IN DEN NIEUWEN KARDINAAL WORDT DE VADERLANDSCHE KERK ONDERSCHEIDEN De eenheid der Nederlandsche Katholieken Nieuw NoordhoIIandsch Dagblad 3 UTRECHT IN FEESTSTEMMING „De oorlog heeft hem in zijn volle V/aardig heid en in zijn diepe werking geopenbaard aan zijn volk Actueele woorden van dr. Gerard Brom in Tivolite Utrecht VRIJDAG 1 MAART 1946 De Kardinaal verlaat de kerk na de plechtigheid. (Van onzen eigen redacteur) Een diepe stilte, die getuigde van een ondefinieerbare spanning hing onder de oude bogen van de kathedraal. Nederland heeft zijn Prins der Kerk. Toen klokslag half elf de stoet met de hoogste kerkelijke digni tarissen van ons land arriveerde aan den ingang van de kathedraal, rekte het rijendikke publiek zich, om Z. Eminentie voor het laatst als Aartsbisschop-alleen, te aan schouwen. Fier en met een statige kalmte schreed Z. Eminentie door de geel-witte wimpels en rood- wit-blauwe vanen, het imposante Godshuis binnen. Het orgel zette met zware accoorden het Wilhel mus in en het klankvolume eek de bijna angstige stilte der ver beiding, te breken. Dan, na de overreiking der kardmaalsbonnet door den inter nuntius mgr. Paolo Giobbe, houdt Z. Em. een korte toespraak. De serene stilte in het kerkgebouw wordt nog beklemmender. Nie mand ^il zich iets laten ontgaan van de gewogen woorden. En zoo..' dra Z. Em. aan het slot van zijn toespraak is, galmt als een climax der vreugdeuiting het Te Deum laudamus. De spanning is gebro ken. De plechtige votiefmis vangt aan. Vreugdegolf van kathedraal tot aan paleis. En als om ca. half een het Deo Gratias is uitgeklonken, schrijdt de kardinaal zegenend uit de ka thedraal. Dan breekt het enthousiasme los van de drommen wachtenden. En wanneer de auto's zich in be weging zetten wordt het een on onderbroken gejuich, niet in het minst van de 1500 escorteerende jongeren van het adjunctenaat Utrecht. De kathedraalsklok wil deelen in de vreugde en verpt haar klanken over de binnenstad. En het is alsof de juichende me nigte deze gelegenheid wil aan grijpen den kardinaal en de bis schoppen te huldigen voor hun onwankelbare, vastberaden hou ding in het verzet. Het wordt één Vïgugdegolf van kathedraal tot aan paleis. Het volk viert mee U .reent, bet middelpunt van ons katholieke leven heeft een ander aanzien. De geelwitte kleu_ ren domineeren in de binnenstad. Van huizen en daken, van auto's en motoren wappert de geelwitte kleur. Het verkeer is overbelast, ondanks net gebod, éénrichtings verkeer. De binnenstad is één grooi ge ïmproviseerd parkeerterrein van wagens uit alle oorden des lands. Geesteliiken in groote verschei denheid van gewaden zoeken een weg door de afzettingen. Hier en daar benut een geestelijke een kort gedwongen oponthoud voor het lezen van den brevier. Gewijde spanning, bijna myste- rieuse sfeer hangt over straten en pleinen rondom de majestueuse kathedraal. In de voorbijflitsende ""N v.. autos flonkert hier en daar het goudbrokaat van wereldlijke hoog- waardigheidsbekleeders en Mal_ thezerndders. De hoofdstad der provincie is in feeststemming, zonder luid ruchtigheid, zonder lawaai, maar de blijheid in de harten weerspie gelt op de gezichten der honder den. Het is het feest van het katho lieke volk als één geheel. Huis moeders loopen in schort dg straat op, om te deelen in de blijdschap. Volendamsche dienstmeisje in origineele kleederdracht en extra- opgedoft, doen druk-bewegelijk in de feestende stad. Arbeiders in werkplunje, die zich na schafttijd naar de fabrieken spoeden, maken een omweg, om althans iets op te vangen van het bijzonder stads beeld. Orkaan van blijheid in Tivoli. Zoo tejfci half drie drommen de genoodigden naar Tivoli voor de middagbijeenkomst. En als om klokslag drie uur de stoet hier arriveert en allereerst de bisschoppen een voor een de zaal betreden, davert het applaus in zaal en balcon, om aan te zwellen tot een orkaan van blij heid als Z Eminentie de zaal be treedt en zijn zetel inneemt. Tivoli is herschapen in een pa radijs van wit-gele tinten. Toeven van narcissen en witte tu'pen tooien wanden en ballustraaen. Het koor „Katholiek Utrecht" zet het vierstemmige „Christus Vincit" in van Mathieu Gascogne, begeleid door het voltallige Utrechtsch Stedelijk Orkest. En In het licht van het nieuwe purper ZIJN INLEIDING tot zijn groote rede in „Tivoli" te Utrecht besloot dr. Ge rard Brom Donderdagmid dag aldus: „Wat er in hel nieuwe purper aan het licht komt, is het wèzen van Ka tholiek Nederland, stil en diep verborgen onder zoo-* veel wat op deze feestver- gadering verdwijnt bij een alles overstemmende dank baarheid. Triomfantelijk straalt in het vuurrood van onzen Kardinaal de gloeien de trouw aan het geloof, dat onze voorouders zoo heldhaftig bewaard heb ben." tusschen de partijen door flitst, schittert en knalt het magnesium der persfotografen, die vanuit alle hoeken, de zaal met felle stralen doorboren. Als de laatste accoorden van het „Christus Vincit" zijn verstorven, vangt prof. dr. Gerard Brom zïjrf feestrede aan. Het „Exultate" van Mozart Na de rede van prof. Brom, die herhaaldelijk door luid en lang durig applaus werd onderbroken, zingt Dora van Doorn. Lindeman met haar volle, gave sopraanstem het „Exultate" van W. A. Mozart. In de zaal verstomt elk geluid, zoo zuiver, zoo machtig, doch licht van timbre klinkt het heldere geluid van de begaafde zangeres, die een oyertuigend bewijs aflegde, tot één der beste sopranen in ons land te behooren. In een oprecht woord van dank heeft vervolgens Z. Em. zich ge richt tot alle katholieken van Ne derland, een woord waaruit het medeleven sprak van den Kardi naal met zijn geloovigen. (Elders in dit nummer is deze toespraak in extenso afgedrukt). Opwachting bü den Kardinaal Als de Kardinaal zijn plaats op nieuw heeft ingenomen, zet het koor Bruckner's machtige „Te Deum" in, als slot van deze in drukwekkende bijeenkomst. Dan stroomden de genoodigden van buiten de stad Utrecht de kleine foyer in, waar allen in de gelegenheid worden gesteld hun opwachting te maken bij Z. Em Arm en rijk, van allen rang en stand blikt Z. Em. even minzaam toe. Voor wie den hoogen Ame lander kennen is zulks vanzelf sprekend, want Z Em. is de een voud zelve. Eerst als de Dom zes maal heeft geslagen, verlaten de laatste ge noodigden 't feestgebouw, draaien late auto's het parkeerterrein uit en keert langzaamaan de rust weer. MA dus te hebben vastgesteld, dat wij, Katholieken van Ne- derland, de erfenis van Schaepman en Ariëns en anderen zullen handhaven, zoolang we één zijn en één blijven, heeft dr. Blom in zijn groote rede voor de Katholieken-vergadering m Tivoli te Utrecht de beteekenis van die Katholieke eenheid ge schetst. De eenheidzoo zei hij, die wij als Katholieken vormen, stamt samen met de eenheid van ons volk als een kleiner kring binnen een grooter. De oorlog heeft die algemeene eenheid door een gemeenschappelijk verzet bevestigd. Nederland ziet op het oogenblik de verbroedering van ons volk bezege len door het bloed dat Katholieken en Protestanten samen voor de va- vrijlreid geofferd héb- Nadat Amsterdamsche Joden m Limburg ondergedoken waren; wer den Limburgers gasvrij in Friesland opgenomen. Noord en Zuid beleef den den samenlTarjg van het vader land als een werkelijkheid. Katho lieken en Protestanten hebben in de deelgenootschap van het lijden en de samenwerking van den weerstand de eenheid van or.-s volk gediend, zooals geen kunstmatige eenheids partij het ooit kan afdwingen. Zal Nederland geestelijk één worden; dan moeten overoude wonden lang zamerhand dichtgroeien; want een vormigheid kan desnoods met ge weld worden gemaakt; maar één hart en één ziel; wat we hopen en bidden eenmaal te zijn, worden we eerst door een wedergeboorte; die de Koning van de Sharten en de Herder van de zielen alleen verze keren kan. Goddank zijn er al bij het opruimen van mijnvelder; heel wat vooroordeelen overwonnen. Ne derland was pijnlijk gescheiden toen het bloed van slachtoffers op den brandstapel aan den eenen kant en het bloed van de martelaars van Gorkum en Alkmaar aan den ande ren kant een rampzalige scheidings lijn door de burgerij getrokken had derlar.dsche ben. Over eenheid weten Katho lieken mee te spreken. Zij zijn bij uitstek dragers van de eenheid. In den oorlog hebben zij en niet zij alleen ondervon den wat het zeggen wil, dat de Heilige Geest leiders over de Kerk heeft aangesteld. Heel Ne derland zag met eerbied naar de Bisschoppen op en Katholiek Ne derland deed het met de harte lijkheid van kinderen, die op va der groot gaan. Nadat de mijter nog geen honderd jaar geleden diende om Protestanten bang te maken, leken alle landgenooten nu onder de bisschopsmuts als on der één hoedje te vangen. Geen beeld kan de werkelijke toenade ring weergeven, waardoor de par tijen elkaar bij een gedachtenwis- seling eindelijk leeren verstaan. Dekken vaderland en Moederkerk elkaar natuurlijk op lange na niet, ze blijken elkaar op allerlei vitale punten dan toch te raken. Wij Katholieken zijn het niet, die de eenheid van ons volk verbroken hebben; wij zijn nog één, zooals we het vóór de Hervorming waren. En de eenheid van ons volk wordt doelmatig gediend door die on wrikbare eenheid van onze Kerk, waaraan zooveel land genooten zich kunnen stichten, volledig hoog te houden. In de Nederlandsche gemeenschap heeft deze vastheid van het oude geloof de functie, die het ijzer Heeft in het beton of lie ver het beenderstelsel in het lichaam. Buitenstaanders zien de katholieke eenheid soms voor een opzettelijke taktiek aan, waarmee onze feitelijke verschillen bedekt moeten worden. Ingewijden weten, hoe eenheid het wezen is en het leven van de Kerk zelf. Het handhaven van die eenheid beteekent als zoodanig een ge tuigenis voor de waarheid. Want de waarheid vormt een ondeelbaar geheel, waarvan het eene lid harmonisch het andere bevestigt, terwijl de dwaling daarentegen in stuk ken uiteenvalt die elkaar ho peloos tegenspreken. Daarom staat in het Credo de eenheid als eerste kenmerk van de Kerk beleden, omdat alles in de leer van „één Heer, één Ge loof. één Doop" besloten ligt. Onze eigen intieme sfeer. Hoe meer onze andersdenkende medeburgers vertrouwd met ons ra ken, hoe beter ze leeren verstaan, dat we ons pas volledig thuis voelen ot-tfer ons huisgenooten van het ge loof waarvoor de apostel van het ruime hart een voorkeur heeft uit gesproken. Daar is de eigen intieme sfeer waarin Nedelanders enkel kunnen aarden. Laat het Katholicis me zich naar buiten vertoonen in de gedaante van een weerbaar leger, dat nooit aan demobiliseeren denkt; van binnen blijkt het een groote fa milie te wezen. En hoe hoog we ook onze verwachting stellen op de toe Kardinaal de Jong tijdens zijn dankrede in „Tivoli" komst van een katholieke bescha ving. wezenlijk staat onze stijl ge- teekend in het grondplan van het gezinsleven. Daar is het hart van alles wat we maar m programs van actie zouden kunnen vastleggen, want onze vereenlgingen worden eenvoudig als onmisbare steun om het familiehuis heengebouwd. Een godgeklaagde titel. Voorzoover het besef van de ka tholieke eenheid ergens vervaagd mocht zijn, wordt het wel verleven digd, wanneer een aanval ons op onze geestelijke gemeenschap laat bezinnen. Een socialistisch weekblad heeft in den Advent een bekend schrijver het hoofdartikel laten le veren me den ongeloofelijken god- geklaagden titel: "De grootheid van Judas'-, om. zooals het uitdrukke lijk heette: "eerherstel" aan den aartsverrader te geven. De geest van den Antichrist woedt niet enkel over onze grenzen. Eerherstel aan Judas! Heeft ons volk dan nog niet geleerd dat de wereld zonder Chris tus een hel is? Psychologische sofis men zijn de taal van denzelfden dui vel die in Judas is gevaren. Al zou den zulke valsdhe vernuftigheden ook het geheim van de ongerech tigheid kunnen onthullen wat er ze- ke niets van heeft; dan zou die ver klaring toch nooit in der eeuwig heid een rechtvaardiging beteeke- nen. Eerherstel aan Judas! Wij zijrj gewoon het woord eerherstel te ge bruiken voor boetegebeden die den Zaligmaker aan het hart gelegd worden. En verbindt de Kardinaal ons met den Paus, de Paus ver tegenwoordigt den Apostel, die ons uit den grond van ons hart leert beladen: „Gij zijt de Christus, de Zoon van den levenden God" Voor de klaarheid van de verhoudin gen blijft het volstrekt noodig om ons in de gegeven omstan digheden heslist op een af stand te houden. Het is daar om een welkome waarschu wing, dat hetzelfde socialis tische weekblad onlangs ver klaarde: „De politiek moet er dus op gericht zijn de R. K. partij te breken". Wij voelen ons bij die oorlogsverklaring minder verrast dan vereerd, omdat vrienden van Judas alleen onze geslagen tegen standers kunnen zijn. Van overkoepeling gesproken! "LIET tegenwoordig ge- n slacht" zoo merkte dr. Gerard Brom in zijn rede te Utrecht op „dat het verband tusschen losgelaten elementen terug moet vinden, spreekt graag van overkoepeling. Dit beeld is ons lief, want wii zijn van ouds onder koepels thuis en weten, dat de koepel van de koepels het apostelgraf in Rome bekroont. Deze koepel is de groote lichtkroon boven onze gemeenschap, waardoor eike kleur een eigen glans ont. vangt".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1946 | | pagina 3