ROELL, DE RAKKER
LINGGADJATI-
VERW ACHTINGEN
STAATSRECHT uc 7 c-r f
Nieuw Noordhollandsch Dagblod
5
HET IJSSELMEER
VRIEST DICHT
Is Nederland nog souvl
OOK GIJ, BRUTUS!
MAANDAG 16 DECEMBER 1946
i
R IS OVER LINGGADJATI veel gezegd en geschreven. Wat
eenkomst is bepaald". Dit is
daarom ook zoo van belang,
omdat als men dan wil be
weren, dat er nog niets ge-1
beurt, terwijl er toch een
ER IS OVER LINGGADJATI veel gezegd en geschreven. Wat overeenkomst wordt eange-
C. i ga-an! alle belangen in deze
zal er nu gebeuren? Hoe zal met name het standpunt van2aafc_ die zoo vaag en aigemeen
de Katholieke Volkspartij, d.i. van de fractie van die partij in1 Zyn gesteld, worden „over-
de Kamer zijn? In de laatste weken is daarover teveel in ne
velen gehifld geweest. Nu vandaag de beslissende ronde be
gint, door het debat in de Kamer, wijzen wij nog op enkele
punten, die ons juist in het standpunt van de K.V.P. van be
lang lijken. Zoo is in de conclusie van de studie-dagen te
recht voorop gezet, dat het in wezen gaat om het algemeen
welzijn van Indië en Nederland. In de ontwerp-overeenkomst
komt dat niet yoldoende tot uiting. In de toelichting even
min. Het uitgangspunt voor de taak der C.-G. was trouwens
volgens de wet „het scheppen van een nieuwe rechtsorde in
Indië". Deze zal wel als middel tot de algemeene-welzijnsbe-
vordering te zien zijn, maar wij mogen niet vergeten dat on
der de voorstanders van die nieuwe rechtsorde vele krachten
werken, bij wie het alleen maar om die nieuwe orde-an sich
gaat, om Indië, precies gezegd, zoo gauw en zoo veel moge
lijk los te maken van Nederland: laat ons toch, door alle
camouflages heen, die werkelijkheid ook blijven zien!
Wij hopen dus, dat onzer
zijds in de Kamer zal worden
aangehouden op het groote
doel van de algemeene wel
zijnsbevordering, waar ten
slotte alles aan ondergeschikt
is. Wie dit zegt, doét niet te
kort aan de waarheid, dat het
Indonesische nationalisme
voor zoover dat bestaat niet
alleen in den dunnen intellec-
tueélen bovenlaag, maar in het
volk der mMlioenen en mil-
lioenen, welks welzijn behar
tigd moet worden recht
heeftop een eigen zelfstandig
bestaan. Dus moet er iets, wil
men veel, gebeuren in de rich
ting van het geven van zelf
standigheid en onafhankelijk
heid aan dat jpolk, in zooverre
dit blijkt wat nog niet ge
bleken is dat het niet meer
is een logge massa, maar een
geordende menigte. Het alge
meen welzijn van een natie
als die er is! wordt niet
gediend door zonder meer
souvereiniteit te verleenen
aan een nog-niet geordenden
staat, waar slechts die beken
de dunne intellectueéle boven
laag den boventoon voert, van
wie wij nog niet weten, wel
ken kant zij uit wil. Wij heb
ben er recht op, dat te weten,
dat is de plicht ook van onze
befaamde „historische roe
ping", welke trouwens door
links en rechts in heel de
wereld is en wordt erkend!
Wij moeten het o.i. ster
ker dan de Commissie-Gene
raal dat doet aanhouden op
het blijvende van den band
van vrijwillig samengaan in
gelijkwaardig deelgenootschap,
hoewel er innerlijke tegen
strijdigheid bestaat tusschen
dat vrijwillige en dat blijven
de, maar wij stemmen toe,-dat
de risico, die hierin zit, moet
worden aanvaard, omdat toch
eigenlijk ook iedereen aan
neemt, dat op den duur
maar dat kan nooit binnen
twee jaar zijn! de volledige
souvereiniteit zich moet kun
nen ontwikkelen. Voorstan
ders nu zeggen, dat de grond
slag van het Linggadjati-ac-
coord de basis legt voor het
bevorderen van den blijven-
den band, maar dan moet toch
ook vast staan, dat de liefde
van beide kanten komt. Het
volk hier in Nederland is veel
geneigd, de kwestie terug te
brengen tot vier woorden: wij
raken Indië kwijt. Dat behoeft
niet, als wij van beide kanten
werken aan het verstevigen
van die vertrouwensbasis,
waarop wij het samen gaan
willen bevorderen. Van beide
kanten. Een gewichtig punt
van die samenwerking is de
samenwerking op economisch
financieel en sociaai terrein.
Op dit punt zal de Kamer
achter de Regeering moeten
staan, die datgene, wat de
Commissie-Generaal heeft uit
gewerkt, onvoldoende heeft
genoemd.
Tenslotte er zijn nog
meer punten, die aan de orde
komen! moet er o.a. meer
duidelijkheid komen ouer de
beteekenis van artikel 17, dat
de arbitrage regelt. De Com
missie-Generaal bagatelliseert
ook dit artikel. Het geldt, zegt
zij, alleen maar voor den
overgangstijd. Maar de tekst
van het artikel in het ontwerp
zegt, dat de arbitrage geldt
voor de meeningsverschillen,
welke zich zouden voordoen
over „alles, wat in de over
geleverd" aan de arbitrage en
dus worden onttrokken aan
de souvereiniteit van het land,
dat zijn^üistorische roeping in
Indië niet kan, niet mag en
niet wil prijsgeven!
En ten allerlaatste: tegen de
neiging, om het zwaartepunt
te leggen op het internationa
le aspect van de zaak dient
eveneens stelling te worden
genomen. Dit aspect mag ze
ker niet worden onderschat.
Maar het moet ook niet over
schat worden. Vrees is een
slechte raadgeefster. Ons land,
de vrijheid en de zelfstandig
heid en de waardigheid van
het Koninkrijk waren ook in
het geding in den nacht van
9 op 10 Mei 1940. Toen heb
ben wij niet geaarzeld. Dan
past ons ook nu tegen onrecht
matige inmenging of onge
rechtvaardigde beïnvloeding
een fiere houding van natio
naal zelfrespect!
Vannacht is het IJsselmeer met
grondijs diohtgeloopen. Zeilvaart
is niet mogelijk Groote stoom-
en motorbooten kunnen vandaag
n
Met de opvatting van prof. de
Vries, volgens welke geen en
kele staat meer souverein is,
ben ik ,-het niet eens. Als een
staat zich vr ij willig onder
werpt aan een hoogere interna
tionale ordening, b.v. aan die
van <ïe Ver. Naties, dan verliest
de staat zijn souvereiniteit niet.
Dan vindt slechts een beperking
van de souvereiniteit plaats op
bepaalde punten. De "souvereine
slaat bepaalt zelf in hoeverre hij
zijn souvereiniteit wil beperken.
Ik geloof, dat men in Engeland
en Amerika raar "zou opkijken,
wanneer prof. de Vries tot de
regeeringen van deze staten zou
zeggen: ,;Uw staat is niet sou
verein". In de laatste weken -is
bij de behandeling van het voor
stel om het veto-recht te her
zien gebleken, dat de groote
mogendheden wel zorgen, .dat
hun invloed hun souvereini
teit niet tegen hun wil wordt
ingekort. Rusland, Engeland
noch Amerika wilden het veto
recht qpheffën. En de kleintjes
moesten genoegen nemen met
het aanvaarden van een scha
mele resoluti^ waarin aan de
permanente léaen van dien Vei
ligheidsraad werd verzocht een
zoodanig geibruik van het veto
recht te maken, dat hel nemen
van spoedige besluiten er niet
door in gevaar wordt gebracht.
Met betrekking tot Ned. Indië
misschien nog overkomen. Ais
het blijft doorvriezen zal de zie ik het zoo, dat Nederland,
scheepvaart totaal gestremd wor-toen Japan' capituleerde op 15
den.
De herstelde spoorbrug over de Maas bij Mook in de spoorlijn
NijmegenVenlo is officieel geopend. De waarnemend com
missaris der Koningin in de provincie Limburg knipt het
lint door. Naast hem Ir. F. Q. den Hollander, directeur der
Nederlandsche Spoorwegen. A. N. P-
Augustus van het vorig jaar, de
souvereiniteit, in den zin van
hoogste bevoegdheid, bezat in
Ned. Indië. Helaas bezat Neder
land toen niet de souvereiniteit
in den zin van machl. Wij wa
ren cfoor de afwezigheid van
eigen troepen niet in staat ons
gezag te doen gelden. Maar
krachtens onze souvereiniteit
stuurden wij en sturen wij nog
steeds troepen naar Indië, want
het bezit van de souvereiniteit
brengt mede den plicht orde en
rust te handhaven.
Maar daar is nog iets. Om de
uitzending van troepen mogelijk
te maken was noodig, dat art.
192 van de Grondwet, dat zulks
verbiedt, op zij werd gezet. Naar
mijn meening is de regeering
terecht van dil Grondwetsarti
kel, op grond van het staats-
noodrecht, afgeweken. Maar het
opmerkelijke is, dat we hierte
gen prof. de Vries en zijn libe
rale vrienden niet heb'ben ge
hoord. Als Nederland, volgens
prof. de Vries, niet een souve.
reine staat is, dan is het toch
eigenlijk dwaas, onze jortgens
naar een gebied te zenden, waar
we eigenlijk omdat we niet
Luifcenant_Generaal "in
bij zonderen dienst" jhr.
W. Roëll heeft de voor.
S'tandeTs van Linggtadjatf
een "bijzondere dienst"
bewezen door in een
radio.rede te spreken
over de mogelijkheid van
ondergrondsch verzet, als
tengevolge van de plan.
nen van Linggadjati de
gevaren voor het vader,
land wellicht nog' grooter
zouden worden dan die
van 19401945! Dat was
nogal kras gezegd van
Roëll en hij is de eenige
rakker niet. Eerst was er
al een zestal leidende fi_
guren van de B.S. in Gro_,
ninger.' die dreigden met
moeilijkheden in ons land
als het basis_accoord in.
zake Indië zou worden
aangenomen, toen kwam
niemand minder dan oud.
premier Gerbrandy op de
proppen met een mede.
deeling in een lezing voor
voormalige verzetslieden
in Rotterdam; dat in de.
zen- voor het Koninkrijk
zoo moeilijken tijd de
eenheid van het verzet
gewenscht was. er moest
weer slechts één groote
Nederlandsche nationale
raad bestaan! Zonder
twijfel wijst dit alles op
symptomen, welke tot
eenige verontrusting aan.
leiding zouden kunnen g^.
ven. Men kan om het ge.
vai glimlachen dat deed
de Russische Tsaar in 1917
ook toe» de revolutie al
voor de deur van zijn pa.
leis stond maar men
moet het gevaar ook niet
overschatten. Men kan ook
zeggen, als men het mis.
baar in enkele bladen
leest, dat een typeerende
geesteshouding zich van
sommige kringen meester
maakt, mer.schen ais
Roëll, die de vaderland,
sche traditie van een ge.
slacht vertegenwoordigt,
worden voor revolutionair
uitgekreten en een man
als.Soekarno wordt op
het schild geheven. Niet.
temin heeft Roëll een fout
gemaakt. En de ergste is
geweest, dat hij in een
verklaring' aan de pers
Zaterdagmiddag, toen he.
kend geworden was. dat
een vervolging wegens op.
ruiing tegen hem werd
overwogen, gezegd heeft,
dat zijn woorden verkeerd
begrepen zijn, de formu.
leering gaf zijn bedoeling
niet juist weer.... omdat
hij zijn radio .speech zoo
overhaast had moeten
maken. Hij wilde slechts
de "geestelijk- organisatie
van het nationale poten,
tieel, zooals voorheen be
stond in den Landstorm,
met zijn devies: "als het
moet". De groote generaal
gTendelt hier een geeste
lijke penetratie op een
kinderlijke manier af_ Ja,
ja, het is wat, als gene-
Taais zich met politiek
bemoeien. Laten wij maar
aannemen, dat als resul
taat van de speech van
Roëll den Rakker te no-
teeren vallen, heilige ver
ontwaardiging in de krin
gen der extremistisch-
linkschen, die van een re_
volutletje meer of min
der ook niet vies zijn,
enbinnenpretjes In de
kringen van de "reactie".
Overigens zou de vraag
gewettigd zijn, hoe het
met de radio.controle
eigenlijk staat
souverein ^zijn volgens proï.
de Vries niets meer te vertellen
hebben.
Als we door de ontwikkeling
van het volkenrecht onze souve
reiniteit kwijt zijn, dan had men
'het vraagstuk Indonesië even
als Ohurcihill het met de kwes
tie Palestina wil doen beier
aan de Ver. Naties "ter oplos
sing kunnen voorleggen. Maar
hiervoor zal de prof. wel in het
geheel niets voelen. Hij durft
dus niet de oonsequenlies te
trekkgn van zijn eigen stelling.
Pror. de Vries en zijn liberale
vrienden verheffen hun stem
niet tegen de uitzending van
dienstplichtigen naar Indië om
dat een protest tegen deze groncf-
wet'safwijking -niet in „hun
kraam" te pas komt. Hoewel
Nederland, in den gedachten-
gang van prof. de Vries, niet
souverein is, zouden hij en zijn
vrienden, in bet uiterste geval,
als het op vechten aan zou'ko
men, er niet tegen opzien de
Nederlandsche jeugd er aan te
wagen voor iets wat volgens
prof. de Vries nietbestaat.
Mijn imeening is, dat men voor
of tegen Linggadjati kan zijn
en tevens erkennen, dat Neder
land het recht bezit een nieuwen
souvereinen staat të stichten.
Wanneer men de stelling huldigt
dat Nederland de souvereiniteit
niet meer bezit, dan doet men
schade aan onze nationale eer.
De hoogleeraar eindigde zijn
radiorede met den wensrih, dat
thans niet de politiek, maar de
staatkunde zou beslissen. Mijn
conclusie, na de rede van prof.
de Vries, is, dat staatkunde een
ander woord is voor politiek.
M. P. JANSSEN^
„Wanneer men mij vraagt,
of de Indonesiërs reeds rijp
zijn voor 'zelfstandigheid, zeg
ik „neen".
„Ér is in het accoord veel
om af te keuren, en om ern
stig ongerust over te zijn".
„Ik ontken in de republiek
niet een ernstige gezagszwak-
te".
„Wij zijn inderdaad niet te
vreden over alle details van
het Engelsche optreden".
„Niemand zal beweren, dat
wij de oplossing heelemaal
elegant tot stand hebben ge
bracht".
Dit alles is in het midden
gebracht op een vergadering
in Rotterdam. Zeker door Jan
Schouten, zult w zeggen. Of
door het comité „Indië in
Nood.... geen uur te veiite-
zen". Of door meneer Korthall
van de Vrijheidspartij, of door
meneer Welter van de Oud-
Indische oppositie?
Schrik niet, waarde lezer.
Niets van dit alles Het zijn
de eigen woorden vanoud
minister prof. dr. Logemann!
Door hem-zelf gesproken voor
een meeting van de Partij van
den Arbeid. Hij heeft er na
tuurlijk nog wel een en ander
bijgezegd, achter de boven
aangehaalde zinnen de noodi-
ge „maar's" laten volgen,
maar het is toch typisch, dat
de voor een vérgaande over
eenkomst zoo enthousiaste
oud-minister nu zooveel be
denkingen en reserves maakt.
Zou hij waarlijk terug
schrikken voor de consequen
ties van het werk der geesten,
die hij zelf opgeroepen heeft
of wil hij alleen maar posee
ren als advocaat van den dui
vel, nu de buit op -het punt
staat, binnengehaald te wor
den?