VAN TOT DOOR I BEKENDE STEMMEN UIT B H K M r\E MINISTER van Oorlog, mr. J. Meynen, hield 3 Augustus een redevoering over den op bouw van het nieuwe Nederland sehe leger: Het oude jaar is heen gegaan Van A tot Z is weer gedaan Wij zingen al haar wel en wee Op letters van het A.B.C I MAAMDAC 31 DECEMBER 1945 NIEUW NOORDHOLLANDSCH DAGBLAD :oe< veie |hei la Is®* mi. Ing. wij 1 ing en. inl- nee un- W. prd. te Knt- ans au. fcht flat ler- dat uls VIJF MEI 1945, de glorierijke dag in onze vaderlandsche ge schiedenis en in die der wereld, deze dag verscheen ons dagblad met een extra editie: Wij ademen weer vrij!!! In deze uren bestormen ons gedachten zonder tal. De gebeden van millioenen over ganseh de aarde zijn verhoord: de oorlogs verschrikking heeft een einde genomen. En dan zijn vreugde en dank de gedachten die alle an dere overheerschen. Dank bo venal aan God, die zich eindelijk over de moede aarde heeft ont fermd en den vrede weer een kans gegeven heeft. Opnieuw worden wij gedwon gen alles te beschouwen in het licht der eeuwigheid. De idealen van honderdduizenden zijn ver bleekt, verschroeid, verzonken. Het is de ontzettende tragiek in een grooten tijd van een voor God verloren wereld. Maar God wankelt niet en nooit. Waar menschen falen en vallen, daar geeft Hij houvast en steun, tot in de eeuwigheidZoo schreven wij o.m. in ons eerste hoofdarti kel,» na het weder in werking treden, van de Nederlandsehe pers. TER GELEGENHEID van het staken van het vuren in Europa sprak Z.H. de Paus: Er is nu vrede, die slechts ver sterkt kan worden door onop houdelijke zorg. Deze vrede legt heel de Kerk, Herder en kudde samen, een zeer delicate taak op. Allen worden opgeroepen, om zichzelf geheel aan hun ambt en post te wijden. Wij hebben in de afgeloopen jaren zeker een harde les ge leerd. God geve, dat de naties haar begrepen hebben en er voordeel uit zullen trekken. De oorlog schiep gestrande, hope- looze menschen, die zouden uit groeien tot revolutionnaire en ordelooze massa's, in dienst van een tyrannie, die niet minder despotisch is dan die, welke hen ten onder deed gaan. De naties, vooral "de kleine en de middel- groote, eisehen, dat hun bestem ming in hun eigen handen ge laten wordt." PRESIDENT TRUMAN op de internationale vredesconfe rentie te San Francisco, 26 Juni 1945: Internationale rechtvaardig heid vormt den grondslag van het* Handvest. Het is een eerste stap naar een blijvenden vrede. .Niemand zal beweren, dat het volmaakt is, maar het is een be gin, waarop verder gebouwd kan worden, als de wil aanwezig is de internationale gerechtigheid te betrachten. Zouden wij falen, het zou verraad zijn tegenover hen, die in dezen oorlog gestor ven zijn. .e DE STEM van onze geëerbie digde Koningin klonk 28 Juni 1945 door de radio: Ik behoef u niet te zeggen, dat er tallooze moeilijkheden en bezwaren, ja soms schier onover. komenlijke, op onzen weg liggen. Naast de schaduwen kan ik ech ter Goddank op sterke lichtpun ten wijzen: het feit, dat wij in den donkeren tijd, die achter ons ligt, naar elkaar gegroeid zijn, het duidelijk merkbaar verlan gen naar eendracht, de groeiende gemeenschapszin en het onder ling vertrouwen en naastenliefde Een onzer eerste plichten tegen, over God, tegenover onze volks gemeenschap en tegenover ons zelf is den bestaanden drang naar saamhoorjgheid verder te ontwikkelen en het hoogste en beste wat in ons leeft in dienst te stellen van onze volksgemeen schap. Wij aanvaarden met vertrou wen die taak. Ons jongste ver leden heeft bewezen wat wij kunnen. Zij zal blijken niet te groot of te zwaar voor ons te zijn. God zal ons helpen!! pATER MEIJER sprak in een zeer drukbezochte vergade ring van den katholieken mid denstand te Alkmaar, 7 Juli 1945: Laten de menschen dan maar weten, dat wij katholiek zijn. Sinds 5 Mei 1945 behoeven wij ons niet meer te schamen, Vele van de illegale werkers waren katholiek, dat is toen wel geble ken. Het is uit met de opvatting, dat de katholieken geen goede vaderlanders zijn. Wij hebben anders bewezen! En dr. Olierook ging op 2 Aug. 1945 verder: Het mag ons niet onverschillig zijn, dat zoovelen nog niet tot de uitverkorenen behooren. De Stad Gods breidt zich wel uit in de buitenwijken van Congo en Uganda, maar in de city, in het door God vertroetelde Europa met zijn genadeoorden als Lour- des, Rome, Paray Ie Monial en Fatima, bloeit de godsdienst niet meer. In de eerste tijden heeft het nieuwe christendom het oude heidendom overwonnen; 't oude christendom moet nu het nieuwe heidendom overwinnen. Het ge heim van de verspreiding van 't eerste christendom ligt in de ge tuigenis van zijn belijders. Wij getuigen te weinig. Aangenomen' wordt, dat de eerste divisie der expeditionnaire macht in de eerste helft van 1946 gereed en gevechtsklaar zal zijn, de tweede ongeveer vier maan den later. Er wordt een Neder- landsch leger opgebouwd, dat aansluit bij onze bondgenooten; noodig is allereerst een sterk ont wikkeld saamhoorigheidsgevoel; de eerste taak is dienen en er zal een strenge selectie worden toegepast. v Er komt een wet, die bepaalt, dat alle Nederlanders, die hun plicht tegenover het vaderland verstaan, gegarandeerd weer bij hun vroegeren werkgever in functie moeten komen. DRINSES JULIANA in eenTen- voudig-ontroerende radio boodschap op 6 Augustus: Wanneer ik nu 't groote voor recht heb weer door mijn eigen huis te loopen".gaan mijn ge dachten steeds uit naar de vele huizen in Nederland, die in puin liggen en bij de diepe vreugde der hereeniging in het vaderland denkt men voortdurend aan de velen, naar wier thuiskomst te vergeefs weyd uitgezien, of op wie nog steeds in angst wordt gewacht en men beseft des te meer zijn verantwoordelijkheid tegenover alles om dan ook zijn uiterste krachten in te spannen in den wederopbouw van ons aller vaderland. kJINISTER SCHERMERHORN zei groote waarheden bij de herdenking op 15 Augustus der vijf gijzelaars, die in '42 werden gefusilleerd: Macht van menschen over menschen is een gevaarlijk wa pen, het vergt geestelijke kracht en een zedelijk gehalte, die he laas door te weinigen wordt op gebracht. Organisatie is macht en macht is bederf, tenminste daar, waar geen geestelijke kracht, geen besef van goed en kwaad, geen begrip voor de absolute waarden, die God in deze wereld stelde, tegenover staat. Er is hier en daar machtswellust en wille keur, in plaats van Nederland sehe rechtszekerheid, in kwade gevallen Gestapo-imitaties. Wij, die het leven hebben behouden, moeten dat gebruiken als een instrument Gods in den strijd om ons volksbestaan! 16 SEPTEMBER KLONK de machtige stem van het Episco paat in alle Kerken: Wij vreezen zelfs, dat zich al verdere gevolgen der geeste lijke inzinking, al is het dan nog onduidelijk en vaag, beginnen te vertoonen. .Het is daarom, dat Wij vol zorg en vol liefde voor uwe zie-- len, u komen oproepen tot gees telijke vernieuwing en opstan ding. Weg daarom met alle halfheid en met de eindeloze compromissen met de wereld. Daar is maar één ding noodzake lijk, dat gij uwe zielen zalig maakt. En dat kunt gij niet met een compromis. Beslui^.?dan ook weer allen, voor zoover dat noo dig mocht wezen, de eerste Vrij. dagen en Zaterdagen van de maand te vieren, trouw den ro zenkrans te bidden in de ge zinnen. 25 SEPTEMBER kwam de Tweede Kamer voor 't eerst weer bijeen, wij noemden dit een: historische zitting. De voorzitter, mr. van ScRaik, sprak bij die gelegenheid: .Dat gij in een der voor de landsbestuurders moeilijkste tijds gewricht van onze geschiedenis hebt willen gevolg geven aan de roepstem om uwe krachten voor 's lands zaak beschikbaar te stel len, heeft in de natie algeheele voldoening gewekfc Het moge u gegeven zijn met medewerking van en zoo mogelijk gerugge- steund door de rechtstreeksche vertrouwensmannen van het volk kostbare bijdragen te leveren tot den terugkeer van zijn welvaart en zijn levensgeluk. Harerzijds zal ook de Tweede Kamer, ver trouwend op hoogere leiding, voor de rechten en belangen des volks op de bres blijven staan. Moge het Koninkrijk der Neder landen, gelouterd en zuiver uit den strijd der volkeren te voor schijn getreden, een tijdperk van nieuwe staatkundige ontwikke. ling en van socialen en culturee- len opbloei tegemoet gaan. Minister logemann bracht 5 October 1945 de Indische kwestie ter sprake en was bitter gestemd: Het stuit tegen de borst, telkens te moe ten herhalen, dat de Kroon haar woord gesproken heeft en deze regeering zich op dat woord,als een program heeft vastgelegd. Deze voornemens waren duide lijk genoeg,' om toenmaals de instemming en de medewer king uit te lokken van Indone sische nationalisten en Neder landsehe demoeraten. Wat kan daarin, zoo men het hoofd koel houdt, veranderd zijn? Alleen omdat een groep visschers in troebel water ons tijdelijk het -werken belet voor eigen volk en dat volk blindelings leert verguizen, wat wij dan toch voor Indië deden. IN EEN GEZAMENLIJK schrij- ven richtten de Christelijke Kerken zich op 28 October 1945 tot alle geloovigen: Wij doen een ernstig beroep op geestelijkheid en geloovigen om U allen ervan te doordrin gen, dat het aanzien van ons volk staat of valt toet de be antwoording van de vraag, of in Nederland wordt gehandeld naar recht of naar wraak en haat. Dit geldt met name de be handeling van de politieke ge vangenen. Wij achten het een smaad voor ons volk, wanneer na vijf jaar strijd tegen rechts verkrachting en vijf jaar lijden onder de gruwelijke methoden van het Duitsche barbarisme, die booze geest vat op ons volk zou hebben gekregen li AGISTER Pater Stokman O.F.M. sprak duidelijke taal te Den Helder op 19 Nov. 1945: Wij kunnen op -het oogenblik den invloed van de (R.K. Staats) partij niet missen, want zij is een kwestie van beginsel. Ook in cultureel, sociaal-economisch nationaal en internationaal op zicht spelen die beginselen een voorname rol. Zij zijn vangroot gewicht in vraagstukken van gezag, Overheid en vrijheid van het volk. Naar onze opvatting zijn de grondwettelijke vrijhe- den waardeloos, indien wij hen niet binden aan normen volgens onze principes. IN HET ENGËLSCHE Lager- huis sprak Minister Attlee op 22 November 1945. „Dringen der dan ooit zal elk land inzien, dat het recht tusschen de vol ken dient nageleefd en dat de oorlogsgeesel dient uitgeban nen. In de organisatie der Ver- eenigde Naties bezitten we een instrument, dat, mits elkeen voornemens is het te gebruiken, en daarin ligt de quintessen ce van de zaak het recht kan doen heerschen en den oorlog kan voorkomen. Geen interna tionale organisatie zal van eenig nut zijn, indien de volken niet besloten zijn, onderling een zoodanig vertrouwen te stichten, dat oorlogen ondenkbaar zijn. Over groote deelen is dit ver trouwen reeds aanwezig. Het is de taak van de staatslieden, dat vertrouwen over de heele we reld te verspreiden." LI ARE MAJESTEIT de Konin- gin sprak op 21 December haar Kerstboodschap uit: Meer dan ooit danken wij God, dat Hij ons uitredding schonk. Voor ons ligt de taak den vrede te winnen en deze taak zal geen eenvoudige zijn. Het verheugt Mij op dit gebied verblijdende verschijnselen waar te nemen. Doch het bestaan alleen van deze verschijnselen waarborgt nog niet het winnen van den vrede. Dit zal groote krachtsin spanning vragen op ieder ge bied van het leven. Willen wij ons doel bereiken, dan moeten wij daadwerkelijk en eendrach tig den schouder eronder zetten, zoowel in de maatschappij als in den huiselijken kring. Toont bij uw werk, in uw werkplaats, in uw uren van ontspanning, dat het juist in de praktijk van het leven mogelijk is in toepas sing te brengen de liefde, die Christus ons leert en waarin Hij ons is voorgegaan. TER GELEGENHEID van de Kerstmis en de kardinaals benoemingen hield Z. H. de Paus een toespraak tot alle Christenen op 24 December: Dit jaar hebben wij de troost gehad, dat er een eind kwam aan het gewapend conflict, eerst in Europa, later in Azië, zoodat de arm van den engel der ver nietiging, dien de goddelijke toorn, wegens de zonden der menschheid op de aarde had doen nederdalen, werd tegenge houden. En nu kunnen wij Kerstmis vieren, tèrwijl het oor- logslawaai te land, ter zee en vooral in de lucht verdwenen is. Nederig danken wij God voor den gegeven vrede. Hoe lang zal het noodig zijn, om de wonden van dezen vree- selijken oorlog te genezen? Het menschdom beseft thans, hoe veel wijsheid, geduld en goeden wil vereischt worden ,om de we reld terug te brengen naar vre de, recht en orde. A Arbeid en Armoe zijn de eerste problemen Die ons volk vaster tpr hand moet nemen. De Armoede zal men gelijk verdeelen, Over harten en beurzen van talrijk velen. Blijft Arbeidslust ons vast ter been, Dan vliedt de Armoe Allengs heen. En Arbeid won den stembusstrijd, NU Labour tot den dienst bereid In 't groote Britsche wereldrijk, Houdt Attlee wacht nu aan den dijk. Met Winston zal hij het wel -klaren, St. George moog' hem voor Laski bewaren! Amerika zag zijn reuzenprogram Met zege bekroond, toen D.-day kwam. In Avranches begon het spel eerst recht, Toen werd von Rundstedt afgezegd Atoom-energie, het plan was stout Twee bommen sloegen Japan knock-out. Bevrijding was ons heerlijk lot, Maar half ons land is nu kapot. Zie Zeeland, Arnhem, Rotterdam, Het Zuiden stond in vuur en vlam Met roem de B.S. overladen, Getemd het Beest van Berchtesgaden, Max Blokzijl is nu uitgepraat, De Big Three mist nog ruggegraat In Belgen!and werd druk gekakeld, De Koningskwestie opgerakeld. La femme Beige, den Koning trouw Gelijk gerecht ter stembus wou, Maar Spaak houdt niet van Koningskinderen En wist dit listig te verftinderen. Capitulieren doen wij niemals, Sprak de Duitsche opperjakhals, Maar de Angelsaks en Sovjet Sloeg in het end den bruten mof plet Concentratiekampen, schande, Joden Nazi-offeranden Churchill, China, Canada, Allen zijn ons even na, Churchill won en werd verslagen Toen de Labour-zon kwam dagen, Winston op de zondaarsbank, Welk een vreemde wijs' van dank. Tienmaal duizenden en meer Vielen op het veld van eer, Canada, wij danken samen, Requiem aeternam. Amen. China is nog steeds verdeeld, Dat die lui dat nooit verveelt, Tsjoengking, Jenan, Woe-Pei-Foe, Pak de horens van de koe. D-day, wereldinzet van victorie, Duitschland brak zijn oude glorie, Dondergolf van tank en vliegtuig Sloegen Duitsche steden grof ruig. Duce, gevierd aanbeden, Hoogmoed luistert naar geen reden, Schel die in zijn ooren klonk, Volk joeg hem toen hondsch van honk. Engeland, een groote natie, Streed voor recht, pacificatie, Niet van Utrecht en van Gent, 'Maar van Londen, Wales en Kent. Het Empire zijn wij veel verschuldigd, Dus den Brit met dank gehuldigd, En nu meenen wij dat heusch, Happy days, en glorious. Eisenhower, generaal, Man van ijzer, vuur en staal. Wonderlijke land-strateeg, Over zee zijn leger kreeg. Hakte Duitschland in de pan, Moffrika is onder Jan. Over land en over zee, Straalde nu de wereldvree. Ieder hielp op zijn wijs' Maar die het meeste dee, was „Eis". Episcopaat van Nederland, Nam- verzet het eerst ter hand. Christus' Kerk was in gevaar Bisschop streed met breed gebaar. Mèt de Kerk 't Vaderland Vormt 'n onverbreekb're band. Ook, ieder mag het duidelijk hooren, Die liefde is ons aangeboren. Frankrijk, eens ter dood gewond, Na invasie vrijheid vond. Darlan vermoord, Laval onthoofd, Petain zijn onschuld niet geloofd. De Gaulle zet pas met vasten koers, Parijs lacht door zijp rouwend floers. Zelfs communist regeert nu mee, Te zamen met de M.R.P Weg is het schoftig Pruisisch heil, La France beleeft zijn Roomsch reveil. Der Kerke oudste dochter leeft En hoop op nieuwe glorie heeft. Franco mag hier niet ontbreken, Hij hééft dictatorenstreken. Maar ik denk, al is het vermetel, Aan den pot en aan den ketel. Want die hem het meeste p st, Is precies zoo als de rest. Geld de ziel van de negosie, Lieftinck houdt het nog een poosie. Hij schoffeert de heele nering Met zijn dure geldsaneering Ieder jammert over schade, Van de Lieftinksche blokkade. Geldelooze geldmagnaten, Hulpeloos te praten zaten. Ieder leefde van een tientje, Jonkheer, pater en ons Dientje. Nu, de geldsaneering slaagt. Steeds meer personeel gevraagd. Niet alles wat er blinkt is goud, „Geef mij maar weer minister Oud" Dat zegt de een, maar lang niet ieder, Het meest is voor den hoogsten bieder Ik zeg tenslotte mind me never Een Lief dmek is a joy for ever! Gemeenteraad!! Gemeenteraad?? De oude leden op de straat. Veel^nieuwe traden in het krijt, Als vreemde eenden in de bijt. De ouden ergeren zich dood. Geen nood, mijn vrienden, 't is maar nood. Wij laten al die lui hun vreugd En maken van den nood een deugd. Tot troost ons dit de waarheid schijnt, Herstel komt, pis de nood verdwijnt! 0 De Honger knaagde aan ons land, Hij groeide steeds, hand over hand. Wat leed in veler huis en hof, Wat schande voor den bruten mof. De stoeten trokken door de poort. De boer hij., ploegde immer voort. Gewonden, dooden in den heg, De boer gaf al zijn eten weg. Maar eenmaal kwam ook hij aan 't end, En het land was dof van doodsellend' Toen vrijheid wenkte kwam de Raf, Die voedsel uit den hemel gaf. Het viel als manna op den grond En hief ons uit den doodenstond. Nooit hoorde men zooveel gejuich, Als voor dit eerste Raf-vliegtuig. Hulp Actie Roode Kruis, Kwam bij menigeen in huis. Soms bij de verkeerde deur, Maar dat kwam nu eenmaal veur. Hark-critiek is niet je dat, Neem een hark en veeg je pad, Wie wiedt graag zijn eigen tuin? Eigenliefde mint geen puin. Harkie-dee en harkie-do Ik wil zus en hij wil zoo. Al is Jan of Piet jaloersch, H.A.R.K., houd je koers. Nu, vóór vernieuwing eerst herstel, Of Nederland raakt in de knel. Herstel wat goed is, niet wat fout, Wat goed is, ook al is het oud. Het goede oude bleek bestand» Dat ondervond de mof-trawant. Daarom ook nu 's lands eer 's lands wijs, Ik geef geen oude schoenen prijs, Vooral niet, nu je weten kon, De nieuwe zijn nog op den bon.... Illegalen, illegalen, Duitschers noemden het schandalen, Dank uw sterk en flink verzet, Werd de mof er uit gezet. Illegaal was offeren, prachtig, Nu de wet, da's ook waarachtig Clandestien heeft afgedaan, Wil dat eindelijk nu verstaan. Indië en Indoneezen, Wreed geknecht door Japanneezej), Nu een land vol leed en rouw, Eere aan de sterke vrouw, Was in concentratiekampen, Stut en steun in alle rampen. Oorlog is verschrikkelijk wreed, Stroom van naamloos kinderleed. Indië, opnieuw in tranen, Broederstrijd van de Javanen. Jappenleuze was: ik stook, Raadselhouding van Vap Mook, Sjahrir, Sjarifoedin, Hatta, (Chocoladebruin als kwatta) Stoken tusschen bruin en blank, Dat is extremisten-dank! Indië, wij zullen helpen, Als een moederdier haar welpen, Indië, gij blijft van Holland, Neen, van heel ons Nederland. Onrustzaaiers, neem de wijk, Indië blijft bij het Koninkrijk. Niemand zal U meer ontrooven, Wat Vorstin U mocht beloven, Namens heel het Moederland. Staak den strijd en neem de hand. Japan, gekraakt door de atomen, Is kracht'Ioos aan zijn eind gekomen. Het smeekte vrede, cito, cito, En Yankee knevelt Hirohito. De trotsche spleetoog uitgegluurd. Zijn zon is naar de maan gestuurd. Jeugd had volop idealen, Zijn ze nu al aan het verschalen? Zoek niet altijd politiek, Mijdt de holle zwetserskliek. Idealen is niet praten Houdt de' stokers in de gaten. Idealen hoort bij doen, Dat is nu nog net als toen. Koninginne, Hollands vrouwe, Neerland kon uw vreugd' aanschouwen. Met een blij en dankbaar hart. Neerland had den Pruis getart. Kwam uit Londen steeds uw stem Tot ons hart in zorg en klem. Schraagdet gij ons groot verzet, Tot een bundel, onverlet. Kracht en eenheid blijft de leus, Ons rest nu geen andere keus. Kracht in eendracht, samen sterk, Land en volk, Vorstin en Kerk. Koninkrijk heeft nu één taak, Wederopbouw ieders zaak. Alle twisten aan den kant, Eén voor het dierbaar Vaderland. Niemand weigert, maar doet mee, Onder Uw „Je Maintiendrai." Kampen, onrust, Kolfschoten, Velen heeft dit zeer verdroten, Excellentie, „schort dit waren", Anders komen er martelaren...... Ruim die kampen schielijk op Of de kous komt op uwhoofd. Snel berechten, streng rechtvaardig, Dan blijft Vrouw Justitie waardig. Hoog het recht, en weg de wraak, Sla maar toe, maar eerlijk raak. Londen, bommen en ravage, Pa Gerbrandy, vrees blamage. Koningsstad van Engelenland, Groot symbool en vrijheidspand. Eens geteisterd uit de luchten, Heel de stad naar buiten vluchtte. Nu weer in een beter lot Hurry up, en bless you God. Landwacht, jammerwoord van schande, Vrees en onrust in den lande. Eerloos tuig van Duitsche haat Niemand veilig meer op straat „Landwacht" ligt nu in het graf. Weg je „land" en „wacht" je straf. Le. .er M. nog niet van Droste, Van M.G., wat zal dat kosten. Vroeg vergeving, voert men tegen, Maar heeft-ie dat nu ook gekregen? Toch, M.G. willen we eeren, Wij met de gebakken peren. Mal geval en Moffengriet, Mooi Gezegd, of vind je niet? Moet ik rijmen nog op Mof? Liever nu op Molotoff. Wonend in de buurt van Moskou, Gaat met politiekers op sjouw, Vliegt collega's in het haar, Lijmt de scherven aan elkaar. Prachtig over vrede praat, Mits voor Rusland is de baat. „Monty" mag hier niet vergeten, Hij heeft wat op zijn geweten, Groot strateeg, die Amsterdam Bloembeladen binnenkwam. Jubel en gejuich als tolk, Van een innig dankbaar volk. Van Meegeren, een typisch man, Die schilderen en jokken kan. De beste kenners van de wijs, En toen de allerhoogste prijs Voor een vervalscht maar prachtig doek, De experts zaten in den hoek. Was het van Meegeren, Vermeer? Dp heeren faalden keer op keer. De Kunst in opstand, vreemd geval, Hoe dat zich nog-ontwarren zal. Maar als van Meegeren „Vermeert" En onherkenbaar imiteert, Dan is die schilder toch maar mans, En hij verdient een faire kans. 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1945 | | pagina 3