VAN
TOT
DOOR
I
BEKENDE STEMMEN
UIT
B
H
K
M
r\E MINISTER van Oorlog, mr.
J. Meynen, hield 3 Augustus
een redevoering over den op
bouw van het nieuwe Nederland
sehe leger:
Het oude jaar is heen gegaan
Van A tot Z is weer gedaan
Wij zingen al haar wel en wee
Op letters van het A.B.C
I
MAAMDAC 31 DECEMBER 1945
NIEUW NOORDHOLLANDSCH DAGBLAD
:oe<
veie
|hei
la
Is®*
mi.
Ing.
wij 1
ing
en.
inl-
nee
un-
W.
prd.
te
Knt-
ans
au.
fcht
flat
ler-
dat
uls
VIJF MEI 1945, de glorierijke
dag in onze vaderlandsche ge
schiedenis en in die der wereld,
deze dag verscheen ons dagblad
met een extra editie:
Wij ademen weer vrij!!!
In deze uren bestormen ons
gedachten zonder tal. De gebeden
van millioenen over ganseh de
aarde zijn verhoord: de oorlogs
verschrikking heeft een einde
genomen. En dan zijn vreugde en
dank de gedachten die alle an
dere overheerschen. Dank bo
venal aan God, die zich eindelijk
over de moede aarde heeft ont
fermd en den vrede weer een
kans gegeven heeft.
Opnieuw worden wij gedwon
gen alles te beschouwen in het
licht der eeuwigheid. De idealen
van honderdduizenden zijn ver
bleekt, verschroeid, verzonken.
Het is de ontzettende tragiek in
een grooten tijd van een voor
God verloren wereld. Maar God
wankelt niet en nooit. Waar
menschen falen en vallen, daar
geeft Hij houvast en steun, tot in
de eeuwigheidZoo schreven
wij o.m. in ons eerste hoofdarti
kel,» na het weder in werking
treden, van de Nederlandsehe
pers.
TER GELEGENHEID van het
staken van het vuren in
Europa sprak Z.H. de Paus:
Er is nu vrede, die slechts ver
sterkt kan worden door onop
houdelijke zorg. Deze vrede legt
heel de Kerk, Herder en kudde
samen, een zeer delicate taak op.
Allen worden opgeroepen, om
zichzelf geheel aan hun ambt en
post te wijden.
Wij hebben in de afgeloopen
jaren zeker een harde les ge
leerd. God geve, dat de naties
haar begrepen hebben en er
voordeel uit zullen trekken. De
oorlog schiep gestrande, hope-
looze menschen, die zouden uit
groeien tot revolutionnaire en
ordelooze massa's, in dienst van
een tyrannie, die niet minder
despotisch is dan die, welke hen
ten onder deed gaan. De naties,
vooral "de kleine en de middel-
groote, eisehen, dat hun bestem
ming in hun eigen handen ge
laten wordt."
PRESIDENT TRUMAN op de
internationale vredesconfe
rentie te San Francisco, 26 Juni
1945:
Internationale rechtvaardig
heid vormt den grondslag van
het* Handvest. Het is een eerste
stap naar een blijvenden vrede.
.Niemand zal beweren, dat het
volmaakt is, maar het is een be
gin, waarop verder gebouwd kan
worden, als de wil aanwezig is
de internationale gerechtigheid
te betrachten. Zouden wij falen,
het zou verraad zijn tegenover
hen, die in dezen oorlog gestor
ven zijn. .e
DE STEM van onze geëerbie
digde Koningin klonk 28 Juni
1945 door de radio:
Ik behoef u niet te zeggen,
dat er tallooze moeilijkheden en
bezwaren, ja soms schier onover.
komenlijke, op onzen weg liggen.
Naast de schaduwen kan ik ech
ter Goddank op sterke lichtpun
ten wijzen: het feit, dat wij in
den donkeren tijd, die achter ons
ligt, naar elkaar gegroeid zijn,
het duidelijk merkbaar verlan
gen naar eendracht, de groeiende
gemeenschapszin en het onder
ling vertrouwen en naastenliefde
Een onzer eerste plichten tegen,
over God, tegenover onze volks
gemeenschap en tegenover ons
zelf is den bestaanden drang
naar saamhoorjgheid verder te
ontwikkelen en het hoogste en
beste wat in ons leeft in dienst
te stellen van onze volksgemeen
schap.
Wij aanvaarden met vertrou
wen die taak. Ons jongste ver
leden heeft bewezen wat wij
kunnen. Zij zal blijken niet te
groot of te zwaar voor ons te
zijn.
God zal ons helpen!!
pATER MEIJER sprak in een
zeer drukbezochte vergade
ring van den katholieken mid
denstand te Alkmaar, 7 Juli 1945:
Laten de menschen dan maar
weten, dat wij katholiek zijn.
Sinds 5 Mei 1945 behoeven wij
ons niet meer te schamen, Vele
van de illegale werkers waren
katholiek, dat is toen wel geble
ken. Het is uit met de opvatting,
dat de katholieken geen goede
vaderlanders zijn. Wij hebben
anders bewezen!
En dr. Olierook ging op 2 Aug.
1945 verder:
Het mag ons niet onverschillig
zijn, dat zoovelen nog niet tot de
uitverkorenen behooren. De Stad
Gods breidt zich wel uit in de
buitenwijken van Congo en
Uganda, maar in de city, in het
door God vertroetelde Europa
met zijn genadeoorden als Lour-
des, Rome, Paray Ie Monial en
Fatima, bloeit de godsdienst niet
meer. In de eerste tijden heeft
het nieuwe christendom het oude
heidendom overwonnen; 't oude
christendom moet nu het nieuwe
heidendom overwinnen. Het ge
heim van de verspreiding van 't
eerste christendom ligt in de ge
tuigenis van zijn belijders. Wij
getuigen te weinig.
Aangenomen' wordt, dat de
eerste divisie der expeditionnaire
macht in de eerste helft van 1946
gereed en gevechtsklaar zal zijn,
de tweede ongeveer vier maan
den later. Er wordt een Neder-
landsch leger opgebouwd, dat
aansluit bij onze bondgenooten;
noodig is allereerst een sterk ont
wikkeld saamhoorigheidsgevoel;
de eerste taak is dienen en er
zal een strenge selectie worden
toegepast. v
Er komt een wet, die bepaalt,
dat alle Nederlanders, die hun
plicht tegenover het vaderland
verstaan, gegarandeerd weer bij
hun vroegeren werkgever in
functie moeten komen.
DRINSES JULIANA in eenTen-
voudig-ontroerende radio
boodschap op 6 Augustus:
Wanneer ik nu 't groote voor
recht heb weer door mijn eigen
huis te loopen".gaan mijn ge
dachten steeds uit naar de vele
huizen in Nederland, die in puin
liggen en bij de diepe vreugde
der hereeniging in het vaderland
denkt men voortdurend aan de
velen, naar wier thuiskomst te
vergeefs weyd uitgezien, of op
wie nog steeds in angst wordt
gewacht en men beseft des te
meer zijn verantwoordelijkheid
tegenover alles om dan ook zijn
uiterste krachten in te spannen
in den wederopbouw van ons
aller vaderland.
kJINISTER SCHERMERHORN
zei groote waarheden bij de
herdenking op 15 Augustus der
vijf gijzelaars, die in '42 werden
gefusilleerd:
Macht van menschen over
menschen is een gevaarlijk wa
pen, het vergt geestelijke kracht
en een zedelijk gehalte, die he
laas door te weinigen wordt op
gebracht. Organisatie is macht en
macht is bederf, tenminste daar,
waar geen geestelijke kracht,
geen besef van goed en kwaad,
geen begrip voor de absolute
waarden, die God in deze wereld
stelde, tegenover staat. Er is hier
en daar machtswellust en wille
keur, in plaats van Nederland
sehe rechtszekerheid, in kwade
gevallen Gestapo-imitaties. Wij,
die het leven hebben behouden,
moeten dat gebruiken als een
instrument Gods in den strijd
om ons volksbestaan!
16 SEPTEMBER KLONK de
machtige stem van het Episco
paat in alle Kerken:
Wij vreezen zelfs, dat zich
al verdere gevolgen der geeste
lijke inzinking, al is het dan nog
onduidelijk en vaag, beginnen te
vertoonen.
.Het is daarom, dat Wij vol
zorg en vol liefde voor uwe zie--
len, u komen oproepen tot gees
telijke vernieuwing en opstan
ding. Weg daarom met alle
halfheid en met de eindeloze
compromissen met de wereld.
Daar is maar één ding noodzake
lijk, dat gij uwe zielen zalig
maakt. En dat kunt gij niet met
een compromis. Beslui^.?dan ook
weer allen, voor zoover dat noo
dig mocht wezen, de eerste Vrij.
dagen en Zaterdagen van de
maand te vieren, trouw den ro
zenkrans te bidden in de ge
zinnen.
25 SEPTEMBER kwam de
Tweede Kamer voor 't eerst weer
bijeen, wij noemden dit een:
historische zitting.
De voorzitter, mr. van ScRaik,
sprak bij die gelegenheid:
.Dat gij in een der voor de
landsbestuurders moeilijkste tijds
gewricht van onze geschiedenis
hebt willen gevolg geven aan de
roepstem om uwe krachten voor
's lands zaak beschikbaar te stel
len, heeft in de natie algeheele
voldoening gewekfc Het moge u
gegeven zijn met medewerking
van en zoo mogelijk gerugge-
steund door de rechtstreeksche
vertrouwensmannen van het volk
kostbare bijdragen te leveren tot
den terugkeer van zijn welvaart
en zijn levensgeluk. Harerzijds
zal ook de Tweede Kamer, ver
trouwend op hoogere leiding,
voor de rechten en belangen des
volks op de bres blijven staan.
Moge het Koninkrijk der Neder
landen, gelouterd en zuiver uit
den strijd der volkeren te voor
schijn getreden, een tijdperk van
nieuwe staatkundige ontwikke.
ling en van socialen en culturee-
len opbloei tegemoet gaan.
Minister logemann
bracht 5 October 1945 de
Indische kwestie ter sprake en
was bitter gestemd: Het stuit
tegen de borst, telkens te moe
ten herhalen, dat de Kroon haar
woord gesproken heeft en deze
regeering zich op dat woord,als
een program heeft vastgelegd.
Deze voornemens waren duide
lijk genoeg,' om toenmaals de
instemming en de medewer
king uit te lokken van Indone
sische nationalisten en Neder
landsehe demoeraten. Wat kan
daarin, zoo men het hoofd koel
houdt, veranderd zijn? Alleen
omdat een groep visschers in
troebel water ons tijdelijk het
-werken belet voor eigen volk
en dat volk blindelings leert
verguizen, wat wij dan toch
voor Indië deden.
IN EEN GEZAMENLIJK schrij-
ven richtten de Christelijke
Kerken zich op 28 October 1945
tot alle geloovigen:
Wij doen een ernstig beroep
op geestelijkheid en geloovigen
om U allen ervan te doordrin
gen, dat het aanzien van ons
volk staat of valt toet de be
antwoording van de vraag, of
in Nederland wordt gehandeld
naar recht of naar wraak en
haat. Dit geldt met name de be
handeling van de politieke ge
vangenen. Wij achten het een
smaad voor ons volk, wanneer
na vijf jaar strijd tegen rechts
verkrachting en vijf jaar lijden
onder de gruwelijke methoden
van het Duitsche barbarisme,
die booze geest vat op ons volk
zou hebben gekregen
li AGISTER Pater Stokman
O.F.M. sprak duidelijke taal
te Den Helder op 19 Nov. 1945:
Wij kunnen op -het oogenblik
den invloed van de (R.K. Staats)
partij niet missen, want zij is
een kwestie van beginsel. Ook
in cultureel, sociaal-economisch
nationaal en internationaal op
zicht spelen die beginselen een
voorname rol. Zij zijn vangroot
gewicht in vraagstukken van
gezag, Overheid en vrijheid van
het volk. Naar onze opvatting
zijn de grondwettelijke vrijhe-
den waardeloos, indien wij hen
niet binden aan normen volgens
onze principes.
IN HET ENGËLSCHE Lager-
huis sprak Minister Attlee
op 22 November 1945. „Dringen
der dan ooit zal elk land inzien,
dat het recht tusschen de vol
ken dient nageleefd en dat de
oorlogsgeesel dient uitgeban
nen. In de organisatie der Ver-
eenigde Naties bezitten we een
instrument, dat, mits elkeen
voornemens is het te gebruiken,
en daarin ligt de quintessen
ce van de zaak het recht kan
doen heerschen en den oorlog
kan voorkomen. Geen interna
tionale organisatie zal van eenig
nut zijn, indien de volken niet
besloten zijn, onderling een
zoodanig vertrouwen te stichten,
dat oorlogen ondenkbaar zijn.
Over groote deelen is dit ver
trouwen reeds aanwezig. Het is
de taak van de staatslieden, dat
vertrouwen over de heele we
reld te verspreiden."
LI ARE MAJESTEIT de Konin-
gin sprak op 21 December
haar Kerstboodschap uit:
Meer dan ooit danken wij God,
dat Hij ons uitredding schonk.
Voor ons ligt de taak den vrede
te winnen en deze taak zal geen
eenvoudige zijn. Het verheugt
Mij op dit gebied verblijdende
verschijnselen waar te nemen.
Doch het bestaan alleen van
deze verschijnselen waarborgt
nog niet het winnen van den
vrede. Dit zal groote krachtsin
spanning vragen op ieder ge
bied van het leven. Willen wij
ons doel bereiken, dan moeten
wij daadwerkelijk en eendrach
tig den schouder eronder zetten,
zoowel in de maatschappij als
in den huiselijken kring. Toont
bij uw werk, in uw werkplaats,
in uw uren van ontspanning,
dat het juist in de praktijk van
het leven mogelijk is in toepas
sing te brengen de liefde, die
Christus ons leert en waarin Hij
ons is voorgegaan.
TER GELEGENHEID van de
Kerstmis en de kardinaals
benoemingen hield Z. H. de
Paus een toespraak tot alle
Christenen op 24 December:
Dit jaar hebben wij de troost
gehad, dat er een eind kwam
aan het gewapend conflict, eerst
in Europa, later in Azië, zoodat
de arm van den engel der ver
nietiging, dien de goddelijke
toorn, wegens de zonden der
menschheid op de aarde had
doen nederdalen, werd tegenge
houden. En nu kunnen wij
Kerstmis vieren, tèrwijl het oor-
logslawaai te land, ter zee en
vooral in de lucht verdwenen
is. Nederig danken wij God voor
den gegeven vrede.
Hoe lang zal het noodig zijn,
om de wonden van dezen vree-
selijken oorlog te genezen? Het
menschdom beseft thans, hoe
veel wijsheid, geduld en goeden
wil vereischt worden ,om de we
reld terug te brengen naar vre
de, recht en orde.
A
Arbeid en Armoe zijn de eerste problemen
Die ons volk vaster tpr hand moet nemen.
De Armoede zal men gelijk verdeelen,
Over harten en beurzen van talrijk velen.
Blijft Arbeidslust ons vast ter been,
Dan vliedt de Armoe Allengs heen.
En Arbeid won den stembusstrijd,
NU Labour tot den dienst bereid
In 't groote Britsche wereldrijk,
Houdt Attlee wacht nu aan den dijk.
Met Winston zal hij het wel -klaren,
St. George moog' hem voor Laski bewaren!
Amerika zag zijn reuzenprogram
Met zege bekroond, toen D.-day kwam.
In Avranches begon het spel eerst recht,
Toen werd von Rundstedt afgezegd
Atoom-energie, het plan was stout
Twee bommen sloegen Japan knock-out.
Bevrijding was ons heerlijk lot,
Maar half ons land is nu kapot.
Zie Zeeland, Arnhem, Rotterdam,
Het Zuiden stond in vuur en vlam
Met roem de B.S. overladen,
Getemd het Beest van Berchtesgaden,
Max Blokzijl is nu uitgepraat,
De Big Three mist nog ruggegraat
In Belgen!and werd druk gekakeld,
De Koningskwestie opgerakeld.
La femme Beige, den Koning trouw
Gelijk gerecht ter stembus wou,
Maar Spaak houdt niet van
Koningskinderen
En wist dit listig te verftinderen.
Capitulieren doen wij niemals,
Sprak de Duitsche opperjakhals,
Maar de Angelsaks en Sovjet
Sloeg in het end den bruten mof plet
Concentratiekampen, schande,
Joden Nazi-offeranden
Churchill, China, Canada,
Allen zijn ons even na,
Churchill won en werd verslagen
Toen de Labour-zon kwam dagen,
Winston op de zondaarsbank,
Welk een vreemde wijs' van dank.
Tienmaal duizenden en meer
Vielen op het veld van eer,
Canada, wij danken samen,
Requiem aeternam. Amen.
China is nog steeds verdeeld,
Dat die lui dat nooit verveelt,
Tsjoengking, Jenan, Woe-Pei-Foe,
Pak de horens van de koe.
D-day, wereldinzet van victorie,
Duitschland brak zijn oude glorie,
Dondergolf van tank en vliegtuig
Sloegen Duitsche steden grof ruig.
Duce, gevierd aanbeden,
Hoogmoed luistert naar geen reden,
Schel die in zijn ooren klonk,
Volk joeg hem toen hondsch van honk.
Engeland, een groote natie,
Streed voor recht, pacificatie,
Niet van Utrecht en van Gent,
'Maar van Londen, Wales en Kent.
Het Empire zijn wij veel verschuldigd,
Dus den Brit met dank gehuldigd,
En nu meenen wij dat heusch,
Happy days, en glorious.
Eisenhower, generaal,
Man van ijzer, vuur en staal.
Wonderlijke land-strateeg,
Over zee zijn leger kreeg.
Hakte Duitschland in de pan,
Moffrika is onder Jan.
Over land en over zee,
Straalde nu de wereldvree.
Ieder hielp op zijn wijs'
Maar die het meeste dee, was „Eis".
Episcopaat van Nederland,
Nam- verzet het eerst ter hand.
Christus' Kerk was in gevaar
Bisschop streed met breed gebaar.
Mèt de Kerk 't Vaderland
Vormt 'n onverbreekb're band.
Ook, ieder mag het duidelijk hooren,
Die liefde is ons aangeboren.
Frankrijk, eens ter dood gewond,
Na invasie vrijheid vond.
Darlan vermoord, Laval onthoofd,
Petain zijn onschuld niet geloofd.
De Gaulle zet pas met vasten koers,
Parijs lacht door zijp rouwend floers.
Zelfs communist regeert nu mee,
Te zamen met de M.R.P
Weg is het schoftig Pruisisch heil,
La France beleeft zijn Roomsch reveil.
Der Kerke oudste dochter leeft
En hoop op nieuwe glorie heeft.
Franco mag hier niet ontbreken,
Hij hééft dictatorenstreken.
Maar ik denk, al is het vermetel,
Aan den pot en aan den ketel.
Want die hem het meeste p st,
Is precies zoo als de rest.
Geld de ziel van de negosie,
Lieftinck houdt het nog een poosie.
Hij schoffeert de heele nering
Met zijn dure geldsaneering
Ieder jammert over schade,
Van de Lieftinksche blokkade.
Geldelooze geldmagnaten,
Hulpeloos te praten zaten.
Ieder leefde van een tientje,
Jonkheer, pater en ons Dientje.
Nu, de geldsaneering slaagt.
Steeds meer personeel gevraagd.
Niet alles wat er blinkt is goud,
„Geef mij maar weer minister Oud"
Dat zegt de een, maar lang niet ieder,
Het meest is voor den hoogsten bieder
Ik zeg tenslotte mind me never
Een Lief dmek is a joy for ever!
Gemeenteraad!! Gemeenteraad??
De oude leden op de straat.
Veel^nieuwe traden in het krijt,
Als vreemde eenden in de bijt.
De ouden ergeren zich dood.
Geen nood, mijn vrienden, 't is maar nood.
Wij laten al die lui hun vreugd
En maken van den nood een deugd.
Tot troost ons dit de waarheid schijnt,
Herstel komt, pis de nood verdwijnt!
0
De Honger knaagde aan ons land,
Hij groeide steeds, hand over hand.
Wat leed in veler huis en hof,
Wat schande voor den bruten mof.
De stoeten trokken door de poort.
De boer hij., ploegde immer voort.
Gewonden, dooden in den heg,
De boer gaf al zijn eten weg.
Maar eenmaal kwam ook hij aan 't end,
En het land was dof van doodsellend'
Toen vrijheid wenkte kwam de Raf,
Die voedsel uit den hemel gaf.
Het viel als manna op den grond
En hief ons uit den doodenstond.
Nooit hoorde men zooveel gejuich,
Als voor dit eerste Raf-vliegtuig.
Hulp Actie Roode Kruis,
Kwam bij menigeen in huis.
Soms bij de verkeerde deur,
Maar dat kwam nu eenmaal veur.
Hark-critiek is niet je dat,
Neem een hark en veeg je pad,
Wie wiedt graag zijn eigen tuin?
Eigenliefde mint geen puin.
Harkie-dee en harkie-do
Ik wil zus en hij wil zoo.
Al is Jan of Piet jaloersch,
H.A.R.K., houd je koers.
Nu, vóór vernieuwing eerst herstel,
Of Nederland raakt in de knel.
Herstel wat goed is, niet wat fout,
Wat goed is, ook al is het oud.
Het goede oude bleek bestand»
Dat ondervond de mof-trawant.
Daarom ook nu 's lands eer 's lands wijs,
Ik geef geen oude schoenen prijs,
Vooral niet, nu je weten kon,
De nieuwe zijn nog op den bon....
Illegalen, illegalen,
Duitschers noemden het schandalen,
Dank uw sterk en flink verzet,
Werd de mof er uit gezet.
Illegaal was offeren, prachtig,
Nu de wet, da's ook waarachtig
Clandestien heeft afgedaan,
Wil dat eindelijk nu verstaan.
Indië en Indoneezen,
Wreed geknecht door Japanneezej),
Nu een land vol leed en rouw,
Eere aan de sterke vrouw,
Was in concentratiekampen,
Stut en steun in alle rampen.
Oorlog is verschrikkelijk wreed,
Stroom van naamloos kinderleed.
Indië, opnieuw in tranen,
Broederstrijd van de Javanen.
Jappenleuze was: ik stook,
Raadselhouding van Vap Mook,
Sjahrir, Sjarifoedin, Hatta,
(Chocoladebruin als kwatta)
Stoken tusschen bruin en blank,
Dat is extremisten-dank!
Indië, wij zullen helpen,
Als een moederdier haar welpen,
Indië, gij blijft van Holland,
Neen, van heel ons Nederland.
Onrustzaaiers, neem de wijk,
Indië blijft bij het Koninkrijk.
Niemand zal U meer ontrooven,
Wat Vorstin U mocht beloven,
Namens heel het Moederland.
Staak den strijd en neem de hand.
Japan, gekraakt door de atomen,
Is kracht'Ioos aan zijn eind gekomen.
Het smeekte vrede, cito, cito,
En Yankee knevelt Hirohito.
De trotsche spleetoog uitgegluurd.
Zijn zon is naar de maan gestuurd.
Jeugd had volop idealen,
Zijn ze nu al aan het verschalen?
Zoek niet altijd politiek,
Mijdt de holle zwetserskliek.
Idealen is niet praten
Houdt de' stokers in de gaten.
Idealen hoort bij doen,
Dat is nu nog net als toen.
Koninginne, Hollands vrouwe,
Neerland kon uw vreugd' aanschouwen.
Met een blij en dankbaar hart.
Neerland had den Pruis getart.
Kwam uit Londen steeds uw stem
Tot ons hart in zorg en klem.
Schraagdet gij ons groot verzet,
Tot een bundel, onverlet.
Kracht en eenheid blijft de leus,
Ons rest nu geen andere keus.
Kracht in eendracht, samen sterk,
Land en volk, Vorstin en Kerk.
Koninkrijk heeft nu één taak,
Wederopbouw ieders zaak.
Alle twisten aan den kant,
Eén voor het dierbaar Vaderland.
Niemand weigert, maar doet mee,
Onder Uw „Je Maintiendrai."
Kampen, onrust, Kolfschoten,
Velen heeft dit zeer verdroten,
Excellentie, „schort dit waren",
Anders komen er martelaren......
Ruim die kampen schielijk op
Of de kous komt op uwhoofd.
Snel berechten, streng rechtvaardig,
Dan blijft Vrouw Justitie waardig.
Hoog het recht, en weg de wraak,
Sla maar toe, maar eerlijk raak.
Londen, bommen en ravage,
Pa Gerbrandy, vrees blamage.
Koningsstad van Engelenland,
Groot symbool en vrijheidspand.
Eens geteisterd uit de luchten,
Heel de stad naar buiten vluchtte.
Nu weer in een beter lot
Hurry up, en bless you God.
Landwacht, jammerwoord van schande,
Vrees en onrust in den lande.
Eerloos tuig van Duitsche haat
Niemand veilig meer op straat
„Landwacht" ligt nu in het graf.
Weg je „land" en „wacht" je straf.
Le. .er M. nog niet van Droste,
Van M.G., wat zal dat kosten.
Vroeg vergeving, voert men tegen,
Maar heeft-ie dat nu ook gekregen?
Toch, M.G. willen we eeren,
Wij met de gebakken peren.
Mal geval en Moffengriet,
Mooi Gezegd, of vind je niet?
Moet ik rijmen nog op Mof?
Liever nu op Molotoff.
Wonend in de buurt van Moskou,
Gaat met politiekers op sjouw,
Vliegt collega's in het haar,
Lijmt de scherven aan elkaar.
Prachtig over vrede praat,
Mits voor Rusland is de baat.
„Monty" mag hier niet vergeten,
Hij heeft wat op zijn geweten,
Groot strateeg, die Amsterdam
Bloembeladen binnenkwam.
Jubel en gejuich als tolk,
Van een innig dankbaar volk.
Van Meegeren, een typisch man,
Die schilderen en jokken kan.
De beste kenners van de wijs,
En toen de allerhoogste prijs
Voor een vervalscht maar prachtig doek,
De experts zaten in den hoek.
Was het van Meegeren, Vermeer?
Dp heeren faalden keer op keer.
De Kunst in opstand, vreemd geval,
Hoe dat zich nog-ontwarren zal.
Maar als van Meegeren „Vermeert"
En onherkenbaar imiteert,
Dan is die schilder toch maar mans,
En hij verdient een faire kans.
1