NACHT OVER JUDEA 2 Kerstnummer Nieuw Noordhollondsch Dagblad SCHOOL VOOR KERKELIJKE ARCHITECTUUR TE DEN BOSCH Religieuse kunst in n/euv/e banen geleid DINSDAG^ 24 DECEMEER 1946 IN DE VERTE koiwzij Josué al zien aankomen. Zijn forsche gestalte stak af tegen het blauw van den horizon en tegen de grijze massa van de heuvels. Hij kwam met grooten spoed en op zijn schouders droeg hij het lam, dat 'hij had beloofd als het zoover was. En nu was het zoover. Zijn herdersjongen was hem in groote haast komen waar schuwen en Josué liet in de vreugde en de angst van het oogenblik de kudde over aan den anderen herder en aan de hand van Jahve en snelde huiswaarts. Zoo zag Sarah, zijn vreuw, hem komen over den stoffigen weg en in zalig droomen sloot zij haar oogen, tot zij de onstuimige stem van Josué in haar abijheid hoorde opklimmen tegen de muren van de woning. Hij boog zich over haar heen en stamelde zinnelooze woorden, als een kind, dat gelukkig is ere als eere man, die oneindig liefheeft. De komende uren en dagen waren druk van al het bezoek. De vrouwen in hun kleurige kleeding en de mannen met hun stemmen, die de verten der heu vels en dalen droegen. Maar als ze er waren, viel de stilte, want na de heerlijke oogenblikken van eerste ontroering was bij Josué en Sarah een groote vrees opgekomen om de kleine eerst geborene, omdat hij niel was als anderen. Deze eerstgeborene van een armen herder en een stille gelukkige vrouw had alle sterkte van zijn ouders meege kregen, behalve het wondere licht waarmee de schoonheid van Juiea kon worden genoten en bewonderd. De angst groeide in de twee menschen, tot de zeker heid er was als een harde vvaar- heid. Toen groeide de angst ver der en beet zich vast in har! en oogen. Daarom ook verdween de harde klank uit de stemmen van de mannen en de vrouwen za ten stil en keken naar eikaars hoofddoek. Zoo verliepen de dagen na dat eerste uur, toen Josué in snelle vaaft de heuvels kwam afge. loopen met het lam op zijn schouders. De stilte was in huis gévallen, terwijl de moeder het kind tegen zich aanhield en het bekeek, om dan zacht voor zich heen de kleine slaapliedjes te zingen, zooals zij die van haar moeder had geleerd. En Josué ging terug naar het dal bij Bethlenem, waar zijn kudde Üep en waar de terder de komst van zijn gezel af wachtte, omdat ook hij wilde deelen in de vreugde van dit leven. Josué vertelde en hoe meer zijn woorden de waarheid ont hulden, hoe zachter de stem klonk, tot er niets meer over was, dan een zucht en wat ge stamel De uren verliepen traag en eentonig, kalm en gelaten zoch ten de schapen het beetje voed sel weg en de herders monster den de beesten bij tijd en wijle. Als de avond viel rustten zij onder hun vachten, behalve Jo sué* die in bange droomen neer. lalg en zijn gedachten afzochl naar een verlossing. Het was nu de derde nacht in het veld. Met een angstschreeuw ylóog de jonge herder van zijn leger stede omhoog 'en zijn oogen dwaalden verschrikt over de grijze zee van vachten voor hem. Als een kudde stille figuren stonden de schapen tegen elkaar getrokken, in een zucht naar beschutting tegen cfèn kouden wintertocht. Had hij niét den verren roep van wolven gehoord? Hij stond op en liep langs zijn dieren, om hen met een kal- meerende hand lot rust te dwingen. Maar in den hei-witten nacht niets te zien, dat op wolven leek en geen gerucht drong door in dit dal, als een beschermende kom verborgen tuss»ken de heu velen om Bethlehem. De /Ster renkoepel hoog boven Josué auiverde zijn gedachten en als een schaduw trok hij zich terug, om de zware schapenvacht over zich heen le trekken. De angst greep aan zijn hart. Was het om zijn schapen of om zichzelf? De jonge, stevige herder be-^ hoefde voor zichzelf niet bang le zijn. Stroopende benden van de vlakten kwamen hier nim mer, omdat' schapen voor hen geen waarde hadden./ Als zoo vele geteekenden immers liepen de dieren langs de wegen van Jeruzalem, door de dalen van de Cedron en over de golvende heuvels rond Bethlehem en de herders hadden alleen de zorg; om de roefdieren van^zich en hun kudde af te houden. Soms ook wel de zorg om een of an der dronken Romeinsch soldaat, die zijn leven geleefd had met zoele wijnen en verdorven vrou wen en die zijn dapperheid uit vierde op de witte onschuld van een lam of moederdier. Nee, deze zorg knaagde niet aan het hart van Josué. Hij was nu al dagen met zijn kudde buiten, overdag trok hij naar de schaarsere plekken, die nog wat voedsel voor de dieren opleverden en den nacht bracht hij door iiwgroote onrust én be nauwenis. Trie dagen geleden vertrok hij en steeds hield hem de angst vast, die in de oogen van zijn vrouw vastgedrongen zat, de angst en het verdriet. Stil lag hij en staarde naar de slerren ui den vriesnacht. Niets bewoog en niemand ant woordde op de vele onuitge sproken woorden van den wa kénden herder. Waarom ook? In zijn ellende is de mensdb het eenzaamste wezen op Gods aarde en niemand zal hem de woorden kunnen schenken, die als een reddende hand te hulp komen. Josué trok zijn gedachten, die in een wilden sluier over en door zijn hoofd zwaaiden, samen ft het eene punt: zijn zoon, tien 'dagen geleden geboren uit de oneindigheid van liefde tusschen hem en zijn vrouw, twe^ een voudige wezens: Sarah en Josué. En hij hoorde weer zijn sla- melende woorden, toen hij boog over zijn glimlachende vrouw en weer hoorde hij de wiege liedjes, die zij zong voor het kleine wezentje in haar armen, dat alleen zijn handjes uitstrek te en boven zich de zachtheid' der vrouw.voelde, maar niet zag. Zoo lag hij in de stilte van den hel-witten nacht, dacht na en bij vlagen kwamen de brok ken van een gebed in hem op stijgen: „Niets meer, Jahve, heb ik te zeggen, want Uw besluiten zijn mij heilig. Maar hem, dien ik boven alles liefheb, dreigt zich te verliezen in de eeuwige nach ten, waar de sluiers van het leven niet meer worden gelicht Dé flarden van dil gestamel braken door de ijle lucht naar boven en zweefden neer voor den troon van den Heerscher aller volkeren. De nacht werd witter en hoog steeg de maarir over het dal van Belhlehem. En Josué klaar wakker in de onbegrijpelijke stilte, nam zijn herdersfluit en blies den angst weg uit zijn binnenste. Weldra trilden de zachte tonen over de koppen van de schapen, tegen de heu vels, waar ze licht als een glan zende ster weer terugsprongen naar den spelenden man. De andere herder keek op dit zachte geluid op, half* droomen d nog, maar toen hij Josué zag, knikte hjj alleen en mompelde wat voor zich uit. Dan draaide hij zich weer om en sliep; die fluitende figuur kende hij al uit de vorige nachten, wanneer de rusteloosheid hem beving en de slaap in schrik wegvluchtte. Zoo naderde de dag, vele eeu wen eerder reeds voorspeld, waar de volkeren op wachtten als een teèken van verlossing en hernieuwde glorie. En met deze eenvoudige woorden werd dit geschreven in de geschiede nis der menschheid: „En haar werd een Zoon ge boren. Juichend zongen plots talrijke engelen in de ijle luent boven de dalen van de Cedron en over de heuvels van Beihletem* en als in verstijving stond Josué en met hem zijn gezel recht, om le luisteren naar dit onpeilbare lied, dat de eeuwen door de zin zou zijn van het leven voor mil- lioenen menschen: „Gloria in excelsis Deo.." Jubelend schal den de woorden over het land en de stilte was herschapen in een feest van klank, muziek, blijdschap en intense ontroe ring. En h.oog boven de twee een voudige herders begon een ster te glanzen, heerlijk-schoon, in stralen van ongekende witheid. Stralen, die een bundel goed heid wierpen op een armelijke hut in het dal achter Bethlehem. De herders bleven in verba zing luisteren naar dit lied, maar dan werd Josué wakker en hij zei tot zijn gezel: „Kom, laat ons gaan aanbidden...." Zij gingen, twee eenvoudige NOG TE WEINIG AANDACHT werd er in ons land ge schonken aan de instelling van een spe'cialén cursus voor kerkelijke architectuur, welke in het voorjaar van 1946 in Den Bosch heeft plaats gevonden. Waar deze cursus, die momenteel nog onder de auspiciën van de R.K. Leergangen te Tilburg staat, in den loop der jaren uit zal moeten groeien tot een zelfstandig instituut, dat op de eerste plaats onze katholieke architecten en bouwkundigen en wellicht in de nabije toekomst ook andere scheppende kunstenaars naast een technische kennis een dieper inzicht zal moeten bijbren gen in het wezen der kerkelijke architectuur en kunst, achten wij het van belang eenige Woorden aan deze voor ons land geheel nieuwe'instelling te wijden. Wie vandaag aan den dag, twee jaar ruim na de^ bevrij ding van het Zuiden, met auto of trein door de geteisterde gebieden reist, wordt steeds nog weer getroffen door de aanblik van de vele dorpen en kleine steden, waar de ker ken, eertijds het middelpunt van het godsdienstig leven, uit de dorpssilhouetten zijn verdwenen of *og slechts, ge havend en geblakerd, een minderwaardige plaats in het stadsbeeld innemen. Nu er al lerwegen gewerkt wordt aan den wederopbouw van deze gebieden, die de bevrijding zoo duur hebben moeten betalen, en in den eersten materieelen nood in vele gevallen reeds werd voorzien, mag men voor al niet vergeten, dat ook de geestelijke noo'd hoog gestegen is. Naast den bouw van woon huizen en" boerderijen is het herstel van de schier ontel bare Godshuizen niet alleen een noodzakelijk vereischtey het is een plicht. De noodzakelijkheid van tief genomen, een cursus in het leven te roepen, die al de genen, die in de kerkelijke bouwkunst geïnteresseerd zijn, van voorlichting kan dienen. Tevens 'wil men bereiken, dat op den duur een eigen Neder- landsche kerkelijke archifêt^ tuur gaat ontstaan, waartoe de opleiding tot katholiek ar chitect het hare zal moeten bijdragen. Vooruitloopend op de nog in voorbereiding zijnde plannen, heeft men reeds een begin gemaakt met de instelling van een cursus, welke gehouden wordt in Den Bosch, de stad van de beroemde St. Jan, die het middelpunt moet worden van het werken der cursisten, een stad, waar een sfeer heerscht, die uiterst geschikt is het schoone werk te stimu- leeren en waar de kerkelijke kunst een voorname plaats in het stadsleven inneemt. Wij mochten een dezer da gen een onderhoud hebben met den leider van het onder wijs, ir. Nico van der Laan, die met Rector van Heivoort, bijgestaan door een staf van uiterst deskundige docenten en assistenten, reeds gerui- den bouw van een groot aan- men tijd de lessen verzorgt en tal kerken legt den architec ten en bouwkundigen 'n zwa re taak op de schouders, een taak, waartegen niet allen even gemakkelijk zijn opge wassen. Om hen in deze taak behulpzaam te zijn en de vele ernstige werkers een beter inzicht te geven in de eischen waaraan het katholieke kerk gebouw moet voldoen, wil het ten volle aan het doel, de eer van God, beantwoorden, heb ben eenige vooraanstaande fi guren op het gebied der ker kelijke bouwkunst het initia- die zeer tevreden was over den gang van zaken- Naast de eigenlijke cursisten kan nog een aantal belangstellen den aan de studie-bijeenkom sten deelnemen, die voor H-H. Geestelijken en beeldende kunstenaars ongetwijfeld van groot belang zijn. Zoo is door het initiatief, uit den nood der tijden gebo ren, iets gegroeid, dat voor land en Kerk veel goeds en schoons voor de toekomst be looft. L. S. terders, die hun kudde over. lieten aan de zorg van dg tal rijke engelen Koog in de lucht en aan de zorg van Jahve, wiens Zoon zij als hun Heer gingen begroeten. De weg er heen was ongelijk en nat, piaar de herders sneld'en vooruit, omdat hun hart in hun lidhaam brandde, om dat wat komen ging. Voorzichtig kwamen ze de hut binnen en zagen het Kind, dat in een voerbak lag, blauw van den snerpenden tocht en zon der dekking. Maar de diepe warmte van de jonge maagd naast deze wieg sloeg over op het kleine wezen en bel lachte tegen zijn trouwe dienaren, die op h-at eerste bevel gekomen waren. De armsten als een lijfwacht voor hun Koning. Josué zochl laar een klein geschenk, maar wat moest hij geven, zoo van zijn schapen weggeioopen, zijn Luit nog bij zich? Dan plots nam hij zijn warme muts en legde er voor zichtig de kleine, verkleumde vingertjes van het Kind in en op zijn fluit blies hij de slaap liedjes, zooals hij die van Sarah gehoord! had, toen zij hun eerst geborene in slaap zong. Weer etoven de lichte klanken van de zachte muziek vooruit en hup pelden over de herders naar het Kind, wiegden een stillen rei dans om Zijn hoofdje éh legden zich op de oogleden, tot Het met een diep kraaigeluidje in slaap viel. Nog speelae Josué door en liet zoo de heerlijke, droomen van engelen en gelukkige men schen te voorschijn komen. Een moment kwam de ge dachte: „Als mijn jongen eens Maar alsof dit niet paste, verdreef hij de woorden en blies de liedjes verder. Totdat de Moeder met een glimlach een teeken gaf en met een dankbaar woord hem en zijn gezel dankte voor de hulde en de muziek. Zij gingen weer terug naar hun kudd'e en vertelden eikaar van dal wat zij gezien en gehoord! hadden en hun hart was ver heugd om de komende gebeur tenissen. Den voIg'o*den dag "spoedde Josué zich weer huis waarts langs de heuvels en door d'e dalen van de Cedron, om al dit schoone aan zijn vrouw te vertellen en zoo .haar veijiriet iie vtrmincteien. Zij zag 'luim komen langs de stoffige wegen en met het kind op haar arm wachtte zij op dat wat hij le zeggen had, want dit was een ongewoon uur van terugkeer. Teed'er begroette hij hen bei den en vroeg haar te willen luisteren naar het wondere van den voorbijen nacht en zij luis terde met groote oogen. terwijl Josué de melodie van 'het En. gelenlied voorspeelde. Toen schreide Sarah en ook het kind op. haar arm huilde stil mee. Om wat? Misschien wel om al het leed, dat. komen ging over het Wezentje in de hut van Bethlehem's dal. In een opwelling nam Josué zijn zoon over in zijn armen en droogde het gezichtje met zijn muts, omdat hij niets an ders bij zich had. En toen gebeurde het stille wonder, aanschouwd door twee menschen, die elkaar in hun groote liefde dit kind ge-. schonken hadden. Plotseling hield het op met schreien en keek verbaasd om zich heen, naar de menschen in spanning er over gebogen. Het keek en lachte. En stak zijn handjes uit naar de zachtheid van de vrouw boven hem Later op den dag trokken twee menschen, een man ere een vrouw, over de heuvels van Bethlehem naar het dal, waar in een hut een Kind. sliep door de zachte muziek van een herdersfluit. Twee menschen over de golvende heuvels, die grijs verwaasden aan de horizon. T. v. d. HOUTEN

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1946 | | pagina 2