EEN DAL VOL LEVENSMIDDELEN
Hongaarse landbouwautoriteiten
bezochten Alkmaar
Het zesde Duitse legerkorps trachtte
zijn voorraden te redden
EEN ORGIE VAN PLUNDERING, VERSPILLING
EN VERWOESTING TUSSEN DE BERGEN
Sênaat keurt belastingherziening
goed
DUITSERS KWAMEN IN 1940
VERKLEED ONS LAND BINNEN
Paul Claudel, dichter der genade
Bij de potten- en pannenbakkers
te Tegelen
NIEUW NOORDHOLLANDS DAGBLAD - Zaterdag 7 Juni 1947
PAG. 3
Hervormingsplannen in het land
aan de Donau
De epiloog van het Groot-Duitsedrama
De eetwaar werd grotendeels veilig gesteld
maar waar bleven de verdwenen wapens?
BEELD VAN O. L. VROUW
VAN F ATI MA
In processie van Portugal
naar Rome
Onthullingen van generaal Reijnders
Franse toneelschrijver van grote betekenis >[c
Smoesjes
Hier is 'i werk geen vloekmaar een zegen
L
OP HET WERELDCONGRES van de landbouw, dat zoals be-
kend, in Scheveningen werd gehouden, zijn gedelegeerden
uit een groot aantal landen bijeengekomen, ter bespreking van
landbouwkundige problemen. Hongarije was op dit Congres ver
tegenwoordigd door een tiental digevaardigden. Het hoofd der
delegatie was minister Istvan Dobi, minister van Landbouw.
Voorts namen aan de besprekingen deel o.m. de parlementsleden
Istvan Kovacs en Lajos Hajdu Némety. De drie genoemde perso
nen behoren tot de partij der „Kleine Boeren". Op een bijeenkomst
in de Hongaarse Club te Amsterdam, maakten wij kennis met
enige leden der delegatie en een uitnodiging om, indien mogelijk.
Alkmaar te komen bezoeken, werd gaarne geaccepteerd.
(V).
BERLIJN is reeds weken geleden gevallen. Oostenrijk reeds
voor een belangrijk deel door de Geallieerden in het Westen
en de Russen in het Oosten bezet. De Engelsen jagen het Zesde
Duitse Legerkorps in Noord-Italië voor zich uit, dat weliswaar
reeds heeft gecapituleerd, doch waarvan enkele onderdelen hier
en daar dp vijandelijkheden nog voortzetten. Over de spoorlijnen
van het Ennsdal kruipen lange treinen, volbeladen met allerhan
de legervoorraden naar het Noorden, lopen vast, kunnen niet
meer voor- of achteruit. Vele kilometers achtereen staan er wa
gons, beladen met alles wat men nog in Italië uit de welgevulde
legermagazijnen heeft trachten te redden: cigaretten bij millioe-
nen, bonen, erwten, suiker, chocolade, boter, meel, chianti, con
serven, „Schmalzfleisch", vet, stoffen, rubberbanden, ondergoe
deren, schoenen, radio-apparaten, auto's.
Het staat daar allemaal op de
spoorlijnen tussen de bergen. De
begeleidende manschappep hebben
zich van het nodige voorzien en
zoeken een goed heenkomen, om
toch maar zeker niet als krijgsge
vangene te kunnen worden opge
pikt. Aangezien men echter de kat
niet bij het spek moet zetten, wordt
er spoedig van al die heerlijkheden
gesnoept. Eerst zijn het de spaar
zame in de buurt wonende berg
bewoners, dan horen de bevolkin
gen der naburige dorpen er van,
tenslotte heeft er uit heel het Aus-
seeërland en vanuit het Ennsdal
een ware run op de treinen plaats
en krijgt het snoepen een omvang,
welke op een doelloze plundering
uitloopt. De bevolking, die al ge
ruime tijd op sobere rantsoenen
geleefd heeft, voorziet, dat het in
de maanden na de capitulatie wel
heel erg krap zal worden en wil
voor een voorraadje zorgen. Maar
het wordt een bestorming, een
orgie. Na enkele dagen liggen er
langs de lijn en op de wegen hon
derdduizenden platgetrapte cigaret
ten, liggen er bonen, erwten, kof
fie, suiker her en der verspreid. Er
is geen gezag meer en wie er zich
tegen zou verzetten, zou zijn eigen
vonnis ondertekenen.
„Vernichten, vernichten!"
'Dit plunderen en vernietigen
schijnt gouwleider Eigruber echter
nog niet snel genoeg te gaan. In
zijn kwaliteit van „Reichsverteidi-
gungskommissar" schijnt hij het tot
zijn plicht te rekenen ervoor te
zorgen, dat niets in handen van de
geallieerden zal vallen. Al heeft de
commandeur van het 6e Leger
corps wel gecapituleerd, hij, Eigru
ber, is het daar niet mee eens.
Een nieuwe waanzinsorder. De
troepen krijgen bevel, alles rest
loos onbruikbaar te maken. Fana
tiekelingen zijn er onder de terug
trekkende troepen nog genoeg, en
zo brandt het spoedig lustig aan
alle kant. Als de mare van deze
nieuwe Eigruberse stunt zich in de
dalen verspreidt, vaart een woede
door de mensen en voor het verzet
is het 't sein, om opnieuw actief
op te treden. Er is reeds wat meer
voriji in dit verzet gekomen. De
eerste spontane actiegroepen zijn
onder leiding van diverse verzets
leiders, die kort tevoren na oplei
ding in Engeland door vliegtuigen
pey valscherm in de bergen zijn
afgezet, gesteld. Gewapend met ge
weren en snelwapenen trekt men
er op uit om de braakliggende
voorraden in verzekerde bewaring
te stellen. Men heeft echter geen
voldoende bergruimten, waarom
het via de distributiediensten maar
zo snel mogelijk onder de bevol
king wordt verdeeld. Wat immers
bij particulieren opgedeeld zit, is
niet meer te achterhalen. Door de
speling van het lot wordt nu dit
gedeelte van het Oostenrijkse volk
een voorraad levensmiddelen in
handen gespeeld, waarmede dit.
voor maanden gedekt is. In die
zelfde tijd zal de bevolking van
het door do Russen bezette deel
des lands helemaal niets hebben
om te eten en zal een groot stuk
van Europa, ook dat deel dat be
vrijd werd, nog lang honger en
armoe kennen
De zwarte tyandel was
er het beste mee.
Nu behoorden al deze goederen,
door de capitulatie van het 6e Le
gercorps, feitelijk aan de geallieer
den en daarom hadden ook de le
den van de Vrijheidsbeweging een
lichtelijk onrustig geweten. Toen
dan ook later de Amerikanen dit
gebied bezetten, biechtten zij eer
lijk op wat er gebeurd was. De
Amerikanen, die zwommen in le
vensmiddelen en goederen en voor
al die Duitse legerwaar lichtelijk
de neus optrokken, gaven groot
moedig hun zegen eraan. Enige
weken later bleek echter, dat dit
wat al te snel gebeurd was en dat
een bloeiende handel in Duitse
legervoorraden werd gedreven. Het
afzetgebied vormden de honderd
duizenden vluchtelingen in deze
streken, die het verhongeren nabij
waren en hun laatste preciosa
moesten neerleggen om aan vol
doende eten te komen. Het Ame
rikaanse militaire bestuur gaf
daarop een order uit, dat elkeen,
die meer dan een normale huis-
voorraad had, het teveel moest in
leveren.
Niemand bleek echter teveel te
hebben, waarop de militaire poli
tie in de gehele streek tot huis
zoeking overging. In Steinach, Ird-
ning, Mitterndorf, Kainisch, Bad
Aussee werden de huizen overhoop
gehaald, met een verrassend resul
taat. Boerenschuren zaten opge
propt vol met goederen van aller
lei aard. Zelfs bij de commandant
van de gendarmerie in een niet
onaanzienlijk bergdorp vc.d men
een voorraad, waarmee een mid
delmatig warenhuis gelukkig zou
geweest zijn.
Waar bleven de wapens?
Wat de Amerikanen het minst
leuk vonden was, dat ook een zeer
grote hoeveelheid wapenen van
allerhand kaliber en soort „uit de
circulatie waren genomen". On
danks de attentie, welke menige
goedgezinde Oostenrijker aan deze
wapenverduistering wijdde, werd
er maar zeer weinig van terugge
vonden. Zodat de mening gewet
tigd is, dat er in menig oord in de
Oostenrijkse bergen veel wapen
tuig verborgen is, dat bij toekom
stige binnenlandse spanningen
en die komen er in de toekomst
ongetwijfeld weer wel eens te
voorschijn zou kunnen worden ge
bracht.
De Eerste Kamer heeft zich Woens
dag bezig gehouden met de belas
tingherziening 1947 en in het al
gemeen haar waardering uitge
sproken voor de belangrijke maat
regelen van sociaal-economische
aard die de minister door deze fis
cale manoeuvre heeft verrjcht. De
communisten konden het niet met
hun geweten overeenbrengen om
voor dit wetsontwerp te stemmen.
Begrijpelijk, want terwijl de lagere
inkomens natuurlijk naar hun zin
een verlichting van belasting krij
gen en de middelgrote en grote 'n
verzwaring, krijgen tegelijk ook
de ondernemers een beetje meer
lucht.
In een sfeer van loomheid en
warmte voerde bijna iedere fractie
het woord en werkelijk niet in ver
korte vorm. Van de sprekers was
prof. v. d. Brink (kvp) nogal agres
sief. Hij had n.l. de euvele moed om
deze maatregelen de 1ste te noemen,
die van een realistische gezindheid
ten aanzien van het bedrijfsleven ge
tuigden. Dat was minister Lieftinck
toch een beetje te bar en bij de be
antwoording verzocht hij de prof.
zich nader te verklaren. Of dat op
de minister van financiën sloeg?
Dat heeft prof. v. d. Brink- dan ook
duidelijk laten weten, maar hij
kreeg van de voorzitter geen verlof
om zijn stelling met voorbeelden te
adstrueren. Intussen zal hij dat bij
de eerstvolgende gelegenheid doen
n.l. bij de behandeling van de Ver
mogensheffing ineens.
Er waren goedgezinde kamerle
den die in de loop van de discussies
meenden de minister te moeten
waarschuwen tegen zijn politieke
vrienden, een waarschuwing, die
naar de minister zeide, geen zin had.
Ze waren het roerend met elkaar
eens. Maar in feite bleek in deze
vergadering toch dat dit een weinig
te boud gesproken was, want de hr.
v. d. Kieft (p.v.d.a.) had zich laten
ontvallen, dat de dollarlening gran
dioos was mislukt. „Dat kwam
zeide hij omdat de ondernemers
te weinig nationaal gevoel tonen,
nu het om de opbouw van Neder
land gaat". Maar die ondernemers
waren helemaal niet de schuld be
toogde de minister later. Integendeel
met grote voortvarendheid hadden
de effectenbezitters de dollarwaar
den op de marjft geworpen en daar
voor in de plaats niet de dollar-obli
gaties, maar Nederlandse effecten
gekocht. En nu bereikten deze een
speculatieve hoogte onder de bewon
dering voor de bereikte resultaten.
En dat vond minister Lieftinck he
lemaal niet erg. die dollar-obligaties
konden hem niets schelen. Hij had
de verkoop van Amerikanen be
reikt.
Het beeld van O.L. Vrouw van
Fatima, dat in plechtige processie
van Portugal naar Rome wordt ge
bracht, is in Spanje, in het dioaees
Corria, aangekomen. De kerkelijke
en wereldlijke autoriteiten, alsmede
vertegenwoordigingen der Katho
lieke Actie gingen de processie te
gemoet. In alle landen, waar het
beeld doorheen wordt gevoerd
worden grootse kerkelijke demon
straties ter ere van de H. Maagd
gehouden en wordt in het bijzonder
om haar voorspraak gebeden tot 't
verkrijgen van de wereldvrede.
Aan minister-president dr. L. J. M. Beel werd door de parlemen
taire redacteuren een maaltijd aangeboden. Onder de genodig
den bevonden zich ook de presidenten der beide Kamers. Zittend
achter de tafel 2e v.l.: mr. van Schaik, voorzitter der Tweede Ka
mer; mr. Rooy, voorzitter Ned. Journalistenkring; dr. Beel; dr. v.
Raalte, president parlementaire redacteuren en prof. mr. Kranen
burg, voorzitter der Eerste Kamer. (.AN.P. P.)
„De verdedigers van de bruggen bij Heumen en Malden in de
Meidagen 1940 strekt het tot grote eer dat zij zich door de aan
vankelijke tegenslagen niet hebben laten ontmoedigen doch des
ondanks de strijd op krachtige en heldhaftige wijze tot in de late
namiddag hebben voortgezet."
Aldus sprak de opperbevelhebber van ons leger uit de tijd kort
voordat de oorlog uitbrak: Generaal Reijnders, die bij de onthul
ling van het monument voor de in de strijd aan het Maas-Waal-
kanaal gevallenen te Heumen het woord voerde. En na hulde te
hebben gebracht aan de uitstekende geest die bij het bataljon
heerste, dank zij het voorbeeld van de commandant, de officieren
en het kader, sprak de generaal zijn afschuw uit over de metho
den van de Duitsers bij de overvallen op de bruggen gebruikt.
Wat is er precies bij de bruggen gebeurd?
OP 13 MAART 1947 heeft Paul
Claudel bezit genomen van
zijn zetel temidden der vermaarde
veertig „onsterfeltjken". In het
leven van Claudel is dit een feit
van weinig betekenis; voor de
man die zijn land gedurende tien
tallen jaren als diplomaat in alle
werelddelen eervol gediend heeft,
voor de dichter, die in volkomen
zelfverloochening de schoonheid
van het geschapene en de Schep
per heeft bezongen, en ons een
oeuvre heeft geschonken, dat in
de Europese letterkunde van de
laatste eeuw zijn weerga niet
vindt, voor deze mgn kan het on
mogelijk van enig belang zijn op
79-jarige leeftijd in onverschillig
welk college ook gekozen te wor
den.
Het dichterschap van Claudel is
Van een zodanig gehalte, dat een
officiële erkenning hieraan niets
toe- of afdoet.
Het feit is van meer belang voor
de Académie zelf, die nog juist op
tijd de gelegenheid heeft aangegre
pen om Claudel's roem, die dreigde
haar te ontgaan, aan haar eerbied
waardigheid toe te voegen.
Paul Claudel is geboren in 1863,
hij groeide op in de verstikkende
atmosfeer van 't negentiende eeuws
positivisme en naturalisme. De
christen en ook de dichter Claudel
werden geboren op Kerstdag 1886,
tijdens de Vespers in de Nótre Dame,
toen hem door een bliksemende in
slag der genade het geloof geschon
ken werd. Van de christen weten
wij slechts wat de dichter ons ver
haalt, doch dit is niet weinig, want
de poëzie van Claudel is in al haar
uitingen religieus. Sinds zijn eerste
ontmoeting met de genade is zij het
hoofdthema van zijn werk gebleven.
En niet alleen is de genade bij Clau
del een motief zijner poëzie, zij is
ook in diepste aanleg de inspiratie
van zijn werk. Zoals Mauriac op
merkte is de verbijsterende rijkdom
van zijn werk alleen door de chris
ten te begrijpen, voor de buiten
staander is dit oeuvre een boeiend,
soms aantrekkelijk, soms afstotend
vuurwerk, waarvan de zin hem ver
borgen blijft. De kunst van Claudel
is katholiek als kunst der Franse
kathedralen. Alleen de christen her
kent in de veelheid van beelden,
symbolen en gedachten het ene
eeuwige spel van de genade. Clau
del, wiens werk grotendeels voor
het toneel geschreven werd, is zijn
leven lang geboeid geweest door dit
spel.
Met een groot kunstenaarschap
heeft Claudel dit thema steeds nieu
we gestalte gegeven in zijn drama's.
Want Claudel is geen man, die het
dichterschap als apostolaat beoefent,
maar êen geboren kunstenaar, wiens
ongewQne oorspronkelijkheid zowel
de poëzie als toneelkunst verrijkt
heeft.
Claudel is een van de eerste ver
nieuwers van het moderne toneel.
Met zijn mysteriespel „Maria Bood
schap" heeft hij een geheel nieuw
genre geschapen, dat in de verte
doet denken aan middeleeuwse voor
beelden, maar toch allermeest treft
door oorspronkelijkheid. In „Le sou
lier de Satin" voert hij een rijkdom
van dramatische en scènische mo
tieven ten tonele, waar het bloed-
arme moderne toneel slechts van
leren kan. Zijn oratorium-teksten
„Christophe Colomb" en „Jeanne
Om half vier naderde een groep
van ongeveer dertig Duitse soldaten
zonder uitrusting, begeleid door 4
personen in de uniformen van Hol
landse marechaussée met het ge
weer in de aanslag, de brug bij
Heumen. Eén der marechaussée's,
die perfect Hollands sprak en met
het wachtwoord en herkenningste
ken op de hoogte bleek te zijn en
bovendien van behoorlijke papie
ren bleek te zijn voorzien, verklaar
de, een aantal Duitse deserteurs te
begeleiden en verzocht de brug
neer te laten. De dienstdoende kor
poraal der politietroepen liet de zo
genaamde deserteurs door. Nadat
ze de kazematten waren gepasseerd
haalden de moffen handgranaten
en pistolen te voorschijn en vielen
daarmee de bezetting van de brug
aan. Een drietal kazematten ge
raakte in handen van de vijand. De
toesnellende compagniescomman
dant werd door een handgranaat
getroffen en sneuvelde.
Wel verre van zich hierdoor te
laten ontmoedigen, openden de on
zen vanuit de kazematten en schut-
tersputten het vuur op de doorge
drongen Duitsers. Een tegenaanval
werd met grote doodsverachting
uitgevoerd door Luit. van der Wal,
gesteund door Luit. Gastman van
de eerste compagnie. Men slaagde
er niet in de brug te hernemen.
Wel werden de Duitsers uit de ver
overde kazematten verdreven en
tot in de onmiddellijke omgeving
van de brug teruggedrongen. Aan
houdende Duitse poginggn, om met
verse afdelingen over de brug te
komen, werden afgeslagen, waarbij
de Nederlandse troepen zich niet
ontzagen, om uit hun dekkingen te
voorschijn te komen en de vijand
met handgranaten te lijf te gaan.
Aan de burg bij Heumen is door
een handvol Hollanders met grote
heldenmoed en doodsverachting
aan een Duitse overmacht het door
dringen belet. Eerst om ongeveer
vijf uur des namiddags werd de
strijd opgegeven, omdat gebrek aan
munitie daartoe noodzaakte en de
vijanden in de rug waren doorge
drongen.
Verklede Duitsers
Ook in Malden was 't 'n aantal als
burgers verklede Duitsers, die ver
zochten, de brug te mogen passeren
en toen dit werd geweigerd zich op
de bezetting wierpen en de brug
au bücher" hebben volmaakt nieu
we wegen gewezen en musici als
Milhaud en Honegger geïnspireerd
tot hun beste werk. Het werk van
Claudel is een overtuigend bewijs,
dat de vrijheid van de kinderen
Gods ook op de kunstenaar be
vruchtend werkt; de samengroei
van artistieke bezieling en genade
heeft Claudel's oeuvre een breed
heid, een spanning en een al-om-
vattendheid gegeven, die enig is in
de moderne litteratuur.
wisten te bezetten vóórdat deze kon
worden vernield.
Het aantal Duitsers, dat de brug
was gepasseerd, werd onder mitrail-
leurvuur genomen, waarop 'n kor
poraal van de politie-troepen van
de kanaaldijk naar beneden sprong
en de brug tot ontploffing wist te
brengen. Intussen waren de Duit
sers over de onvolledig vernielde
brug bij Hatert gekomen en begon
nen de kazemattenlinie van het
Noorden uit op te rollen. Ook de
Noordelijke sectie van de eerste
compagnie viel hieraan ten offer,
doch een gedeelte van de derde sec
tie wist stand te houden, totdat om
vijf uur het bevel kwam om terug
te trekken.
Bij aankomst te Overasselt bleek
deze plaats reeds door de Duitsers
te zijn bezet en moest de compagnie
zich overgeven.
Bij Hatert gelukte het, de spring
lading van de brug tijdig tót ont
ploffing te brengen. De brug werd
echter onvolledig vernield. De be
richten over de verdere verdediging
zijn onduidelijk. Van een krachtige
weerstand is echter geen sprake
geweest.
Zo ergens reden bestaat, aldus
generaal Reijnders, om een monu
ment voor gesneuvelden ojp-te doen
richten, dan is het voor de dappe
ren, die streden bij Heumen.
gEN WONDERLIJKE parakei,
dat Evangelie van morgen.
Wie neemt niet graag een uitno
diging aan voor een feestje? En
toch hebben ze allemaal een
smoesje: nummer een heeft een
stuk land en een boerderij ge
kocht (in die dagen ging dat
blijkbaar vlottpr dan tegen
woordig!), nummer twee was
naar de markt geweest en er met
pracht trekvee vandaan geko
men. En nummer drie had zelfs
een vrouw getrouwfl, die voor
hem een blok aan het been
werd! Maar ze konden geen van
allen komen. En toch waren ze
allen uitgenodigd geworden.
En nu de toepassing. God heeft
schijn is gekomen, verheffen zich
aan de grote weg Venlo Roermond
de schoorstenen van de dakpannen-
fabrieken van Canooy-Herfkens
boven het dichte groen. Bij het sta
tion liggen de gebouwen van „De
Globe", die de pytkolken maakt en
de pannenfabriek, beiden van
Kurstjens. Aan de overkant, dus
andere zijde der spoorlijn, bevindt
zich de fabriek van Russel-Tiglia
een naam die sinds jaren verbonden
is aan de Tegelse kleiwaren in
dustrie, waarvan de producten meer
en meer hun weg vinden bij de Ne
derlandse bevolking.
Een eeuwenoad ambacht
De Tegelse, klei industrie is zeer
oud. Reeds 2000 jaar voor Chr. werd
hier klei gebakken en in de tijd van
Julius Caesar waren de stenen, te-
gula, en de dakpannen in gebruik
bij de romeinse legioenen. De oude
pottenbakkers werden pannenbak
kers en eeuwen lang werkte men in
kleine particuliere werkplaatsen
totdat de fabrieken kwamen met
hun grote ringovens. Zo ontstonden
in 1914 zes grote bedrijven waar een
groot deel van de bevolking haar
brood verdiende.
Ontstaan der kunstateliers
Het is begrijpelijk dat de bewo
ners van Tegelen, die zoals de
meeste Limburgers meer gevoel
En zo geviel het, dat een Hon
gaars Minister, twee parlementsle
den van dat land, benevens nog
twee leden der delegatie, een on-
officiël bezoek aan Alkmaar brach
ten en enkele uren in ons midden
vertoefden.
Wanneer men met deze mensen
in aanraking komt, met hen spreekt
en zij over de lotgevallen van hun
land vertellen, is het alsof de ge
schiedenis van dit, aan de oevers
van Donau en Theis 'iggende ge
bied, zich voor uw ogen ontrolt.
Een geschiedenis van grootse mo
menten, maar ook van tragische
episoden, die menigvuldig waren en
langdurig. De tragiek van het land
staat hen in de ogen geschreven;
het. leed van vele geslachten heeft
zijn stempel gedrukt op dit volk,
dat sterk is en groot, ook in tijden
van rampspoed. Hun gelaatstrekken
spreken van energie en wilskracht.
Haat, diep em fel, is hen vreemd.
En als zij spreken, komen de woor
den zacht en bedachtzaam over de
lippen. Zij worden gedreven door
een sterk verlangen naar vrijheid.
De vrijheid van hun land en de
eenheid van het volk, hoe verschil
lend de politieke oriëntatie ook
moge zijn, zijn de stimulerende, tot
daden dwingende grootheden.
Hervormingsplannen.
En wanneer minister Dobi ons
een overzicht geeft van de toestan
den, zoals die waren voor de oorlog
en daarna spreekt over de plannen
van de regering om Hongarije tot
een werkelijk democratisch land te
maken, niet in de Russische, doch
in de Westerse betekenis van dit
woord; dat ook de minstbedeelde er
een menswaardig bestaan zal vin
den, dan voelt men, dat dit geen
phrasen zijn, doch dat het de rege
ring ernst is met haar streven. Uit
het betoog van minister Dobi ge
ven wij enkele belangwekkende bij
zonderheden.
Wanneer wij een blik werpen op
de verhoudingen, zoals die bij ons
tot het uitbreken van de oorlog be
stonden, aldus de minister dan
treft ons vooral één grote tegenstel
ling, namelijk die tussen arm eh
rijk. Er was een kleine categorie
personen, die onnoemelijk rijk was
en de gehele macht in—het land in
handen had. Daarnaast leefde de
grote massa, de eenvoudigen, de ar
men. Het feodale stelsel, de vrije
mens onwaardig, heeft zich zeer
lang weten te handhaven. De macht
hebbers, levende in weelde, de strijd
om het bestaan niet kennend, had
den geen idee van, geen inzicht in,
geen gevoel of belangstelling voor
de noden, de kommer, de zorg, die
de harde strijd om het schamele be
staan op de schouders van de een
voudige, de naamloze had gelegd.
Men kan evenwel niet straffeloos
aan de noden van het volk voorbij
gaan, het wiel der gerechtigheid
draait. De historie heeft dit, ook in
Hongarije, bewezen.
ook ons allen geroepen, uitgeno
digd. Tot de deelname aan de
Verlossing, aan de heïlsgoede-
ren, tot de eeuwige zaligheid-
Tot de Kerk. Een feestmaal is
dat. Maar laten wij nu geen
smoesjes maken en God als 't
ware afschepen. Niet beantwoor
den aan Zijn uitnodiging. Pas
sen we daar voor op. Want het
laatste woord is altijd aan Hem:
„Niemand van wie geroepen
zijn, zal genieten van Mijn
feest".
MARCUS
hebben vocfr het schone dan de
nuchtere Noordeling, dat deze men
sen met hun zangerig dialect en hun
gevoel voor warme kleuren geen
voldoening konden vinden in het
alledag weer terugkerende eento
nige fabriekswerk. In hun vrije tijd
maakten zij van klei allerlei ge
bruiksvoorwerpen, zoo werd de
volkskunst geboren waaraan vele
schone producten te danken zijn.
De Tegelse oudheidkamer staat er
vol 'van.
In 1935 nam kapelaan Boost het
initiatief om de jonge werkers in
de klei-industrie leiding te geven.
Hij richtte een boetseerclub op, Joep
Felder, de pottenbakker en de schil
der Jean Flos gaven er les en Al
fred Russel gaf de jongens een
hoekje op een der zolders van zijn
fabriek. Zo werd het eerste kunst
atelier geboren. Onder de stuwende
•leiding van Susanne Nicolaas-Wijs
werd in 1^41 het boetseren op de
lagere school ingevoerd en werd de
kleïkunst een goed van de gehele
Tegelse gemeenschap.
Wil men'namen uit deze periode,
ze zijn er te over. Jac. Bongaerts
was een der eerste jongeren die tot
eigen werk kwam, voorts Frans
Timmermans, Harry Triens en de
bekwame pottendraaier Piet Hms-
sen. Zij allen gaven de ateliers van
de Tiglia een reputatie. Men werkte
aanvankelijk hoofdzakelijk in de
drie-kleuren klei, zwart, geel en
rood. Deze rode kleur is nu nog in
alle producten terug te vinden en
geeft een apart cachet aan de Tiglia
producten.
In de ateliers die weldra in plaats
van op zolder in een aan alle eisen
beantwoordend gebouw werden on
dergebracht worden nu allerlei ge
Hongarye, het Hongaarse volk was
anti-Duits, slechts een klein gedeel
te ervan was, evenals dit in Neder
land het geval is geweest, besmet
door de Nazi-theoriën. De toenma
lige regeerders evenwel meenden,
wellicht gedreven door opportnni-
teitsoverwegingen, tegen de gealli
eerden te moeten strijden.
Toen de Duitsers het land bezet
ten, en de barbarenterreur ging voe
ren. besloten de vertegenwoordigers
van de kleine-boerenpartij, de soci
aal-democraten en de geestelijkheid,
eendrachtig samen te werken en il
legale acties te ontketenen. Met suc
ces is deze strijd gevoerd, ofschoon
velen van ons hierbij het offer van
hun leven hebben moeten geven.
Ons land heeft zwaar geleden door
de bezetting der Duitsers en door
het oorlogsgeweld. De Duitsers heb
ben meer dan duizend bruggen ver
woest. Niet uit strategische overwe
gingen, doch in hoofdzaak uit wraak
uit woede en uit vernielzucht. Onze
mannen en jongens, van 15 jarige
leeftijd reeds, werden uit de huizen
gehaald en gedeporteerd om in
Duitsland of elders voor het barba
rendom te werken. Een groot aan
tal dezer mensen is niet terugge
keerd naar het huis waar zij wer
den geboren, naar de grond die hen
heeft gevoed. Omtrent hun lot is
niets bekend.
C. D. Kooter.
(Wij merken op, dat dit artikel
geschreven is, vóórdat het doorzet
ten van de politieke „putch" be
kend werd. red.).
In volle zee werd dezer dagen
door de bemanning der ter
vangst zijnde haringvloot een
„protestvergadering" gehouden
in verband met de berichten
over de verlaging der veiljng-
prijzen voor haring. Deze be
raadslaging was mogelijk dank
zij de medewerking van het
Hospitaal-Kerkschip „de Hoop",
dat als centrale fungeerde, en
het feit, dat men aan boord der
schepen over radio-telefonie-
zenders beschikte. Op deze
wijze konden de schippers, hoe
wel soms mijlen van elkaar
verwijderd zijnde, rustig samen
het probleem bespreken. Een
schipper aan boord van een der
trawlers in contact met zijn col
lega's. (A.N.P. P.)
k
bruiksvoorwerpen vervaardigd.
René Smeets, de culturele leider,
die helaas sinds enige tijd 's ko-
nings wapenrok moet dragen zwaait
hier de scepter. Ook is er een boet-
seerafdeling waar deze specifiek
Limburgse kunst wordt beoefend
onder leiding van Frans Tuinstra.
Het aantrekkelijke voor het perso
neel is dat men vrij kan werken.
Alleen* de grote lijn wordt aangege
ven, de uitvoering is naar ieders
smaak en visie verschillend. Van
daar dat men ook nooit Tiglia pro
ducten ziet die geheel gelijk zijn.
Goed en goedkoop
De leiding van Tlglia's kunstate
lier gaat van het standpunt uit dat
deze specifieke volkskunst, die in
de loop der jaren op hoog peil is
komen te staan voor een ieder be
reikbaar moet zijn. De financiële
basis van het bedrijf ligt dan ook
meer in de dakpannen- en stenenfa-
briek, dan in de pottenbakkerij, die
tevens ook van de ervaringen in de
andere bedrijfstakken kan profite
ren.
Al met al kan het product uit de
kunstateliers tegen een prijs ver
kocht worden die zelfs voor een
smalle beurs geen onoverkomelijke
moeilijkheden oplevert. Immers
voor de prijs „die men voor de goed
koopste prullaria uit de bazars moet
betalen kan men al, zij het een be
scheiden siervoorwerp kopen dat op
de duur meer voldoening geeft dan
de slechtgeglazuurde afval der grote
warenhuizen.
Zo is in Tegelen een industrie ge
groeid die niet bleek een oorlogs
plant te zijn doch waarvan de pro
ducten hun weg zullen vinden bij
de minnaars van het schone am
bacht. Lou Steyger,
In het nijvere Limburgse
dorp Tegelen wordt de dag
goed besteed. De mannen
trekken in de vroege mor
gen naar de ijzergieterijen
en de steenfabrieken, de
kleiateliers en de rozentui
nen. En als de dagtaak ten
einde is dan moet er worden
gerepeteerd. Toneel, daar
houden de Limburgers van
en iedere plaats heeft zijn
toneelclub die met min of
meer succes telkenjare voor
het voetlicht komt. En dan
wordt er ook nog gemusi
ceerd. wie niet op de plan
ken komt is lid van de fan-
fa'
Als
's men vanuit
het verwoeste
Venlo Tegelen binnenrijdt, dat bijna
onbeschadigd uit de strijd te voor-