SCHIERE MONNIKEN
IN DE LAGE LANDEN
H.M. de Koningin reikt hooge
onderscheidingen uit
:ht
Nieuw Noordhollandsch Dagblad
3
ichten
V 7 DECEMBER
De Cisterciënsers en hun nederzettingen
Barmhartigheid
pakt aan
HULDE AAN
VERZET
HET
Kees Boeke over de
werkplaats te Bilthoven
„Een premie op de
zorgeloosheid"
De grootmoedige
Samaritaan
PRACHTIG INITIATIEF
Boerenleergang wordt
geopend
rus 1946
gedeeld door
geldig van
iagavond
afnemende
O. en Z.W.;
usfc in den
nog plaatse-
i het Oosten
en loop van
laar nog een
Overigens
lig weer met
eratuur.
Onder 19.31
Onder 21.29
GOWAARD
TAND
jon van N.
Dorothea E.
en M. W.
Marie doeh-
n J. Bekker;
an P. J. Wij
elis Nic. Jos.
gen en C. de
ifrida dochter
C. Wiering;
san P. West»
Neeltje doch-
en C. Evers;
ïdrik Wage-
Jacotous Eti.
Ruijter en J.
zoon van C.
Nicolaas Joh.
en A. Zuur-
>n van Ger rit
Johanna Pe»
clrter van K.
jutter; Anna
W. C. Huis-
Willem Mar-
N. Jak en A.
Wilh. Maria
en L. Hoed-
jsman en V.
ijaart en G.
en M. Zuur_
I. v. Schagen;
en.
en C. Kieft;
Langedijk; J.
T. C. Mees-
rnblik en E.
jaart en G.
ïuterm, echt_
overl. te Alk_
eclrtigen. van
ijgsman, z. v.
joer.
VRIJDAG 30 AUGUSTUS 1946
ien dan het
waren ge-
rn niet uitge-
egd, opnieuw
uw niet uit-
rat beter con-
ip de werk-
n Staat, zegt
t is volstrekt
at de arbei-
familiair om-
liders in het
daar komt
iperij van!
XDE 30 Aug.
.70—6; 74000 kg
18000 kg gele
:roene kool 14.60
5300 kg kroten
3.40; idem III
ïen 19.60—41.20;
ug. 126800 kg
22600 kg gele
D kg witte kool
e kool 10.10—18;
7—42.10; 100 kg
ïg bieten 3.30
;en I 7.50; 1800
t. komkommers
rloemkool Ia 73
■18; 2200 kg to_
400 kg peren Ia
850 kg druiven
-160; Alicanten
132; 64700 kg
rstelingen 6.60;
elanders en K.
IN ASSEN heeft Hare Majesteit
de Koningin Donderdag aan
de eerste divisie van de expedi-
tionnaire macht, die over eenige
weken naar Indië vertrekt, den
naam van „7 December-divisie"
toegekend.
Zonder twijfel moet deze ko
ninklijke daad beschouwd wor
den a'ls een symbool voor Neder
land in het algemeen en voor de
troepen, die naar Indonesië gaan
in het bijzonder.
Het geven van dezen naam aan
deze divisie beteekent, dat de
regeering die gevormd wordt
door de Koningin en de ministers
vasthoudt aan de rede, welke
Koningin Wilhelmina op 7 Dec.
1D42 over de problemen van
Nederlandsch Indië hield.
En die grondslag was en is:
behoud van de Rijkseenheid,
binnen het kader waarvan nieu
we staatsrechtelijke verhoudin
gen voor Indonesië zouden wor
den geschapen, met grooter zelf
standigheid en op den duur on
afhankelijkheid voor Ned. Indië.
De herinnering aan de grond
slagen van het regeeringsbeleid,
in deze historische rede vastge
legd, komt van pas op het mo
ment, dat juist heden in de
Eerste Kamer de beslissing zal
worden genomen over de instel
ling van de Commissie-Generaal.
Ten overvloede moge, ook te
genover kwaadwilligen uitleg
van sommige zijden, worden op
gemerkt, dït de rede van 7 Dec.
al een definitief einde gemaakt
had aan het fabeltje van de kolo
niale verhoudingen
Wanneer er nu troepen naar
Indonesië gaan, dan geschiedt
dat dus niet. om oude toestan
den te verdedigen of verkeerde
verhoudingen van vroeger te
herstellen. Die troepen gaan, om
de taak van de Engelsche troe
pen over te nemen, om de over
winning van de geallieerden op
Japan te voltooien, om een defi
nitief einde te maken aan veler
lei onrecht, dat in Indonesië nog
bestaat en door Japanners in het
leven is geroepen.
De taak van deze troepen zal
den grondslag leggen en de voor
waarden scheppen voor de staat
kundige hervormingen, welke
Nederland met medewerking
van de Indonesische volkeren wil
doorvoeren: behoud van een,
hervormd, staatsverband.
Niet genoeg nu kan er de na
druk ofS gelegd worden, dat de
rede van 7 December per se
wilde een vrijwillig samengaan
van de verschillende volkeren
van het Koninkrijk en het recht
van de Indonesische volkeren op
een eigen staatsverband werd
erkend.
Vrijwillig, dat wil dus zeggen,
dat de Indonesische volkeren in
vrijen wil kunnen beslissen, of
zij al dan niet verder willen
samengaan.
Maar; die vrije wil bestaat voor
de volkeren, niet voor een hand
jevol leiders In dit verband is
vanzelfsprekend de positie van
de zoogenaamde republiek van
beslissend belang. Heeft de repu
bliek recht te spreken en te han
delen namens de Indonesische
volkeren?
Nog in de laatste Memorie van
Antwoord op het Voorloopig
Verslag van de Eerste Kamer
inzake de Commissie-Generaal
zegt de regeering, dat zij de
republiek, over wier ontstaan
e.d. zij overigens nu niet twisten
wil, als een feitelijke werkelijk
heid beschouwd. Voor en aleer
nu erkend kan 'worden, dat er,
om tot een oplossing van het
Indonesische probleem te komen,
in de naaste toekomst tot erken
ning in eenigerlei vorm van de
republiek kan worden overge
gaan. dient duidelijker dan tot
nu tóe vast te staan, in hoeverre
die republiek het vertrouwen
van de volkeren geniet.
Nog beter en sprekender dan
tot nu toe zal aan troepen en
Nederlandsche volk duidelijk
worden, hoe de erkenning van
den vrijen wil der volkeren om
inzake het verder samengaan met
Nederland tot een besluit te ko
men, wordt uitgedrukt, indien
ten aanzien van deze erkenning
een steviger basis is gegeven dan
tot nu toe het geval is De zwe
vende toestand van nu geeft aan
alle partijen nog steeds het recht,
interpretaties yan eigen richting
aan de mogelijkheden en wen-
schelijkheden voor Indonesië te
ïeven!
HET JAAR 1098 is voor de
geschiedenis van het Wes-
terschë kloosterwezen van
zeer groot belang geweest.
Een nieuwe gees, waaide er
over de oude abdijen en daar
waar het geestelijk leven door
gebrek aan vitaliteit dreigde
teniet te gaan, werden om
standigheden geschapen die
niet alleen het vo irtbestaan
der huizen van geoed verze
kerden, maar zelfs aanleiding
werden tot het onts aan van
een groot aantal nieuwe
kloosters.
Het was Roberlus, een Bene
dictijnermonnik, die op den 21sten
Maart van dat jaar brak met de
sleur, die er in vele kloosters was
gaan heerschen en vanuit Moles-
me met een aantal gelijk gestem
den de wildernissen van midden-
Frankrijk in trok om elders, ver
van de wereld en haar ijdele ver
maken, den regel van Benedictus
weer in al zijn gestrengheid na te
volgen. Reeds meerderen waren
hem voor gegaan, wij herinneren
slechts aan aen H. Romualdus,
die de orde der Camaldulensen
stichtte, aan Bruno en zijn Kar-
thuizers en aan Joannes Gualber-
tus, die de orde der Vallumbro-
sensers stichtte, zij allen waren er
wel in geslaagd een tijdelijke her
vorming van den regel tot stand
te brengen, doch uitgezonderd de
Karthuizers hebben zij niet veel
levensvatbaarheid aan hun orden
kunnen geven, zij zijn nooit uit
gegroeid tot eèn geweldige orga
nisatie.
Robertas is de man geweest die
den eersten stoot aan de vernieu
wing heeft gegeven en zijn orde,
die eigenlijk meer nog door zijn
opvolgers, Albericus en Stepha-
nus, werd geperfectionneerd en
georganiseerd, heeft bewezen, dat
het mogelijk was met behoud van
veel goeds uit het oude iets
nieuws tot stand te brengen.
Het eerste klooster der nieuwe
orde werd gesticht te Citeaux,
niet ver van Dyon. De levenswij
ze der monniken trok velen aan
en Spoedig moest worden .overge
gaan tot den bouw van nieuwe
huizen, waar de zonen van Rober-
tus, die het zwarte habijt der Be
nedictijnen voor hei witte met
zwart scapulier' hadden verruild,
een onderkomen zouden kunnen
Vinden. Naar de plaats van hun
moederklooster werden de mon
niken bekend onder den naam
Cisterciënsers. Om practische re
denen werd door hen tijdens het
werk een grijze mantel gedragen,
welke dracht hen in onze streken
spoédig den naam van grijze mon
niken of Schiere monniken deed
geven. Hoewel afgescheiden van
de Benedictijnen strekt het den
leden dier orde tot groote eer, dat
zij de Cisterciënsers in de eerste
jaren veel steun hebben gegeven.
QE Samaritaan werd, bij het
zien van den mishandel
den en uitgeplunderden man,
„door medelijden bewogen".
Bewogenheid des harten al
leen maakt echter nog geen
naastenliefde uit. Niet alleen
gevoelig is de barmhartigheid
doch ook practisch, actief,
daadwerkelijk. De Samaritaan
ging niet staan jammeren over
de pech van den ongelukkigen
reiziger en over de snoodheid
van het rooversgespuis. Hij
pakte aan! Verleende de eer
ste hulp, legde den man op
zijn lastdier, gtyg daar zelf
naast loopen en bracht hem
ergens waar een bed en schoon
water voor hem was. Hij
vroeg niet: Wat kan men in
dit „geval" redelijkerwijs van
mij verwachten? En ook niet:
Hoe ver strekt formeel mijn
plicht? Maar: Wat heeft die
mensch noodig? Hij vond het
antwoord door zichzelf in
diens plaats te stellen. En
pakte aan! Met warm hart en
koele kop.
MARCUS
Met Bernardus intrede in de
orde komt deze tot een ongeken-
den bloei. In 1115 telde de orde
reeds vier bloeiende kloosters in
Frankrijk en nog ;tijdens het leven
van Bernardus werden er onge
veer zeventig gesticht. Langza
merhand strekte het gebied der
orde zich naar de noordelijker
streken uit en in 1146 zien wij al
een klooster in België verrijzen.
Dan komen de Cisterciënser-
monniken in 1163 in Friesland,
waar zij het klooster Klaarkamp,
bij Rinsumageest, stichtten. Toen
zij eenmaal vasten voet in onze
streken hadden verkregen, ver
rezen in een minumum .van tijd
een groot aantal kloosters, niet
tot schade van de bevolking, die
heel wat kon leeren van de nij
vere monniken, die meesters ble
ken in het inpolderen en bedijken.
Doch niet alleen in het polder-
werk waren zij meesters, zij be-
heersehten ook de wetenschap. Zij
verrijkten de kloosterbibliotheken
met een ontelbaar aantal hand
schriften van groote waarde,
waarvan wij er nu nog velen in
de universiteitsboekerijen terug
vinden. In de vijftiende eeuw
vond men de kloosters der Cister
ciënsers in heel Nederland.
Er waren in dien tijd 20 vrou
wenkloosters en 16 mannenkloos
ters in ons land, die daarnaast
nog een groot' aantal buitenbezit
tingen hadden. Zoo was het eiland
Schiermonnikoog, de naam zegt
het reeds, een bezetting van de
Cisterciënsers.
De prachtige abdijkerk in Roer
mond, de munsterkerk heeft eer
tijds deel uitgemaakt van een
vrouwenklooster der orde.
In later jaren is het de orde
niet voor den wind gegaan, van
buiten en van binnen knaagde de
ontbinding en er zou betrekkelijk
weinig van de eertijds zoo groot-
sche organisatie overgebleven zijn
indien niet met man en macht ge
werkt was om de glorie der orde
te herstellen.
In de vorige eeuw was de orde
verdeeld en versplinterd in con
gregaties en groepen die weinig
of geen contact met elkaar had
den, slechts de Trappistenorde
maakte daarop een uitzondering,
dat was reeds een hecht bolwerk
geworden.
andering in gekomen. Officieel
Sinds 1892 is daar echter ver
werden erkend de Trappisten
orde of die der Hervormde Cister
ciënsers en de Cisterciënsers van
de minder strenge onderhouding,
zij hebben beiden een eigen ge-
neraal-abt. Zoo is de oude roem
rijke orde weer hersteld, zij het
dat zij momenteel twee takken
heeft. Het is niet geheel onwaar
schijnlijk, dat na verloop van tijd
ook deze twee zich weer zullen
vereenigen en als de teekenen ons
niet bedriegen is die tijd nie'l zoo
heel erg yer meer af.
LOU STEYGER
HARE MAJESTEIT de Ko
ningin reikte gistermid
dag te Assen een groot aantal
onderscheidingen uit aan offi
cieren en manschappen der
verschillende wapens, onder
wien velen in de Meidagen
van' 1940 zich bijzonder had
den onderscheiden f die zich
tijdens het ondergrondsch ver
zet bijzonder moedig, oeleid-
vol en trouw hadden gedra
gen. Uitgereikt werden de
onderscheidingen van Ridder
der vierde Masse in de Mil.
Willemsorde, den Bronzen
Leeuw, het Bronzen Kruis en
het Kruis van Verdienste.
De „7 Deccmber-Divisie"
Voor de plechtigheid sprak Ha
re Majesteit de in carré opgestel
de officieren en manschappen toe,
waarbij Zij Haar groote waardee
ring uitsprak voor den moed van
de strijders aan het front der Mei
dagen en aan het ondergrondsche
front. Met diepe eerbied en ont
roering herdacht de Koningin de
velen, die in dien strijd hun leven
hebben gegeven voor de zaak van
het Vaderland. Hare Majesteit
vervolgde:
„Grootendeels vormt gfl
een onderdeel van de divisie,
die, straks den naam van 7
December divisie voerend,
naar een ander deel des rijks
zal gaan, om daar mede te
werken tot het herstel van
recht en veiligheid. „Zeven
December" zal de naam dezer
divisie luiden, omdat in mijn
rede van 7 December 1942 de
grondslagen zijn neergelegd
voor een nieuwe verhouding
tusschen de deelen des Rijks
onderling en binnen die dee-
ien zelve. Deze grondslagen
zijn: herstel van recht en vei
ligheid en vernieuwing in vrij
overleg.
Officieren, onderofficieren en
manschappen. Houdt bij het vol
voeren van die taak steeds voor
oogen, dat gij geroepen zijt om de
uitvoering van zulk een samen-'
gaan van de verschillende deelen
van ons in gestadige ontwikkeling
gegroeid Rijk mogelijk -te maken.
Geeft nu evenals degenen, die
hier voor u staan en die voor ons
aller zaak hun leven waagden uw
geheele persoon voor het volvoe
ren dezer grootsche taak."
Hare Majesteit was vergezeld
van Z.K.H. Prins Bernhard, die
drie kwartier tevoren per vlieg
tuig op Eelde was gearriveerd.
Onder het groote aantal militaire
"Ti burgerlijke autoriteiten, dat de
uitreiking der onderscheidingen
bijwoonde, kon men o.m. opmer
ken den Minister van Oorlog Mr.
A. H. JL. Fievez, den chef van
den Generalen Staf, luit.-gen.
Kruis, generaal Reinders, gene
raal Winkelman, gen.-maj. Tans,
territoriaal bevelhebber in Ne
derland, den Commissaris der Ko
ningin in Drenthe, Baron de Vos
van Steenwijk en den burge
meesters van Assen en der om
liggende gemeenten.
Terwijl de Koninklijke Militaire
Kapel zacht het Wilhelmus speel
de, legden de nieuwe dragers van
de Willemsorde de eed af en
werden door Hare Majesteit tot
Ridder -geslagen. Oogenblikkelijk
daarna werden zij door de Konin
gin, Prins Bernhard en de overige
aanwezige Ridders in deze orde
gecomplimenteerd. De plechtig
heid werd met een groote parade
der opgestelde troepenonderdeelen
besloten.
Bij zijn aankomst te Brisbane
zeide Kees Boeke tijdens een in
terview dat kinderen van iederen
leeftijd en van eiken stand geza
menlijk moeten worden opgevoed
gelijk die in de werkplaats te
Bilthoven', waarvan hij de oprich
ter en leider is, geschiedt.
Daar worden de twee prinses,
jes tezamen met kinderen van
verschillende standen onderwe
zen. niet alleen in de gewone
schoolvakken, maar even zeer
in muziek, kunst en handen
arbeid.
Kees Boeke zal te Brisbane de
internationale conferentie voor
opvoeding bijwonen.
In de Eerste Kamer waren
Donderdagmiddag de heeren-
Reyers (c.h.) en jvan Asch van
Wijck (a.r.) van oordeel, dat het
wetsontwerp inzake de nood
voorziening voor de gemeente
raadsverkiezingen in Nijmegen,
Deventer en enkele andere ge
meenten beschouwd moest wor
den als een premie op de zorge
loosheid, Niettemin waren de
meeste leden van oordeel, dat
het toch maar aangenomen moest
worden Ook minister Beel gaf
toe, dat het ontwerp niet sterk is,
maar toch noodig. Het is, zei .hij
als contra-argument tegen de
oppositie, geen precedent, maar
een incident. Zooals men weet,
zal de regeering t.z.t, met een
wijziging van de Kieswet komen,
om dergelijke eventualiteiten te
ondervangen Nadat de heer
Koejemans het ontwerp verde
digd had, nam de Senaat het aan
z.h.st Alleen de heer van Asch
van Wijck wenschte geacht te
worden te hebben tegengestemd.
QE waarde van een liefde
daad wordt bepaald door
de hoeveelheid offer die erin
begrepen is. Denk maar aan
het penninkske van de wedu
we dat hoogere eeuwige rente
afwierp dan de handvol goud
stukken van den rijkaard. In
ieder opzicht nu is de Samari
taan van de parabel ons ten
voorbeeld: door zijn spontane
bewogenheid, door zijn cor-
daat aanpakken en ten derde:
door zijn grootmoedige offer
vaardigheid. De kleingeestige
vrees, al te goed en buurmans
gek te zijn speelde bij hem
geen rol. Hij was met een van
die liefdadige minimumlijders
die meenen genoeg gedaan
te hebben wanneer ze althans
iets hebben gedaan. Hij was
niet liefdadig-op-een koopje.
Iedere berekening in verband
met zijn eigen belangen
was hem vreemd. Hij bracht
een volmaakte offerande, om
vattende: het gevoel van zijn
hart, zijn verstandelijk beleid,
zijn practische vaardigheid,
de verbandstof, de olie en de
wijn die hij bij zich had; hij
offerde ar b e id, kostbaren
t ij d, zijn gemak en gerief
(hij ging naast zijn eigen last
dier loopen!) en zijn geld (hij
betaalde den herbergier). Hij
beperkte zich niet tot een fat
soenlijk minimum, maar nam
het royaalste maximum aan
zorg voor den naaste op zich.
Toetsen wij de stijl onzer
milddadigheid (bij collecten,
arme familieleden enz.) aan
dit voorbeeld.
MARCUS
De maatschappelijke vraag
stukken, die zich, vooral in dezen
tijd, bij den boerenstand voor
doen, behoeven voorlichting by
velen, niet in t' minst in eigen
omgeving. Waar over het alge
meen bij boeren en tuinders over
voldoende technische kennis be
schikt wordt, is dit helaas niet
altijd het geval op sociaal-eco
nomisch en cultureel gebied het
geval
De Katholieke Ned, Boeren-
en Tuindersbond heeft, ter op
heffing van dit in groote krin
gen gevoeld tekort, in samen
werking met den NCB, den Lim-
burgschen LTB en de Utrecht-
sche en Haarlemsche bonden een
óntwikkelingsinstituut in 't leven
geroepen, hetwelk een leergang
heeft samengesteld. Deze leer
gang bestaat, uit èen schrifte
lijken cursus en excursies naar
bedrijven. De cursus behandelt
godsdienstleer, maatschappij- en
bedrijfsleer, landbouweconomie,
agrarisch recht, geschiedenis
boerencultuur en plattelands
problemen.
Waar deze cursus voorziet in
een groote behoefte en den waar
borg biedt, dat hij veel zal bij
dragen tot de geestelijke en
maatschappelijke verheffing van
den boeren- en tuindersstand, is
het te wenschen, dat een groot
aantal jongelui van deze voor
hen unieke gelegenheid gebruik
zullen maken, om zichzelf en
hun stand met veel wetenswaar
digs te verrijken.
De leergang zal in October as.
aanvangen en twee jaar duren.
Werkgemeenschappen worden
opgericht, die de lessen, welke
tweemaal per week zullen wor
den toegezonden, geregeld zullen
bespreken. Aan het examen
wordt een diploma verbonden.
De kosten bedragen f 60.per
jaar en moeten voor den aan
vang van den cursus worden
voldaan. Alle inlichtingen wor
den verstrekt door den KNBTB,
Raamweg 28, Den Haag
Indonesië te
it na de be-
(AeN.P. P.)