Verdeeldheid over het herstel der Spaanse monarchie De Salzberg, brandkast van Europa Spiegel DER SCHOONHEID HET LIED VAN BERNADETTE NIEUW NOORDHOLLANDS DAGBLAD - Zaterdag 31 Mei 1947 PAG. 3 De epiloog van het Groot-Duitsedrama Eigruber wilde Europa s kunstschatten jn de lucht blazen De boeren van Alt-Aussee zetten hem de voet dwars. - Van een nazi, een Grietje en het eind van 't liedje av> VERHOUDING KERK EN STAAT HET TERE PUNT Drievuldigheids- Zondag Heeft Don Juan zijn kans op de troon verspeeld Een belofte ingelost Ver kade heeft het toneel verlaten IN HET HOLST van de nacht zit in een stal even buiten Alt- Aussee een interessant gezelschap bijeen: een stuk of wat bergboeren, arbeiders uit de zoutbergen, 'n paar ondergedoken officieren van de Weermacht en de Volkssturm, artisten van het theater en de film uit Wenen en adellijke inwoners van het dorp. Een arbeider van de Salzberg voert het woord. Stotend, in het rauwe dialect van de streek bericht hij, welk'een onzalig plan de dictator van het laatste ogenblik, de gouwleider van Opper- Oostenrijk, Eigruber, heeft opgevat Een aantal Nederlandse architecten brengt een bezoek aan Engeland onder auspiciën van het Instituut voor de Wederop bouw en de Britse Raad. Het gezelschap tijdens een rondgang door Londen. V.l.n.r.: dr. F. Bakker Schut, dir. van de Regerings- dienst voor Nationale Opbouw; W. M. Dudok, R. H. Mathew, architect van het Londense gemeentebestuur; J. Vink, hoofd van de afd. Publieke Werken en Behuizing te Utrecht; C. van Traa, uit Rotterdam en de heer Roos, hoofdingenieur afd. behuizing van het Departement van Openbare Werken. (Barratt P.)- Men heeft in de voormiddag op het raadhuis een telefoongesprek afgeluisterd van de secretaris van deze geweldenaar met ergens een militair commando, waaruit men heeft opgemaakt, dat een SS- Sprengkommando naar Alt Aussee op komst is, om de Salzberg met zijn milliarden aan kunstschatten in de lucht te laten vliegen. „Steirer", zegt de arbeider, „gij weet wat dat betekent. De schoon ste zaken zijn in geheel Europa bij- eengeroofd en hier opgeborgen. Schilderijen, beeldhouwwerk, het beroemde altaar van de gebroeders van Eyck uit Gent, kostbaarheden uit het Louvre, uit Nederland, van de Monte Casino, uit Polen, maar ook uit Duits en Oostenrijks bezit liggen hier weggeborgen. Mogen wij toelaten, dat een gek dit gaat vernietigen? Mogen wij onze Salz berg laten vernielen, waarin onze voorvaderen reeds meer dan zes honderd jaren hun brood verdiend hebben en die ook voor ons en ons nageslacht van levensbetekenis is?" Stemmen gaan op: „Weg met die nazi-bloedhonden, weg met Eigru ber. Met een gebaar legt de spreker de vergadering het zwijgen op. „Stilte, de muren hebben oren. Hoe verhinderen wij dat?" Hij heeft zijn plan reeds klaar. „Wij zullen korte metten maken. Vannacht nog. De Brandlhofbauer gaat met een man of acht naar de hoofdingang bij het dorp en legt de wachtposten om. Geweren hebben we immers, ieder pakt zijn wapen van de Volkssturm. Elk van onze arbeiders kent de vergeten zij-in gangen. Wij dringen daardoor in de berg en zullen de lonten doorhak ken. De luitenant hier zorgt voor de dekking.... Wie heeft er wat op te zeggen?" „Hier, ik. Geen verraders. Wat doet de Brandlhofbauer bij ons? Hij is toch de plaatselijke commandant van de Volkssturm? Hij heeft ons toch gedwongen ons te laten inlij ven? Waar heeft hij onze mannen heengebracht?" „De Brandlhofbauer is in orde. Ik sta borg voor hem. Onze Volks sturm moest naar de pantserver sperringen bij Braunau. Weet ge waar ze zijn? Boven in de Almhut op de Appelweide. Die komen ons straks nog van pas. Overigens maak ik uit wie betrouwbaar is of niet." De schatkist wordt afgesloten. In de diepste duisternis en stilte yoltrekt zich de operatie. Als de overvaltroep bij de ingang is ge komen, klinkt even een schrille schreeuw door de nacht. Onvoor zichtige schildwacht, die zich ver-, zetten wou. Dan dringen de man nen langs alle zijde binnen. Schuch ter betreden zij de geweldige zalen van zout. In zware houten opstan den van dikwerf gigantische afme tingen rusten daar de kunstschat ten, waarom zovele musea van Europa wereldberoemd zijn. Met echte Duitse „Gründlichkeit" is zelfs deze massaroof keurig gecatalogi seerd en opgeborgen in rij en gelid. Doch over de vloer spannen zich reeds de kabels, die pakken dyna miet onderling verbinden. Snel worden ze op honderden plaatsen doorgehakt en worden de contacten verbroken. Als enkele uren later de zware karwei is opgeknapt, geeft de leider het sein voor de aftocht. Doch nu wacht nog een noodzake lijke bezigheid. Alle ingangen moe ten vakkundig tot instorten ge bracht worden. De in de berg ge vonden dynamiet wordt opgestapeld en tegen het krieken van de mor gen davert het dorp van een reeks ontploffingen. Sabotage Razernij Ophangen! Als in de voormiddag het SS- Sprengkommando arriveert, staat het voor een berg van keislag en ontwortelde bomen. Van de ingan gen is niets meer te zien. Sabotage! SabotageEigruber schuimbekt van woede. Die schurken! Dat zal hij ze betaald zetten. Ze zullen als afschuwwekkend voorbeeld worden opgehangen Waar zitten echter die schurken? 'Wie zijn zij? Er wordt gespionneerd en geprovoceerd, maar elkeen is potdicht. Dan maar een flink aan tal gijzelaars ingerekend. Een veer tiental inwoners tegen wie men toch reeds lang verdenking koestert, zal bij het krieken van de dag worden aangehouden. Enkele inwoners wor den al direct opgepakt en op trans port gesteld. Daartegen moet wat gebeuren. Nog dezelfde middag ko men de samenzweerders weer bij een. Nu zijn er nog wat nieuwe ge zichten bij, stoere bergwerkers. Men is het er over eens, men moet een paar hoge kopstukken in handen zien te krijgen als tegen-gijzelaars. De keuze valt op Kaltenbrunner, de chef van het Reichssicherheitshaup- tamt in de Kerry-villa, die zich in Alt Aussee ogenschijnlijk geheel veilig voelt. Bij het invallen van de duisternis gaat de aangewezen groep er op uit. Mis, er valt niet tot bij hem door te dringen, want een uit gelezen stelletje SS-ers vormt een ondoordringbare lijfwacht. Weer overleg, 'n Ander object is de par ticuliere secretaris van Eigruber. Een verliefd man, een kip zonder kop Deze jeugdige blagueur is verliefd op een grietje uit het dorp, dat ech ter niets van zijn opdringerige at tenties meot hebben, en politiek „goed ligt". Zij zal hem naar een afspraakje lokken. De rest volgt dan wel. Op weg naar zijn afspraakje in het avondduister grijpen hem on verwachts twee paar handen in de zolder van zijn broek en voor hij nog weet wat er met hem gebeurt wordt hij reeds per auto weggevoerd. In een afgelegen koestal wordt hij opgesloten en onder handen geno men. De vangst is nog beter dan men dacht. Het jongmens nam niet minder dan een actetas vol gehei me documenten van zijn baas als mede de nodige arrestatiebevelen mee naar zijn avontuurtje. Blijkbaar achtte hij de stukken onder zijn per soonlijke hoede het best bewaard. Wanneer hij al gauw door de knieën zakt van schrik, belooft hij verder een dubbele rol te spelen en een be paald adres op de hoogte te houden van de handelingen van zijn baas. Een stoot met een revolver in de streek van zijn maag maakt hem duidelijk, dat het bittere ernst is met de mededeling, dat verraad op passende wijze vergolden zal wor den. De gevonden papieren zijn van het hoogste gewicht. Nog dezelfde nacht worden diverse candidaten voor het concentratiekamp van Eben see gewaarschuwd en verdwijnen tijdelijk in het gebergte. Wanneer de zon opgaat, wanneer in het dorp het stadse beweeg van vrouwen en dochters van de Ber- lijnse en Weense haute volé weer begint en onder de handwijzer „Zum Bürgermeister" den massa zich ver dringt om schoenenbonnen of on derdak, heeft niemand enig idee er van, dat zich een bittere strijd op leven en dood tussen de achterhoede van een stervend en de voorhoede van een komend regiem afspeelt DE ABDIJ TE EGMOND en haar betrekkingen met Friesland Op de Pinksterbijeenkomst van Frisia Catholica te Bolsward sprak de prior der St. Adelbertspriorij te Egmond, Dom Dr. J. Huyben O.S.B. over de betrekkingen die er bestaan hebben tussen deze abdij en de kloosters der orde in Friesland. Naast de vele Cistercienser-kloos- ters bezaten de Benedictijnen een twintigtal abdijen en priorijen waarvan die van Staveren, Heme- lum, wel een der belangrijkste was. Het St. Odulfus-klooster te Stave ren was zo niet het oudste, dan toch zeker een der meest bekende. .Het dateert uit de twaalfde eeuw. Een uitvoerige abtenlijst, archieven en stukken in verscheidene bibliothe ken zijn de bronnen waaruit een groot deel van de geschiedenis van deze abdij is te putten. Staveren is altijd sterk naar Holland georiën teerd geweest, speciaal naar Utrecht van waaruit het bekeringswerk der Friese gouwen door Bonifatius en zijn opvolgers is ter hand genomen. Een sterke band bond de kloosters van Egmond en Staveren. Over de oorsprong van het St. Odulfusklooster worden wij inge licht door de Vita Odolfi, waar schijnlijk het qjidste letterkundig werk, dat op Friese bodem ontstaan is. Odolfus werd te Oirschot uit een adellijke familie geboren. Na aan het hoofd van de kerk zijner ge boorteplaats te hebben gestaan, trok hij zich terug in „St. Salvator", of Oudemunster te Utrecht. Prior te Oudemunster geworden, werd hij door bisschop Frederik naar Fries land gezonden om daar het onder broken kersteningswerk van Boni fatius en Ludger te hervatten. Waar hun poging faalde, slaagde de vol hardende en opofferende werk zaamheid van Odolfus, die dan ook belast werd met het verder bestuur van de Friese gouwen, die hij tot het geloof van de Drie-enige God had teruggebracht. Tegen het einde van zijn leven keerde hij naar Utrecht terug, waar hij rond 854 nog de bisschopskeuze van St. Hunger meemaakte. FAMILIEGROETEN VOOR DE WEST Hoe ver de Nederlander ook van zijn vaderland verwijderd moge zijn, de band tussen hem en het moederland blijft bestaan. Radio Nederland-wereldomroep, station PCJ, wil deze band helpen verste vigen. Iedere Maandagavond kunnen de Nederlanders in West-Indië, de stemmen van hun familieleden ho ren. Zaterdagsmiddags stelt de we reldomroep een kleine groep fami lieleden van Nederlanders iA de West in de gelegenheid een korte, groet, van een minuut, uit te spre ken, welke op gramafoonplaten zal worden vastgelegd. Deze opnamen worden dan in het daarop volgende Maandagnachtprogramma van de PCJ uitgezonden. Nederlanders die voor het uitspreken van een groet in aanmerking wensen te komen, kunnen zich daartoe schriftelijk melden bij Radio Nederland We reldomroep. afd. groetend., Heu vellaan 18, Hilversum. Na ontvangst van een uitnodiging kan men zijn familieleden in de West tijdig op de hoogte stellen van tijd en golf lengte, waarop zij via PCJ de uit zending kunnen beluisteren. Petroleum voor vacantiegangers Zij die tussen 15 Mei en 15 Octo ber 1947 hun vacantie buiten gaan doorbrengen en voor het bereiden van hun maaltijden op het gebruik van petroleum zijn aangewezen, kunnen, naar het Centraal Distri butiekantoor mededeelt, petroleum aanvragen. Kampeerders en zij, die een speciaal daarvoor bestemd zo mer- of kampeerhuisje hebben ge huurd, moeten hun aanvragen rich ten tot de ANWB. Zij die een ge deelte van een woning hebben ge huurd of over een buitenhuis(je) beschikken, moeten hun aanvragen op een H-formulier indienen bij de distributiedienst van de gemeente der tijdelijke vestiging, terwijl per sonen, die aan boord van een schip verblijven, dit bij de distributie- dienst van hun domicilie-gemeente moeten doen. De aanvraag moet worden gedaan door het gezinshoofd of de als zo danig te beschouwen leider van 'n groep, onder overlegging vah de twee distributiestamkaarten van alle betrokkenen. KERKHOF VOOR DUITSE SOLDATEN Men is thans druk bezig met de aanleg van het grote soldaten-kerk hof voor Duitsers in de Peel bij IJsselsteyn, Reeds is het stoffelijk overschot van ruim duizend gesneu velden naar deze rustplaats over- In het bijzonder in de kringen welker steun onontbeerlijk is voor het herstel van de monarchie injie persoon van Don Juan, namelijk generaals en hun aanhang, een ze ker deel van de hoge geestelijkheid, de groot-industriëlen en de bank wereld, waar tegenzin en onge rustheid om de voorrang strijden. Niet dat deze groepen een eenheid vormen, volstrekt niet, iedere groep beziet Don Juan's verklaring van zijn standpunt, maar zij allen ko men tot dezelfde conclusie, te we ten, dat zij Don Juan als koning niet wensen. De generaals zijn van mening dat Don Juan's te ver door gevoerde democratie in een land als Spanje met zijn endemisch gebrek aan discipline tot de complete chaos moet leiden. Een bepaald en zeer machtig deel van de hoge geeste lijkheid wil niets weten van een scheiding van Kerk en Staat als hoedanig zij Don Juan's verklaring omtrent de gelijkheid van alle godsdienstige gezindten voor de Staat interpreteren. De bevestiging in zijn verklaring, van de Katholie ke Kerk als staatskerk in Spanje heeft deze afwijzende houding van bedoelde invloedrijke geestelijkheid niet vermogen te verzachten, laat staan te compenseren. De groot grondbezitters zijn hoogst ongerust gebracht. Momenteel is men doende de Duitsers, die op en rond de Greb beberg gevallen zijn en daar begra ven liggen, naar de Peel over te brengen. Om alle in ons land be graven Duitsers naar deze plaats over te brengen zullen 20 tot 25 duizend graven gedolven moeten worden. geworden over zijn voornemen tot een meer gelijke verdeling van de grond, de groot-industriëlen en de banken over zijn voornemen tot een betere verdeling van de rijk dom. Hoe reageert de grote massa die de laatste tijd zo sterk geporteerd is voor het herstel van de monar chie? Het standpunt van het boven bedoelde deel der geestelijkheid en ook dat der generaals heeft niet na gelaten indruk te maken. Sterk en onverbrekelijk als de grote massa der Spanjaarden is verbonden aan de Katholieke Kerk, vreest zij terecht of ten onrechte dat de Kerk schade zou kunnen ondervin den van de doorvoering van Don Juan's opvattingen, terwijl zij an derzijds vreest dat de te ver door gevoerde democratie het schrik beeld van een nieuwe burgeroorlog opnieuw zou realiseren, met name gezien de communistische agitatie, welke voortdurend door middel van Moskouse radio-uitzendingen in het Spaans wordt gevoerd. Nu is het een feit, dat het standpunt van be paalde invloedrijke kringen der geestelijkheid niet door de gehele geestelijkheid en niet door alle Spaanse katholieken wordt gedeeld. Er is een deel van de geestelijkheid, waaronder ook hoge geestelijkheid, dat van mening is, dat de opvattin gen van Don Juan ten opzichte van de verhouding tussen Kerk en Staat, Kerk en Staat eerder tot voordeel dan tot schade zullen strekken. Op dit deel der geestelijkheid steunen min of meer de in Portugal in bal lingschap levende katholieke leiders Gil Robles en Rodrigues. Niettemin r\E EERSTE Zondag na Pink- steren met het schitte rende Evangelie over de naas tenliefde (de moeite waard om noa eens na te lezen in Uw mis saal en vooral om het te beoefe nen, te doen!) wordt ingeno men door het feest van de Aller heiligste Drie-eenheidHet is één groot „Eer aan den Vader en den Zoon en den Heiligen Geest". Het Geheim, dat ons ge- openbaar werd. van één God in Drie Personen, is het kernpunt van ons katholiek geloof. Eens zullen wij Hen mogen aanschou wen. Maar reeds nu wonen Zij in ons. wanneer wij in staat van genade zijn. Is het niet onuit sprekelijk geweldig, dat God in ons is en dat wij in God zijn? Laat de gedachte aan de inwo ning van de H. Drievuldigheid in ons het ozluk zijn van ons levén, de kracht in onze moei lijkheden. MARCUS Bestrijding coloradokever een landsbelang „Doeltreffende bestrijding van de coloradokever is niet alleen een landbouw, doch ook een landsbe lang". Over dit onderwerp zal dr. C. J. Briejer, hoofd van de Planten- ziektenkundige Dienst, Maandag 2 Juni a.s. een radio-voordracht hou den van 19.45 tot tot 20.00 uur over de zender Hilversum I. heeft de Portugese Regering aan deze Spaanse katholieke leiders het verdere verblijf in Estoril en in Lissabon verboden en hen als ver blijfplaats Oporto toegewezen, naar men zegt op aandrang van Franco. Een deel der monarchisten zegt thans: als Don Juan niet meer mo gelijk is als troonpretendent, dan maar het oudste zoontje van Don Jaime. En dit niettegenstaande Don Jaime (de doofstomme broeder van Don Juan) morganatisch is gehuwd met een gravin de Dampierre. Huns inziens de enige oplossing ook al is die, in verband met de jeugdige leeftijd van het kind, slechts binnen tien jaren te verwezenlijken. In de (niet-communistische) re publikeinse kringen wordt deze gang van zaken ten zeerste be treurd. Men is daar van mening dat Don Juan vooral inzake zijn uitla tingen met betrekking tot Kers en Staat niet zeer tactvol is geweest: hij had er beter geheel over kunnen zwijgen, want wij hebben er inder tijd bedoeld wordt in de repu blikeinse periode genoeg leergeld voor betaald. Er heerst thans als gevolg van een en ander grote verdeeldheid vah mening in Spanje groter dan zij wellicht ooit is geweest. En vele Spanjaarden denken op het ogenblik: ook al is de huidige situ atie verre van ideaal, een practi- sche verbetering door regime-wijzi ging zien wij ook niet, wel een ver meerdering van de gevaren. Van deze stand van zaken heeft Frank rijk groot profijt gehad en zijn po sitie is ontegenzeggelijk belangrijk versterkt. Zo doet zich het merk waardige geval voor, dat Franco door zijn eigen verklaring zijn po sitie had verzwakt, doch dat zijn positie juist werd versterkt, om niet te zeggen gered, door de ver klaring van zijn tegenspeler. Intus sen is een groot deel van de adel onder wie ook de hertog van Alva, Don Juan trouw gebleven. En wat de toekomst betreft doe men vragen op als: zal Franco nu nog lang blijven? En wat zal er na Franco komen, nu Don Juap prac- tisch als uitgeschakeld mag worden beschouwd? Zullen de verhoudin gen in het uiterste worden gedre ven? Of zal er straks weer een even onverwachte wending komen als er nu'heeft plaats gegrepen? Er is geen Spanjaard, die het U zeggen kan op het ogenblik. Zes waardevolle schilderijen, die tijdens de Duitse bezetting uit Nederland waren ontvreemd, werden dezer dagen ontdekt in het gebouw van het militaire bestuur der Ver. Staten in Berlijn. De meesterwerken, die onmiddellijk aan Nederland werden terug gegeven, waren in goed vertrouwen door de Amerikaanse auto riteiten voor 66.000 marken van Berlijnse binnenhuisarchitecten gekocht. De secretaresse van generaal Clay en de secretaris van de staf bezichtigen de schilderijen voor de terugkeer naar Nederland. (Ass. Press P.) (Van onze correspondent) SPANJE is het land van de onverwachte reacties. De verklaring van Franco van 1 April j.l. had bij de voorstanders van de monarchie en dat zijn zonder twijfel de meeste Spanjaarden niet de reactie opgeleverd die de caudillo ervan verwachtte: in plaats van instemming verwekte zij slechts wrevel en een ver sterking van de steeds groeiende oppositie tegen het regiem. Nog onverwachter echter is de reactie geweest op de uitvoerige verklaring, welke kort daarop door de Spaanse kroonpretendent Don Juan werd afgelegd tegenover een speciale verslaggever van het Londense weekblad „The Observer". De leden van de toneelafdeling „Die Waghenspelers" van „Veri tas" zullen ter gelegenheid van de diësviering in de Stadsschouw burg te Utrecht op 3 en 12 Juni a.s. opvoeringen geven van het toneelstuk „Het Lied van Berna- dette" naar de gelijknamige ro man van Franz Werfel. Deze roman, die gedurende de oorlog in Amerika verscheen, heeft al spoedig een wereldroem verwor ven. Het werk is de inlossing van een belofte, (lie door de schrijver werd afgelegd, toen hij zich in Juni 1940, na de nederlaag van Frank rijk, danig in het nauw bevond. Hij vluchtte, evenals zovele Parijze- naars, naar het Zuiden van Frank rijk, in de hoop om nog tijdig over de Spaanse grens naar Portugal te kunnen ontsnappen en vandaar uit het ruime sop te kiezen. Werfel en zijn vrouw deelden in alle ellende, die met deze panische vlucht ver bonden was. In het woord vooraf, dat hij aan zijn roman „Het Lied van Berna- dette" heeft meegegeven, vertelt Werfel van de chaotische toestand, waarin Zuid-Frankrijk in die dagen door de enorme vloed van vluch telingen verkeerde, en hoe hij na een ellendige zwerftocht eindelijk onderdak kon vinden in de stad Lourdes. Hij beleefde daar angstige weken, maar dit verhinderde hem toch niet, om grondig kennis te ne men van de berichten rondom de wonderbaarlijke verschijningen, welke het meisje Bernadette Soubi- rous daar tachtig jaar geleden had beleefd. Hij legde voor zichzelf de belofte af, dat, mocht hij de red dende kust van Amerika bereiken, zijn eerste werk zou zijn: het Lied van Bernadette te zingen, zo goed als hij zou kunnen. Men moet de titel van dit boek overdrachtelijk beschouwen: Werfel bedoelde het „lied" van Bernadette in de beteke nis van een epos en aan dit epos gaf hij de vorm van een roman, daar hij van mening was, dat een episch gezang in onze tijd slechts de vorm van een roman kan aan nemen. „Ik heb het gevraagd", zo schrijft Werfel in zijn voorwoord, „het lied van Bernadette te zingen, hoewel ik geen katholiek ben, maar een jood. De moed tot deze onder neming werd mij geschonken door een veel oudere, meer onbewuste gelofte. Reeds in de dagen toen ik mijn eerste gedichten schreef, heb ik bij mijzelf gezworen, altijd en overal door mijn geschriften het goddelijk geheim en de menselijke heiligheid te verheerlijken onge acht dit tijdperk, dat zich met spot en onverschilligheid afkeert van deze laatste levenswaarden". Franz Werfel heeft woord gehou den: reeds in Mei 1941 voltooide hij te Los Angelos zijn grote roman „Het Lied van Bernadette", waarin hij met levendige verbeelding, zon der romantische sentimentaliteit, doch juist met een nuchtere werke lijkheidszin, welke gepaard gaat met schroom voor het onverklaar bare, de gebeurtenissen heeft be schreven, welke- tot de heiligver klaring van Bernadette hebben ge leid. Bernadette Souhirous, die wel eens de eenvoudigste Heilige van het Katholicisme is genoemd, wordt ons in deze roman zeer na bij gebracht: in haar gemoedsrust en onbevangenheid, in haar kalm en flink gedrag temidden van al het tumult dat haar Verschijnin gen meebracht, in haar onbaat zuchtigheid en grote nederigheid. Werfel hield zich aan de feiten: slechts daar maakte hij van het recht der dichterlijke vrijheid ge bruik, waar het gold „de levensvon ken uit de stof te slaan", zoals hij het in zijn inleiding uitdrukte. Juist omdat Werfel's boek zo reëel is op gevat en de gebeurtenissen met bij na fotografische scherpte tekent, viel er met succes een toneelstuk uit op te bouwen. Dit bevat een aan tal van de meest levendige en es sentiële episoden uit het verhaal. Het stuk bestaat uit drie bedrijven, die elk in meerdere scènes zijn ver deeld. In de aanvang maken wij met Bernadette kennis, terwijl zij in het klasje van de nonnenschool zit, waar zij niet bepaald uitblinkt in kennis van de cathechismus. In de volgende scène maken we de eerste verschijning aan de grot mee, waardoor Bernadette, terwijl ze met enkele kinderen aan het hout zoe ken is, wordt verrast. Thuis geko men wordt zij, wanneer haar ge heim uitlekt, door haar moeder on derhanden genomen, die het gehele verhaal toeschrijft aan een poging van het kind om zichzelf belangrijk te maken. Alras gaat het hele stadje zich met Bernadette bemoeien: men trekt met haar mee, om ook iets van de verschijning van de Heilige Maagd op te vangen en met de dag groeit de nieuwsgierige massa aan. De politie gaat zich met het geval bemoeien: men maakt het strenge verhoor mee, waaraan de kleine Bernadette wordt onderwor pen en een van de hoogtepunten van het spel is de ontdekking van de bron, die al spoedig zijn gene zende kracht laat gelden. Een bijna blinde steenhouwer krijgt het ge zicht terug en een zuigeling, die door de dokter reeds was opgege ven, geneest, wanneer de moeder 't kind in het water heeft gedompeld. In het laatste bedrijf vinden we Bernadette in het klooster van Ne- vers, waar zij verneemt, dat de stad Lourdes een drukke bedevaart plaats is geworden, doch zij besteedt nauwelijks aandacht aan de drukte, die in de buitenwereld rond haar persoon gemaakt wordt. Mr. Jan Derks, die deze opvoering zal regis seren, noemt het Lied van Berna dette ontroerend en gevoelig, niet sentimenteel. Eenvoudig, maar niet simplistisch. Het is naar zijn mening een stuk, dat tot een zeer groot publiek spreekt, zonder ook maar ergens goedkoop te zijn. Een stuk, dat de gelegenheid biedt tot theater in de volle zin van het woord. WOUTER PAAP. Huldiging te Amsterdam In de Amsterdamse Stadsschouw burg heeft Eduard Verkade af scheid genomen van het toneel. Dat dit een bijzondere avond zou worden, was wel te verwachten, immers veertig jaar lang heeft de naam Verkade op de lippen gelegen van allen, die hun avon den op de planken sleten of in de schouwburgen hun ontspan ning zochten. Verkade is een van degenen ge weest, die het Nederlandse toneel op een hoog peil gebracht hebben. Hij heeft veel ondernomen en dat hij niet altijd die resultaten be reikte, die hij zich ten doel had gesteld in zijn werkzaam leven, is zeker niet aan hem te wijten ge weest. Het is Verkade nooit te doen geweest om goedkoop succes. In tegendeel, zijn gehele optreden is altijd waardig en eenvoudig ge weest. Zowel als acteur als regisseur heeft Verkade vele lauweren ge oogst in de jaren waarin hij zijn krachten aan het toneel wijdde. Dat èn publiek èn collega's èn ook de overheid waardering hebben voor de prestaties van deze vooraan staande figuur, bleek wel overdui delijk uit de grootse hulde, die hem bij zijn afscheid bereid werd. Zijn benoeming tot Officier in de Orde van Oranje Nassau meldden wij reeds. Engeland huldigde hem in de persoon van Sir Neville Bland, de ambassadeur, die Verkade's grote verdiensten, waar het de vertolking der werken van Shakespeare be treft, naar voren bracht. Fie Carel- sen, een zijner oud-leerlingen, sprak hem namens haar collega's toe. Voorts werd de avond gevuld met enige korte stukken, waarin de op vattingen van Verkade wel zeer goed tot uiting kwamen. Een langdurig applaus, dat tot een ware ovatie aangroeide, besloot deze avond en tevens een werkzaam to neelleven van veertig jaren. Ver kade laat op de planken en in de zalen ongetwijfeld een leegte achter. Voor de derde maal in dit sei zoen kon het Amsterdamse publiek in de grote zaal van het Concertge bouw te Amsterdam luisteren naar het spel vah Jehudi Menuhin, dit maal in een Bartok-programma.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1947 | | pagina 3