de grens der HERINNERINGEN u w N VAN ZANDLOOPER TOT ZAKAGENDA DE JEUGD VAN NEDERLAND NIEUW NOORDHOLLANDSCH DAGBLAD MAANDAG 31 DECEMBER 1945 II Tot de jeugd van alle landen R I I KENT DAT WEL, lezer, zoo'n gezellig zitje in een rustiek cafétje, waar de kleine glaasjes flonkeren en waar de gouden gloed van een zachte wijn de on eindigheid van de luchten weer kaatst. Of een stil hoekje bij den haard och, gooi er maar een schepje op, over 'n paar dagen krijgen we toch weer een brandstofbon waar je zoo zalig bij kunt zitten, al of niet met je beenen op tafel. En dan? Dan ja, ga je praten en vanzelf komen dan de herinneringen, want zonder die herinneringen stokt het gesprek heel gauw en gaat 't onderonsje als een nacht kaars uit. En dan kijk je elkaar aan en zegt: „Weet je dat nog, en dat, en dat?" Zoo komen we dan op de grens der herinneringen, die er vele zijn, voor ieder verschillend, maar voor ieder boeiend en inte ressant. Ach, wü krantenmenschen zit ten midden in de groote drukte van het voorbijvliegende leven en onze tijd is zoo druk bezet met alle mogelijke groote en kleine kwesties, dat die grens ver weg aan den horizon nog niet wordt ontmoet. Altijd maar op jacht naar nieuws en zich hechtend als een inktvisch met zooveel vangarmen aan alles, waar wat in zit. Heel interessant, inderdaad! Je krijgt een seintje: vier hui zen ingestort en snuivend als een hond naar buit, ben je al weg en ziet puin, puin en nog eens puin. Gebroken ruiten, fladderende lordijnen, kapotte stoelen en ta- Jels. Met het risico een halve muur op je te krijgen kom je dichterbij en gaat zoo'n beetje naar binnen en ziet.... 'n hoop. lojnpen in een bedstee en 'n meu bel, dat op een bed lijkt enz. Ook dat zien we, lezer. En dan sta je stil en je denkt. Denkt aan je eigen genoegelijkheden en vergelijkt. Had zooiets niet kun nen worden voorkomen door al die hulpcolonnes met hun mooie namen en afkortingen? Och, er .is zooveel te doen en er is zooveel gebeurd. Ja, herinneringen zijn er vele. Neem maar die voorbije jaren, wat zijn die niet zwaar geweest! En toch! Mooj en grootgch in alles en in allen. Menschen uit wier li chamen de roode roos van het heldendom opbloeide en wier levenseinde de overwinning was over het kwade. En toch. Levens werden gebro ken in hun groei en hun rijpheid, daden, die zelfs dqgr een proces van Neurenberg niet kunnen worden vergolden. Erger nog, zielen werden bevuild als een vlammende papaver door een bende ongekende booswichten, voor wie de grootste molensteen niet groot genoeg was en is. Je maakt weer zooveel mee, als je even rust op die grens, waar herinneringen bloeien. Menschen, die het idealisme van een goede wereld willen uit. dragen en doorgeven overal heen Die met een bijna wanhopigen moed vechten om het laten we oprecht zijn, want het is bijna twaalf uur, Nieuwjaar! oriwezeplijke waar te maken. En aan den anderen kant, zij, die tevreden zijn, met het pas opgebouwde weer af te breken. Want nieuwtjes vertellen is zoo gezellig by een weer echt kopje thee, of bij 't glaasje van je klein rantsoentje oude klare. „Is het allemaal waar?" „Na- "ijk, we v( met wat.' En weer zal ergens een mensch die goed wil, teleurgesteld zijn in zy'n medemensch, omdat die ver keerd begrijpt of wil begrijpen. Maar dat is immers voorbij? Vanzelfsprekend, we gaan nu den vrede winnen! Als dat waar is, feliciteer ik u en ruil m'ri pen voor 'n gemakkelijke fauteuil, want dan wordt de wereld vol maakt. Maar onder ons gezegd, geloof ik 't nog niet. Toe, neem nog 'n slokje thee! U nog 'n glaasje? tuur lijk, we vertellen toch zoo maar nie Maar goed en wel. Er was eens een tijd, dat er pracht-idealen waren. Dat is zoo om-ende-om 'n jaar geleden. Toen werden er grootsche dingen bespfoken niet alleen, maar uitgevoerd. Mis schien herinnert u zich dien blee_ ken jongen tusschen een paar S.D.-ers. hij was erg wit en had toch een.dappere lach. Want hij zag in de wazige verte een_stra- lend Nederland en hij hoorde verwijderd klokgebeier. Herin nert zich die moeder, die des morgens 5 uur opstnd, om wat melk en wat eten te halen en die voor de rest van den dag werkte als een sloof op 'n sneetje brood en wat aardappelsoep? Herinnert u zich al 't goede en al 't slechte? Soms is het uurtje rust op de grens der herinneringen pijnlijk. Maar dat geeft, toch niet, wan neer we onder elkaar zijn. Nu de klok naar twaalven loopt, moeten we eerlijk en zui ver het nieuwe jaar in, dan maar wat minder gesprekken op het theekransje of bovenbuurtje of weet ik wat voor sportvereeni- g E§i dan die goeie oude ge woonte: wanneer we straks, als de klok slaat, de sirenes loeien en de knalbussen lawaaien, met de glaasjes klinken, of met een stille handdruk of een belofte- kus, misschien met een dapper weggeslikte traan elkaar veel zegen hebben toegewenscht, la ten we dan evgn onze knie bui gen en heel eventjes maar bid den voor allen, die inhet ver leden op de grens der eeuwig heid stonden, voor de bedroefden en vertwijfelden, maar ook voor hen die achter hun lach een we reld van verdriet verbergen. Wij gaan den vrede winnen, om ons grootsch verleden. Zalig Nieuwjaar T. v. d. H. |NE DAGEN, dat men het ver- strijken van de uren aan den zandlooper moest aflezen of de gestalte van de maan waarnam om te zien, hoe ver wij met het jaar gevorderd waren een be grip, dat men toen nauwelijks kende liggen in een ver ver leden. Geduldig en moeizaam ging de mensch zijn tocht door het leven, zekerheid als hij had, dat hij zijn eindbestemming toch wel zou vinden. Nu is de tijd in vakjes keurig voor ons ingedeeld en wij behoeven maar tabellen te raadplegen, die rondom ons in de huiskamer, op kantoor of waar dan ook hangen en die wij in mi niatuur-vorm op zak dragen, om te weten, welke datum het is. Niet, dat wij die zekerheid van ons doel te zullen bereiken, mis sen, maar wij hebben nu eenmaal gevoel voor metrum en moeten precies kunnen zeggen, nog zoo veel streepjes en (Jan zijn wij er, met andere woorden, nog zooveel dagen en maanden of wanneer het om projectie in het verleden gaat, het duurde zooveel maan den en zooveel dagen, hij was precies zoo en zoo oud. De ontwikkeling van den mensch in het algemeen, gepaard later met de voortschrijding der teehniek, hebben, de. interesse voor den kalender doen toene men, waar in vroeger tijden al leen sterrenwichelaars en astro nomen zich met de tijdsindeeling bezig hielden. Met dit al is de aarde geen kilometer sneller gaan draaien en het heeft heel wat voeten in de aarde gehad, eer men haar tempo had geregi streerd. En nog is men er niet in geslaagd een volkomen juiste tijdrekening te geven, want eenig verschil, hoe minimaal ook, blijft er steeds tusschen de jaren bestaan. Copernicus had het jaar bere kend op een duur van 31.556.951 seconden, terwijl de meeste ster renwachten in onze dagen zich houden aan de berekening van Le Vervier, die op 31.556.437 sec. kwam. Bij het vaststellen van het jaar op een bepaald aantal heele dagen, deed zich de groote moei lijkheid voor, hoe men dit zoo nauwkeurig mogelijk kon doen. Het ging er immers om een practische indeeling te verkrij gen en dan mocht men niet met kleine onderdeelen gaan werken. Vandaar, dat wij om de vier jaar een schrikkeljaar kennen om Op Nieuwjaarsdag zal door de Nederlands che Jeugdgemeen schap, op initiatief van de Ver- eeniging voor Internationaal Jeugdverkeer een korte bood schap in verschillende talen worden uitgezonden, een getui genis van haar hpsef van ver bondenheid met en van haar berei'dhejd tot samenwerking met alle jongeren die van goe den wille zijn De tekst dezer Nieuwjaars boodschap luidt: Voor het eerst na vijf jaren bezetting treden wij, jeugd van Nederland, een nieuw jaar in vrijheid binnen. Door de energie en den moed van de soldaten der vereenigde naties zijn wij bevrijd, er is weer toekomst voor ons. Zonder hulp van buiten zou den wij nooit onder de tyrannie zijn uitgekomen Op zichzelf was ons verzet ontoereikend, ook al stierven duizenden onzer door concentratiekamp, arbeids- slavernij en executie. Wij dan ken daarom de jeugd van alle landen voor de daden harer so lidariteit, die ons de vrijheid brachten en gedenken in eer bied al onze broeders, die ook voor onze bevrijding hun leven gaven. Laat ons deze solidariteit om derwille van de eerste mensdhe- lijke waarden vasthouden en trouw blijven Holland is sinds eeuwen het land van vrede en sainenwerkingen, binnen zijn grenzen staat het Vredespaleis, in de wereldgeschiedenis het eerste gebouw ten diepste der internationale rechtsorde. Thans staan wij, jeugd der wereld. aan het einde van den vreeselijkste aller oorlogen. Een herhaling zou met de nieuwe oorlogsmid delen de levenstoekomst voor ons allen wegwissehen. Daarom roepen wij, jeugd van het kleine Nederland, bij den aanvang van het eerste vredes jaar de jeugd der geheele wereld op tot internationale solidariteit tóf den vastberaden wil door ge. loof, overleg en goede trouw den wereldvrede te bewaren en tot dé uiterste krachtsinspan ning om de toekomst der menschheid te redden. Nieuwjaar 1946. de verschillen tenminste eenigs- zins te compenseeren, waarmee evenwel nog geen zuivere oplos sing verkregen is, daar het jaar immers niet precies 365 dagen en 6 uren heeft. Het christendom heeft een grooten invloed gehad op de ontwikkeling van den kalender, allereerst door de herdenkingen, die door de eerste christenen werden ingevoerd van bepaalde feiten, waardooor het leven njpt langer een leegte was. Zij zagen meer zin in de opeenvolging der seizoenen dan alleen een uiter lijke gedaantewisseling van de natuur. Een groote overwinning voor het christendom was voorts, dat als uitgangspunt voor de tijdrekening, waarbij men het er wel over eens was, dat dit een belangrijk historisch gebeuren moest zijn, de geboorte van Christus gekozen werd. Eerst voor het geheele Westen en later voor heel de wereld. Wel heeft men meerdere malen onder hei- densche invloeden getrapht, hier in verandering te brengen, men denke aan de Fransche revolutie, toen men met het uitroeien van de republiek een geheele nieuwe tijdsperiode wilde inluiden en ook een machtswellusteling uit onze dagen, wiens naam wij niet eens behoeven te noemen, meen de, dat eerst met de stichting van het Derde Rijk de wereld een aanvang narp, maar verder dan een pogen is men toch niet ge komen. Algemeen wordt aangenomen, dat in de zevende eeuw de Juli- aansche tijdrekening algemeen was ingevoerd. De christelijke feestdagen waren daarin de voornaamste rustpunten, waar van wij trouwens in onzen tijd, vooral in de boerenstreken, een en ander bewaard vinden in de beteekenis, die aan bepaalde hei ligen wordt toegekend, als data, waarop speciale gebeurtenissen plaats vinden, b.v. verpachtingen, het huren vah personeel e.d. Ook de „ijsheiligen" herinneren hier aan. Kenden onze voorouders in de middeleeuwen dus een tijdreke ning, onze wandkalender of zak agenda was hun nog vreemd. Wel gaven zij van den kalender een uitbeelding in hun kathe dralen door het weergeven van teekens van den dierenriem. Zulks trof men trouwens ook reeds in de catacomben aan. Die dierenriem is ontsproten aan de fantasie van astronomen, die bepaalde figuren, ontleend aan natuurlijke wezens, ontwierpen voor verschillende sterrenbeel den en zekere constellaties van de aarde en den dampkring met teekens aanduidden. De priesters kenden wel den kalender van het kerkelijk jaar in hun brevier. Het volk nam er kennis van doordat veelal het feest van een dag. op een bordje werd geschreven, dat aan de Paaschkaars werdgehangen. Eerst in de tiende eeuw ont- staat de kalender als een alge- meene voorstelling. Ook op zitplaatsen of in koor banken werden wel kalenders gesneden. Een afzonderlijk arti kel ware te schrijven over de uitvoering van den kalender sinds de uitvinding van de boek^ drukkunst. In den loop der tijden is de kalender meer en meer van een nuttig drukwerk een product van grafische kunst geworden De laatste jaren zyn wij ook op dit terrein van aljes verstoken gebleven en ook nu ziet het van wege de papierschaarschte er niet naar uit, dat wij veel schoons te zien zullen krijgen. Een ka lender zullen \Vjj echter krijgen en moge bij het verwijderen van ieder kalenderblad telkens e'en betere periode geopend worden, zoodat wij aan het einde van 1946 kunnen zeggen: het begint nu heusch te gloren, een nieuwe tijd breekt baan. Nederland is nu weer vrij, 't Was ip de Lente, in de Mei. Op den schoonen vijfden dag, Onvergetelijk Wie het zag. Vijf jaar na de boevenstreek,- De beklemming van ons week. Nederlanders, wees nu wijs, En waardeer den grooten prijs Voor dit groote goed betaald Splijtwvam niet weer ingehaald. N.V.H. stuwt Volksherstel. Nederland, beseft het wel. Eensgezind dit werk gesteund, Niet er tegenaan geleund. Holland stoncj voor Brabant klaar, Volle auto's kwamen daar Noord hielp Zuid er prachtig door En daar zijn wij dan ook voor Noord en Zuid zijn samen één Zoo komt 't Zuiden weer ter been. Neurenberg, reuzenstad, Die eens vol met speelgoed zat Daarna bruine leidersoord. Fuhrer had het hoogste woord. Speelde er zijn abel spel, Joeg de natie naar de hel. Nazileiders, weer present, Nu een groote circustent. Comediespel, nog geen berouw, Vergelding staat er in de kou. Het Hof aanhoorde zeer geduldig, Es ist nicht wqhr, ich bin unschuldig. De Nazi-bons, hier braaf ontzien, Hoort eens het onverbiddelijk I^jen. Men roept het laatste nummer af, De gravers delfden reeds het graf, Het spel is uit, de kaart is vol Het recht eischt op zijn hoogste tol. Ondergrondsche alternatie, Avonturen en sensatie. Groote diensten aan de Natie, Soms wat boter en een kaasie Pasvervalschen, bonnen jatten, Bonnensmokkel en patatten. Distributie-overvallen, Offers na S.D.'sche knallen. Wij herdenken deze „perels" Onder onze flinkste kerels. Koene droppings zonder tal, Wapensmokkel overal; L. en O. en de K. P. Deden dapper er aan mee. Onderduiken, saboteeren, Üandestien telefoneeren Het was een jachtend, zwaar bestaan In zoo'n ondergrondsche baan. Alles is nu weer naar boven, Komt gelouterd uit den oven, Wij gaan nu weer aan den slag, Doen geen ding meer dat niet mag, Recht en orde op en top, 't Land moet er weer boven-op. Prins-gezin weer in ons land. JQrie Prinsesjes heel parmant Stapten uit de vliegmachien Margret nooit zoo iets gezien. Was voor het eerst op eigen grond Dartelde er wat in het rond. Regelrecht uit Canada In de auto van d'r Pa Tfixie en Irene blij, Met haar lammetje in de wei. Drie Prinsesjes, rijk bezit Hol'and zegen voor haar bidt. P.O.D. een tooverwoord, Veel gesmaad en vaak gehoord, Glimlach soms ontsluit de poort, Wel gepakt, maar niet verhoord. Dikwijls onrust langs de straat, Pod over de tongen gaat. Niet de deksel opgelicht, Dan soms „reuk" en vreemd gezicht. Dikwijls volop willekeur, Teutebellen en gezeur, Alkmaar is wel fanatiek, Pakt een heele boevenkliek; Hoorn kan er ook mee door, Daar komt geer» sensatie voor. Wat ik lees is lang niet malsch, Maar ook hier critiek soms valsch. Wie 'stelt iedereen tevree? Podverdikkie valt niet mee. Onze Prins verdient een pluim, Altijd in een goede iujm, Opperleider bij B.S. Die is nu weer op de flesch. Bernhard nu alweer fungeert, Legertraepen inspecteert. Volop sjouwt hij in den lande, Werk heeft hij genoeg oyi handen. Vorstelijk voorbeeld van zijn plicht. Straalt in Holland als een licht. Q. komt hier niet aan de orde. F h zouden qüesties worden. Weet u, kwesties die smns branden, 'Blokzijl nam ze in zijlPhanden, Allemaal nu uitgedoofd. Niemand heeft hem ooit geloofd. Menigeen hief boos zijn vuisten, Leelijk brandde Max zijn knuisten. Roosevelt kwam plots te sterven. Wereld moest zijn arbeid derven. Franklin, groote president, Miste 's oorlogs heerjijk end. Lpgde grondslag ^oor de zege. Trad de zorgen moedig tegen. Vriend van Holland onbevreesd, Witte Huis was plots verweesd. Groote slag voor U.S.A. Zocht den vrede voor en na. Zag den nazi-schenner dreigen Wist de stokers wel te krijgen. Bouwde grqpte strijdmacht op En zat Hitier op zijn kop Eeren wij den grooten strijder, Moedig man en moedig lijder, Deze man was waarlijk groot, Wereld treurde bij zijn dood. frisland zijn we veel verschuldigd, Eens gevloekt, nu ruim gehuldigd. Eerst met Nazi vriendschap sloot, Toen getrouw tot in den dood. Moskou, Lenin-Stéjlingrad. Sovjejs wisten niet meer raad. Eenmaal kwam de ommekeer. Hitier zei: Ik distancieer. Telkens nieuwe roode vendels, Penetratie, vluchten, grendels. Rus joeg Mof zijn steppen uit, Polen was zijn eerste buit. Danzig, Estland en Litauen, Alles wil de Sovjet houden. Finland krijgt een groote beurt. Letland ook al hevig treurt. Vreemde wijze van bevrijden! Waarlijk niet om te benijden. Moskou wint triomf en zege. Niemand houdt de opmarsch tegen Wat is 't ejnde van de reis? Hooge, dure vredesprijs! 6 Razzia's wat droeve dagen! Grüne ging op menschen jagen Ronselaars en ook verraders. Bange moeders, woeste vaders Eindelooze vluchtpartijen, Landwacht-geweldenarijen Grijpen, schieten, menschenmoord Ommen, Vught en Amersfoort. Rookersvasten een tentatie. Voor de helft van de natie Man en vrouw in zak en asch Toen er niet te rooken was. Eigenteelt was opgebrand Zwart was niet meer bij de hand. Marathonloop ingezet, Om de laatste sigaret. Eerst nog Consi op een draf, Toen Rhodesia voor straf. Schermerhorn, reuzen-taak. Regeeren is een groote zaak Team van vijftien „zet zich in" Moedig ey vereend v^n zin. Oud K. P.'er aan het hoofd. Mansholt wat te veel beloofd Beel een beetje autocraat (Las ik in de Kamerpraat) Drees een beste ouwe taaie, Weet zijn menschen wel te paaien. Slimme Vos, patente vent, Die zijn pappenheimers kent Ringers bouwt op met beton, (Niet verwarren met bonbon) Van Schaik heeft de energie, Nog niet geheel onder de knie. Meynen heeft soldaten noodig, Jammer nog niet overbodig. Logemann zit in de knoop, Indië ligt overhoop. De Booij van scheepvaart en marine, Is schepen kwijt en zoekt benzine. Van Klef fens, vol van moed en dapper, Hielp de Grooten graag wat krapper. Vap Rooijen, zonder portefeuille, Daarom is het nog geen luie. Van der Leeuw, de vierde prof, Is voor Onderwijs een bof. Dertien zijn er nu geteld, De twee andere zijn al vermeld. Van gekanker en critiek Wordt ons volk bijna ziek. Kankerpitten, houdt den mond, Dan de Natie weer gezond. Stalingrad was ommekeer, Stalin nu een groote heer. S.O.S. de wereld bidt,- S.S. noemt was zwart is wit Sqjiakers schaken schielijk vqprt, Euwe schaakt- met daad en woord Sporen staakten eensgezind, Staking nu een duivelskind. Sqgienwerken weer parool Sfachting maakte stichtend school Stichten hier en stichten daar, Spoortarief ontsticht ons zwaar Treinen verder weer okee Al valt reizen nog niet mee. Nog maar sobertjes comfort Ruiten met de wind er door Houten ramen, nieuwe vondst, Menigeen de wenkbrauw fronst. Kaartje éérste houten bank s Conducteur krijgt stank voor dank. Truman op zijn hooge post, Geeft zijn oogen goed de kost. U.S.A. eerst bang om het hart, Nu steelt Harry aller hart. Aller oogen voor en na, Kijken naar Amerika Uncle Sam, versta de les, Denk niet slechts aan bussiness. Utrecht nest van nazi-droomen, en van omgewaaide boomen Residentie renegaat Nu van Roomsch kardinalaat, Mussert, beste ingenieur, In de politiek een zeur, Bruggenbouwer op los zand, Kameraden geen verstand. Nu sta^t iedereen perplex, Roomsche Bisschop, Pontifex Aarde aan den hemel bindt, Vaste brug voor menschenkind. Vrijheid is ons weer geschonken, Vrede heeft ons toegelonken. V-en een en V-en twee Vielen donderend naar benee Veel vernield en veel vergaan, Vrienden op de rouwlijst staan. Victoria klinkt nu overal Vuurwerken en feestgeknal. Verkeer nog even in de war, t^roolijk en corrupt gesar. Volksherstel wil wel wat veel, Volk houdt graag zijn eigen deel. Vijftig grammen echte thee, Veertig plus deed ook weer mee. Volop boter (yiargarine) Vleesch weer beter dan de „bienen". Voortaan niet meer vroeg naar bed, Vliegerij is stopgezet. Vijand stal ons kostbaar goed, Velen vielen vroom en vroed. Vrijheid werd in bloed gedoopt, Vrede nog met vrees verhoopt. Wageningen vluur en vlam Tweemaal oorlog over kwam. Hier in Mei de vree ontsproot, Duitschland gaf zijn schande bloot. Overgave werd gemeld, Bernhard is er heengesneld, In een Jeep of anderszins, Nazi bopg voor onzen Prins. Bernhard Lippe Biesterfeld, Heeft de vrede hier hersteld. Walcheren verloor zijn dijkqn Anders wou de mof niet wijken. Zeeland offert goed en bloed, Nederland, besef dat goed. Zeeland worstelt en komt boven, Maar wij moeten hulp beioven. Niet beloven maar ook doen, Dat eischt nationaal fatsoen. De land geworden Zuiderzee Bracht ook haar groote offers mee. Het was een droevig schendend stuk Een jammer van een ongeluk. Bij Wieringen de polder zonk, En kolkend in de zee verdronk. Huizen, kerken, boerderijen, Moesten in den stroom verglijen. Oogst en voedsel omgebracht, Menschen v'uchten in den nacht. Dat zat Hollands Glorie hoog, Nu de polder alweer droog. Dan de rare letter X Die beteekent hiervoor niks. IJssellinie hield zich goed Nederlandsche heldenmoed. Tweemaal hier de strijd ontbrand, Moffen wachtten Engeland. Groeven linies in het zand Bouwden bunkers in een rand. Pruisen waren akelig dom, Monty kwam er achter om! IJmuider sluizen bombardiert, Vernieling alom welig tiert. Hooge ovens in den brand, Niks geen visch meer in het land. Nu de sluis weer „heerlijk open" Schepen k^men binnenloopen. Amsterdam weer rijk voldaan Visch komt weer bij vrachten aan. O, die zwarte handelaren, Zelfs op htm kerstkandelaren, Was het licht nog zwart gekocht. Gifhandel een kwaad gedrocht, 't Zwarte gif en het giftig zwart Tasten het land diep in het hart. Geen saneering zal hier baten, Als groot en klein dit niet kan laten. Zuivering, een misselijk teeken, Willekeur en looze staken. Knagen s-m ons volksbestaan. Wat zondig begon, zal zondig vergaan. Waarom hier niet ingegrepen? Uitgezuiverd, u'tgeknepen? Is menig zuiveringspotentaat, Wel zelf zuiver op de graat? Het oude jaar is heengegaan, Van A tot Z, is Weer gedaan. Het nieuwe jaar begint zijn baan Laat ons de oude les verstaan. Met dapper hoofd en christelijk hart, Wordt welvaart en geluk ons part. Ajax De Volew. HDVS ADO DOS RFC Emma 't Gooi ■-7SV - Xerxes EDO De stan npc Feijenoord VUC Blauw Wit Sparta Haarlem DWS Stormvog. Neptumis HBS DFC De stan Be Quick Go Ahead Quick Ensch. Boy Tubantia nac AGOVV ^ageningei FEC ®e*acles Enschede In afde< strijd Nac Longa NOAiD Jftllem H Eindhoven Bar. DLN Helmond RKSW Slangen HBC

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1945 | | pagina 4