EEN DAL VOL LEVENSMIDDELEN Hongaarse landbouwautoriteiten bezochten Alkmaar Het zesde Duitse legerkorps trachtte zijn voorraden te redden EEN ORGIE VAN PLUNDERING, VERSPILLING EN VERWOESTING TUSSEN DE BERGEN Sênaat keurt belastingherziening goed DUITSERS KWAMEN IN 1940 VERKLEED ONS LAND BINNEN Paul Claudel, dichter der genade Bij de potten- en pannenbakkers te Tegelen NIEUW NOORDHOLLANDS DAGBLAD - Zaterdag 7 Juni 1947 PAG. 3 Hervormingsplannen in het land aan de Donau De epiloog van het Groot-Duitsedrama De eetwaar werd grotendeels veilig gesteld maar waar bleven de verdwenen wapens? BEELD VAN O. L. VROUW VAN F ATI MA In processie van Portugal naar Rome Onthullingen van generaal Reijnders Franse toneelschrijver van grote betekenis >[c Smoesjes Hier is 'i werk geen vloekmaar een zegen L OP HET WERELDCONGRES van de landbouw, dat zoals be- kend, in Scheveningen werd gehouden, zijn gedelegeerden uit een groot aantal landen bijeengekomen, ter bespreking van landbouwkundige problemen. Hongarije was op dit Congres ver tegenwoordigd door een tiental digevaardigden. Het hoofd der delegatie was minister Istvan Dobi, minister van Landbouw. Voorts namen aan de besprekingen deel o.m. de parlementsleden Istvan Kovacs en Lajos Hajdu Némety. De drie genoemde perso nen behoren tot de partij der „Kleine Boeren". Op een bijeenkomst in de Hongaarse Club te Amsterdam, maakten wij kennis met enige leden der delegatie en een uitnodiging om, indien mogelijk. Alkmaar te komen bezoeken, werd gaarne geaccepteerd. (V). BERLIJN is reeds weken geleden gevallen. Oostenrijk reeds voor een belangrijk deel door de Geallieerden in het Westen en de Russen in het Oosten bezet. De Engelsen jagen het Zesde Duitse Legerkorps in Noord-Italië voor zich uit, dat weliswaar reeds heeft gecapituleerd, doch waarvan enkele onderdelen hier en daar dp vijandelijkheden nog voortzetten. Over de spoorlijnen van het Ennsdal kruipen lange treinen, volbeladen met allerhan de legervoorraden naar het Noorden, lopen vast, kunnen niet meer voor- of achteruit. Vele kilometers achtereen staan er wa gons, beladen met alles wat men nog in Italië uit de welgevulde legermagazijnen heeft trachten te redden: cigaretten bij millioe- nen, bonen, erwten, suiker, chocolade, boter, meel, chianti, con serven, „Schmalzfleisch", vet, stoffen, rubberbanden, ondergoe deren, schoenen, radio-apparaten, auto's. Het staat daar allemaal op de spoorlijnen tussen de bergen. De begeleidende manschappep hebben zich van het nodige voorzien en zoeken een goed heenkomen, om toch maar zeker niet als krijgsge vangene te kunnen worden opge pikt. Aangezien men echter de kat niet bij het spek moet zetten, wordt er spoedig van al die heerlijkheden gesnoept. Eerst zijn het de spaar zame in de buurt wonende berg bewoners, dan horen de bevolkin gen der naburige dorpen er van, tenslotte heeft er uit heel het Aus- seeërland en vanuit het Ennsdal een ware run op de treinen plaats en krijgt het snoepen een omvang, welke op een doelloze plundering uitloopt. De bevolking, die al ge ruime tijd op sobere rantsoenen geleefd heeft, voorziet, dat het in de maanden na de capitulatie wel heel erg krap zal worden en wil voor een voorraadje zorgen. Maar het wordt een bestorming, een orgie. Na enkele dagen liggen er langs de lijn en op de wegen hon derdduizenden platgetrapte cigaret ten, liggen er bonen, erwten, kof fie, suiker her en der verspreid. Er is geen gezag meer en wie er zich tegen zou verzetten, zou zijn eigen vonnis ondertekenen. „Vernichten, vernichten!" 'Dit plunderen en vernietigen schijnt gouwleider Eigruber echter nog niet snel genoeg te gaan. In zijn kwaliteit van „Reichsverteidi- gungskommissar" schijnt hij het tot zijn plicht te rekenen ervoor te zorgen, dat niets in handen van de geallieerden zal vallen. Al heeft de commandeur van het 6e Leger corps wel gecapituleerd, hij, Eigru ber, is het daar niet mee eens. Een nieuwe waanzinsorder. De troepen krijgen bevel, alles rest loos onbruikbaar te maken. Fana tiekelingen zijn er onder de terug trekkende troepen nog genoeg, en zo brandt het spoedig lustig aan alle kant. Als de mare van deze nieuwe Eigruberse stunt zich in de dalen verspreidt, vaart een woede door de mensen en voor het verzet is het 't sein, om opnieuw actief op te treden. Er is reeds wat meer voriji in dit verzet gekomen. De eerste spontane actiegroepen zijn onder leiding van diverse verzets leiders, die kort tevoren na oplei ding in Engeland door vliegtuigen pey valscherm in de bergen zijn afgezet, gesteld. Gewapend met ge weren en snelwapenen trekt men er op uit om de braakliggende voorraden in verzekerde bewaring te stellen. Men heeft echter geen voldoende bergruimten, waarom het via de distributiediensten maar zo snel mogelijk onder de bevol king wordt verdeeld. Wat immers bij particulieren opgedeeld zit, is niet meer te achterhalen. Door de speling van het lot wordt nu dit gedeelte van het Oostenrijkse volk een voorraad levensmiddelen in handen gespeeld, waarmede dit. voor maanden gedekt is. In die zelfde tijd zal de bevolking van het door do Russen bezette deel des lands helemaal niets hebben om te eten en zal een groot stuk van Europa, ook dat deel dat be vrijd werd, nog lang honger en armoe kennen De zwarte tyandel was er het beste mee. Nu behoorden al deze goederen, door de capitulatie van het 6e Le gercorps, feitelijk aan de geallieer den en daarom hadden ook de le den van de Vrijheidsbeweging een lichtelijk onrustig geweten. Toen dan ook later de Amerikanen dit gebied bezetten, biechtten zij eer lijk op wat er gebeurd was. De Amerikanen, die zwommen in le vensmiddelen en goederen en voor al die Duitse legerwaar lichtelijk de neus optrokken, gaven groot moedig hun zegen eraan. Enige weken later bleek echter, dat dit wat al te snel gebeurd was en dat een bloeiende handel in Duitse legervoorraden werd gedreven. Het afzetgebied vormden de honderd duizenden vluchtelingen in deze streken, die het verhongeren nabij waren en hun laatste preciosa moesten neerleggen om aan vol doende eten te komen. Het Ame rikaanse militaire bestuur gaf daarop een order uit, dat elkeen, die meer dan een normale huis- voorraad had, het teveel moest in leveren. Niemand bleek echter teveel te hebben, waarop de militaire poli tie in de gehele streek tot huis zoeking overging. In Steinach, Ird- ning, Mitterndorf, Kainisch, Bad Aussee werden de huizen overhoop gehaald, met een verrassend resul taat. Boerenschuren zaten opge propt vol met goederen van aller lei aard. Zelfs bij de commandant van de gendarmerie in een niet onaanzienlijk bergdorp vc.d men een voorraad, waarmee een mid delmatig warenhuis gelukkig zou geweest zijn. Waar bleven de wapens? Wat de Amerikanen het minst leuk vonden was, dat ook een zeer grote hoeveelheid wapenen van allerhand kaliber en soort „uit de circulatie waren genomen". On danks de attentie, welke menige goedgezinde Oostenrijker aan deze wapenverduistering wijdde, werd er maar zeer weinig van terugge vonden. Zodat de mening gewet tigd is, dat er in menig oord in de Oostenrijkse bergen veel wapen tuig verborgen is, dat bij toekom stige binnenlandse spanningen en die komen er in de toekomst ongetwijfeld weer wel eens te voorschijn zou kunnen worden ge bracht. De Eerste Kamer heeft zich Woens dag bezig gehouden met de belas tingherziening 1947 en in het al gemeen haar waardering uitge sproken voor de belangrijke maat regelen van sociaal-economische aard die de minister door deze fis cale manoeuvre heeft verrjcht. De communisten konden het niet met hun geweten overeenbrengen om voor dit wetsontwerp te stemmen. Begrijpelijk, want terwijl de lagere inkomens natuurlijk naar hun zin een verlichting van belasting krij gen en de middelgrote en grote 'n verzwaring, krijgen tegelijk ook de ondernemers een beetje meer lucht. In een sfeer van loomheid en warmte voerde bijna iedere fractie het woord en werkelijk niet in ver korte vorm. Van de sprekers was prof. v. d. Brink (kvp) nogal agres sief. Hij had n.l. de euvele moed om deze maatregelen de 1ste te noemen, die van een realistische gezindheid ten aanzien van het bedrijfsleven ge tuigden. Dat was minister Lieftinck toch een beetje te bar en bij de be antwoording verzocht hij de prof. zich nader te verklaren. Of dat op de minister van financiën sloeg? Dat heeft prof. v. d. Brink- dan ook duidelijk laten weten, maar hij kreeg van de voorzitter geen verlof om zijn stelling met voorbeelden te adstrueren. Intussen zal hij dat bij de eerstvolgende gelegenheid doen n.l. bij de behandeling van de Ver mogensheffing ineens. Er waren goedgezinde kamerle den die in de loop van de discussies meenden de minister te moeten waarschuwen tegen zijn politieke vrienden, een waarschuwing, die naar de minister zeide, geen zin had. Ze waren het roerend met elkaar eens. Maar in feite bleek in deze vergadering toch dat dit een weinig te boud gesproken was, want de hr. v. d. Kieft (p.v.d.a.) had zich laten ontvallen, dat de dollarlening gran dioos was mislukt. „Dat kwam zeide hij omdat de ondernemers te weinig nationaal gevoel tonen, nu het om de opbouw van Neder land gaat". Maar die ondernemers waren helemaal niet de schuld be toogde de minister later. Integendeel met grote voortvarendheid hadden de effectenbezitters de dollarwaar den op de marjft geworpen en daar voor in de plaats niet de dollar-obli gaties, maar Nederlandse effecten gekocht. En nu bereikten deze een speculatieve hoogte onder de bewon dering voor de bereikte resultaten. En dat vond minister Lieftinck he lemaal niet erg. die dollar-obligaties konden hem niets schelen. Hij had de verkoop van Amerikanen be reikt. Het beeld van O.L. Vrouw van Fatima, dat in plechtige processie van Portugal naar Rome wordt ge bracht, is in Spanje, in het dioaees Corria, aangekomen. De kerkelijke en wereldlijke autoriteiten, alsmede vertegenwoordigingen der Katho lieke Actie gingen de processie te gemoet. In alle landen, waar het beeld doorheen wordt gevoerd worden grootse kerkelijke demon straties ter ere van de H. Maagd gehouden en wordt in het bijzonder om haar voorspraak gebeden tot 't verkrijgen van de wereldvrede. Aan minister-president dr. L. J. M. Beel werd door de parlemen taire redacteuren een maaltijd aangeboden. Onder de genodig den bevonden zich ook de presidenten der beide Kamers. Zittend achter de tafel 2e v.l.: mr. van Schaik, voorzitter der Tweede Ka mer; mr. Rooy, voorzitter Ned. Journalistenkring; dr. Beel; dr. v. Raalte, president parlementaire redacteuren en prof. mr. Kranen burg, voorzitter der Eerste Kamer. (.AN.P. P.) „De verdedigers van de bruggen bij Heumen en Malden in de Meidagen 1940 strekt het tot grote eer dat zij zich door de aan vankelijke tegenslagen niet hebben laten ontmoedigen doch des ondanks de strijd op krachtige en heldhaftige wijze tot in de late namiddag hebben voortgezet." Aldus sprak de opperbevelhebber van ons leger uit de tijd kort voordat de oorlog uitbrak: Generaal Reijnders, die bij de onthul ling van het monument voor de in de strijd aan het Maas-Waal- kanaal gevallenen te Heumen het woord voerde. En na hulde te hebben gebracht aan de uitstekende geest die bij het bataljon heerste, dank zij het voorbeeld van de commandant, de officieren en het kader, sprak de generaal zijn afschuw uit over de metho den van de Duitsers bij de overvallen op de bruggen gebruikt. Wat is er precies bij de bruggen gebeurd? OP 13 MAART 1947 heeft Paul Claudel bezit genomen van zijn zetel temidden der vermaarde veertig „onsterfeltjken". In het leven van Claudel is dit een feit van weinig betekenis; voor de man die zijn land gedurende tien tallen jaren als diplomaat in alle werelddelen eervol gediend heeft, voor de dichter, die in volkomen zelfverloochening de schoonheid van het geschapene en de Schep per heeft bezongen, en ons een oeuvre heeft geschonken, dat in de Europese letterkunde van de laatste eeuw zijn weerga niet vindt, voor deze mgn kan het on mogelijk van enig belang zijn op 79-jarige leeftijd in onverschillig welk college ook gekozen te wor den. Het dichterschap van Claudel is Van een zodanig gehalte, dat een officiële erkenning hieraan niets toe- of afdoet. Het feit is van meer belang voor de Académie zelf, die nog juist op tijd de gelegenheid heeft aangegre pen om Claudel's roem, die dreigde haar te ontgaan, aan haar eerbied waardigheid toe te voegen. Paul Claudel is geboren in 1863, hij groeide op in de verstikkende atmosfeer van 't negentiende eeuws positivisme en naturalisme. De christen en ook de dichter Claudel werden geboren op Kerstdag 1886, tijdens de Vespers in de Nótre Dame, toen hem door een bliksemende in slag der genade het geloof geschon ken werd. Van de christen weten wij slechts wat de dichter ons ver haalt, doch dit is niet weinig, want de poëzie van Claudel is in al haar uitingen religieus. Sinds zijn eerste ontmoeting met de genade is zij het hoofdthema van zijn werk gebleven. En niet alleen is de genade bij Clau del een motief zijner poëzie, zij is ook in diepste aanleg de inspiratie van zijn werk. Zoals Mauriac op merkte is de verbijsterende rijkdom van zijn werk alleen door de chris ten te begrijpen, voor de buiten staander is dit oeuvre een boeiend, soms aantrekkelijk, soms afstotend vuurwerk, waarvan de zin hem ver borgen blijft. De kunst van Claudel is katholiek als kunst der Franse kathedralen. Alleen de christen her kent in de veelheid van beelden, symbolen en gedachten het ene eeuwige spel van de genade. Clau del, wiens werk grotendeels voor het toneel geschreven werd, is zijn leven lang geboeid geweest door dit spel. Met een groot kunstenaarschap heeft Claudel dit thema steeds nieu we gestalte gegeven in zijn drama's. Want Claudel is geen man, die het dichterschap als apostolaat beoefent, maar êen geboren kunstenaar, wiens ongewQne oorspronkelijkheid zowel de poëzie als toneelkunst verrijkt heeft. Claudel is een van de eerste ver nieuwers van het moderne toneel. Met zijn mysteriespel „Maria Bood schap" heeft hij een geheel nieuw genre geschapen, dat in de verte doet denken aan middeleeuwse voor beelden, maar toch allermeest treft door oorspronkelijkheid. In „Le sou lier de Satin" voert hij een rijkdom van dramatische en scènische mo tieven ten tonele, waar het bloed- arme moderne toneel slechts van leren kan. Zijn oratorium-teksten „Christophe Colomb" en „Jeanne Om half vier naderde een groep van ongeveer dertig Duitse soldaten zonder uitrusting, begeleid door 4 personen in de uniformen van Hol landse marechaussée met het ge weer in de aanslag, de brug bij Heumen. Eén der marechaussée's, die perfect Hollands sprak en met het wachtwoord en herkenningste ken op de hoogte bleek te zijn en bovendien van behoorlijke papie ren bleek te zijn voorzien, verklaar de, een aantal Duitse deserteurs te begeleiden en verzocht de brug neer te laten. De dienstdoende kor poraal der politietroepen liet de zo genaamde deserteurs door. Nadat ze de kazematten waren gepasseerd haalden de moffen handgranaten en pistolen te voorschijn en vielen daarmee de bezetting van de brug aan. Een drietal kazematten ge raakte in handen van de vijand. De toesnellende compagniescomman dant werd door een handgranaat getroffen en sneuvelde. Wel verre van zich hierdoor te laten ontmoedigen, openden de on zen vanuit de kazematten en schut- tersputten het vuur op de doorge drongen Duitsers. Een tegenaanval werd met grote doodsverachting uitgevoerd door Luit. van der Wal, gesteund door Luit. Gastman van de eerste compagnie. Men slaagde er niet in de brug te hernemen. Wel werden de Duitsers uit de ver overde kazematten verdreven en tot in de onmiddellijke omgeving van de brug teruggedrongen. Aan houdende Duitse poginggn, om met verse afdelingen over de brug te komen, werden afgeslagen, waarbij de Nederlandse troepen zich niet ontzagen, om uit hun dekkingen te voorschijn te komen en de vijand met handgranaten te lijf te gaan. Aan de burg bij Heumen is door een handvol Hollanders met grote heldenmoed en doodsverachting aan een Duitse overmacht het door dringen belet. Eerst om ongeveer vijf uur des namiddags werd de strijd opgegeven, omdat gebrek aan munitie daartoe noodzaakte en de vijanden in de rug waren doorge drongen. Verklede Duitsers Ook in Malden was 't 'n aantal als burgers verklede Duitsers, die ver zochten, de brug te mogen passeren en toen dit werd geweigerd zich op de bezetting wierpen en de brug au bücher" hebben volmaakt nieu we wegen gewezen en musici als Milhaud en Honegger geïnspireerd tot hun beste werk. Het werk van Claudel is een overtuigend bewijs, dat de vrijheid van de kinderen Gods ook op de kunstenaar be vruchtend werkt; de samengroei van artistieke bezieling en genade heeft Claudel's oeuvre een breed heid, een spanning en een al-om- vattendheid gegeven, die enig is in de moderne litteratuur. wisten te bezetten vóórdat deze kon worden vernield. Het aantal Duitsers, dat de brug was gepasseerd, werd onder mitrail- leurvuur genomen, waarop 'n kor poraal van de politie-troepen van de kanaaldijk naar beneden sprong en de brug tot ontploffing wist te brengen. Intussen waren de Duit sers over de onvolledig vernielde brug bij Hatert gekomen en begon nen de kazemattenlinie van het Noorden uit op te rollen. Ook de Noordelijke sectie van de eerste compagnie viel hieraan ten offer, doch een gedeelte van de derde sec tie wist stand te houden, totdat om vijf uur het bevel kwam om terug te trekken. Bij aankomst te Overasselt bleek deze plaats reeds door de Duitsers te zijn bezet en moest de compagnie zich overgeven. Bij Hatert gelukte het, de spring lading van de brug tijdig tót ont ploffing te brengen. De brug werd echter onvolledig vernield. De be richten over de verdere verdediging zijn onduidelijk. Van een krachtige weerstand is echter geen sprake geweest. Zo ergens reden bestaat, aldus generaal Reijnders, om een monu ment voor gesneuvelden ojp-te doen richten, dan is het voor de dappe ren, die streden bij Heumen. gEN WONDERLIJKE parakei, dat Evangelie van morgen. Wie neemt niet graag een uitno diging aan voor een feestje? En toch hebben ze allemaal een smoesje: nummer een heeft een stuk land en een boerderij ge kocht (in die dagen ging dat blijkbaar vlottpr dan tegen woordig!), nummer twee was naar de markt geweest en er met pracht trekvee vandaan geko men. En nummer drie had zelfs een vrouw getrouwfl, die voor hem een blok aan het been werd! Maar ze konden geen van allen komen. En toch waren ze allen uitgenodigd geworden. En nu de toepassing. God heeft schijn is gekomen, verheffen zich aan de grote weg Venlo Roermond de schoorstenen van de dakpannen- fabrieken van Canooy-Herfkens boven het dichte groen. Bij het sta tion liggen de gebouwen van „De Globe", die de pytkolken maakt en de pannenfabriek, beiden van Kurstjens. Aan de overkant, dus andere zijde der spoorlijn, bevindt zich de fabriek van Russel-Tiglia een naam die sinds jaren verbonden is aan de Tegelse kleiwaren in dustrie, waarvan de producten meer en meer hun weg vinden bij de Ne derlandse bevolking. Een eeuwenoad ambacht De Tegelse, klei industrie is zeer oud. Reeds 2000 jaar voor Chr. werd hier klei gebakken en in de tijd van Julius Caesar waren de stenen, te- gula, en de dakpannen in gebruik bij de romeinse legioenen. De oude pottenbakkers werden pannenbak kers en eeuwen lang werkte men in kleine particuliere werkplaatsen totdat de fabrieken kwamen met hun grote ringovens. Zo ontstonden in 1914 zes grote bedrijven waar een groot deel van de bevolking haar brood verdiende. Ontstaan der kunstateliers Het is begrijpelijk dat de bewo ners van Tegelen, die zoals de meeste Limburgers meer gevoel En zo geviel het, dat een Hon gaars Minister, twee parlementsle den van dat land, benevens nog twee leden der delegatie, een on- officiël bezoek aan Alkmaar brach ten en enkele uren in ons midden vertoefden. Wanneer men met deze mensen in aanraking komt, met hen spreekt en zij over de lotgevallen van hun land vertellen, is het alsof de ge schiedenis van dit, aan de oevers van Donau en Theis 'iggende ge bied, zich voor uw ogen ontrolt. Een geschiedenis van grootse mo menten, maar ook van tragische episoden, die menigvuldig waren en langdurig. De tragiek van het land staat hen in de ogen geschreven; het. leed van vele geslachten heeft zijn stempel gedrukt op dit volk, dat sterk is en groot, ook in tijden van rampspoed. Hun gelaatstrekken spreken van energie en wilskracht. Haat, diep em fel, is hen vreemd. En als zij spreken, komen de woor den zacht en bedachtzaam over de lippen. Zij worden gedreven door een sterk verlangen naar vrijheid. De vrijheid van hun land en de eenheid van het volk, hoe verschil lend de politieke oriëntatie ook moge zijn, zijn de stimulerende, tot daden dwingende grootheden. Hervormingsplannen. En wanneer minister Dobi ons een overzicht geeft van de toestan den, zoals die waren voor de oorlog en daarna spreekt over de plannen van de regering om Hongarije tot een werkelijk democratisch land te maken, niet in de Russische, doch in de Westerse betekenis van dit woord; dat ook de minstbedeelde er een menswaardig bestaan zal vin den, dan voelt men, dat dit geen phrasen zijn, doch dat het de rege ring ernst is met haar streven. Uit het betoog van minister Dobi ge ven wij enkele belangwekkende bij zonderheden. Wanneer wij een blik werpen op de verhoudingen, zoals die bij ons tot het uitbreken van de oorlog be stonden, aldus de minister dan treft ons vooral één grote tegenstel ling, namelijk die tussen arm eh rijk. Er was een kleine categorie personen, die onnoemelijk rijk was en de gehele macht in—het land in handen had. Daarnaast leefde de grote massa, de eenvoudigen, de ar men. Het feodale stelsel, de vrije mens onwaardig, heeft zich zeer lang weten te handhaven. De macht hebbers, levende in weelde, de strijd om het bestaan niet kennend, had den geen idee van, geen inzicht in, geen gevoel of belangstelling voor de noden, de kommer, de zorg, die de harde strijd om het schamele be staan op de schouders van de een voudige, de naamloze had gelegd. Men kan evenwel niet straffeloos aan de noden van het volk voorbij gaan, het wiel der gerechtigheid draait. De historie heeft dit, ook in Hongarije, bewezen. ook ons allen geroepen, uitgeno digd. Tot de deelname aan de Verlossing, aan de heïlsgoede- ren, tot de eeuwige zaligheid- Tot de Kerk. Een feestmaal is dat. Maar laten wij nu geen smoesjes maken en God als 't ware afschepen. Niet beantwoor den aan Zijn uitnodiging. Pas sen we daar voor op. Want het laatste woord is altijd aan Hem: „Niemand van wie geroepen zijn, zal genieten van Mijn feest". MARCUS hebben vocfr het schone dan de nuchtere Noordeling, dat deze men sen met hun zangerig dialect en hun gevoel voor warme kleuren geen voldoening konden vinden in het alledag weer terugkerende eento nige fabriekswerk. In hun vrije tijd maakten zij van klei allerlei ge bruiksvoorwerpen, zoo werd de volkskunst geboren waaraan vele schone producten te danken zijn. De Tegelse oudheidkamer staat er vol 'van. In 1935 nam kapelaan Boost het initiatief om de jonge werkers in de klei-industrie leiding te geven. Hij richtte een boetseerclub op, Joep Felder, de pottenbakker en de schil der Jean Flos gaven er les en Al fred Russel gaf de jongens een hoekje op een der zolders van zijn fabriek. Zo werd het eerste kunst atelier geboren. Onder de stuwende •leiding van Susanne Nicolaas-Wijs werd in 1^41 het boetseren op de lagere school ingevoerd en werd de kleïkunst een goed van de gehele Tegelse gemeenschap. Wil men'namen uit deze periode, ze zijn er te over. Jac. Bongaerts was een der eerste jongeren die tot eigen werk kwam, voorts Frans Timmermans, Harry Triens en de bekwame pottendraaier Piet Hms- sen. Zij allen gaven de ateliers van de Tiglia een reputatie. Men werkte aanvankelijk hoofdzakelijk in de drie-kleuren klei, zwart, geel en rood. Deze rode kleur is nu nog in alle producten terug te vinden en geeft een apart cachet aan de Tiglia producten. In de ateliers die weldra in plaats van op zolder in een aan alle eisen beantwoordend gebouw werden on dergebracht worden nu allerlei ge Hongarye, het Hongaarse volk was anti-Duits, slechts een klein gedeel te ervan was, evenals dit in Neder land het geval is geweest, besmet door de Nazi-theoriën. De toenma lige regeerders evenwel meenden, wellicht gedreven door opportnni- teitsoverwegingen, tegen de gealli eerden te moeten strijden. Toen de Duitsers het land bezet ten, en de barbarenterreur ging voe ren. besloten de vertegenwoordigers van de kleine-boerenpartij, de soci aal-democraten en de geestelijkheid, eendrachtig samen te werken en il legale acties te ontketenen. Met suc ces is deze strijd gevoerd, ofschoon velen van ons hierbij het offer van hun leven hebben moeten geven. Ons land heeft zwaar geleden door de bezetting der Duitsers en door het oorlogsgeweld. De Duitsers heb ben meer dan duizend bruggen ver woest. Niet uit strategische overwe gingen, doch in hoofdzaak uit wraak uit woede en uit vernielzucht. Onze mannen en jongens, van 15 jarige leeftijd reeds, werden uit de huizen gehaald en gedeporteerd om in Duitsland of elders voor het barba rendom te werken. Een groot aan tal dezer mensen is niet terugge keerd naar het huis waar zij wer den geboren, naar de grond die hen heeft gevoed. Omtrent hun lot is niets bekend. C. D. Kooter. (Wij merken op, dat dit artikel geschreven is, vóórdat het doorzet ten van de politieke „putch" be kend werd. red.). In volle zee werd dezer dagen door de bemanning der ter vangst zijnde haringvloot een „protestvergadering" gehouden in verband met de berichten over de verlaging der veiljng- prijzen voor haring. Deze be raadslaging was mogelijk dank zij de medewerking van het Hospitaal-Kerkschip „de Hoop", dat als centrale fungeerde, en het feit, dat men aan boord der schepen over radio-telefonie- zenders beschikte. Op deze wijze konden de schippers, hoe wel soms mijlen van elkaar verwijderd zijnde, rustig samen het probleem bespreken. Een schipper aan boord van een der trawlers in contact met zijn col lega's. (A.N.P. P.) k bruiksvoorwerpen vervaardigd. René Smeets, de culturele leider, die helaas sinds enige tijd 's ko- nings wapenrok moet dragen zwaait hier de scepter. Ook is er een boet- seerafdeling waar deze specifiek Limburgse kunst wordt beoefend onder leiding van Frans Tuinstra. Het aantrekkelijke voor het perso neel is dat men vrij kan werken. Alleen* de grote lijn wordt aangege ven, de uitvoering is naar ieders smaak en visie verschillend. Van daar dat men ook nooit Tiglia pro ducten ziet die geheel gelijk zijn. Goed en goedkoop De leiding van Tlglia's kunstate lier gaat van het standpunt uit dat deze specifieke volkskunst, die in de loop der jaren op hoog peil is komen te staan voor een ieder be reikbaar moet zijn. De financiële basis van het bedrijf ligt dan ook meer in de dakpannen- en stenenfa- briek, dan in de pottenbakkerij, die tevens ook van de ervaringen in de andere bedrijfstakken kan profite ren. Al met al kan het product uit de kunstateliers tegen een prijs ver kocht worden die zelfs voor een smalle beurs geen onoverkomelijke moeilijkheden oplevert. Immers voor de prijs „die men voor de goed koopste prullaria uit de bazars moet betalen kan men al, zij het een be scheiden siervoorwerp kopen dat op de duur meer voldoening geeft dan de slechtgeglazuurde afval der grote warenhuizen. Zo is in Tegelen een industrie ge groeid die niet bleek een oorlogs plant te zijn doch waarvan de pro ducten hun weg zullen vinden bij de minnaars van het schone am bacht. Lou Steyger, In het nijvere Limburgse dorp Tegelen wordt de dag goed besteed. De mannen trekken in de vroege mor gen naar de ijzergieterijen en de steenfabrieken, de kleiateliers en de rozentui nen. En als de dagtaak ten einde is dan moet er worden gerepeteerd. Toneel, daar houden de Limburgers van en iedere plaats heeft zijn toneelclub die met min of meer succes telkenjare voor het voetlicht komt. En dan wordt er ook nog gemusi ceerd. wie niet op de plan ken komt is lid van de fan- fa' Als 's men vanuit het verwoeste Venlo Tegelen binnenrijdt, dat bijna onbeschadigd uit de strijd te voor-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1947 | | pagina 3