Wie naar de toekomst ziet,
is voorstander van Linggadjati
DE DREIGENDE OPSTAND
IN VOOR-INDIË
Het is een afspraak om tot een
definitieve afspraak te komen
Nieuw Noordhollondsch Dagblad
3
Min. Jonkman spreekt:
Er blijft ruimte voor de Rijksconferentie
Priesterjubilea
in 1947
J
Motie van K.V.P.
en P.v.d.A.
Onze priesters
VRIJDAG 20 DECEMBER 1946
WEER WAS ER GROOTE BELANGSTELLING, toen de Mi
nister van Overzeesche Gebiedsdeelen, Mr. Jonkman,
Donderdagmorgen in de Tweede Kamer begon met het ant
woord der Regeering op de beschouwingen over de ontwerp-
basis-overeenkomst van Linggadjati. De Minister maakte eerst
een paar kleinere opmerkingen. Hij erkende, dat de wijze
van publiciteit niet geheel juist was, de Regeering is hier wel
wat tekort gekomen, maar dit was onvermijdelijk. Het was
onmogelijk hier te lande meer voorlichting te geven. En zou
het veel hebben kunnen afdoen aan de scherpe tegenstellin
gen? Ook de gedachtenwisseling in de Kamer heeft de Regee
ring de overtuiging gebracht, dat hoezeer men er ook tegen
kan zijn, men zal stemmen vóór Linggadjati!
Het beroert ons zoo volle
dig, dat daarin ook ligt een
onvermijdelijk verschillende
instelling tegenover de vraag
stukken.
Een regeering als hier zit,
die zich vooruitstrevend
noemt, kijkt naar de toe
komst en als men dat doet,
is men voor Linggadjati.
Men moet in Linggadjati iets
veelbelovends zien, men kan
er een gang naar Canossa in
zien, maar ook iets verheu
gends. Als men naar de toe
komst ziet, zegt men: er is
een groot offer gebracht, om
iets goeds te bereiken. De
Commissie gedroeg zich
waardig onder onwaardige
omstandigheden.
Nopens de regeering is wat
den. De beste typeering is nog
altijd, dat het is een politiek
accoord, een afspraak, die
eigenlijk inhoudt, dat we een
definitieve afspraak zullen na
streven op basis van deze
overeenkomst.
Men moet de toelichting van
de G.G. en de verklaring van
de Regeering als een geheel
zien, waarbij de regeerings-
verklaring prioriteit heeft. Het
is niet geheel redelijk om al
leen de 17 artikelen te bezien,
los van de toelichting en de
verklaring.
Er zijn, zonder aanwezigheid
van de Britsche afgevaardigde
politieke besprekingen geweest
daarbij zijn afspraken gemaakt
wat men later zal doen op be
paalde punten, daarover zijn
de bindende notulen gemaakt.
voor ons ligt een psychologisch omaenae no lui
en staatkundig stuk men zal De minister deed een beroep
moeten bedenken, dat men als
hier gesproken wordt van een
overeenkomst, erkenning van
de republiek, van een Unie,
zoeken moet naar de beteeke-
nis van de woorden der over
eenkomst.
cp de Kamer niet aan te drin
gen op het overleggen dezer
notulen, omdat dit schade zou
kunnen veroorzaken!
De Grondwet is „voor ons,
Indische menschen", niet zoo
gelukkig voor het gemeen-
Men bedenke dat nog zeer schappelijk staatsverband. Zij
veel aan de verdere uitwer- vl.n.de" er mets m over zich-
king is overgelaten. Het is zelf" De gebiedsdeelen overzee
- worden er in miskend. Dit is
een aanwijzing, dat er een
achterstand bestaat in onze
wetgeving ten aanzien van In
IS
voor alles een politiek accoord;
de regeering overweegt of, als
het tot stand is gekomen, dan
niet het moment is gekomen,
om wellicht vóór wettelijke
maatregelen genomen worden,
toch nog allereerst bijeen te
roepen een rondetafelconfe
rentie, zooals die altijd de
laatste jaren :s gedacht.
Zoo weinig brengt dit ac-
cocrd, dat er ruimte blijft
voor 'n rondetafelconferen
tie. En daarna zal men moe
ten komen tot een grond
wetswijziging en opstelling
van een statuur voor de Unie.
Men bedenke, dat het poli
tiek accoord nog zoo weinig
brengt dat er wettelijke maat
regelen moeten komen voor
den overbruggingstermijn.
De minister verzekert, dat
zoowel de C.G. als de Lt.G.G.
reeds bij de regeering hebben
voorgebracht met welke men
schen het accoord verder kan
worden uitgewerkt.
Tegen de tegenstelling, welke
de heer Romme maakte tus-
schen Linggadjati als fantoom
en als het wezenlijke Linggad
jati heeft de ministef bezwaar.
Men moet zich indenken,
onder welke omstandigheden
het accoord moest worden op
gesteld. Men bedenke, dat
ieder der beide delegaties in
vloed wilde uitoefenen, zoodat
het een compromis moest wor
dië in dit debat wordt terecht
gestaan op de Grondwet, maar
men mag nooit vergeten, dat
men nooit heeft voorzien, dat
zich omstandigheden als nu
zouden kunnen voordoen.
Zoolang de Grondwet met
gewijzigd is, kan het kwalijk
mogelijk zijn, zich aan te pas
sen aan de wettelijke omstan
digheden. Wij zijn niet geheel'
zonder precedent op dit punt,
getuige wat gebeurde in 1830
(toen de Zuidelijke Nederlan
den zich afscheidden en de
Grondwetswijziging eerst defi
nitief in 1840 tot stand kwam
Red.)
Waar ging het bij de over
eenkomst om? Gezocht wordt
naar een vrijheid in grootere
eenheid als oplossing van het
Koloniale geval.
Wij willen op eigen wijze
voorzien in een nieuwe staats
inrichting met vrijheid voor de
onderdeelen. De vierdeelige
staat, welken wij gaan oprich
ten, zal moeten voldoen aan
eischen, die nog niet gesteld
zijn. Is het wel redelijk als
men een andere opvatting over j
de Koninklijke rede huldigt,
als men anders denkt over de
overeenkomst dan een ander,
de regeering te beschuldigen
van ontrouw en zelfs met ver- j
volging te bedreigen? vroeg
de minister. In dit verband
bestreed hij de rede van den
heer Vonk.
Een revolutie-plan van
den leider der
Congres-partij
De socialistische leider van
de Congrespartij, Prakasj
Narain, heeft op een bijeen
komst te Benares (in Voor
indie) mededeeling gedaan
van zijn „plan voor vrijheid
door revolutie".
„De gevangenissen zullen
niet, zooals voorheen, worden
gevuld7 met leden van de Con
grespartij, doch de Congres
aanhangers zullen de gevan
genissen vullen met hun te
genstanders", aldus Narain.
Hij vervolgde: Zoodra de
strijd is ontbrand, moeten de
minister-presidenten van alle
provincies aan autoriteiten en
politie het bevel geven, de
gouverneurs van de provincies
en andere anti-Indische amb
tenaren te arresteeren en in
de gevangenis te zetten. De
revolutionairen moeten onmid
dellijk zich van alle regee-
ringsbureaux en -instituten
meester maken en volksraden
vormen met behulp van de
ambtenaren, die voor de nieu
we regeering willen werken,
Alle pro-Britsche ambtenaren
moeten verdreven worden en
nieuwe ambtenaren worden
Twee jaar sluiting voor
te dure shag
Een tabakshandelaar uit
Zaandam, die shagtabak te
duur verkocht had, werd een
boete van f 100 door den
tuchtrechter voor de prijzen
opgelegd. De in beslag geno
men goederen werden ver
beurd verklaard en bovendien
werd hem voor twee jaar ver
boden in tabaksartikelen te
handelen.
KERSTBOODSCHAP
VAN DE KONINGIN
Aan xee-, land- en
luchtmacht
H.M de Koningin heeft de vol
gende Kerst- en Nieuwjaars
boodschap doen toekomen aan de
Nederlandsehe militairen:
Aan u allen, die deel uitmaken
van de strijdkrachten ter zee, te
land en in de lucht, zoowel hier
te lande, als in Suriname en Cu
racao, of wel in opleiding in Gr.-
Brittanië, zend ik Mijn beste
wenschen voor een gelukkig
Kerstfeest en een voorspoedig
Nieuwjaar. Moge ieder van U,
trouw aan de u gegeven op
dracht, medewerken aan den
verderen opbouw van onze krijgs
macht." (w.g.) Wilhelmina
BEVIN IS HOOPVOL
GESTEMD
Bevin, de Britsche minister van
buiténlandsche zaken, verklaar
de bij zijn aankomst .uit de Ver.
Staten: „Ik ben nu hoopvoller ge
stemd dan ik ooit tijdens mijn
ambtsperiode als minister van
buitenlandsche zaken ben ge
weest Ik kan een beter begrip
zien komen en het werk te New
York is zeer hoopgevend ge
weest. Ofsohoon alles veel tijd
heeft gevraagd en de gang van
zaken soms teleurstellend is ge
weest kan ik geen oogenblik
daarvan als verloren tijd be
schouwen.
In 1947 worden in het Bisdom
Haarlem de volgende jubilea ge
vierd:
50 jaar priester: 15 Aug. '47.
J. M. C. Nuyen, rustend Rec
tor van het Weeshuis te Den
Haag, thans verblijvend te Den
Haag, Prinsegracht 36; J. G.
Onel, pastoor te Roelofarends-
veen.
40 jaar priester: 15 Aug. '47.
C. J. Boekhorst, deken en pas
toor te Buitenveldert; H. A.
Bots, pastoor te Halfweg; E.
B. Derksen, pastoor te Oud-
Ade; F. B. J. M. Filbry, proost
van het Kathedraal Kapittel
en plebaan van St. Bavo te
Haarlem; J. Th. J a co bs,
deken en pastoor te Alkmaar;
B. F. Kosters, pastoor te Hille-
gom (H. Martinus); A. W. J-
Lühn, pastoor te Haarlem
(H.H. Elisabeth en Barbara);
L. P. J. Paulussen, rustend Di
recteur van St. Augustinus,
thans verblijvend te Amster
dam, Mauritskade 28; P. J. M.
J. v. d. Pavoordt, rustend pas
toor van Beverwijk, thans ver
blijvend te Eindhoven, Jan v.
Lieshoutstraat 5; L. H. Wan-
n a, pastoor te Obdam; H. A.
C. M. Wennen, pastoor te Nw.-
Vennep; I. M. P. A. Wils, pas
toor te 's-Gravenhage (H. Ag
nes).
40 jaar priester: 21 Dec. 1947.
P. Jongmans, pastoor te
Enkhuizen.
25 jaar priester: 10 Juni 1947.
L. M. v. d. Griendt, Rector te
Sassenheim (St. Bern. Gest.);
Dr. C. J. Henning, Regent van
het Seminarie Hageveld te
Heemstede; P. J. M. Heskes,
Rector te Haarlem (Maria-
stichting); H. J. M. Heynen,
Regent te Beverwijk (R-K-
Kweekschool); A. M. Kok, pas
toor te Rinnegom; H. C. A. M.
Kouwenhoven, pastoor te
Wieringen; J. L a n g e d ij k,
pastoor te Wieringermeer; E.
N. F. Pronk, pastoor te IJmui-
den; J. J. J. H. Riswick, pas
toor te Maasland; J. Rijk, Rec
tor te Vlissingen (St. Joseph's
Ziekenhuis); H. C. A. M. Roel-
vink, pastoor te Bleiawijk; C.
Vis, pastoor te Anna Paulow-
na; H. N. M. V r e e s w ij k,
pasttoor te Zwaagdijk.
I2'/2 jaar priester: 15 Dec.
1947. A. Groen, kapelaan te
's-Gravenhage (H. Martha).
f
Vierde O-antifoon
Q SLEUTEL van David
en Scepter van het
huis van Israël, Gij opent
en niemand kan sluiten;
Gij sluit en niemand kan
openen.
Kom, leid den geboei
den mensch uit de ker
ker, hem, die daar zit in
den nacht, in de schaduw
van den dood.
PRGF ROMME heeft aan 't
slot van zijn rede in tweede
instantie gisterenavond laat
in de Tweede Kamer gehou
den, mede namens den heer
v. d. Goes van Naters, de vol
gende motie ingediend:
„De Kamer, overwegende,
dat de regeering terecht haar
beleid er op richt, om, met
overwinning van de zoowel
hier te lande als in Indonesië
heerschende vertrouwenscrisis,
een duurzaam samengaan van
Indonesië en Nederland op den
grondslag van de beginselen
der koninklijke rede van 7 De-
camber 1942 te verwezenlij
ken;
overwegende, dat de regee-
ring hiertoe dienstig acht het
aangaan met vertegenwoordi
gers van de regeering der re
publiek Indonesië van een we-
derzijdsche verbintenis, met
in acht neming der geldende
grondwet, tot niets meer of
anders dan wat volgens de
door de Commissie-Generaal
opgestelde toelichting te Ling
gadjati is overeengekomen met
onverkorte inachtneming van
de regeeringsverklaring van
10 Dec. 1946 en van de aan
vullende regeeringsverklaring
van 19 Dec. 1946;
van oordeel, dat deze we-
derzijdsche verbintenis, bij
juiste uitvoering daarvan, in
derdaad de mogelijkheid opent
om het noodzakelijk duurzame
samengaan tusschen Neder-
land en Indonesië op den
grondslag van de beginselen
der koninklijke rede te verwe
zenlijken;
vereenigt zich met het ten
dezen door de regeering voor-
genomen beleid,
en gaat over tot de orde
van den dag."
QU ATERTEMPER-Zaterdag
is bij uitstek een wij-
dings-dag van onze Priesters.
Bidden en offeren wij morgen
voor hen. Zoowel Onzen Lie
ven Heer als ons is alles gele
gen aan goede, aan heilige,
j aan vurige en ijverige pries-
ters. Zoo Priester, zoo volk.
Volgens Gods bedoeling zijn
zij het zout der aarde. Hoe wij
hen moeten beschouwen, zegt
1 ons a.s. Zondag het Epistel. Zij
zijn de dienaren van Christus.
De uitdeélers van de Gehei
men van God, van de godde
lijke Sacramenten. Zóó, en niet
anders zien wij onze Pries
ters. Door al het menschelijke
heen zien wij in hen God,
Christus. Wij matigen ons geen
oordeel aan over onze Pries
ters. Dat oordeel is voorbe
houden aan God zelf. Voor
onze Priesters, zóó gelijk te
zijn, als menschen ook gelijk
wij, met menschélijkheden
evengoed als wij, hebben wij
eerbied, hoogachting, liefde.
Wie aan den Priester raakt),
raakt aan Gods oogappel. Bid
den we morgen vooronze
Priesters, om heilige Priesters.
MARCUS