Onuitbluschbaar oiiepitje van het nationaal gevoel Utrechtsche studenten INDIË EN DE GRONDWET r nemen Nijmegen in N-ieuw Noordhollandsch Dagblad 3 Rantsoenbonnen na 21 Dec. niet meer geldig Klooster-roeping Smadelijke nederlaag van „Hlusfrissimus" Moeilijkheden in den haven van Sydney Wat de geschiedenis ons leert VRIJDAG 13 DECEMBER 1946 CSSCHEBRUCKE is een pretentieloos dorp tusschen de gra zige weiden. Toch hebben de inwoners, die zich vóór den oorlog en in den oorlog even weinig met politiek bemoeiden, dezer dagen pretenties gehad. In den nog jongen gemeenteraad werd gestemd over de vraag: vóór of tegen annexatie. Net alsof de tien gemeenteraadsleden met burgemeester Sahger aan het hoofd, hierin te beslissen hadden. Wij waren nieuws gierig naar den uitslag, niet om dit vettige, modderige nest, evenmin om den invloed, dien deze stemming kon hebben op het internationaal probleem der annexatie. Maar wel, omdat het resultaat, dat uit de bus kwam, symptomatisch 'is voor vrijwel de geheele annexatiestreek. bleef, toen al hun luchtkastee- len als een kaartenhuis ineen stortte. Hoort men andere geluiden, dan is dat decoratie, want achter de coulissen, in het rauwe, werkelijke leven, is men tegen annexatie. Alte Picardie, 6 Dec. 1946 P. S. Het Centraal -Distributiekan toor deelt mede, dat de rant soenbonnen voor voedings- en genotmiddelen, voorzien van de letters D en het artikelnum mer, na 21 Dec. a.s. niet meer geldig zijn. f^E VELE publicaties in onze pers ten spijt, als zou de Duitsche bevolking voor min stens tachtig procent vóór an nexatie zijn ,werd het resul taat een gelijk spel, fifty-fifty. Vijf leden stemmen voor, vijf tegen. Wie met het bloote feit van dezen uitslag tevreden is en daaruit zijn conclusie trekt, komt echter bedrogen uit. Wij kunnen er niets aan doen, na drie volle dagen in deze klei gezeten te hebben, dat wij PRETENTIES VAN EEN PRETENTIELOOS DORP thans een opinie hebben ge vormd, die lijnrecht ingaat tegen de publicaties van onze collega's. Het Duitsche volk van deze grensstrook is er in hart en nieren van overtuigd, dat Duitsch gebied Duitsch moet blijven, dat men een misdaad begaat er aan te plukken. De voorzitter van de Duitsche sociaa'.-democratische partij, dr. Schumacher, had het be slist niet noodig deze meening in eigen land en in Albion naar voren te brengen. De grensbewoners zijn er uit zich zelf al vierkant tegen en mee- nen dat amputatie van Duitsch gebied het nationaal gevoel aantast, zelfs in beroering brengt. Had men daarom, zoo zal men1 zich afvragen, niet mogen en moeten verwachten, dat Essehebrücke's ge. meenteraad zich «met tien stemmen had g'ekant tegen de dreigende an_ nexatie. Zeker, dat had men- ook, wan. neereen Duitscher geen Duit- scher zou zijn. Wie onze oosterburen meer van nabij kent. zou weten, dat ondanks ellende, honger; dood en verderi, het Duiüsche hart blijft kloppen enkel en alleen voor de Heimat. Wij durven daarom beweren, dat, als het Duitsche hart ges emd zou j hebben, zich memand vóór annexa. lie zou hebben uitgesproken. Zij die met de mond anders zeg_ zeggen spreken niet de taal van hun hart. Blijven wij bij Esschebrücke dan blijkt uit v^el gesprekken met de bewoners, dat de vóórstemmers voorstemden enkel en alleen om het materieel wat beter te krijg'en onder Hollandsche vlag. Textiel en eten bepalen hier den uitslag. Textiel. le_ vensmiddeien enangst. Men moge dat dwaas vinden in ons land waar de vrijheids vlag weer wappert, wij hebben anderzijds lang genoeg onder den bekenden knoet gezeten om te begrijpen dat dit geen waan. denkbeeld is. Stemt men tegen en de annexatie zou toch doorgang vinden dan kunnen we beter onze biezen pakken. Dan blijven de represailles niet uit. Dat is de gedachtengang van deze vóór_stemmers. Bestond deze angst niet; afgezien van het feit of daartoe aanleiding bestaat; ja dan neen, er; waren de levensomstandigheden over onze grenzen gelijk aan de onze. dan zou er geen enkele stem pro annexatie worden gehoord. Zou men de proef nemen en de grensstrook onder onze driekleur brengen, snel zouden de Duitschers weer terughollen naar eigen land, zou gauw de kans er toe geboden werd. Men kan het onbegrijpelijk, zelfs absurd vinden. Zóó zijn de feiten en niet anders. Het Duitsche bloed kruipt inder daad nog steeds waar het niet gaan kan. Dat is niet de geest van de bevolking van Essche brücke, ook niet die van de andere steden en dorpen die wij bezochten ,als Neuenhaus, Tinholt, Alte Picardie, Goten- kamp, Bentheim enz. Het is de geest van het Duitsche volk, dat zich juist in deze randgebieden het scherpst de monstreert. Het is het onuit bluschbaar oliepitje van het nationaal gevoel, het eenige wat den Duitschers nog over Een kijkje in de glasfabriek te Herzogenrath in het gebied van Duitschland, waarover in de annexatieplannen van de Nederlandsche regeering sprake is. (A.N.P. P.) hebt misschien een doch tereen zus, een zoon of broer in het klooster en u gaat daar fier op. Terecht. Een roeping tot den religieusen staat is altijd een bijzondere uitverkiezing door God, een ware zegen van boven. Goede Katholieken weten dat ook als zoodanig te waardeeren. De kloosterrijke staat, waarin de leden krachtens hun geloften verplcht zijn te streven naar d,e Christelijke volmaakt heid, moet door allen in eere gehouden worden. Zoo leert het ons de KerkHet zijn ge woonlijk niet de slechtsten die naar het klooster gaan, al moeten we hopen en bidden, dat alle kloosterlingen ook in derdaad aan hun verheven roeping beantwoorden. Maar het doet er ook veel toe, uit welk gezin de kloosterlingen voortkomen. Men kan gerust zeggen: goede gezinnen, goede kloosterlingen. Goede gezin nen zijn de meest vruchtbare bodems waaruit religieuse roe pingen ontspruiten. Laat ook uw gezin zoo'n gezegende bo dem zijn! MARCUS Zooals wy reeds gisteren meldden hebbelft:ieh 400 leden van de Utrechtsche Katholie ke Studentenvereeniging „Ve ritas" Woensdagavond mees ter gemaakt van de sociëteit der Nymeegsche studenten. Er werd te Nymegen geen verzet geboden en 'binnen en kele minuten was het bolwerk van het „IUustrissimus Stu- diosorum Noviomagentium" in handen van den vyand. Nader vernemen wij, dat de Utrechtenaren omstreeks half acht in Nijmegen aankwamen; in hun midden bevonden zich oorlogscor respondenten en mannen van den fotografischen frontdienst. In breede colonnes marcheerden de Utrechtsche studenten over de Oranjesingel; in de Nijmeegsche sociëteit waren slechts 15 personen aanwezig. Zij werden overweldigd en opgesloten. Uit de proclamatie, die de over winnaars lieten verspreiden, halen wij o.a. aan: „Nijmeegsche studen. fen. Het Nijmeegsche studenten corps heeft sinds gisteravond 11 December 20 uur (Ned. tijd) opge houden te bestaan. Toont U dit maal verstandig en bewaar Uw volstrekte kalmte. Ieder gebruik van geweld leidt tot onnoodig bloedvergieten. Van hedenavond 23 uur af bestaat er in de sociëteit „Eigen Huis" gelegenheid de oude lidmaatschapskaarten in te leve ren en zich te laten inschrijven als lid van de onderafdeeling Nijme gen van het Utrechtsche Studen tencollege. Staat niet in de rij; wacht geduldig Uw beurt af." Inmiddels waren de Nijmeeg sche studenten gealarmeerd; zij wisten honderd man te verzame len en rukten op naar de bezette sociëteit. De Utrechtenaren wan delden inmiddels reeds naar het Keizer Karelplein, waar zij in een restaurant neerstreken. Toen de intusschen nog versterkte afdee- ling Nijmeegsche studenten dit restaurant trachtte aan te vallen, moest zij na een kort maar verbit terd gevecht het veld ruimen. Tegen twaalf uur trokken de Utrechtenaren zich terug in de richting van het station om de trein huiswaarts te nemen. Hun tegenstanders wierpen zich echter tusschen de terugtrekkende troe pen, zoodat verschillende malen rake klappen vielen. De gewonden werden door het Roode Kruis ver bonden. Toch gelukte het zelfs de meest geisoleerde egelstellingen zich met de hoofdmacht te ver binden. Om kwart voor een keerde het Utrechtsche legioen per extra- trein in goederenwagens naar zijn basis terug. Wie het vatten kan dat hij 't vatte. Woensdagmorgen vroeg heb ben 40 Indonesische zeelieden, als gevolg van een loongeschil, het Nederlandsche vrachtschip „Tji Besar" verlaten, in strijd met de voorschriften. Het schip is thans zonder voldoende be manning om uit te varen en werd geboycot door de vakver- eeniging van havenarbeiders, omdat het inheemsche arbei ders naar Melbourne bracht, teneinde den boycot op Neder landsche schepen te ontgaan. IEDEREN DAG staan de bladen vol met beschouwingen over de kwestie Indië (zeer begrijpelijk) waarbij dan naast andere beden kingen inzake het min of meer zelfstandig worden van Indië, ook wel eens wordt gezegd dat een afscheiding van dit land in strijd zou zijn met onze grondwet en de wetgever hiertoe dan niet zou mo gen besluiten. Vormt de Gw. een ernstig be letsel? De Gw. is geschreven om voor langeren tijd de grondslagen aan te geven waarnaar het openbare en maatschappelijke leven zich zal richten (daarbij dan aan den wet gever overlatende of opdragende inzake deze grondslagen nadere regelen te stellen) echter, door het wisselen van inzichten in betrek king tot dat openbare leven en de maatschappelijke orde, en ook door groote gebeurtenissen, blijken tenslotte verschillende artikelen van de Gw. weieens niet meer „bij te zijn" en komt een herziening van de Gw. aan de orde in deze gevallen loopt de Gw. de feiten achterna. Een voorbeeld dat de wijziging van inzicht invloed had op een verandering van een artikel vin den we in het volgende: Dr. Schaepman werd gekozen tot lid V. d. Tweede Kamer; echter stond in de toenmalige Gw. 1848: "de leden der Staten Generaal kunnen niet te gelijk zijn.... geestelijke; noch be dienaren van den Godsdienst (art. 91); de Tweede Kamer overwoog dat het woord geestelijke moest worden vertaald door geestelijke bediening (dr. Schaepman was vrijgesteld van de geestelijke bediening); zoodat er heelemaal geen beletsel aanwezig was om hem toe te laten. Deze toe_ lating was zeer zeker in strijd met de Gw. (1) maar de opvattiingen over de uitsluiting van geestelijken waren gewijzigd. Dit gebeurde in 1880; bij de Gw. wijziging in 1887 liet men in het Gw. artikel het woord geestelij ke vallen. (Het bekende arrest van den H. R. van 1879 inzake het ver bindend zijn van algem. maatr. van Bestuur is ook een zoodanig geval). Een voorbeeld van gewijzigde uit leg van een Gw. artikel; zonder dat dit aanleiding gaf tot wijziging; is het volgende: De Gw. 1848 bepaalde in art. 194 om.: "Er wordt overal in het Rijk van overheidswege voldoend open baar onderwijs gegeven". Deze be paling werd in 1848 en in latere jaren zoo uitgelegd dat subsidie van het bijzonder onderwijs niet mogelijk was. In 1887 verklaarde de regeering dat dit artikel subsidie niet uit sloot; dus het tegenovergestelde van de meening die bijna 30 jaar lang had geheerscht. Het Gw. art. werd in 1887 niet gewijzigd (2). Grootie gtbeurtenissen worden niet tegengehouden door bepalingen in de Grondwet. In 1814 bepaalde art. 1 der Gw. dat <ïe Souvereiniteit der Vereen. Nederlanden was opgedra gen aan Willem Frederik; Prins van Oranje Naussau. Art. 53 gaf aan waaruit de Vereenigde Nederlanden bestonden (9 Provincies). Op 16 Maart 1815 vaardigt Willem I een proclamatie uit waarin wordt gezegd dat hij Koning is van het Vereenigde Koninkrijk (Nederland en België). De Gw. verklaarde dit pas op 24 Aug. d.a.v. (We gaan niet nader in op het fe-it dat de wijzigingen van 1815 niet ge heel grondwettig zijn tot stand ge_ komen en ook laten wij rusten dat de bepaling paar de uitslag van de stemming in üelgië een krakend ge val is geweest.) De samenvoeging van Nederland en België is; zooals we allen weten;; geen1 succes geweest: de strubbelin gen namen tenslotte een zoodanig ernstig karakter aan dat hef tegen 1830 duidelijk begon te worden dat een scheuring onvermijdelijk was. De Koning stelde op 13 Sept. 1830 aan de St. Generaal 2 vragen: 1. of de ondervinding de noodza_ kelijkhcid heeft aangetoond om de nationale instellingen te wijzigen; 2. of in dit geval de betrekkingen door de t.ractaten en door de Gw. tusschen de twee groote afdeelingen van het Koninkrijk gevestigd; tot bevordering van het gemeenschap pelijk belang; in vorm en aard moe ten worden veranderd. Bij de behandeling over het te ge_ veu antwoord werd de grondwettig'- heid van deze handelingen in twijfel getrokken omdat; indien niet deze behandeling werd bedoeld de proce dure tot een herziening van de Gw. te zijn aangevangen; dit in strijd zou zijn met art. 229 Gw. 15 (3). Ech_ 1er werd het antwoord; in bevesti gende zin; toch g*egeven. Een en ander kwam echter te laat om eer; scheuring te voorkomen. Op 5 Oct. 1930 was deze een feit. De Gw. werd met de nieuwe toestand eerst in overeenstemming gebracht op 4 Sept. 1840. Deze gang van zaken, ten aan zien van de afscheuring van Bel gië vertoont eenige gelijkenis met de situatie waarin Nederland zich thans bevindt ten opzichte van de kwestie Indië immers, de Ko ning verzocht het gevoelen van de St. G. te vernemen omtrent een verandering van de staatsrechte lijke verhouding met België, voor dat de Grondwetgever zich over een verandering had uitgesproken terwijl door het teekenen van het tractaat*van afstand, door den Ko ning, op 19 April 1839, de Gw. voor een voldongen feit werd ge plaatst. Indien onze regeering het gevoelen van de St. G. gaat vra gen over de grondbeginselen van de overeenkomst met Sharir en Soekarno c.s., of over het defini tieve accoord wanneer dit tot stand zal zijn gekomen, dat gebeurt ten aanzien van het vooruitloopen op de beslissing van den Grondwet gever hetzelfde als in de jaren 1830-40 is geschiedt, tenzij dit ge voelen tegelijk wordt gevraagd met de behandeling van de wijzi ging van de Grondwet (en dan heeft het geen zin). Dit laatste geval zal zich waarschijnlijk wel niet voordoen omdat een wijziging van de Grondwet veel tijd vergt en een bevestiging van een met Indië gesloten accoord wel met spoed zal moeten gebeuren. Het karakter der groote ge beurtenissen in 1830-40 maakten het onmogelijk om de Gw. de eer te bewijzen die zij verdiende, de gebeurtenissen die wij nu met Indië meemaken zullen eveneens beletten de Grondwettelijke bepa lingen geheel na te leven, de ko mende Grondwetswijziging zal daarom waarschijnlijk vastleggen wat alsdan in feite reeds bestaat. O b d a m J. DE BOER Wfc. (l.) (2.) O.) Zie Buis; de Grondwet deel Zie Buis: de Grondwet deel I bldz. 514. II bldz. 338. Dfc Bosch Kemper 2e bldz. 731 e.v.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1946 | | pagina 3