een meer monestieke om
geving'. En daar kwam plotseling het
Kasteel Slangenburg, bij Doetinchem
uit de lucht vallen. Dat werd van
April tot October 1945 de voorloopige
priorij. Daar werd men zou zeggen
providentioneel de stichting voor.
bereid voor een derde Benedictijnen
klooster in' ons land en wel het St.
Wlllibrordusmunster. Van Oosterhout
uit, werd dit later door de Paters
overgenomen en de nieuwe stichting
gevestigd.
Abdij of Priorij?
Wij vroegen onzen Eerw. leidsman
waarom Egmond Abdij wordt ge
noemd, terwijl er toch geen Abt aan
het hoofd staat. "Ja, dat stamt na
tuurlijk nog uit het verleden, toen
Egmond wèl Abdij was." Thans staat
een Prior aan het hoofd en is het
klooster dus Priorij en wel een af
hankelijke. Maar, al kan Pater Kelle
naar daarover ons niets zeggen,
binnen weinige jaren zal de Priorij
wel weer Abdij worden. Dit houdt
vooral verband met de uitbreiding
die reeds in plannen van twintig jaar
geleden is uitgestippeld en die nu
gezien de omstandigheden wel
eenige jaren op zich zal laten wach
ten.
Het museum in bet klooster
Waar men de vloer van het
klooster ook zou opbreken, overal
zou men stuiten op verweerde
bouwsels uit den glorietijd der
Abdij. Het valt dus niet te ver
wonderen dat men daarom in het
klooster een museum in aanleg
kan aantreffen, een museum van
oudheden, betrekking hebbende
op de Abdij.
Pater kellenaar noodt ons daar
op een kijkje te nemen in de ka
pel. Ook hier is alles in soberen
stijl gehouden, maar juist daarom
komt men onder den indruk. Wij
bemerken een ingemetselden
steen die door den vroegeren mi
nister Ruijs de Beerenbrouck in
een speciaal vervaardigd valies is
meegenomen naar Rome en als
hooge uitzondering door den Hei
ligen Vader zelf is gewijd.
In de nevenkapel valt het zon
licht op de halfedelsteenen van
de reliekschrijnen, en reflexen
van een uitzonderlijke kleuren-
harmonie boeien het oog. Uren en
dagen werd aan deze schrijnen
door nijvere monnikenhanden ge
werkt. En bij het betreden van
den kloostergang treft ons een
hoekje, dat wij graag voor immer
zouden' willen vasthouden, zoo
mooi, zoo warm en harmonieus
van kleuren is de wandschildering
die wij hier kunnen aanschouwen.
Wat Nazihorden misdeden
Wij komen in den refter. Weer
katst het licht op den muur en
als ik een oogenblik wil genieten
van de schildering, komt er wrok
in mij op, haat zelfs. Want, wat
men daar te zien krijgt, tart elke
beschrijving. En ik zou willen uit
roepen: Gij, die niet gelooft in de
wandaden van het Nazi-isme,
komt naar Egmond en met eigen
oogen kunt ge aanschouwen wat
daar werd verguisd en geschan
daliseerd. Moeilijk kunnen wij be
schrijven, hoe de H. Maagd hier
tot een verworden figuur gemaakt
is, hoe met fanatieke halen, waar
in de haat ligt van de nazihorde,
het hakenkruis is geteekend op
het corpus van het kruisbeeld.
Maar hier, op deze plek, waar
men als mensch klein wordt, is
geen plaats voor gevoelens van
haat, vloeit alle haat weg en buigt
men den knie, om te bidden voor
een vijand. Straks, als kunstmin
nende hpnden de restauratie zul
len hebben voltooid, zal de schil
dering nog grooteren luister bij
zetten aan den gewijden sfeer.
Als ik even later over de landerijen
loop, die het klooster in wijden boog
omringen, wijst Pater Kellenaar op
twee roodbruine brokkelmuurtjes,
verroeste overblijfselen van eeuwen
ouden bloei; 'n brokje ruïne cfat ligt
achter opgeschoten gToen. Wij komen
langs de stallen, waar de Duitschers
met hun maarden langen tijd gewoond
hebben. Uitgewoond zijn de gebouwen
en veel moet er gebeuren om alles
weer glimmend helder en ongeschon
den te krijgen als weleer.
Mijmering In het
Carthuizerlaantje
Op den terugtocht staan wij plot
seling voor een eenmanslaantje. Zee
dennen schieten omhoog en struik
gewas verbergt de stammen. Dit is
het "Carthuizerlaantje", geliefkoosd
oord van alle paters en broeders. Ik
sta onwillekeurig stil. Hier, ja lrier
moet men mediteeren, direct bij de
natuur, niemand of niets te beken
nen wat de rust kan breken. Hier
moet men wel opzien naar boven, om
kracht te putten voor het aardsche
leven.
Het gesprek wordt voortgezet en
het onderbreekt mijn mijmering.
Pater Kellenaar wijst op de boerderij
en op de omliggende gronden. Dat, ja
dat heeft wel eens kwaad bloed gezet.
Waarom moeten die monniken zich
zelf verzorgen? Meer en meer drup
pelt echter de zuivere bedoeling door.
Deze zelfverzorging beeft niet plaats
uit economische, doch uit religieuze
overwegingen, om zich zooveel moge
lijk van de wereld te kunnen afzon
deren.
Ik moet weg. De tijd roept en de
paters hebben meer te doen. Daarom
neem ik afscheid. En als ik den weg
naar de poort zoek, lees ik in den
gevel; Deo vacarp. Ja, daarin ligt. de
diepere verklaring van heel de ge
schiedenis van Egmond, van den in
vloed en aantrekkingskracht, die er
van de Abdii in den loop van vele
eeuwen is uitgegaan.
Weer scheren grijsgekuifde meeu
wen omhoog, over den eeuwenouden
grond en het is mij of zij het gebed
van drie en dertig menschen die zich
voor altijd hebben teruggetrokken
binnen de muren van het klooster,
opnemen ten hemel P- S.
GEDELEGEERDEN VOOR DE
VEREENIGDE VOLKEN
President Truman heeft tot af
gevaardigden van de Vereenigde
Staten naar de algemeene ver
gadering van de Vereenigde
Volken benoemd: den vroegeren
minister van buitenlandsche za
ken Edward Slettinius. de wed.
van president Roosevelt, mevr.
Eleanor Roosevelt, den voorzittef
van de commissie voor buiten
landsche zaken in den senaat
■Tom Conally (democraat) en den
republikeinschen senator Arthur
van den Berg, welke laatste de
Vereenigde Staten reeds verte
genwoordigde te San Francisco.
H. M. de Koningin tijdens het uitspreken voor de radio van
Haar Kerstboodschap tot alle land- en rijksgenooten.
(Anefo/Meijer P.)
DE HADJI van Garoet is een
berucht man. Hij was een
der voornaamste extremisti
sche leiders in het gebied van
Bandoeng. Zijn hobby was
bovendien het verkoopen van
„onkwetsbare" amuletten. Nu
is hij bij den strijd in Ban
doeng zelf gesneuveld. Zijn
volgelingen zijn er onrustig
door geworden. De amuletten,
zoo begint het tot hen door te
dringen, schijnen dan toch
niet zoo onfeilbaar te zijn. En
als dat zoo is, dan verliest de
„heilige oorlog" een deel van
zfjn grondslag. De goden laten
de extremisten in den steek.
Trouwens van een algemeene
opstand onder leiding van de
hadji's kan niet worden ge
sproken. Nu de beweging van
den heiligen oorlog" niette
min haar doel heeft gemist,
moge een tijdperk van heili
gen vrede zijn ingeluid.
i WÊfÊiiÊftftiiÊ n Mil
llteSlilMltoi
7"—''T '■'te, ~*-W
iêËÊm - - C qvi
ï-kv a -
De Koninklijke Nederlandsch-
Indische Luchtvaart Maatschappij
(K.N.I.L.M.) heeft plannen be
kend gemaakt voor een uitge
breide overzeesche luchtdienst
met een verbinding van Nederl.
Indië naar Nieuw Zeeland en
Australië
Andere diensten, die geopend
zullen worden, zullen Sydney
met Rusland, Japan en China
verbinden. Batavia zal het cen
trum van alle lijnen zijn. Men
hoopt, dat er een Auckland
Sydney Batavia-lijn in 1948
zal komen, wanneer toestemming
van de betreffende regeeringen
zal zijn verkregen.
Behalve deze internationale
vliegdiensten, zal de K.N.I.L.M.
een netwerk van luchtlijnen ope
nen in Oost-Indië, die Java, Su
matra. Britsch- en Nederlandsch
Borneo, Celebes, Bali, Timor, de
Molukken en Ned. Nieuw Guinea
met verschillende van de kleinere
eilanden van de Indische Archi
pel verbinden.
£LKAAR OPVOLGEND op
den zetel van het voorzit
terschap der Partij, elkanders
opvolgers ook in het concen
tratiekamp en in den dood.
Groote tegenstellingen, deze
beide mannen. Go s eling de
bezielde leider en organisator,
die geen detail verwaarloosde,
de briljante spreker. Ver
schuur de bezonken, wijs-
geerig aangelegde en scherp
zinnige leider, met diep gevoei
voor verantwoordelijkheid.
Beide echte leidersfigurenr en
in den waren zin Katholieke
voormannen. Zij leefden en
stierven voor hun werk, en de
vartij is hun onvergankelijke
dank verschuldigd." Aldus hul
digde mr. dr. Witteman in de
vergadering van den Partij
raad Zaterdag de nagedachte
nis der twee, onder Duitsche
terreur gestorven Partijvoor
zitters, groote Katholieken en
groote vaderlanders.
EEN KERSTBOODSCHAP van
de Nederlandsch Herv Kerk
maakt met onsteltenis gewag van
de «ervaring, dat breede kringen
van ons volk zijn aangegrepen
door een genotzucht, die, al is zij
voor een deel als reactie op den
doorstanen nood te begrijpen,
toch in wezen verklaard moet
worden als een uiting van een
bijkans barbaarsche ondankbaar
heid Zijn wij nu al vergeten, uit
welke geestelijke en zedelijke
dienstbaarheid wij werden be
vrijd en voor welke dreigende
verschrikkingen wij werden be
waard? In plaats van het brood
•en het licht, het leven en het
lichaam, den arbeid en de
schoonheid, eerbiedig terug te
ontvangen als even zoovele won
deren. gaan velen, ook van de
kinderen der kerk, daarmee o.m.
op een eigenmachtige, willekeu
rige wijze, zonder deze ruimte,
die wij herkregen om in vrijheid
te leven, ook maar in het minst
te laten ordenen door het woord
en het gebod van Hem, die ons
nabij was in den nood en Die zoo
goed voor ons is geweest. De
krampachtige drift van het leven
te halen wat ervan te halen is,
die zich o.a openbaart in een
danswoede, welke de zin van de
levensvreugde eni de heiliging van
het lichaam minacht, wijst duide
lijk aan, dat wij in een tijd zijn
gekomen, waarin het bijzonder
noodig is, onszelven en alleni, die
de oogen weer afwenden van het
heil, aan ons volk bereid, toe te
roepen: Vergeet toch geene van
Gods weldaden.
Een GROOT AANTAL dagblad
directeuren en hoofdredacteu
ren van bladen van verschillende
richtingen, heeft een uitvoerig
request gezonden* aan den Minis
ter van Binnenlandsche Zaken,
waarin op een grondige perszui
vering wordt aangedrongen. Vol
gens het huidige systeem van zui
vering is het mogelijk, dat bladen,
die vijf jaar lang nationaal-socia-
listische denkbeelden hebben ge
propageerd, kunnen terugkomen.
Anderzijds profiteeren onderne
mingen, die hun blad aan de
nieuwe qrde hadden uitgeleverd,
dat thans wel niet meer ver
schijnt, van de drukorders der
nieuwe bladen. Onmiddellijke
aanstelling van een bewindvoer
der achten de onderteekenaars van
't adres een gebiedende, eisch. Ook
het gevaar van stroomarmen
noemt men niet denkbeeldig Na
de beëindiging der zuivering vol
gens het persbesluit 1945 moet ge
vreesd worden voor een onge-
wenschte chaotische toestand ten
schade van onze geestelijke volks
kracht als een gevolg van winst
bejag en commercieele motieven.
Tevens is op H. M. de Koningin
in een telegram een beroep ge
daan. op dat de perszuivering zich
voltrekke op een wijze, welke be
antwoordt aan het rechtsgevoel
van het Nederlandsche volk en
het nieuwe, dat tijdens het verzet
tegen den onderdrukker geboren
werd, ongehinderd onder het volk
verbreid zal kunnen worden.